O HANDENARBEID
42
zijn bezit, hij laat het zien aan zijp
familie en kennissen, het is zijn trots,
nu, direkt als het klaar is. Wordt
het enige maanden opgeborgen
voor de tentoonstelling, dan is de
„lol" er „af".
De jeugd van nu is een andere, dan
de jeugd van „vroeger" en heus
niet slechter.
Vermeldingswaardig is de Tentoon
stelling van Handenarbeid en
Huisvlijt, welke van 17-21 juni
1909 gehouden werd in het Gebouw
van de Schiedamse Officieren-Ver
eniging. Honderden voorwerpen
werden ingezonden, vaak van oud
leerlingen van de kursus. De tentoon
stelling omvatte 8 afdelingen, waar
van één voor vrouwelijke hand
werken. Dat de organisatoren
mochten spreken van een Nationale
Tentoonstelling blijkt wel uit de
inzendingen uit Dordrecht, Lo-
chem, Franeker, Maassluis en Veen-
dam. Dit waren dan inzendingen van
plaatselijke „huisvlijt"verenigingen,
versterkt met particuliere werk
stukjes. De waardering voor het
organiseren van de tentoonstelling
en de waarde, die men hechtte
aan het propageren van Handen
arbeid, blijkt wel uit het beschikbaar
stellen van 3 zilveren medailles,
welke geschonken waren door Ko
ningin Emma, Koningin Wilhelmina
en Prins Hendrik. Een overvloed
van beschikbaar gestelde prijzen
geeft ons een duidelijk beeld van de
t elangstelling, die er allerwegen be
stond voor Handenarbeid. Diezelfde
belangstelling is de grondslag, waar
op de kursus is gebaseerd, de wil
iets zelf te doen is het gevolg; pas
veel later ondervindt men van hoe
veel gemak het is de handen te
kunnen gebruiken.
Veel zou ik u nog uit de historie
kunnen vertellen, voorvallen, waar
van we nu zo moeilijk kunnen zeggen
of ze heel erg belangrijk waren.
Stellig zijn er ups en downs geweest.
De stichteres „het Nut" is in Schie
dam de weg gegaan van zovele ver
enigingen.
De kursus Handenarbeid bestaat nog
steeds!
Een drietal Schiedamse heren, een
commissie vormend, beheren de
weinige bezittingen van het „NUT".
Hieronder vallen ook de gereed
schappen en andere eigendommen
van de kursus Handenarbeid.
Niet onvermeld mag blijven, dat
ten behoeve van het kursuswerk
nimmer tevergeefs een beroep ge
daan werd en wordt op de steun van
enige hout-verwerkende bedrijven.
Hun bruikbaar „afvalhout" is heel
vaak een onmisbare faktor voor het
voortbestaan van de kursus.
Terugkijkende bij de 80ste verjaar
dag, kan slechts bij benadering ge
peild worden, hoe groot de waarde
was van de nuttige ontspanning, die
werd geboden en waartoe de grond
legging, op de kursus verkregen,
heeft geleid.
Daartoe zouden we het woord
moeten geven aan oud-kursisten en
dan het liefst aan één van het
„Eerste Uur".
Moge de kursus in Handenarbeid
in het belang van het Algemeen Nut
nog vele jaren voortbestaan.
P. v. RIJN
Kursusleider