DE
HISTORIE
VAN
HET
SPOOR
Het Schiedamse station van
1888 in verschillende P.K.-fasen.
126
van 23.000 gulden gekost. Weldra kwamen er nog
andere locomotieven uit Engeland; eerst „de Arend"
en later nog „de Hoop" en „de Leeuw".
Reeds een jaar later, in 1840, werd vergunning ver
leend tot het verlengen van de spoorweg tot Rotter
dam. Typisch trekje; een der aandeelhouders van de
H.IJ.S.M. gaf als zijn vaste overtuiging te kennen, dat
deze verlenging niet in het belang der maatschappij
was.
Het had echter nog heel wat voeten in aarde (of
liever: in water) voordat de lijn Amsterdam - Rotter
dam een feit was. Voor die tijd reusachtige moeilijk
heden moesten overwonnen worden. De slechte ge
aardheid van de gronden, waarop de spoorweg moest
worden aangelegd, het groot aantal vaarten, kanalen
en rivieren dat overbrugd moest worden en de ge
brekkige wijze waarop wettelijk was voorzien in de
onteigening maakten deze onderneming bepaald geen
sinecure.
De bouw van de brug over de Poldervaart bij Kethel
heeft er zelfs een zekere beruchtheid door verkregen.
De ingenieur-directeur Conrad heeft die moeilijkheden
in een brochure beschreven.
Nadat een voorlopig plan tot afdamming van de
Poldervaart door middel van aan te plempen zand-
dammen gemaakt was, begon men de 26e april 1846
met het plempen van zand. Drie dagen later lag er
een lengte van 22 el van de geplempte zanddam boven
water, toen deze plotseling onder hevig lawaai tot
een diepte van 8 a 9 meter wegzonk, terwijl tevens
een grote veenbank naast de dam boven water op
schoot. Intussen werd besloten om onder het nemen
van de nodige voorzorgsmaatregelen met de zand-
SiJHIBHAH. - Station. IMS.