zegge 10.000
en
schrijve tienduizend
VRAGEN VAN V.V.V.
206
Eigenlijk is het niet eens zo'n erg imponerend getal:
tienduizend, zeker niet ais je het in de krant ziet
staan naast het nieuwe inwonertal van ons land of
het aantal directieleden van de K.L.M., maar voor
ons, mensen van de V.V.V., betekent het toch heel
wat.
Op dinsdag 10 oktober werd door onze V.V.V. de
10.000ste inlichting van dit jaar gegeven en omdat we
daar om allerlei redenen een beetje trots op zijn, is
dat natuurlijk niet onopgemerkt gegaan. U heeft het
allemaal in de kranten kunnen lezenLeny van Drunen,
14 jaar, uit de Anthonie Muijsstraat, kwam voor de
aardrijkskundeles op school wat folders van de noor
delijke provincies halen en ontving daarmee de
10.000ste inlichting. Even later stond ze wat ver
bouwereerd temidden van de mensen van ons bureau
de gelukwensen van V.V.V.-voorzitter Van Pelt in ont
vangst te nemen met, uiteraard, enkele passende
cadeaus: een taart van opmerkelijke afmetingen, twee
lepeltjes met het Schiedamse stadswapen en een bon
voor een reis voor twee personen met onze veel
besproken en veel-beschreven V.V.V.-bustochten.
Al heel snel liet men de (toch al niet zo) officiële toon
varen en werd er nog even gezellig nagebabbeld,
waarbij Leny vertelde, dat ze op verzoek van haar
aardrijkskunde-lerares naar het S.V.V.-gebouwtje was
gekomen, hetgeen ons stof gaf voor zéér nederige
bespiegelingen.
Nu vinden wij, dat de gebeurtenis als zodanig er al
aanleiding toe geeft om de gedachten eens te laten
gaan langs die tienduizend inlichtingen (gemiddeld
zo'n 45 per dag) die er nu dit jaar gegeven zijn.
Sommige staan ons natuurlijk nog duidelijk bij:
„Fraulein, gibt's hier in der Umgebung irgendwo so
etwas wie Sankt Pauli in Hamburg?" (Antwoord:
Kassend rejt.).
„Could you give me a good suggestion, for a present
to give mij girl-friend
foto Hans Visser
„Juffrouw, ik wil met een Griek gaan trouwen, kan
dat kwaad?" (Antwoord, in eerste instantie: „Met
wie u ook wilt gaan trouwen, 't kan altijd kwaad.")
Vragen, variërend van zéér eenvoudig („Waar kan ik
't postkantoor vinden?") tot zéér lastig („Wie was
in 1961 Druivenkoningin van 't Westland?").
En dan natuurlijk de vele vragen die steeds weer terug
komen om 't adres van 'n hotelletje ergens in de bos
sen, om lijsten met zomerhuisjes, om inlichtingen over
de jeugdherbergen, om kosthuizen of kamers in onze
stad. Steeds dezelfde vragen, maar steeds andere
vragenstellers.
De moeilijken: „Juffrouw, heeft u nog kaartjes voor
de Operette?" (tijdens de vakantieweek). Antwoord:
,,'t Spijt me, mevrouw, we hebben er niet één meer."
„Oh, geeft u er dan maar twee."
De jovialen, de blaffers, de onverstaanbaren, de on-
begrijpelijken, de zieligen, de zelf-beter-weters, de
zakelijken, de gezelligen, mensen, allemaal mensen,
met allemaal vragen om te beantwoorden, allemaal
problemen om op te lossen,
in ruim negen maanden tijd 10.000.
En let maar op: volgend jaar nog meer!