VIVOS VOCO - MORTUOS PLANGO - FAUSTA NUNTIO
257
Oorspronkelijk was er op de terp in Kethel, dank zij
de door Willibrord gestichte moederkerk te Vlaar-
dingen, een kapel gebouwd. Dit moet zijn geschied
omstreeks het jaar 980 en het werd een zelfstandige
parochie. Waarschijnlijk is dit bedehuis bij een over
stromingsramp verloren gegaan. Ongeveer op dezelfde
plaats is een nieuwe kerk gebouwd. Branden, rampen
en daarmee gepaard gaande wijzigingen leidden tot
de vorm van thans. De toren, die dateert uit ca. 1300,
werd met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid
gebouwd op de nog gave resten van de torenfundering
van de vorige kerk, hetgeen zijn bewijsgrond vindt in
de verscheidenheid van het muurmetselwerk. Dit
kwam aan het licht bij de laatste restauratie in 1927.
Men heeft toen grote moppen steen uit de begraaf
plaats opgediept en gebruikt voor de restauratie van
de toren. Dat er zoveel stenen in de begraafplaats
werden gevonden behoeft geen verwondering te wek
ken, aangezien op deze plaats het koor had gestaan
van de kerk, zoals die voor de Hervorming was.
De heerlijkheid Kethel bestond van oudsher uit de
N.-Kethelpolder, de Hargpolder (waarvan de naam
Harreweg is afgeleid), de Oost-Abtspolder, de West-
Abtspolder en de Holiërhoeksepolder. Deze polders
zullen binnen afzienbare tijd volgebouwd zijn. Het is
te hopen dat de oude dorpskern met het mooie kerkje
nog wat luister mag bijzetten aan de sfeer van een
tonigheid die de stadsuitbreidingen met zich mee
brengen.
De oude klokken zijn in de laatste wereldoorlog uit
de kerk geroofd en nooit meer teruggekomen. Bij
deze klokken was er ook een met 3 inscripties. Er is
nu een nieuwe gegoten die dezelfde tekst draagt nl.:
VIVOS VOCO -de levenden roep ik
MORTUOS PLANGO - ik treur over de doden
FAUSTA NUNTIO - ik kondig de feesten aan