REIN H. FLEDDERUS: saneringsplan voor de 306 Rein Fledderus zegt: 'Ik heb Kethel achter uw naam geschreven. Maar Joost mag weten wat ik daarmee bedoeld heb. Waar kwam u ook alweer voor?' Ik zeg: 'Gisteravond heeft de Schiedamse gemeente raad een half miljoen gevoteerd om u in staat te stellen een saneringsplan voor de oude stad te maken.' R. Fledderus: 'Oh ja Nou dat is dan vlot. Ach natuur lijk, u kwam voor dat saneringsplan, nu weet ik het alweer. Maar waarom heb ik u nou op Kethel ge boekt Ik: 'Tja...' R. Fledderus: 'Tja En even later: 'Maar goed, u komt voor dat sanerings plan. Nou, u begrijpt wel, dat ik daar in feite nog weinig over kan vertellen. Want we moeten nog helemaal beginnen natuurlijk. Ik kan u dit zeggen: ik vind het een fijne opdracht, een erg moeilijke ook wel. Moeilijk, maar zeer interessant zo zou ik het willen zeggen.' (Bovenstaande tweespraak werd op 28 november 1963 gevoerd. Ze duurde, twee, hooguit drie minuten en in feite werd er alles in gezegd, wat er over Schie dams saneringsplan te zeggen viel. 'We moeten nog helemaal beginnen' nietwaar? Dat het gesprek met Rein H. Fledderus na die twee minuten toch nog ruim drie uur geduurd heeft, is te wijten aan het feit, dat Fledderus een bijzonder charmant causeur is, die vól is van zijn werk en er over wil praten. In de hal van zijn kantoor aan het Hang in Rotterdam hangt de foto van zijn eerste zelfstandige werk: het Rotterdamse kantoor van een Luxemburgse staalhandel. Het is een hoog, strak kantoor, ingepast tussen de oude gevels van de Westersingel. Jawel: Rein Fledderus krijgt een duidelijk brokje in de keel als hij over deze smalle eersteling gaat vertellen. Je luistert er geboeid naar. Maar je moet wél mee praten. Want Rein Fledderus houdt niet van een klankbord, dat niet goed weerkaatst.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1964 | | pagina 6