DOMICILIE
SCHIEDAM
FRANKIE
JOINS
CRIME
PROBE
KAREL SCHOLTEN
40
Kent u Frankie? Ik bedoel Frankie Vaughan, één der
meest populaire top-singers" in Engeland. Dat zegt
u natuurlijk nog niet veel. Ik ken hem toevallig, dat
is te zeggen: met Engelse vrienden heb ik in Londen
eens een show bijgewoond, waarin Frankie Vaughan
om zo te zeggen de hoofdrol vervulde. Op zichzelf
was dit een belevenis. Maar het meeste heeft mij ge
troffen het enthousiasme van de toch zo flegmatieke
Engelsen, die deze Frankie adoreren, niet alleen om
zijn prestaties, maar vooral om zijn, wat wij zouden
noemen: gemeenschapszin. Frankie Vaughan is een
jongen "van de straat" die het nu reeds, 36 jaar oud,
ver gebracht heeft in populair en materieel opzicht.
Hij schaamt zich niet voor zijn afkomst. Waarom zou
hij Een groot deel van zijn inkomen besteedt hij aan
"de jongens van de straat van nu". Een minder
waardigheidscomplex heeft hij beslist niet en hij wordt
geaccepteerd, zoals hij is, omdat hij niet alleen zich
niet voor zijn afkomst schaamt, maar werkelijk méns
is onder de mensen.
Aan deze ervaring moest ik denken, toen ik kort
geleden in de "Daily Mail" las, dat hij met 40
anderen lid is geworden van een Adviescommissie
Jeugd Criminaliteit. Bij die 40 anderen zijn ook jonge
lui van 19 en 21 jaar, waaronder enige "niet blanken".
Bij de instelling van die commissie deed Frankie
Vaughan een felle aanval op de ouders, die alleen
maar denken aan geld verdienen om zich allerlei luxe
te kunnen veroorloven en daarbij hun gezin verwaar
lozen. Het is mede hun fout, zo zei hij, dat de jeugd
naar de criminaliteit wordt gedreven. Typerend is zijn
uitspraak, dat "een huis niet centraal verwarmd be
hoeft te zijn, om werkelijk een "thuis" te zijn." "Thuis"
betekent, dat een jongen kan verwachten zijn moeder
daar te vinden als hij van school of van zijn werk
komt. Maar voor vele jongens is dit slechts een droom,
die zij nimmer kunnen zien verwezenlijkt, alleen maar
omdat beide ouders uit werken gaan. Daarom hebben
deze jongelui een wezenlijk tekort aan echt huiselijk
leven. Dat is vaak het begin van alle kwaad".
Is het ook niet zo, dat een gezond gezinsleven de basis
is voor een goede samenleving?
F. A. de W.
Een twee jaar terug kwam ik in de buurt en ben ik
gaan kijken, na lang er niet te zijn geweest: Buys
Ballotsingel - Fultonstraat - Marconistraat, het stukje
land daar, nog steeds onbebouwd zoals toen (nu
staat er een grote hoge flat), waar we (zand, plassen
vaak, paadjes door lang wild gras) voetbalden, met
de handbal gooiden, met de echte speer wierpen.
Waar ik in rode ligstoel Recht heb zitten (liggen)
leren: een bundeltje gestencilde regels, wetten, be
palingen (voor eindexamen) hitte, iedereen fietste
naar water, ik leerde Recht. (Geen voorrecht.)
Toen ik er weer stond na zo lang was het zeven uur,
ingetogen zomeravond, kalm; kinderen spelend op
de nog warme straatstenen; verouderend zonlicht
tegen de huizen, de balkons.
Ik keek maar. Een ontroering. Waarom toch vraag
ik ook nu terug in oude omgeving na lange tijd het
gevoel van smart? De onherroepelijke voltooid ver
leden tijd? Gemiste kansen? Welke dan? Het over
willen doen, en dan scherper levend. Is het wel vol
tooid, of onvoltooid verleden tijd? Geen antwoord.
Tijd ging voorbij, bekroning bleef uit.
Vanuit onze huiskamer aan de Buys Ballotsingel
keken we in 1949 (nog) over Spaanse polder en
spoorlijn naar de grijze en glazen fabriek van Van
Nelle (daarvóór in hoeveel boeken en bladen niet
afgebeeld gezien: moderne fabrieksbouw, voorbeel
dige architectuur, licht en lucht. En nu dagelijks in
levenden lijve vóór ons; nooit gedacht, eigenlijk
onbegrijpelijk). Rechts van de spoorlijn weilandjes