AM EN DE VIS 65 SCHIEÖAM West Vest. Toen ik nog in een matrozenpakje met pofbroek ronddartelde op de Broersvest dat is nu zo ongeveer 60 jaar geleden heb ik dikwijls met intense belangstelling staan kijken bij de viswinkel van vrouw Van Oosten. Die winkel was ge legen even voorbij het Herenpad, op de plaats waar nu Bervoets ge vestigd is. Het was maar een kleine winkel en van binnen was alles kraakzindelijk met veel glimmend koper en grote schalen in allerlei formaten. Zowel binnen als buiten stonden grote ronde houten kuipen, van buiten blauwen van binnen wit, waarin de stokvis te weken lag. Er waren ook bakken met andere soor ten vis uitgestald, meestal bedekt met blokjes ijs. In de etalage kon je soms de meest wonderlijke vissen zien. Levende kreeften met van die Links: Langs de Lange Haven lagen de schilderachtige schokkers. Onder: Loggers aan de Westvest. griezelig bewegende scharen, enor me kabeljauwen, lengen en zalmen, kronkelende palingen en dan nog grote schalen met verse garnalen, kuit, visiever en grote kabeljauw koppen met van die intens droef starende ogen. En niet te vergeten een schaal met eigen gemaakte witte mosterd, die vooral bij stokvis gebruikt werd. In de tijd van de .groene, groene" stond er dan nog een groot vat haring voor de deur en die werd daar ook schoon gemaakt en verkocht. Als schoolgaande jongen zag ik op weg naar en van school in de Buiten haven en de Nieuwe Haven de haringloggers liggen, die hier in Schiedam overwinterden. Wanneer zo'n logger van de haringvangst terugkwam en in de buurt van de Kippenbrug aan wal lag, waren wij er als de kippen bij om van de vis sers zeekaken af te bedelen, die van de zeereis waren overgebleven. Die zeekaken waren vierkant of rond, wit of bruin, zout of flauw, een duim dik en keihard. Of het eten daarvan goed was voor ons gebit waag ik nu te betwijfelen; toen dachten we daar gelukkig niet aan. Een enkele keer mochten we ook wel eens wat meehelpen op het dek en door de luiken naar beneden kijken en dat vonden we maar wat interessant. Ook de zalmvisserij heb ik nog ge kend, hoewel ik er maar een hoogst enkele keer geweest ben. Het was blijkbaar te ver voor de zondagse wandeling en bovendien was er maar weinig te beleven ook; en zeker niet op zondag. De zalm visserij was trouwens seizoenwerk. Er werden hoogstens een 40-tal zalmen per dag gevangen en die werden onmiddellijk getranspor teerd naar de zalmafslag aan het Kralingseveer. Het Zalmhuis aldaar herinnert er nog aan. In 1915 is het werk op de zalmvisserij „Prins Hendrik" gestaakt. De zalmen lust ten het Maaswater niet meer, dat steeds meer vervuilde, en bleven weg. Wij drinken dat water nu al tot 1964 maar rustig door en blijven nog ook! En dan was er nog de visafslag op de vismarkt aan de Lange Haven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1964 | | pagina 13