157 speeld zich afgewend van hun voormannen en zich geschaard onder nieuwe leiders, de commissarissen van de beide Schiedamse Burgersociëteiten en de Krijgsraad, die zij hiermede gesteund door een dubbele militaire macht (de schutterij en het uit de eigen gelederen gerekwireerde vrij-corps) ge bruikten als tegenargument van de Onderlinge Conventie der Vroedschappen. Aan deze ontwikkeling, die onder de gegeven om standigheden beslist tot anarchie zou hebben geleid, kwam zonder dat dit enige verandering of ver betering met zich bracht door toedoen van de Pruisische troepen op het laatst van dat jaar een einde. De oude toestand, zoals hij voor 1782 was geweest werd hersteld, conventies en in het tussenliggende tijdvak gemaakte overeenkomsten nietig verklaard en als eerste burger der Natie keerde de Prins Erf stadhouder terug naar Den Haag, van waaruit hij tot 1795 de Republiek leiden zou. Voor de patriotten betekende dit een opschorting der vijandelijkheden, waarbij ze zelf het meeste voordeel hadden. Immers, de meest vooraanstaanden onder hen weken noodgedwongen uit naar Frankrijk, waar zij van nabij de voorbereiding van de Franse Revolutie en de vestiging van een patriottische maatschappij meemaakten en, zoals sommigen, er zelfs een actief aandeel in hadden. Een leerschool, die hen blijkens de inrichting van het toenmalig stedelijk bestuur in de Franse tijd van 1795 tot 1813 goed is van pas gekomen. Welke gebeurtenissen in het jaar 1787 hebben geleid tot de plotselinge scheuring tussen de patriotten en hun leiding valt, door het gebrek aan documentatie over dit tijdvak, nu niet meer geheel na te gaan. Waarschijnlijk geschiedde dit, omdat de vroede vaderen, lui geworden door hun gemakkelijk en winstgevend ambt, zich niet meer inspanden voor de patriottische zaak en uit onachtzaamheid zich de leiding lieten afnemen door de meest vooraanstaan den uit de intelligentia de middenklasse die zich onder invloed van revolutionaire groten elders in den lande op openbare bijeenkomsten en vooral op de burgersociëteiten (openbarediscussie- plaatsen waar men bij voorkeur bijeenkwam) duchtig roerden. Deze hypothese wordt ondersteund door de loop der geschiedenis waarin blijkt, dat de commissarissen van deze sociëteiten, de begaafdste discussanten, die bij stemming door de leden uit hun midden werden ge kozen, in datzelfde jaar herhaaldelijk de gecommit teerden der patriotten werden en zonder uitzondering in 1795 werden verkozen in het Comité Revolutionair, de stedelijke regering in de Franse tijd. Een tweede bewijs vormt het feit dat in die dagen de democratische gedachte overal in de Republiek ingang vond en zelfs van tijd tot tijd in de vorm van een voorstel tot het benoemen van een 'com missie tot onderzoek van een mogelijke deelname van de burgerij in de regering' doordrong tot in de Statenvergadering. Voorstellen, die onder dwang van de democraten wel uit de mond, doch zelden uit het hart der regenten voortkwamen. Deze ge dachte, hoe algemeen ook in onze tijd, kon slechts worden ontwikkeld door de intelligentia, omdat enerzijds de 'smalle gemeente' zich niet in het minste interesseerde voor politiek en anderzijds de aristo craten er een bedreiging in zagen van hun goed betaalde regeringsambt. Het wapen de schutterij dat gebruikt werd om de democratische verlangens gestalte te geven wijst bovendien slechts in die ene, bepaalde richting. De schutterij de tegenwoordige politie die altijd op de hand der regenten was geweest keerde zich plotseling van hen af en trachtte onder leiding van enkele patriotten, die evenals de commissarissen der sociëteiten in de Franse tijd een belangrijke rol speelden zich te transformeren tot een onafhan kelijk apparaat, dat strikt gescheiden van de vroed schap haar taak in de gemeente vervullen zou. Aan een mogelijke invloed op de Krijgsraad van de 'smalle gemeente', die door de eeuwen heen op ge spannen voet heeft geleefd met de dienaren van de Heilige Hermandad, behoeft hierbij niet te worden gedacht. De hoofdoorzaak van de gebeurtenissen, zoals ze zich in 1787 in stormachtig tempo voltrokken, moet worden gezocht in de houding der regenten ten opzichte van de burgerij en in algemene zin in de Statenvergadering. Het kritieke jaar begon voor hen op droevige wijze. In voorgaande jaren had de vroedschap, die, wanneer het eigenbelang een rol speelde, tamelijk onvoor zichtig omging met de schatkist, zich de weelde van een nieuwjaarsmaaltijd op stadskosten veroorloofd, maar na hetgeen er in 1786 gebeurd was zag men, om de bevolking na de publikaties van Semper Idem niet nog meer te prikkelen, hier vanaf en besloot deze maaltijd ,,bij provisie op te schorten en niet te celebreren." Vele regenten zullen hierbij hebben rekening gehouden met de mogelijkheid dat zij volgend jaar, wanneer de invloed van het volk op de regering geregeld zou zijn, niet meer hun plaats aan het banket zouden innemen. Weliswaar was tot nog toe het dreigend gevaar van volksinmenging bezworen, maar de regenten wisten, dat evenals elders ook in Schiedam door de intelligen tia hierop werd aangestuurd. Men hield er zelfs zo ernstig rekening mee, dat voorzichtigheidshalve be sloten werd de meest aanstootgevende artikelen uit de Conventie te schrappen, wel zorgend dat aan de inhoud niette veel veranderd werd, om de situatie, wanneer de verwachte ommezwaai zich zou hebben voltrokken, niet erger te maken dan zij al was. Bij uitzondering werd de vooruitziende blik van de regenten bewaarheid. Enkele dagen nadat men de veranderingen in de Onderlinge Conventie had aan gebracht diende de Krijgsraad, waarmee de vroed schap, sinds ze door een kleine verandering uit het bestuur der Schutterij was gezet, op voet van oorlog verkeerde een memorie in welke vooropstelde:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1964 | | pagina 13