Jam
ONMISKENBAAR SCHIEDAMSE GEBOUWEN
160
Waar nu het druk verkeer zich een weg baant van
het centrum der stad naar de Parkweg, Nieuwland
en verder, lag voor enige jaren nog het stille en ge
moedelijke Spinhuispad. Aan het eind van dit pad
met zijn omineuze naam stuitte men op de Noord
molenstraat. Men kwam in die straat over een
bruggetje en vanhier had men het oog op een interes
sant achtergronddecor gevormd door de bedrijfs
panden van de n.v. Mouterij-Branderij De Koning.
Tevergeefs zal men elders zulke typische gebouwtjes
zoeken. Het merendeel van dit soort is reeds lang
verdwenen. Ook de panden aan de Sint AnnaZuster-
straat, in gebruik bij de reeds genoemde n.v., zullen
eerlang verdwijnen en daarmede zijn dan zowat alle
oude branderijen en mouterijen in onze stad op
geruimd.
In de plaats van de mouterijen aan de Sint Anna-
Zusterstraat is nu een groot en allermodernst bedrijf
verrezen aan de Noordvest en de allernieuwste
uitbreiding loopt door tot aan de Honnerlage Grete-
laan, waar de hoofdingang komt te liggen. Dit nieuwe
bedrijf werkt zeer efficiënt en is een wonder van
technisch vernuft en uitgebalanceerde organisatie.
Alles gaat er automatisch en men ziet er dan ook
maar weinig personeelsleden.
De oude inrichtingen zijn nog vol van ouderwetse
geheimzinnigheid en romantiek, eigenschappen die
het nieuwe bedrijf totaal ontbeert. Het vervaardigen
van het roemrijke Schiedamse vocht is een ingewik
keld proces. Ik heb het mij laten uitleggen, maar een
geordend beeld kan ik er niet van geven. Daarvoor
verwijs ik u naar het bekende en uitstekend gedocu
menteerde boek van de Schiedamse architect Coen
Kramers onder de titel „De moutwijnindustrie te
Schiedam".
Het complex panden op de tekening verbeeld heeft
een nogal wisselvallige bestemming gehad. Het ge
bouw aan de linkerkant heeft rond 1920 gediend als
zinkgieterij van de „Feteta". Na een felle brand is
dit bedrijf toen verplaatst naar de Korte Haven.
De grote luchtkoker die er achter staat heeft be
hoord aan J. Heilker, die er een drogerij had.
Het dubbeldakige gebouw had een uitgeholde rechter
flank, wat op de tekening te zien is. De rest lag aan
de Noordvest. En ten slotte ziet men nog een stukje
van het vroegere hofje van Belois met de lantaren.
OCTAVE DE CONINCK