1
van de fotograaf (Hans Visser)
Op een lezinkje, dat hij hield voor leden van de
Schiedamse Fotokring, wees Visser ook met nadruk
op de mentaliteit, de instelling die voor hem primair is.
Maar die instelling moet dan ook goed zijn.
Vooral niet cynisch, zoals tegenwoordig nogal de
mode is. Ik heb geen behoefte om de mensen te
schokken. Ik hou meer van ironie. Ik wil meer getuige
zijn; als ik fijne dingen zie, zoals die plaat van die rol-
schaatsende jongens en die oude man achter de kinder
wagen daarnaast, wil je dat ook anderen laten zien.
Ik heb die mensen van de Fotokring willen leren, dat
ze moeten kijken, kijken en nog eens kijken. Ik heb
wel tienduizend foto's gekeken, voor ik zelf ging zien.
Natuurlijk moet je oppassen niets van ze over te
nemen. Ik heb van andere fotograferen geleerd, dat
je gewoon kunt fotograferen, wat je ziet en wat jou
frappeert. Dan is het een kwestie van op de knop
durven drukken, zonder te vragen of die mensen die
je fotografeert, het fijn vinden. Dat kan als 't binnen
bij je fair is.
217
Dit laatste brengt het gesprek op zijn portretten,
waaruit blijkt, dat hij de mensen zo op hun gemak
weet te brengen, dat ze de camera vergeten, zichzelf
zijn en Visser de kans geven hen in hun essentie te
benaderen. Hoe doe je dat?
Ja... Dat is niet een huid waar je in kruipt. Ik
zie 't meer als een man van het marionettentheater,
die in zijn poppen laat zien wat hij denkt en voelt.
Hoe meer hij de poppen in zijn hand heeft, des te meer
kan hij zeggen. Daarna kan hij spelen en daarachter,
achter dat spel met die poppen, staan zijn eigen ge
dachten. Zie je, je zoekt altijd het menselijke in de
wereld en die wereld is je voorstelling. Je zou 'm,
die wereld, vol met fijne mensen willen hebben.