Schiedam
verloor een Burger....
i
Bij het overlijden van
Marinns
van Praag
100
Schiedam is armer geworden, dacht ik toen het bericht in
het Zwols Dagblad stond. Die nuchtere stad met zijn hard
werkende bevolking heeft weer een stukje van zijn schaarse
zwier ingeboet.
„Air. Dr. Ir. M. M. van Praag overleden in een Rotterdams
ziekenhuis". Dat zegt zo'n efficiënt telexbericht, om dan
heel beknopt op te sommen wie hij wel was. En ja,
de krant heeft gelijk: ambtenaar, rechtsgeleerde, filosoof,
bouwkundige, historicus, auteur. Zelfs met heel gering
voorstellingsvermogen zal men voelen, dat zo'n man in de
stad waar hij woont een Burger is, die met een hoofdletter
wordt aangeduid. Meester, doctor en ingenieur! Maar
meer dan dat was hij: Marinus van Praag, de naam waar
mee hij al zijn werk ondertekende. Een naam, waarop hij
terecht trots was, want die naam had hij zelf ge
maakt.
Marinus van Praag; mag ik over hem schrijven, zoals ik
hem gekend en hooggeacht heb in de laatste jaren van zijn
leven
Wie exact wil weten wat Van Praag in zijn drukbezette
leven geworden is en gedaan heeft, die leze daar de
Schiedamse Gemeenschap van juni 1961, pag. 78 e.v. op
na. Kees Hazelzet zet dat uiteen in een uitstekend artikel.
Daar is niets meer aan toe te voegen dan dat hij sinds
1961, dag in dag uit, heeft gewerkt, gestudeerd, geschreven.
Voor mij is hij de man op wie ik vaak op onmogelijke
ogenblikken een onmogelijk beroep kon doen. Een vraag,
een verzoek waarin ik zelf niet geloofde, maar die hij
inwilligde alsof het een pennestreek was.
Het is 1962. We zijn bij de S.G. druk bezig met het vakantie-
feest. Maar het staatsiebezoek van de koningin nadert
angstig snel. Er moet een speciaal nummer van ons maand
blad worden gemaakt. Inhoud: de ontwikkeling van Schie
dam sedert 1945. Tweeënveertig pagina's dik! „Meneer
Van Praag, er is krap veertien dagen tijd, wil u het
schrijven
En Van Praag schreef, op tijd. Aan de oplage van zo'n
30.000 exemplaren kwamen we tekort.
Het nieuwe station zou geopend worden. Een speciaal
nummer gewijd aan de relatie tussen Schiedam en de
Spoorwegen. Er ging iets mis met de beraamde artikelen.
En of meneer Van Praag maar zo vriendelijk
Maar ditmaal slechts vijf dagen tijd! En Van Praag schreef
het verhaal uit zijn blote hoofd, op zijn knieën in de trein
naar Amsterdam, waar hij examineerde. Een verhaal vol
kennis en feiten, vol humor en herinneringen. Met een
tikje weemoed ook om al de verloren kleur uit het verleden,
dat hij zo uitnemend kende.
Een man, mild door het aantal van zijn jaren en door de
souplesse van zijn geest. Zo heb ik hem gekend. Voor dag
en dauw kon hij je bellen en niets verried dan, dat hij
tot laat in de vorige avond stug had gewerkt. Zijn on
vermoeibare, frisse geest was altijd bezig. Soms met twee
of drie onderwerpen tegelijk.
Schiedam is armer geworden. Het zal de man niet meer
zien, die opgewekt, de alpino zwierig op het hoofd, dage
lijks naar het station wandelde. Hij reisde per trein, princi-
peel bijna. Voor de romantiek van dat bedrijf was hij ge
voelig, evenals voor het economische van die vervoer-
methode. De auto minachtte hij als een niet efficiënt ver
voermiddel, dat zichzelf bestreed door zijn aantal. Toch
pleitte hij vurig voor parkeerruimte bij elk winkelcentrum.
Romanticus en realist, wetenschapsman en kunstenaar.
Een dualisme, in Van Praag tot zeldzame harmonie ge
bracht. De genadeloze tijd heeft ook hem verbruikt. Zijn
lichaam is heen, maar zijn geest blijft besloten in zijn
oeuvre. Ik hoop dat Schiedam hem niet vergeten zal.
Ook en vooral niet bij de naamgeving van nieuwe straten.
FRED PFEIFER