259
dat een heleboel misverstanden opheft en waardoor
je de mensen minder terughoudend maakt. Zie maar
hoe vaak ik mensen krijg, die juist bij ons voor het eerst
kopen".
Dat verkopen van kunst is de Galerie 4 zeer wel
gevallig. Maar het is niet het voornaamste. „Dat is
meen ik de kracht van 4", zegt Cees van der Geer,
„wij gooien het accent niet op de verkoop, maar we
doen ons best een sfeer te creëren waarin werkelijk
contact met wat aan de muur hangt, mogelijk is. En
daardoor krijg je trouwens meestal vanzelf wel ver
koop."
Die bewering kan gestaafd worden. Uit de boekhou
ding van 4 blijkt, dat er op iedere tentoonstelling
goed verkocht is. Van de rijkssubsidieregeling (35%
bijpassen op de aankoopsom) werd enthousiast ge
bruik gemaakt. Ook het Stedelijk Museum kocht op
drie tentoonstellingen werk.
„Als je goed verkoopt is dat natuurlijk reuze leuk,"
zegt Van der Geer. „Ik vind het steeds weer fijn om een
bepaalde schilder te kunnen melden dat de mensen
geld voor hem over hebben. Vorige week bijvoorbeeld,
toen kon ik Marte Röling opbellen om haar te zeggen
dat ik negen dingen van haar verkocht had. Ze wist
niet hoe ze het had!"
De Galerie 4 houdt zijn exposities zeer frequent.
In zijn korte bestaan waren er exposities van Frans
van der Heide, Willem Kok, Hans van Blooys, Nico van
Bekkum, Peter M. Martens, Yoshio Nakajima, Ton van
Os, Leslie Gabriëlse, Pieter Staats, Sees Vlag, Maarten
Kemper, Sjef Toby, Richard Warsinsk, Rijk van Ravens,
Jan van Dijk, Leo de Jong, Groep Ratek, Maliangkay,
4 Haagse grafici, Fer Hakkaart, Peter Struycke en
Marte Röling.
Schiedam heeft er buiten het Stedelijk Museum een
waardevol klein kunsthuisje bij. Het is meer gebleken
dan wat terughoudende kunstrecensenten twee jaar
geleden als „weer zo'n winkeltje waar je kunst kunt
kopen" begroetten.
Cees van der Geer: „Het verbaast met name de mensen
buiten Schiedam, Haagse kunstenaars en Amsterdam
mers vooral, dat je hier toch nog zoveel omzet kunt
hebben. Nou, ik ben overtuigd dat er nog meer moge
lijkheden zijn, maar dan zal ik eerst een beter onder
komen moeten hebben."
Voor het nieuwe jaar is evenwel het tentoonstellings
programma al weer gereed. En iedere avond, alsmede
iedere zaterdag- en zondagmiddag zal Cees van der
Geer in zijn kleine galerie op de klanten wachten.
„Ik verveel me er nooit," zegt hij, „en bovendien wil
ik niet het risico lopen dat iemand voor een gesloten
deur komt te staan. Dat heeft hij na de tocht door het
lugubere steegje niet verdiend."
A.W.