Juryrapport Verjongen! 277 M.A.A. de Jonge met de lustrumbeker, die Sebastiaan beschikbaar stelde. „We hebben toen heel wat mensen hier gehad, die nu beroemdheden zijn," zegt de heer De Jonge, „om maar eens een paar namen te noemen: Richard Flink, Frits Butzelaar, Adolf Rijkens, Willem van der Loos, André van den Heuvel: allemaal mensen die het Schie- damse amateurtoneel een of meerdere keren geholpen hebben bij het streven naar beter spelpeil". De SG deed nog meer voor het amateurtoneel. Ook al werd er gestudeerd onder leiding van zeer ervaren beroepsregisseurs, dan nog waren de resultaten vaak slecht omdat de uitspraak van vele amateur-tonelisten nergens naar leek. „We hebben de verenigingen toen aan een spraakleraar geholpen. En het was verbluffend, wat zo'n expert met twee, drie lessen wist te bereiken," zegt de heer De Jonge. In 1957 gooide de Sectie Toneel haar werk voor de verbetering van het amateurtoneel in Schiedam over een andere boeg: de toneelwedstrijd werd voor het eerst gehouden. De deelnemende verenigingen speel den een stuk naar vrije keuze en een deskundige jury beoordeelde de prestaties. „Heel belangrijk daarbij," zegt de sectievoorzitter, „was het feit dat de jury zich verplichtte een uitge breid rapport samen te stellen, waarin men diep zou ingaan op de verschillende prestaties. De prestaties van de verenigingen als geheel, maar ook de persoon lijke. Al die jaren is dat juryrapport een waardevol document geworden, vol met kritiek weliswaar, maar het was opbouwende kritiek. Er werd soms wel eens lang uitgeweid over dingen die je misschien onbe nulligheden kunt noemen, maar ook dat bleek zeer belangrijk." De heer De Jonge geeft een voorbeeld: de jury consta teert dat een toneliste die een prille jonge maagd moet spelen, het podium opkomt met een trouwring om de vinger. Dat lijkt nergens naar. „We zien voortdurend de resultaten van de toneel wedstrijd. Vergeleken met tien jaar geleden ligt het spelpeil in de Schiedamse toneelwereld nu stukken hoger. Misschien juist door onze toneelwedstrijd zijn er ook verenigingen ter ziele gegaan. Dat zou je de sanerende werking van de wedstrijd kunnen noemen. Wat ook nuttig was van de wedstrijd, was dat het juryrapport als richtlijn werd gehanteerd in de sub sidie-toekenning van de gemeente aan de vereni gingen." De heer De Jonge, die voorzitter van de Katholieke Kring geweest is en in vroeger jaren ook actief het amateurtoneelspel heeft beoefend, blijft er steeds op aandringen, dat de toneelverenigingen zich verjongen. „Ik zeg steeds tegen de verenigingen: blijf niet met je oude troepje doorspelen, maar haal jongeren naar binnen! Dat is nodig om op peil te blijven," zo zegt hij. Hij is er trots op, dat de toneelwedstrijd dit jaar voor de tiende keer wordt gehouden. „Andere steden benij den ons erom," zegt hij. „En terecht. Wat ook zo fijn is bij onze wedstrijd, is dat de verenigingen elkaar zo goed leren kennen. Over en weer komt men naar eikaars uitvoeringen kijken en het is ook al voor gekomen, dat men elkaar hielp. Bij voorbeeld door een speler beschikbaar te stellen als er ergens iemand ziek werd en er in de verenigingen niet een, twee, drie een invaller gevonden kon worden." Als voorzitter van de Sectie Toneel is de heer De Jonge ook altijd nauw betrokken geweest bij de jaarlijkse revues in het Passagetheater, die tot voor enkele jaren volle zalen trokken. „Dat was een gouden tijd," zegt hij, „de tijd dat we aan vier avonden niet genoeg hadden en dat er toegangskaartjes zwart verkocht werden. Ach, over die vakantierevues zou ik uren kun nen vertellen. Wat we daarin niet voor fijne en gekke dingen hebben meegemaakt..." Voor die memoires evenwel, is ons blad te klein. A. W.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1966 | | pagina 9