101
meegemaakt in al die jaren. Dat brengt het werk met zich
Plezierige en nare dingen, ups en downs. Over het geheel
genomen, heb ik in Schiedam een bijzonder prettige tijd
gehad. Ten eerste door het korps, maar tevens door het
Schiedamse publiek". Dat er zich in de laatste jaren geen
conflicten van enige importantie tussen burgerij en politie
hebben voorgedaan, komt volgens de heer Rijpma door
de goede contacten, die er van weerskanten zijn gelegd.
„Kijk, wij laten nooit na, bijvoorbeeld een lezing te
houden, als daarom gevraagd wordt, om iets te organi
seren of te bezoeken. Daarbij is het geven van service
bijzonder belangrijk. Wij zullen ons dan ook nooit be
ledigd voelen door het woord diender. Iedere agent, die
bij het Schiedamse korps wordt aangenomen, krijgt de
mededeling: wij zijn voor en niet tegen het publiek".
„Het weer instellen van de rayon-agent in de diverse
wijken, houdt met deze dienstverlening nauw verband.
Door de automatisering dreigde het contact te vervlakken.
We kunnen niet buiten de technische hulpmiddelen,
beslist niet. Het publiek moet echter een vraagbaak, een
vertrouwensman hebben. Enerzijds automatisering en
anderzijds de bevordering van het contact met de burgerij,
door de rayon-agent".
Ten aanzien van een (ten dele) centraal politie-apparaat
in de Rijnmond, zegt de heer Rijpma: „Centralisatie op
technisch gebied is goed. De noodzaak tot innige samen
werking heeft zich al lang doen voelen en er is trouwens al
een nauw contact tussen de gemeentekorpsen. Het een en
ander moet echter wel bestuurbaar blijven. Misdaad kent
weliswaar geen grenzen, maar het recherchewerk heeft
toch een eigen gebied. Ik bedoel daarmede, dat de samen
werking niet te intensief kan en mag worden.
Tachtig procent van de werkzaamheden in een gemeente
moeten toch door een eigen politie-apparaat worden
verricht".
Plotselinge wending: Commissaris Rijpma over zich
zelf. „Hobby's? Sport, reizen en muziek. Ik ben geen
knutselaar. Als ik een spijker sla, moet ik met mijn
ene hand mijn andere vasthouden en dan heb ik geen
derde om te slaan!".
Welke sporten?
„Voetbal, cricket, kaatsen en tennis. De laatste sport
beoefen ik nu nog. Met kaatsen vroeger was ik bijna
professional. Nou ja, ik won asbakken en wandborden,
fn de vereniging „Frisia" in Noord-Holland was dat".
Beste cricket-prestatie?
Zeventig not out.
De heer Rijpma mint bijna alles wat Brits is. Negen van
zijn tien vakanties bracht hij in Engeland door. Zijn stijl doet
dan ook sterk in die richting denken, zonder echter een
zweem van imitatie.
„Muziek? Chopin, Mozart en in een woeste bui Tsjai-
kowski. Ook orgelmuziek. Het BBC-orgel bijvoorbeeld,
geweldig. Naar de televisie kijk ik hoofdzakelijk voor de
voetbalwedstrijden. Mag ik het zo zeggen? Televisie is
een zegen voor de zieke en een ramp voor de gezonde".
De heer Rijpma is nu aangesteld als hoofd van de vijfde
afdeling van de Rijksdienst voor Monumentenzorg: de
bescherming van monumenten tegen rampen en oorlogs
gevaren.
„Bescherming" is trouwens een woord, dat reeds twee
maal borg stond voor evenzovele onderbrekingen van zijn
werkzaamheden als politieman. Tijdens de oorlogsjaren
was hij districtsinspecteur voor Noord-Holland en Utrecht
van de Luchtbescherming. In het begin van de jaren vijftig
anderhalf jaar onderdirecteur van de Stafschool van de
Dienst Bescherming Bevolking in Barneveld.
De heer Rijpma sprak met mij, voor zijn vertrek uit
Schiedam, enthousiast over zijn toekomstig werk. Beter
gezegd: over zijn toekomstig uitleven van een hobby.
Want met nauwelijks verholen trots maakte hij melding
van enkele artikelen, van zijn hand verschenen, over de
bescherming van kunstschatten en wat er in het verleden
met waardevolle objecten is gebeurd.
„Rembrandt's Nachtwacht! Wat ze daar in de Tweede
Wereldoorlog mee gedaan hebben. Dat was gewoon een
thriller. Onvoorstelbaar!"
Nog even terug naar de politie. Als hoogtepunten be
schouwt de heer Rijpma de vier bezoeken van H. M.
Koningin Juliana aan Schiedam. „Dat kan ik u zo noemen.
Verder? Nogmaals, er is zoveel gebeurd in al die jaren,
dat het moeilijk is om bepaalde gebeurtenissen te noemen.
Inbrekers worden gearresteerd en daarna zijn er weer
nieuwe inbrekers".
Commissaris van politie.denkt u dan nu misschien
nog steeds aan een Bulderbas-type? De ruwe bolster,
waar toch een blanke pit in blijkt te zitten?
Of het Maigret-type? De knusse huisvader, die in zijn
werk op doordacht sympathieke wijze vertrouwen en
ontzag inboezemt bij vriend en vijand?
Ach neehet is gewoon een man, die een aantal
jaren in een middelgrote gemeente dienst doet. Zonder
het geijkte politie-decorum. Die echter toch aanspreekt
bij de burgerij, door een typisch eigen stijl en bekwaamheid;
een Rijpma-type