DE NIEUWE
WEGEN VAN DE KERK
door dr. E. Robben
IJ OEVER zijn ze met de verkoop?"
Het meisje besefte geloof ik niet wat ze zei toen ze de belang
stellende kijker antwoordde: „Zojuist is St. Jan de Doper verkocht
voor f 360,en ze zijn nou met Jozef en Maria bezig".
Dit dialoogje vond plaats in het portaal van de Frankenlandse kerk
op woensdagavond 11 december 1968. In de kerk zelf was niet veel
te merken van de gewijde sfeer die 110 jaar lang tussen de neo-
gotieke gewelven had gehangen. Een veilinghal met de vlot hamerende
veilingmeester en de exact noterende notaris.
252
De kerk is in beweging, ook in
Schiedam.
De „uitverkoop" van het interi
eur van de Frankenlandse kerk in
december, die landelijk zeer de
aandacht heeft getrokken, is voor
ons aanleiding geweest om aan dr.
E. Robben te vragen voor ons blad
de kerkelijke situatie hier ter stede
in een artikel door te lichten. Pa
rochiële herstructurering en oecu
menische samenwerking zijn de
onderwerpen in dit artikel, dat
men een „profiel van de Schie-
damse kerk" zou kunnen noemen.
Dr. Robben (38) is pastoor van
de Nieuwlandkerk in de Nolens-
laan. Hij was bij zijn benoeming in
1965 de jongste pastoor van Ne
derland. In zijn parochie was hij
aanvankelijk pastoor van twee ker
ken, behalve de Nieuwlandkerk
leidde hij ook de Havenkerk. Deze
kerk werd in 1967 gesloten.
Dr. Robben. Schiedammer van
geboorte, promoveerde in 1960 te
Rome op een proefschrift over het
theologisch probleem van de predi
king.
Het heeft geen zin om na een maand nog eens de prij
zen te memoreren die verschillende religieuze voorwer
pen opbrachten. De dagbladen hebben uitvoerig melding
gemaakt van deze merkwaardige en naar het oordeel van
velen ook onwaardige uitverkoop van kerkelijke inven
taris. Veel gelovigen heeft deze methode van verkoop
pijn gedaan. Is dat louter een kwestie van sentiment?
Als geestelijke denk je daar wel wat gemakkelijker over
dan de mensen die geslachten lang gehecht zijn geraakt
aan kerkelijke voorwerpen; die met veel offerzin duizen
den puldens op tafel hebben gebracht voor nieuwe ra
men. En dat is nog niet zo heel lang geleden! Nu komt
alles zakelijk onder de hamer. Wie biedt en wie biedt
nog meer? En tenslotte gaat het naar de hoogste bieder
die niet altijd de trouwste offeraar hoeft geweest te zijn.
De gewijde inboedel heeft bijna 40.000 opgebracht;
een mooie som, daar r.iet van. Maar men kan zich af
vragen of met minder inkomsten niet een andere metho
de de voorkeur had verdiend. Zoals bijvoorbeeld in
Vlaardingen waar het niet meer bruikbare interieur van
de oude St. Janskerk aan de Hoogstraat werd getaxeerd
en via schriftelijke aanvrage werd verdeeld onder de
liefhebbers. Afijn, het kerkbestuur heeft zo beslist en
zegt in een aan alle kerkgangers op 1 januari uitgereikt
stencil dat elke andere beslissing onverantwoord zou zijn
geweest. Het zij zo, maar voor mij blijft de vraag in hoe
ver je rekening moet houden met de gevoeligheden van
het gelovige kerkvolk en wanneer je kunt spreken van
sentimentele bijkomstigheden waar je niet teveel aan
dacht aan moet schenken. Waar ligt de grens? Soms is
het noodzakelijk om veranderingen aan te brengen in
kerkelijke structuren, al wordt daarmee een stuk historie
afgesloten dat nooit meer terugkomt en al is het pijnlijk
te ervaren dat iets vertrouwds definitief verdwijnt.
Je kunt ook zeggen: een noodzakelijke aanpassing aan
nieuwe eisen van deze tijd, brengt nu eenmaal offers
met zich mee. Zoals de sluiting van een kerkgebouw.
Daarbij kun je nooit alle gevoeligheden van allerlei men
sen ontzien; en als zoiets hard aankomt, kan men moei
lijk de kerkelijke overheid beschuldigen dat ze lichtzin-