Oude kerken te groot
253
nig te werk is gegaan. Dergelijke zware beslissingen wor
den niet genomen dan na uitvoerig overleg en na vele
deskundige adviezen.
Veranderingen brengen vanzelf onrust mee en onze
kerheid. Om dit te kunnen verwerken, moet je een na
tuurlijke soepelheid van denken bezitten. Anders word je
al heel gauw oud en ongemerkt lid van het koor der
klagers die in allerlei toonaarden herhalen dat het vroe
ger toch allemaal veel beter was. De Latijnse schrijver
Tacitus noemde zo iemand een „laudator temporis acti",
een man die altijd de verleden tijd ophemelt. Wanneer je
alleen maar kijkt naar de onzekerheden die nieuwe situ
aties met zich meebrengen, dan kijk je eenzijdig naar het
verleden en sluit je je af voor de toekomst die niet te
stuiten is en die tegenwoordige tijd is geworden als de
klagers dood zijn. Het is heel begrijpelijk dat men ge
hecht is aan een bepaald kerkgebouw omdat men er ge
doopt is, getrouwd. Men zal troost vinden bij bepaalde
traditionele devoties, zich vastklampen aan deze dominee
of die priester met wie je zo goed kunt praten. Maar is
het verkeerd om alle andere personen en situaties dan
die je vertrouwd zijn, te beoordelen in het licht van voor
gaande omstandigheden. Dynamisch denken in deze dy
namische tijd wil zeggen dat we niet alleen maar naar
het verleden kijken, maar ook rekening durven houden
met de toekomst.
Hoezeer we ook eerbied moeten hebben voor dierbare
herinneringen, daarom alléén kun je geen kerkgebouw
in stand helpen houden. Door de veranderde pastoraal,
de moderne opvatting van wat kerk-zijn en christen-zijn
wil zeggen, zijn bijna alle oude kerken te groot om goed
te onderhouden. Vooral ook te groot om er een aanspre-
kelijke godsdienstoefening in te houden, die alle aanwe
zigen (en dat zijn er niet zoveel meer) er direct bij be
trekt. Zelfs kerkgebouwen die in de laatste decennia zijn
gebouwd, blijken alweer achterhaald door gewijzigde
ideeën op het gebied van de geloofsbeleving in de ker
kenbouw. De tijd is voorbij dat er eeuwen werd gebouwd