SCHIEDAM
HEEFT
GEEN
STATIONS
CHEF
MEER
H. de Herder
nam afscheid
15
CINDS 7 februari jl. is, voor het
grote publiek vrijwel onopgemerkt,
een min of meer bekende en niet on
belangrijke functionaris uit het Scliie-
damse leven verdwenen. Op die da
tum nam de heer H. de Herder, sta
tionschef te Schiedam, afscheid van
zijn medewerkers, met wie hij ruim
vier jaren gezamenlijk voor de goede
gang van zaken op het station heeft
gezorgd.
Een gemakkelijke taak was dit niet
altijd. In zijn tijd speelde toch de
controverse lussen het gemeentebe
stuur en de directie van de N.V. Ne
derlandse Spoorwegen over het al dan
niet stoppen van de sneltreinen te
Schiedam, een zaak waarover enkele
jaren geleden in felle bewoordingen
werd geschreven.
Gelukkig schijnt men thans in de
bestaande toestand terechtte berus
ten. Maar ook was het tijdens het be
heer van de heer De Herder, dat
Schiedam weer stopplaats voor D- en
T.E.E.-treinen werd, welke functie
het van het wel totaal ongeschikte
station Rotterdam Noord overnam.
Tevens werd in zijn jaren de parkeer
gelegenheid aanzienlijk uitgebreid.
Wij mogen hem in zijn nieuwe werk
kring op het goederenstation in Rot
terdam Zuid het allerbeste toewensen.
Tot verbazing van de niet-ingewij-
den zal de functie van de heer De
Herder niet opnieuw vervuld worden.
Door de jongste reorganisaties van de
N.S. is het station als zelfstandige
eenheid vervallen en wordt dit opge
nomen in een rayon, dat meerdere
stations, rangeerterreinen e.a. omvat.
Hierdoor vervalt de functie van de
stationschef, de wachter van de toe
gangspoort van de stad, zoals keizer
Napoleon UI van Frankrijk hem
noemde, de functionaris die meer dan
122 jaar verantwoordelijk was voor
de goede gang van zaken op het
Schiedamse station.
Dat deze „poort" niet altijd even
representatief was voor Schiedam zal
vooral de oudere inwoners bekend
zijn. Eerst sinds 1962 beschikt onze
stad over een werkelijk stijlvol sta
tion, dat volkomen is opgewassen
tegen de eisen die het moderne rail-
vervoer stelt. Weliswaar mag het de
oprechte Schiedammer spijten, dat
het qua opzet meer een zeer groot
voorstadstation is dan een hoofd
station, hetgeen het vorige gebouw
pretendeerde te zijn, maar gezien de
ontwikkeling van Schiedam tot, naast
een zeker niet onbelangrijke industri
ële kern, een woonstad voor velen,
die hun werk in Rotterdam vinden, is
dit te begrijpen.
Gezien het bovenstaande valt het
te billijken dat naast het rayon Rot
terdam niet ook nog een rayon Schie
dam is ontslaan, te meer daar ook
de stations van o.m. Delft en Vlaar-
dingen hun zelfstandigheid hebben
verloren, stations die ogenschijnlijk
meer op zich zelf staan dan het onze.
Misschien is dit een, zij het dan ook
schrale troost voor hen, die het be
treuren dat weer een stukje Schie
damse zelfstandigheid verloren is ge-
gaan. BVB
J. H. S. M. VEEN