Gesprek met GERON 18 Maar met „Korczac en de kinderen" (GERON's jongste stuk in de SG-toneelwedstrijd) levert u toch evenmin een avondje uit als met bijvoorbeeld Tram lijn Begeerte" of „De eerbiedwaardige lichtekooi" Avondje uit in de zin van kijken en genieten. Zowel met „Korczac" als met Sartre of Tennessee Williams geeft u de kijker toch een confrontatie met botsende mensen, beesten ook, ideologieën, enfin realiteiten? Hemminga: „Ja, maar toch is er een verschil. Als we in „Korczac" de botsing van twee werelden opvoe ren, die van de Nazi's en die van de Joden in het ghetto, is dat een herkenbaar conflict. We zadelen de mensen niet op met de abstracties die Sartre verstopt in zijn conflictstukken. Da's net hetzelfde als met Pinter; voor zo'n avondje diep nadenken komen onze mensen niet." Noordzij: „U moet niet vergeten, dat het niet over dreven is, dat wat ik zojuist zei over dat cultureel ver armde van ons volksdeel. Ontspanning, naar lichaam en ziel, was altijd verwerpelijk. Toen GERON begon, in 1946, was toneel min of meer iets ongeoorloofds in onze kring." Hemminga: „Je mocht het alleen maar samenspraak noemen." Noordzij: „Vandaar dat er ook geen gereformeerde toneelschrijvers zijn." Hemminga: „Nijhoff meer weet ik niet." Noordzij: „En dat heette dan nog lekespelen Hemminga (zeer gedecideerd nu): „We hebben ook nog wel tegenwerking gehad. Maar we vonden dat we in onze eigen kring een culturele taak hadden." Noordzij: „En nog hebben Hemminga: „U zei nou zoëven: gaan jullie nog pro gressiever worden Noordzij: „Weet je, we hebben te maken met het typische protestant-christelijke taboe: van een ander ac cepteren: JA, van je eigen mensen accepteren: NEE! Ik bedoel, een stuk van Harold Pinter op de teevee, dat is allaa, maar als GERON 't doet op het toneel, dan kan dat niet. Dan kan dat niet. Bij de foto's: GERON voert twee keer per jaar een toneelstuk op. Eén keer geschiedt dat onder leiding van een beroepsregisseur, de andere keer niet oud voorzitter Arie Kegel als regisseur. I)c foto's werden gemaakt toen Kegel met zijn spelers bezig was het blijspel „Welterusten" in te studeren. Hemminga: „Toch, en dat moet vermeld worden in het verslag van deze discussie, hebben we meer steun dan last van onze donateurs en leden. We hadden in het begin natuurlijk het voordeel dat mensen in de kerk ons voortstuwden, dominee Krijger bijvoorbeeld die stond pal achter ons. Maar toch gebeurde het, ik was zo'n jaar of negentien bij de oprichting, dat we in het begin in eigen kring van goddeloosheid beticht wer den. En tóen zagen we vooral onze taak. Niet een taak in het brengen van cultuur, nou ja, ontspanning, maar in het brengen van openheid, toneel. Dat toneel in onze kringen is pas na de oor'.og opgekomen." Noordzij: „Met het gevolg dat we ook geen gere formeerde toneelschrijvers hebben Hemminga: „Zoals de protestant-christelijke kerken nu draaien, blijft die taak voor ons bestaan. Het is geen kwestie van toneelspelen met een tegelijkertijd onder schrijven van de Dordtse leerstellingen Noordzij: „We zouden de toneelstukken met een kaarsje moeten zoeken, waarin iemand tot de Heiland komt. We zouden ze niet willen spelen ook Wordt er in de toneelstukken van GERON wel eens gevloekt? Noordzij: „Nee. Er staan natuurlijk wel eens vloeken in de tekst van een toneelstuk, dat we uitkiezen. Maar dat zwakken we af." Hemminga: „Behalve in stukken waarin dat niet kan. Als er bijvoorbeeld een vent in een stuk voorkomt, die het hele stuk door vloekt, zuipt en zatladdert, dan kan het niet." Noordzij: „Maar dan nemen we het stuk ook niet." Maar durft GERON toch meer dan in 1946? Hemminga: „O jawel. Neem nu „Korczac en de kinderen". Dat zouden we tien jaar geleden niet hebben kunnen brengen." Noordzij: „Qua vorm dan natuurlijk, niet qua in houd." Hemminga: „Nee, het is een toneelstuk in een toneel stuk en dat eist concentratie van de toeschouwer. Dat kan nu, toen niet." Noordzij: „Maar qua inhoud vorig jaar brachten we „Op blote voeten in het park". Dat kon tien jaar geleden ook niet. Daar kwam een soort strip-tease in voor. Nou ja, het stopte wel bij een onderjurk met een decolleté, maar toch Hemminga: „Dat was toch even overleg hoor. 'De regisseur wilde dat het meisje een zwart negligé zou dragen, knap doorzichtig, maar ja Het bestuur heeft daar toen over vergaderd en toen werd het een groene onderjurk, wel laag maar toch niet diep. Als er zoiets principieels is moet je als bestuur overleggen met de regisseur, die uiteraard niet gereformeerd is. Waarom niet een beroepsregisseur, die werkt qualitate qua op zondag en dat is toch nog steeds iets wat in onze groep niet voorkomt. Enfin, je overlegt en je komt tot een compromis. In dit geval dus: jurk wel uit, maar onder jurk aan, wel laag. maar niet overdreven laag." In dat beraad over de strip-tease, werd daarin het meisje zelf ook gehoord? Hemminga: „Haha, jawel, maar ze was tussen twee haakjes niet gereformeerd Noordzij: „Het kon haar trouwens niks schelen Hemminga: „Het raakt allemaal de kern niet van dit gesprek. Het gaat er om dat zo'n regisseur begrip heeft voor ons. Wat wij als bestuur doen en besluiten is vaak een zaak van opportuniteit. Ons publiek heeft al die jarenlang trouw achter ons gestaan en dat willen wij dienen. Dat is onze taak, een plezierige taak." Noordzij: „Onze plicht. Gisteren en vandaag. Nog steeds." BtB A. WAGENAAR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1969 | | pagina 18