Gerrit van Vucht Stedelijk Kunstbezit 64 Een vruchtenstilleven van de Schie- damse schilder Gerrit van Vucht. Pa neel 48 x 68.4 cm. Gesigneerd rechts onder: Gerrit van Vucht. Collectie Stedelijk Museum Schiedam. ESN eenvoudig gevlochten keu kenmandje, enkele peren, wal takjes groen, wal trossen drui ven losjes geschikt op een tafel, naar het lijkt achteloos op het niet netjes gladgestreken tafelkleed. Een fruyta- gie zo zou de 17de-eeuwer zeggen om zo in te happen! En ook wij in de 20ste eeuw krijgen de neiging even te voelen of de peer wel rijp is of om stiekum een druif je los te plukken (aan een tros zo volgeladen Een vriendelijk zacht licht schijnt uil een bovenraampje, dat voor ons onzicht baar is, naar binnen, toevallig net op het fruitmandje, dat nu als het ware coc/uetteert met zijn overrijpe inhoud. Toevallig? Als we goed kijken zien we dat de schilder wel degelijk alles met zorg heeft gerangschikt, het war me geel van de peren links, de dof-groene en paars-bruine druiven daaromheen met kleine glimplekjes oplichtend uit de schaduw. Dan het perentakje en de druivenranken speels er tussen gestoken, opdat de achter wand niet een saai effen vlak blijft. Het bruinrode tafelkleed is in precie- zerige plooitjes gedrapeerd. Leggen we nu de vruchten als een ordentelij ke huisvrouw weer netjes in het mandje en zetten dit plat op de tafel wat een stijf geheel zou het worden! Toch kunnen we ons niet voorstellen dat men in de 17de eeuw de fruitschaal op een dergelijke schil derachtige manier in de eetkamer had staan. Nee, niet op de tafel, maar wel aan de muur! Het moet plezierig zijn om naar te kijken, daarom ook wordt alleen maar eerste klas fruit geschilderd, mooie rijpe vruchten. Hetzelfde vinden we bij de bloemstil- levens in deze tijd: alleen een vers- geplukt boeket, soms met de frisse dauwdruppeltjes er nog op. Een ver rotte vrucht of een verwelkte bloem ziet men zelden, die horen uiteindelijk niet aan de muur. maar toch op de vuilnisbelt? In de loop van de Gouden Eeuw waarin ook dit schilderijtje is gemaakt krijgt het stilleven zelf hoe langer hoe meer aandacht. Het dient niet meer als rekwisiet voor hijvoorbeeld een bijbelse gebeurtenis, maar wordt geheel zelfstandig. Men ziet de eigen schoonheid van de voorwerpen uit het dagelijks leven om zich heen, schildert dat met liefde en toewijding en heeft er geen verhaal als aanlei ding meer hij nodig. Het hier afgebeelde stilleven werd geschilderd door de Schiedamse schil der Gerrit van Vucht. Veel weten we niet over zijn leven. Hij is waarschijn lijk in 1610 geboren. In een schilders- register van de tijdgenoot Jan Sys- mus te Amsterdam wordt vermeld: „Gerrit van Vugt. in stillevens, keu kens, freuitasie, bloemen redelijk, Schiedam, floreerde 1650; 1669 was hij al out". Verder wordt Gerrit van Vucht (zijn naam wordt op verschil lende manieren geschreven) vermeld in de boeken van het St. Lucasgilde,, het gilde van schilders in Schiedam, waar hij zich in 1658 inkoopt en waarvan hij verschillende jaren hoofd man was. Op 19 november 1697 overlijdt de schilder, hij wordt vanuil het Sint Jacobsgasthuis (nu Stedelijk Museum) hegraven. Uit verschillende inventarissen, waarin het werk van Gerrit van Vucht wordt genoemd, blijkt wel dat hij zich specialiseerde in het stilleven, al wordt deze term daarvoor in de 17de eeuw nog niet gebruikt, men vindt gespecificeerde titels als een fruitstuckje ofte keuckentje" „een toebackje" (een stilleven met rookge rei) „het biertje", „het bancketgen" Eigenlijk kunnen we zeggen dat Van Vucht voornamelijk drie ver schillende soorten stillevens op zijn repertoire had staan: het fruitstuk, het keukenstuk (op een keukenkastje met een even geopend deurtje, waar soms een handdoek over hangt, liggen vissen klaar om schoongemaakt te worden, wat keukenvaatwerk en groentes zijn er achteloos omheen ge schikt) en de vanilas. Deze laatste duidt op de vergankelijkheid, een ge liefd onderwerp in de 17de eeuw, waarin iels van de strenge Calvinis tische leer doorklinkt „mens, gedenk te sterven". Als symbolen van deze vergankelijkheid zien we dan een schedel, een zandloper, een zalfpotje, half vergane boekbanden, een kande laar, of een muziekinstrument waar van de ijle klanken zullen verster ven De stillevens van Gerrit van Vucht Zullen we voornamelijk in de tweede helft van de 17de eeuw moeten plaat sen, al zijn ze niet gedateerd en kun nen we ook geen chronologische volg orde toeschrijven. Zijn de bekende schilderijen geen jeugdwerken, dan slaat Van Vucht in zijn lijd wat ten achter, want collega-schilders maken dan juist weelderige, rijk opgetaste pronkstillevens. De schilderijtjes van Van Vucht zijn zowel in formaat als in voorstelling zeer bescheiden gehou den, alleen het bovengenoemd vruch tenstilleven getuigt van iets forsere opzet. Hij schildert verfijnd en minu tieus, bij hem passen geen zwierige gordijnen op de achtergrond, maar wel de kleine naar elkaar toe gescho ven plooitjes op de tafel, al wil hij

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1969 | | pagina 16