DE
SPALANDRUITERS
108
De nog jonge Schiedamse ponyclub
De Spalandruiters heeft in Adèle Reiss
(18) een vele paardekrachten sterke
motor. Ze is secretaresse én instructrice.
En in beide functies streeft ze energiek
af op wat ze voorlopig voor De Spaland
ruiters als de voornaamste mijlpaal be
schouwt: een eigen veid voor de paarden,
pony's en hun enthousiaste jonge ruiter
tjes. Zoals ze zelf zegt: ,,Ik wil een stuk
land met ruimte voor een behoorlijke
hoefslag en een paar opstallen, een lap
gras om te grazen en helemaal mooi zou
het zijn als er dan ook nog een keetje
was dat je als clubhuis kunt gebruiken."
De Spalandruiters, circa twintig leden
groot nog maar. hebben hun pony's nu
op verschillende plaatsen staan; soms
gewoon in een achtertuin. Zaterdag
middag verzamelen de ruiters zich met
hun viervoeters in de tuin van winkelier
Verspeek aan de Schiedamseweg. Van
daar gaat het in een lange stoet naar
een knollenveldje achter het Bachplein.
Adèle Reiss vindt deze gang van zaken
onpraktisch en gevaarlijk. Het zou
anders kunnen, vindt ze: ergens in het
nog onbebouwde gebied van Kethel,
Woudhoek en Spaland zal het gemeente
bestuur toch wel een lapje grond hebben
liggen waar De Spalandruiters, ook al is
het tijdelijk, hun rondjes kunnen draaien?
Het meisje heeft goede hoop, dat haar
wens vervuld wordt. In afwachting ervan
traint ze haar pupillen naar een niveau
toe, dat het bezit van het eigen stukje
grond waard maakt.
Op zo'n zaterdagmiddag bij het Bach
plein gebruikt Adèle Reiss anderhalf
uur lang al het stemgeluid, dat ze heeft.
Om haar heen draaien de tien pony's en
paarden keurig achter elkaar rondjes.
Adèle, een lange zweep in de rechterhand,
bekijkt de bewegingen met argusogen
en roept aan een stuk door commando's.
Niet liefelijk, wél effectief: ,,Hup
nou, Leni, geef 'm eens een beetje vrij.
Dat beest kan zo niet lopen. Jij kunt
toch ook niet lopen als ik je aan je
jurk sta te trekken! Nou dan!"
,,Rob! Tenen naar je paard, ik wil
de zool van je laars niet zien!"
„Niet zo raar met je handen zwabbe
ren!"
„Geef 'm nou eens een goeie tik, ik
heb je je zweepje nog niet zien
gebruiken!"
„Cora, je handen! Je handen!"
„Rob, je laat 'm galopperen, niét
draven, potverdorie!"
Zo gaat dat door. Een klein meisje
op een kleine pony heeft tranen in de
ogen van de meedogenloze manier waar
op Adèle Reiss haar achter de broek zit.
„Goed zo," zegt de instructrice als ze