169 d'r steeds maar aan dacht dat het op deze aardbolmag ik 't plat zeggen omdat het 'n grote kankerwereld is! Want als jij de zaken rooskleurig ziet, houd je 't nog geen minuut uit op zo'n spijkerplank! Kijk, als jij bokst en je bent opgevoed in een we reldje, waarin 't altijd rooskleurig is geweest, je altijd mooie kleren hebt gekregen van je ouwelui, goeie school weetjewei, dan word jij als bokser nooit een echte wed strijdbokser. Dan heb jij die kik niet! Kijk naar de crisisjaren! Toen liep iedereen in de ellende rond en toen barstte 't van de goeie prijsboksers, zo is 't toch Ik bedoel: je achtergrond voor zo'n prestatie moet rót zijn Op dat moment mengt zich in de snack bar een klant in Den Haan's monoloog. Hij zegt: ,,lk ben 't niet met je eens, Wim Wim: „Huh Klant: „Ik ben 't niet met je eens over die achtergrond. Kijk, ik heb nog nooit ge legen, maar als jij 't zó stelt, ga ik gelijk leggen Wim: „Okee, ga jij dan maar gelijk aan de overkant, waar m'n bed staat opgeslagen, es even vijf uur leggen Klant: „Want die jongen hier in Schie dam, die ook gelegen heeft na jou die had ook niet die achtergrond, waar jij nou over praat. Die had niks. Tóch lag-tie mooier dan jij, al duurde 't maar een uur Wim (kwaad): „Ach Freek lazer nou op! Ga nou geen fabels vertellen a'sjeblieft. Die jongen had wél achtergrond. Die had in een dronken bui aangekondigd dat-ie De Haan z'n wereldrecord wel effe zou breken en toen 't de andere dag geworden was, durfde hij niet. Nou, toen hebben ze 'm voor lafaard uitgemaakt. Door z'n eigen vrien den, nou heb jij dan géén achtergrond En dan daarbij: hij heb op z'n kissie steeds z'n eigen opgetild van de spijkers. Hij lag half te sterven. Ze hebben 'm d'r bewuste loos vanaf getild na een uur. En ik ik leg daar toch gewoon vier uur op m'n ak kertje. Nee Freek, dat spijkerbed, dat is iets geweest wat niemand snapt. Ik kan 't die mensen hier ook niet helemaal duidelijk maken Klant: „Hallo Ik zelf kan aardig uit mijn woorden komen, maar jij kan pra ten Wim: „Ja, praten als een volksjongen, dat kan ik Hoor dan, d'r is in Amster dam een zekere meneer De Fakir, de enige die er nog is in Nederland. Die wil me niet zién, want z'n hele nummer is kapot door mij. Wat moet zo'n vent nou nog in een nachtclub als hij twee minuutjes op een bedje van mierdunne spijkertjes gaat liggen met een assistentje van hooguit vijftig kilo als extra druk. Ik leg op spijkers van zes centimeter uit mekaar, haast vijf uur, vijf volle uren en ik zet dan ook nog eens effe drie kratten cocacola op mijn buik Hé Freek!" Nou ja, je ligt daar dan.De diepte punten Het eerste uur is zwaar. Ieder mens heeft gevoelszenuwen, dus je lichaam begint gelijk te protesteren. Da's erg zwaar en aan het eind van dat uur, ongeveer, be gint je lijf te trillen en daarna wordt je rug een gloeiende plaat, maar dat vind ik geen eens zo'n rotgevoel, 't Doet me eigenlijk wel weldadig aan. Maar dan nader je de drie uur en dan moet je echt bijten, hoor! Je krijgt aardig publiciteit en das ook wat waard. Want ik ben gek op publiciteit. Weet je waarom? Dat is omdat 't in mijn leven steeds zo geweest is, dat als iedereen dacht: kijk Wim de Haan zit zwaar in de galle- mieze, dan kwam Wim de Haan opeens heel sterk terug! En dat moeten ze allemaal weten dan, vind ik „Voor mij is dat liggen op 'n spijkerbed nou voorbij. D'r wordt binnenkort een boek van me gepubliceerd. Dat wil zeggen, ik moet 't nog afmaken natuurlijk, 't Is in de Jan Cremer-stijl geschreven. Ik werk er al vier jaar aan, ik vertel d'r m'n hele leven in, ik heb al zesenvijftig vellen. Rob Bul werkt 't verder voor me uit Rob zei laatst tegen me: Wat moet 't gaan kosten Wim, dat boek Ik zei toen: Heel erg duur Rob, want de mensen hoeven 't niet te lezen A. WAGENAAR

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1969 | | pagina 9