240 aangenomen gebeurt het echte slopen binnenshuis', het echte vakslopen ten minste. Eerst moet het lichte hout werk eruit, dan het zware, vervolgens al het andere hout- en steenwerk, dat met de andere twee tot de verkoop bare opbrengst behoort en tot slot moeten dan nog dc onverkoopbare obstakels worden verwijderd voordat met het spectaculaire werk kan wor den begonnen. Maar dan is het eigen lijke sloopwerk al beëindigd. Het in elkaar rammen van de overgebleven muurresten, of dat nu van bovenaf of met grof geschut zoals kranen en dergelijke gebeurt, is niet meer dan de grote peuleschil, het toetje. Zo ging ook de oude HBS tegen de grond; geruisloos, ongemerkt bijna. De ene week stond hij er nog, ontta keld en vervallen door de gebroken ramen maar desondanks schijnbaar onaantastbaar. De andere week lag-ic daar ineens. Een hoop stenen, planken, deuren met de houdertjes voor de kaartjes van de leraar er nog op, bal ken in dat gore overheidsgroen ge verfd, verbogen trapleuningen en stukken radiatcur; dat was alles wat er van overbleef. En dan op het moment dat de laat ste muur omver gaat blijkt dat het toch jammer is, zo'n sloop. Niet van wege het gebouw. Niemand betreur de het dan ook dat dat zou worden gesloopt. Als gebouw was de oude HBS ontoereikend. Het had de laatste jaren niets meer van een school zoals die behoort te zijn. Door verbouwin gen en aanpassingen, verbeteringen en restauraties voor de oorlog was het 'n samenstel geworden van don-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 16