121 uit op de tekeningen, die er van bewaard zijn gebleven. Met het interieur zijn we vrij goed op de hoogte dank zij een beschrijving uit c. 1770 van de hand van een kleinzoon en naamgenoot van mr. Arent Vinck, die hierboven is genoemd. De schildering is levendig en dermate instructief, dat ik haar ondanks haar lengte hier overneem. Hij schrijft: ..De eerste verdieping van het binnenge- bouw beslaat van vooren de Burgerwacht (in voorige tijden de Vleesch-hal), de geweerkamer, en van achteren het comptoir van de bier-axcijns, charterkamer, secretarij en rekenkamer, mitsgaders een achtertrap om van onder tot aan 't dak te koomen. De puie werd met wederzijdze steene trappen opklimmende komt men in een ruime zaal of voor huis, alwaar de Vierschaar ter regter hand geplaatst is, zijnde een weinig boven den gemeenen grond verheven, en met een ijzere baluster van 't gemeen afgescheiden; aan de slinkerhand heeft men de Weeskamer, een tamelijk groot vertrek rond om behangen. De schoorsteen pronkt met een fraai konst stuk, door den beroemden Aug. Ter westen geschiklert. Van binnen heeft het verscheidene vertrekken, als eerstelijk twee vergaderkamers, de eene voor de Heeren Burgemeesteren, en de andere voor de Heeren Schepenen en Vroedschappen; en verders nog een vertrek- kamer, mitsgaders een kamer voor de Stadbodens dienende, met een uitgang naar de plaats voor de straffe der mis dadigers. In Burgemeesterkamer ziet men aan de muur de afbeeldzels van prins Willem de III Koning van Engeland en deszelfs gemalinne. De plaats daar de Heeren Burge meesteren aan een lange tafel zitten, is met een houtc balie afgeschooten: rondom is het vertrek behangen, heb bende aan de regterzijde zijn uitzicht door twee groote schuijfraamen. De schoorsteen is verciert door een schoon konststuk, geschiklert door den gemelden konstschilder. In de vertrek of spreekplaats, welke naast Burgemeesterka- mcr komt hangen geen schilderijen, maar is rondom met goudleer behangen en gelambrisseert, en heeft een fraaije schoorsteen voorzien met een tafereel, waarop door den zeiven schilder Aug. Terwesten zeer levendig afgemaakt is(nb. niet ingevuld). Over de vertrekkamer komt ten Westen de Schepens en Vroedschapskamer, 't geen een tamelijk groot bijna vierkant vertrek is, rondom behangen. De plaats, daar de Heeren Schepenen aan een lange tafel zitten, is met een houten baluster afgeschooten. Ter zijde zijn de zitbanken voor de Heeren Vroedschappen. De schoorsteen pronkt met een schoon schilderij, door den voornoemden geschiklert. De derde verdieping bevat in zich op de voorzolder, de gevangenhuizen, geijzelkamer, en verdere ruijmte aldaar. Aan de West-zijde van het Raadhuis is de Gerechtsplaats der misdadigen, alwaar dezelve haar straffen naar verdiensten ontfangen". Aan de hand van deze beschrijving, het bestek van de verbouwing van 1782 (waarover later), een gedeeltelijke plattegrond van de begane grond uit het eind van de 18e eeuw en een plattegrond uit c. 1908, is het mogelijk in grote lijnen de indeling van 1770 te reconstrueren. De zes vertrekken van de hegane grond waren als volgt verdeeld: aan de noordzijde, links van de hoofdingang, ge rekend van voren naar achteren, waren: de wacht, het accijnskantoor, de trap; aan de zuidzijde, zelfde volgorde, achtereenvolgens de geweerkamer, de rekenkamer, de charterkamer, de secretarie. De geweerkamer was waar de wapens van de stadswacht stonden, in de rekenkamer ze telde de afdeling financiën, de charterkamer borg de ar chivalia en andere waardepapieren van de stad. Op de eerste verdieping waren zeven vertrekken. In het lager gelegen gedeelte direct na de ingang, het voorhuis genaamd, zetelde links de Weeskamer, rechts de Vierschaar. De Vierschaar besloeg de huidige bodenkamer met het portaal annex trap naar souterrain en zolder. De binnen- achtermuur stond misschien op één lijn met de er mee corresponderende muur van de tegenwoordige burgemees terskamer. Naar nu nog aan de binnenzijde zichtbaar is, hadden de twee ramen - in verband met het lager gelegen zijn van het voorhuis een grotere lengte dan de ramen van de meer binnenwaarts gelegen vertrekken. Deze toe stand is nog zo aan de noordergevel aanwezig. De weeskamer was de huidige burgemeesterskamer. Aan deze oude bestemming herinnert nog het schilderij boven de schoorsteen. Is dit het stuk, dat Vinck jr. heeft gezien en dat door Aug. Terwesten is geschilderd? Voorbij de verhoging lag aan de noordzijde naast de toenmalige weeskamer de kamer van burgemeesteren. Het stadhuis circa 1905.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 9