181 andert, want ik wi! echt wel zeggen wie op een gegeven ogenblik de lucht verontreiniging veroorzaakt, maar ik mag dat gewoon niet". Het met de luchtverontreiniging sterk samenhangende probleem van de luchtverontreiniging splitst ir. Post van der Burg in twee soorten. Ten eerste de structurele luchtverontreiniging, dus het feit dat er iets is en de incidentele luchtverontreiniging. Een fabriek zal altijd een zekere stank verspreiden, maar er kunnen ongelukken gebeuren, waardoor de stank plotseling veel hevi ger wordt. De heer Post van der Burg wijst in dit verband op de mogelijkheid dat er bij de elektriciteitscentrale van het G.E.B. een plotselinge storing op treedt. De bedrijven raken dan on middellijk in paniek omdat er bepaalde apparatuur uitvalt. „De structurele stankverwekking zal een neergaande lijn te zien geven. Kijk, er worden steeds nieuwere fabrieken gebouwd, die in staat zijn om de luchtverontreiniging te beperken en daarnaast worden de oude fabrieken gesloten. Maar toch blijft er een on zekere factor, omdat je niet kunt zeggen wat er van komt. We hebben in dit gebied één geluk, dat er een lintbebou wing van industrie is. Als de fabrieken net als in het Ruhrgebied in een kring zouden staan, zou de luchtverontreini ging veel erger zijn". Ook over de investeringen die men de bedrijven wil laten doen om de luchtverontreiniging zoveel mogelijk te beperken heeft de heer Post van der Burg een standpunt. Het is naar zijn mening niet altijd mogelijk om de be drijven zeer grote investeringen op te dringen, omdat zij vaak zeer marginaal werken en kostbare installaties zeer moeilijk kunnen bekostigen. Ook voor oudere fabrieken is het vaak niet mo gelijk om dergelijke apparatuur te in stalleren, omdat die net als oude type auto's waar geen na-verbrander op ge monteerd kan worden daarvoor een voudig niet geschikt zijn. „Er zijn gevallen, waarin het, als je het goed wilt doen, alleen mogelijk is de luchtverontreiniging tegen te gaan door de fabriek te sluiten. Maar daar moet je zeer voorzichtig mee zijn. Kijk, je moet natuurlijk wel het uiterste eisen van wat er mogelijk is, maar daarbij moet je twee factoren in acht nemen. Ten eerste een beetje geduld hebben en ten tweede we moeten met z'n allen bereid zijn in de portemonnee te tasten". Over de moeilijkheden die de fabrie ken bij de problemen kunnen hebben, spreekt ir. Post van der Burg uit ervaring. Alvorens ambtenaar bij het Openbaar Lichaam Rijnmond te worden heeft hij verschillende jaren als bedrijfsleider bij een grote fabriek gewerkt. „Die erva ring heb je bij je oordeelsvorming nodig. Ik vind dat iemand die geen rijbewijs heeft, niet kan oordelen over de weg- ligging van een auto. Je kan er nog zo veel verstand van hebben, maar als je het niet zelf gedaan hebt, weet je niet wat er precies in een fabriek gaande is". Daarmee komen we op het onder werp van de vele actiegroepen, die op het ogenblik hun best doen om het leefmilieu in het Rijnmondgebied zo veel mogelijk te beschermen. Ir. Post van der Burg: „Het is goed dat de actiegroepen er zijn, maar de gezonde ontwikkeling in de industrievestiging moeten ze niet afremmen. Ik vind de angst die er bij de mensen heerst niet nodig. Omdat ze er te weinig van weten kunnen ze hun angst niet relativeren". Het bezwaar dat door de veelheid van organisaties de krachten van de actiegroepen versnipperd worden, vindt hij ook gelden voor de „bevoegde" instanties die waken over het leefmilieu. „De overheid moet zorgen dat er een bundeling komt. Alle instellingen die nu bezig zijn doen allemaal ongeveer hetzelfde. Het is in de eerste plaats een organisatorisch probleem. Men moet de kennis en de ervaring die er is in één hand houden". Tenslotte spreken we nog even over een in deze tijd onvermijdelijk onder werp: de vestiging van de Hoogovens. Ir. Post van der Burg heeft zitting ge had in de Convenatscommissie die de problematiek uitvoerig heeft bestu deerd. „De eisen die wij gesteld hebben ten aanzien van de emissie zijn één derde van wat zij zelf hebben opgegeven te zullen uitstoten". Het gesprek is ten einde. Niet omdat ir Post van der Burg het wil, niet om dat de collega gearriveerd is, maar om dat er in de vroege morgenuren een koppeling van een leiding bij het over pompen van vloeistof kapot is gegaan en daardoor inwoners van het Westland en Den Haag over een penetrante stank hebben geklaagd. En dat betekent dat de telefoon op de Centrale Meld- en Regel kamer weer heel erg rood wordt. KEES WEEDA

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1970 | | pagina 21