191
zagen de films van bijgeluiden door middel van vaak in
genieuze apparaatjes.
Het geluid van inslaande bommen werd geproduceerd
door elektrisch ontstoken springladingen in metalen ketels.
„Als je er een paar tegelijk liet springen kwam de kalk
van het plafond", grinnikt Hans Visser. Het geluid van
mitrailleurs was minder moeilijk te produceren: een roffel
op de kleine trommel was voldoende om het voorstellings
vermogen van de filmkijkers te activeren.
Maar zijn mooiste tijd kwam in Schiedam. Daar ont
wikkelde Hannes Visser zich tot de steun en toeverlaat
van optredende amateur- en beroepsgezelschappen, tot de
trooster en „oppepper" van nerveuze debutanten en tot
de man voor wie geen probleem wat betreft decor, geluid
en belichting te moeilijk was.
Toen men eens vergeten was bloemen te kopen voor
de soliste bij een concert draafde Hannes Visser alle bloe-
menzaken af, tevergeefs. Maar hij redde de organisatoren
uit een lastig parket door een paar minuten van te voren
met een doos bonbons binnen te rennen.
„Kan niet, kwam in ons boekje niet voor" vertelt de
heer Visser. „Je moest wel eens stevig improviseren, maar
als alles dan toch geweldig loopt is het nog dankbaarder
werk."
En dankbaar waren de velen die in het Passagetheater
optraden, van achter de schermen voortreffelijk bijgestaan
door Hannes Visser. Die dankbaarheid bleek uit de over
weldigende belangstelling bij zijn 25-jarig jubileum in 1947
en zijn 40-jarig jubileum in 1962, toen het gehele Schie-
damse verenigingsleven en vele anderen uit de wereld van
theater en film Hannes Visser de hand kwamen drukken.
Dankbaarheid bleek ook uit de eremedaille in brons in
de Orde van Oranje Nassau, uit de erepenning van de
Schiedamse Gemeenschap, uit de gouden speld met dia
mant van de Nederlandse Bioscoopbond.
Ook tijdens de oorlog week Hannes Visser niet van „zijn"
theater en aan die tijd heeft hij ook nog vele herinneringen.
„We moesten dan films voor de Wehrmacht draaien en
dan was het zaak op tijd klaar te zijn voor de „normale"
voorstelling. Als we dan helemaal krap kwamen te zitten
werd er wel eens een spoeltje van de hoofdfilm of een
voorfilmpje „vergeten"!
Toen Seys Inquart een bezoek aan het theater zou bren
gen werd alles door de Duitsers doorzocht op de aan
wezigheid van bommen. „Maar op de plaatsen waar ze
hadden moeten kijken keken ze niet, er hadden er wel
tien kunnen liggen" lacht Hannes Visser die zegt „elke
schroef" in het hele theater te kennen. In november 1944
kwamen de Duitsers weer in groten getale het theater bin
nen, maar niet voor de film. Het was een razzia naar onder
duikers. De vijf man onder de vloer van de filmcabine
vonden ze niet.
Een belangrijk aandeel had Hannes Visser ook in de
grote bevrijdingsshow ,,'t zit erop", die in de zomer van
1945 avond aan avond volle zalen trok en waaraan Piet
Alberts, Piet Engering en Herman Kamp al maanden voor
de bevrijding in het geheim hadden gewerkt.
Een auditie voor deelnemers aan de bevrijdingsshow trok
een dikke honderd Schiedamse amateur-acteurs en -actrices
naar de Passage.
Tijdens de massale en chaotische eerste repetities vorm
de toneelmeester Visser een onverstoorbare rots in de
branding en zijn grote voldoening kwam toen de eerste
avond (Joop Walvis aan het orgel en het orkest onder