DE ENE KEER ONDERZOEK IE DE HOUDING TEN OPZICHTE VAN TEN Tekst: Lodewijk Bronsdijk Foto's: Ton den Haan 238 Schiedam Een groep van 450 Schiedamse huisvrouwen speelt een belangrijke rol bij het werk van een klein (35 man personeel), voornamelijk achter de schermen werkend, maar bij insiders in de wereld van reclame en marketing nationale bekendheid genietend Schiedams bedrijf, het Instituut voor Psychologisch Markt- en Motievenonderzoek (I.P.M.) aan de Nieuwpoortweg op het Schiedamse industrieterrein. De huisvrouwen werken namelijk in de zogenaamde „consumer-clinic" van het I.P.M. mee aan een grote serie van de meest uiteenlopende proeven, geheel vrijwillig ove rigens. Zij keuren nieuwe produkten door smaak- en geurtests, reageren op de vertoning van nieuwe reclame-spots voor televisie, worden ondervraagd over advertenties, koopgedrag en gebruik van de meest uiteenlopende artikelen en worden geconfronteerd met nieuwe artikelennamen, verpakkingen en vignetten, bij dat alles gadegeslagen en ondervraagd door de wetenschappelijke medewerkers van het I.P.M. en door ingenieuze waarnemingsapparatuur. Dat alles verricht het I.P.M. in opdracht van producen ten, die, vóór ze hun produkt, verpakking, reclamespot of -slogan lanceren, een indruk willen hebben hoe de nieuwe vinding bij „het publiek" aan zal slaan. De groep van 450 huisvrouwen is overigens alleen in aantal vrijwel constant, de samenstelling wisselt van dag tot dag, want elke huisvrouw kan niet meer dan tien maal aan enigerlei test meedoen. Waarom niet? Het antwoord van I.P.M.-directeur drs. D. Zeldenrust klinkt de leek raar in de oren: „Na tien proeven is de proef persoon zoals wij dat noemen vervuild". Een associatie met „vuil werk" is echter niet juist. „Vervuild" betekent voor de medewerkers van het I.P.M., dat een proefpersoon na een aantal tests dermate ingespeeld raakt op de proef- situatie, dat hij of zij niet meer „onbevangen" reageert op de vragen en dus niet meer representatieve antwoorden geeft, antwoorden zoals iemand zou geven die voor het eerst geïnterviewd wordt. „Op den duur gaan proefpersonen te bewust goed oplet ten met het idee: dat of dat zullen ze dadelijk wel vragen", stelt drs. Zeldenrust. Moeite met het vinden van proef personen heeft het I.P.M. wat de huisvrouwen betreft echter bepaald niet. „De meesten vinden het zó leuk, dat ze een vriendin meebrengen of na tien keer als vervangster sturen. Er is een kleine vergoeding en vaak een cadeautje aan verbonden. Maar daar gaat het niet om. De belang rijkere zaken zijn, dat men als proefpersoon vaak het eerst nieuwe produkten te zien krijgt en daarover als consument naar een mening gevraagd wordt. Dat geeft kennelijk een gevoel van belangrijkheid." De Schiedamse huisvrouwen zijn overigens bepaald niet de enige proefpersonen van het I.P.M. Over het hele land verspreid heeft het I.P.M. een net van enquêteurs die in het kader van een bepaald onderzoek de opdracht krijgen een bepaald aantal mensen, die aan bepaalde kwalificaties vol doen, te ondervragen. Soms zijn deze personen gemakkelijk te selecteren („huisvrouwen boven de 30 jaar maar wat te denken van de opdracht: „ondervraag huisvrouwen die meer dan 20 sigaretten per dag roken, van dat en dat merk en een vaat- wasmachine in huis hebben of „weduwen boven de zestig die een kat hebben". Bij grote onderzoeken werkt het I.P.M. (ook in Amster dam is een vestiging) samen op nationaal terrein met de Nederlandse Stichting voor Statistiek en zelfs ook interna tionaal met verscheidene buitenlandse instituten. „Het belangrijkste voor ons is bij elk onderzoek om de juiste wetenschappelijk verantwoorde methode te vinden, waardoor we de resultaten die van ons gevraagd worden, kunnen bereiken. De producent wil geen intuïtieve gis-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1971 | | pagina 14