29
veniers en sindsdien sprak men als regel van het Prove
niershuis. Er was voor een dertigtal personen plaats en op
den duur bleek dat een te geringe capaciteit. In 1717 wer
den er aan de Westzijde van het gebouw dertien kleine
huisjes bijgebouwd, die elk aan een of twee personen
plaats boden. Of deze huisjes erg deugdelijk gebouwd wer
den, is de vraag. Veertien jaar later klaagde men erover
dat ze in een slechte toestand verkeerden. Men was toen
al bezig het oude pand van 1593 te vervangen door een
nieuw en de regenten besloten om ook de huisjes uit 1717
te vervangen.
In de jaren 1756-1761 ontstond zo het nu nog be
staande Proveniershuis. Het ontwerp was van de stads
architect Ary van Bol'es. Het is niet onwaarschijnlijk dat
hij de plannen niet in zijn vrije tijd maakte, want voor
het maken van ontwerp en bestek en voor het toezicht op
het werk ontving hij als honorarium een bedrag van
525,En dat waar de marmeren schoorsteen in de
regentenkamer 200,en een tableau met de namen der
regenten 100,15 mochten kosten! Het nieuwe Proveniers
huis werd trouwens uit een ruime beurs gebouwd: aan het
beeldhouwwerk in de voorgevel werd bijna 4.000,uit
geven, terwijl de totale bouwsom meer dan 56.000,
bedroeg, voor die tijd een formidabel bedrag.
Die bouwkosten zijn voor de instelling te zwaar ge
weest. Al sinds de jaren dertig van die eeuw hadden de
regenten moeite gehad om de exploitatie van het huis ge
zond te houden. Rente en aflossing van de voor de nieuw
bouw aangegane leningen vormden een te zware last, waar
aan het tehuis dreigde te bezwijken. Met veel moeite kwam
men de financiële moeilijkheden te boven doch toen volg
de de Franse Tijd. De kosten voor het onderhoud der pro
veniers stegen, de bezittingen in de instelling werden vrij
wel waardeloos en dus moest men gaan likwideren. Dat
duurde lang, want sommige proveniers werden heel oud!
In 1834 stierf de laatste. De huisjes en kamers van het
Proveniershuis werden verhuurd en met de opbrengst wer
den de schulden afgelost. Tenslotte werd het pand en een
klein kapitaaltje aan de gemeente overgedragen. Deze liet
het exploiteren door het Burgerlijk Armbestuur dat de wo
ninkjes verhuurde aan meestal bejaarde armlastigen. Lang
zamerhand werd het Proveniershuis voor hen ongeschikt.
De huisjes waren niet geriefelijk genoeg en bovendien was
het gebouw toe aan een grondige restauratie. De laatste
bewoners vertrokken in 1969.
Naar het zich laat aanzien zal de dringend noodzake
lijke restauratie nog wel enige jaren op zich laten wachten.
Wat wel al bekend is, is de nieuwe bestemming van het
Proveniershuis: na melaatsen en bejaarden krijgt de cul
tuur er onderdak. Vorig najaar kreeg de Sociale Werk
groep ..Proveniershuis" één, de Wereldwinkel twee huisjes
ter beschikking. Ook vonden enige kunstenaars er een
voorlopig tijdelijk onderkomen. Nu V.V.V. en Schie-
damse Gemeenschap het voorste gedeelte van het gebouw
gaan betrekken, heeft alleen de achtervleugel nog geen
bestemming. Dat is echter niet zo belangrijk. Waar het nu
om gaat is, of het mogelijk zal blijken van het Proveniers
huis een echt, dus een levendig, centrum van culturele
activiteit te maken. En misschien nog belangrijker is het
probleem van de restauratie, die een moeilijke en kostbare
zal worden. Pas daarna is het immers helemaal mogelijk
om van het Proveniershuis te maken wat het dient te zijn:
een opvallend en aantrekkelijk monument dat zinvol func
tioneert in een levende stedelijke gemeenschap.