haar beter. Via een verveloze, gam
mele trap bereikt men een gang
waarin de regelmaat der deuren
duidelijk maakt dat dit een gebouw
is waar les wordt gegeven. De loka
len erachter een oude, duistere
kapel wordt gemakshalve ook
„lokaal" genoemd zijn volkomen
vervallen en ongeschikt voor het
werk dat er moet worden verricht.
Gelukkig is die huisvesting Vor
mingscentrumdirecteur Frans de
Valk memoreert dat met duidelijke
opluchting niet meer van lange
duur. Het volgende cursusjaar kan
het Vormingscentrum beschikken
over een nieuw gebouw, een houten
nieuwbouw in de buurt van het
station. Voor het Vormingscentrum
betekent dat een hele verruiming.
In de eerste plaats biedt het nieuwe
gebouw voldoende ruimte om de
wekelijks 200 cursisten naar behoren
te kunnen ontvangen en in de tweede
plaats ligt het voor de leerlingen uit
Maassluis en Vlaardingen wat
gunstiger.
Het Vormingscentrum bestaat op
het ogenblik bijna een jaar. Het kwam
vanuit de Mater Amabilisschool
tot stand door toedoen van de wer
kende jongeren zelf die aandrongen
op een naleving van het al langer
bestaande voorwaardelijk arbeids-
verbod, dat inhoudt dat werkende
jongeren onder de zestien één dag
per week een vormingscentrum of
een leerlingstelsel moeten bezoeken.
Wat verstaan wordt onder leer
lingstelsel omschrijft de minister
duidelijk. Wat een vormingscentrum
nu eigenlijk moet doen komt wat
minder uit de verf. Algemeen maat
schappelijk vormen, zeggen de richt
lijnen, maar ook dat is zo vaag, dat
het ene vormingscentrum hemels
breed van het andere kan verschillen.
Het Schiedamse vormingscentrum
gaat er bij haar werk van uit, dat
een mens niet van brood alleen leeft
en dat persoonlijk ontplooiing, een
verbrede algemene ontwikkeling en
een stuk maatschappijvisie zeer be
langrijke zaken zijn.
„Eén dag in de week", zegt Frans
de Valk, is dan natuurlijk niet te
veel. Zeker niet als je ervan uitgaat
dat de jongeren in hun vorig onder
wijs niet gewend waren zelfwerk
zaam te zijn, zelf een mening te
vormen en op creatieve wijze iets te
maken of te doen. Daarom ook
hebben we besloten niet te vervallen
in het vrijblijvend zo-maar-wat-doen
met de jongeren die verplicht worden
hier naartoe te komen. We proberen
echter ook niet door te slaan: het
op strakke schoolse wijze inpompen
van kennis. We willen daartussen
in blijven door in samenwerking met
de groepen zelf te proberen de
jongeren wat mee te geven, waaraan
ze later iets kunnen hebben.
Een consequentie daarvan is dat
we wat gangbare opvattingen over
het onderwijs over boord hebben
moeten zetten. Het onderwijs zoals
dat op scholen wordt gegeven biedt
niet de mogelijkheden die wij zoeken.
Er is, en dat is jammer, ook niet
voldoende literatuur over. Er be
staan geen boekjes waarin staat wat
je met groepen moet doen als je ze
op onze manier wilt benaderen.
Daarom hebben we ook gekozen
voor het werken met projecten,
waaruit we telkens één, twee maan
den van te voren planden aan welk
thema we wilden werken en de
manier waarop we de jongeren
hetzij door discussies, films, excur
sies, creatief spelen of door het
maken van muurkranten erbij
konden betrekken. Soms konden we
ook handenarbeid in zo'n project