TONEEL-
MANIFESTATIE
71
Zolang de Schiedamse Gemeenschap bestaat is
TONEEL één van zijn belangrijkste secties geweest. Het
begon met een aantal revues in het Passage-Theater: de
eerste vier uit eigensteedse teksten samengesteld, latere
bijeengescharreld uit de grabbel lade van beroepsman
nen, van wie Lou de Groot het langst in de herinnering
zal blijven.
Er werden ook „wagenspelen" uitgevoerd en later was
er de jaarlijkse „Toneelwedstrijd" in Musis Sacrum.
Toen het Passage-theater niet meer vol te krijgen was,
de deur van Musis voor goed werd gesloten moesten wij
ons behelpen met de zaal Irene. Daarin zijn dit seizoen
vijf verenigingen tegen elkaar uitgekomen in wat ge
noemd is een „Toneelmanifestatie".
De bekende criticus Jan Everwijn heeft daarover een
nauwkeurig rapport samengesteld.
Stuk voor stuk plukte hij de figuren van de planken
om ze aan een zorgvuldige beoordeling te onderwerpen.
Als kostbare munten heeft hij daarna zijn woorden voor
zichtig naast elkaar gelegd tot ze samen een zinvolle
beoordeling vormden. Het is een bijzonder waardevol
werkstuk geworden, waar onze amateurs veel nuttigs uit
kunnen leren.
Op een milde vaderlijke wijze heeft hij hier en daar op
wat foutjes moeten wijzen. Met name is het hem opge
vallen dat de laatste acte er over het algemeen het minste
afkomt omdat de spelers met hun repetities teveel tijd
aan het eerste deel besteden. Daar had hij ook iemand
opgemerkt die bij gebrek aan tekst-kennis „nerveus
langs het hok" liep. Maar over het algemeen had deze
bejaarde vakman niet anders dan de hoogste lof voor
onze prestaties, nu en dan uitgroeiend tot laaiend enthou
siasme. Ik schrijf u zijn slot-opmerkingen over:
„Als geheel genomen werd de opvoering („een geboren
Leugenaar") een succes voor „Brederode", waarbij een
deel van het publiek zich terecht na afloop van de zetels
verhief om met applaus het vertoonde te honoreren."
(Met betrekking tot „Het Geheim van Dr. Spencer"
door Groeton): „Mijn eindindruk: een gezellig, spanning
brengend stuk, waarin de spelleider met veel kennis van
zaken zijn levend materiaal, waarin niet bepaald eenheid
van krachten schuilt, heeft gestuwd naar een acceptabele
eenheid. Hij en zijn spelers kunnen toch met genoegen op
deze uitvoering terugzien."
Over „Lady Barker's Laatste Opkomst": Al met al is
er door Utile Dulci vlot en dikwijls zeer knap gespeeld.
De politieman-in-uniform, geheel aan het slot, maakte
er zelfs iets bijzonders van. Hij kon zó uit een Amerikaanse
film zijn weggelopen."
„Het Meisjes-Paradijs" kreeg dit van hem mee: „Wij
zijn blij „Het Zuiden" aan het werk te hebben gezien.
Aan de hand van het nu vertoonde concluderen wij:
deze club mag er wezen. Een oordeel waar de zaal het
90