r i Hooggeleerde Rotterdamsche vertelt MARTIN BUBER, vertaler uit het Hebreeuwsch Muziekauteursrechten in de Vereenigde Staten Bid voor Camille Willoc Prof. dr. C. H. Emilie Haspels droomde als meisje reeds van opgravingen W, Liefde voor de antieke wereld DE VROUW EN v HAAR WERK KNOEIEN Merkwaardig huwelijk Oude Testament in een nieuw licht Contract tusschen Amerika en Nederland gesloten Hollandsche muziek in de USA Koning Paul is optimistisch En zit col plannen ,0, 'wat een mooie I mórgen" j Examens Innerlijk duel in novelle Gespletenheid Albions probleme ook de onze? E zitten tegenover een hooggeleerde oad-stadgenoote en luisteren geboeid naar wat 7.y te vertellen heeft over haar jeugd en haar loopbaan. Nu niet bepaald een carrière, zooals je die eiken dag tegenkomt! Op den leeftijd, waarop andero meisjes knikkeren, hoepelen en hinken, droomde zij ^nan, eens opgravingen to mogen doen het Fransche Instituut te Athene, getiteld: AtticBlack-figured Le- kythoi", en handelende over een be paald soort oliekruikjes. Terug in Holland kreeg ze het vereerende verzoek van het Fran sche Instituut te Istanbul, Turkije, om een opgraving in Klein-Azië te leiden op het terrein van de zgn. Midas-stad. Helaas moest- dit werk ophouden door het uitbreken van den oorlog in '39.„Mijn architect assistent, een Franschman, moest opkomen en Frankrijk zou geen geld meer kunnen zenden.......Een ontzaglijk werk; om zoo'nbp gang zijnde opgraving, waaraan tweehon derd arbeiders meededen, binnen een paar uur stop te zetten... Wij waren al diep afgedaald in de door aarde bedekte trappen, die, tn de rota gehouwen, van het plateau van de stad naar omlaag daalden"...... HA.AR liefde voor hét oude werd nog aangewakkerd door het be zien van de reproducties der an tieke wereld, door haar in Rome ge- horen moeder, meegebracht en in het oude patriciërshuis aan de Nieu- we Haven, later, aan het Haring vliet, opgehangen. Ka het Mamix Gymnasium doorloopen te hebben, ging zij in Amsterdam talen studee- ren. Prof. Six doceerde daar de bij vakken archeologie "en kunstge schiedenis. „Wat heb ik in het begin die bul- tenlandscho studenten benijd) die niet, zooals wjj, eerst oude talen moesten doen, maar direct met ar cheologie konden beginnen. Eater zag ik in, dat ze wel eerder klaar waren dan wjj, maar niet zoo goed onderlegd," zegt prof. dr. Haspels, en er gljjdt over haar gezicht, om lijst door een zware vlecht, een glimlachje, dat verdwijnt wanneer ze rnct nadruk vervolgt: „Van heel veel kanten hoor ik: „Hè, wat een interessant vak, dat moet mijn Toosje later ook gaan doen." Laat men toch, vooral de moeilijkheid om na de studie een baan to vinden, niet onderschatten. Ikzelf ben leerares oude taton ge worden op een lyceum in Zutfen, later in Utrecht, waar ik 's mid dags assisteerde op het Archeolo gisch Instituut." Na twee laar kreeg ze een beurs van het Utrcchtsch Philologisch Studiefonds, dat leeraren in de oude talen de gelegenheid geeft, de lan den der oude beschaving te bezoe ken. Dit was een belangrijke stap nader tot do verwezenlijking van haar ideaal. In Oxford studeerde ze eerst Grieksche ceramiek b|j den wcrcldvermaarden prof. Beazley, die lachte, toen ze na 'n half laar spijtig zei: „Nu moet ik naar Grie kenland"Ik had het gevoel, wel eeuwig daar te kunnen blijven door- studeeren.'/ zegt ze. „maar later ben Ik toch met tusschenpoozen weer naar Oxford teruggegaan." Vier jaar naar Griekenland V ERSCHILLENDË landen heb- ben in Athene hun eigen insti tuut voor archeologie, het oudste is het -Fransche. dat dit jaar z|jn hon derdjarig bestaan viert. Vreemde lingen uit kleine landen, die geen eigen instituut hebben, kunnen daar terecht. Ze was er als eenige vrouw tusschen collega's van zeven ver schillende nationaliteiten en kon met Fransche. Engolsche en Duit- sche expedities mee. omdat ze als N ederiandsche niet aan een eigen instituut vastzat. Het halve jaar in Griekenland werd... vier jaar, want er volgde nog oen beurs van- hetzelfde fonds en tweemaal een van het Utrecht- sche Universiteitsfonds. telkens: Hoogleeraar in Turkije PROF. HASPELS werd benoemd tot buitengewoon hoogleeraar in de klassieke archeologie aan de universiteit van Istanbul. Ze gaf voor e-en jaar. „Ik vond het er heer lijk," zegt prof. Haspels.' „Meestal huurden we een huls in zoo'n dorp of kampeerden wc in tenten. Dan besef je pas, hoeveel er van die plattelandsbevolking nog aansluit bii de antieke wereld: de vrouwen, die nog net zoo haar graan stampen en brood bakken als honderden jaren voor Christus, de visschcrsscliuit. die nog net zoo uit vaart als op de vaas-tcekenlngen, met- de Toeters cn den stuurman rechtop staande bij het roer In zoo'n dorp is de opgraving hét evenement: oude grijsaards, die niet mcc kunnen werken, komen kijken en blijven op den rand van de op--, graving zitten, kinderen, kómen je' ccn scherf brengen, die ze onderweg gevonden hebben, en vragen, of je dat ook soms gebruiken kunt. De mcnschen waren overal aller vriendelijkst! Wij assistenten moes ten de dingen, die gevonden werden, beschrijven, lijmen en catalogisee- ren. In den winter met zijn regen en korte dagen werd er niet gegra ven; ik ging dan naar Oxford te rug." {Opgravingen en een boek N 1D32 leidde zc zelfstandig haar eerste expeditie op Thasis, een eiland in de Noord-Aegeische zee en vond daar vaasfragmenten, die in hel Nationale Museum van Athene te zien z|Jn. Hierna volgde een reis langs de- Europeesche musea om studiemateriaal te verzamelen voor haar boek, dat in 1936 in 't £n- gclsch verscheen als uitgave van XJET tijdschrift Wending publi- ccerde een artikel over den Franschen tooncelschrijver Jean Arnouilh. In zijn laatste stuk, Ro- méo ct Jeannette, zegt deze: „Knoeien moet je, met alles moet je.knoeien, met je zelf bovenal. Dat is het eenige middel waardoor die ander daarboven je met rust laat. Hij heeft een zwak voor knoeiers; hij is bi bijziend, öf wel hij slaapt". Deze krasse uitdaging zou beant woord kunnen worden met de stichtelijke opmerking, dat het nog de vraag is of God slaapt dan wel Arnouilh zelf. Maar met zulke stichtelijkheden, zelfs al -zjjn ze -waar, komen wij niet zoo heei ver. Nederland stikt in de stichtelijk heid, heeft prof. Kraemer eens ge zegd.. Blijft het woord over knoeien. Dat dit verkeerd is, daarover zul len allen het wel eens z|jn. Wie knoeit weet dat ook wel. Niemand knoeit voor zijn plezier. Maar met deze kennis is ae oorzaak en de werkelijkheid van het knoeien niet weggenomen. Bepaalde ziekten kunnen niet door een drankje gene zen worden. Soms kan een patiënt alleen' in leven blijven, als h|j een operatie ondergaat zonder narcose. Het zou niet te verwonderen zijn, als bleek dat wij alleen op die ma nier van het knoeien genezen kon den worden. En deze operatie zou nog wel door te komen zijn, als men eerst maar eens collectief en indivi ducel inzag,-dat anders geen gene zing mogelijk is. B. J. ARIS. - -r .ERGENS l.\ GRIEKENLAND." - Een archeologe kijkt, utt over haar werkterrein haar colleges in het Fransch, En- gelsch en Turksch, want, als of hefc de gewoonste zaak ter we reld is, vertelt zij, dat ze voor de opgravingen ld Kleln-Azlë „na tuurlek Turksch geleerd heeft, een moeilijke taal, nergens mee te ver geleken". Ze is zeer te spreken over de Turksche studenten, die volgens haar „vlug" eu:,inlet schuchter" zijn, en zeer geïnteresseerd in de antiquiteiten, waarvan het in hun land wemelt, speciaal in Istanbul, het oude Byzantium. In '45 keerde ze naar ons land terug, waar begin '46 haar benoe ming tot hoogleeraar in de klas sieke archeologie en kunstgeschie denis der Oudheid aan de Gemeente- universiteit van Amsterdam volgde. Deze functie houdt tevens in het directeurschap van het Allard Pier- son Museum en van het Archeolo- gisch-Historisch instituut der uni versiteit. Onlangs hield prof. Haspels een lezing in den. Kunstkring,, waar ze tevoren de prachtige tentoonstelling van Grieksche ceramiek heeft hel pen inrichten. Ieder moet wel onder den indruk ztjn gekomen van haar belangwekkende, glasheldere be toog, waarmee zij er voortreffelijk in slaagde, ons van de schoonheid der antieke Grieksche wereld iets mee te laten beleven. Haar voor liefde voor dit lang vervlogen tijd perk houdt allerminst in, dat zij een in zichzelf gekeerd, buiten de wereld staand geleerde zou zyn: haar behoefte cn de grootc voldoe ning, die het haar geest om van haar groote kennis aan anderen mee te dee'.en, ziin hiervoor een vol doende bew|js! In de Antwerpsche strafgevan genis is dezer dagen een zonder ling huwelijk voltrokken. De be ruchte beul van Breendonk, waar de Duitachcrs ccn concentratie kamp hadden ingericht, dat voor de Belgen denzelfden klank heeft gekregen als Vught of Amersfoort in Nederland, werd in den echt verhonden met een vrouwelijke gedetineerde. Weiss, zoo heet de man en de Rnxistische vrouw weiden door een ambtenaar van den Burgerlijken Stand tot man- en-vroinv verklaard, waarna de kerkelijke inzegening door den aal moezenier der gevangenis verricht wérd. Daarna vertrokken de jong gehuwden weer naar hun cellen, met de wetenschap, dat de voor bereidingen voor de 'terechtstel ling van Weiss reeds getroffen zijn.: "V-:: In 2ijn nieuwste film, „Monsieur Vcrdoux" heeft de bekende Amerikaan- sche filmspeler Charlie Chaplin afstand gedaan van hei door hem ge creëerde type, dat hij jarenlang met enorm succes vertolkte. Wc zién op bovenstaand plaatje Chaplin met de actrice Marilyn Nash, zijn jongste ontdekking, in een der scènes. Hij speelt in deze film de rol van een blamvbaarddie, öm zijn ziekelijke vrouw en zoon te ondersteunen, relaties aanknoopt met rijke vrouwen, die hij ombrengt. TE Washington heeft in hot na jaar 19 i6 een buitengewoon congres plaatsgevonden, van da Internationale Conlederatie van Muzlokouteursrechtvereenlgingen, Deze confederatie omvat vier _af- dcelingon. De eerste bemoeit zich uitsluitend met de z.g. groote rechten betrekking hebbende op opera en tooneel. dus op die wer ken/ waaryan'de auteur s het be palen hunner rechten In. eigen hand hebben en bij elk stuk op nieuw regelen; de tweede met de z.g. kleine rechten, die geheven worden voor de muziek welke op concerten, in café's enz. wordt uitgevoerd; de derde met de me chanische, rechten, voortvloeiende uit de vervaardiging vanipramo- faonplatcn c.d.; de vierde omvat de „gens de lettre" en het innen van de rechten op publicaties io de pers etc. Er zitten in. de Confederation machtige cn kleine sociétés naast elkander. Duitschland was vroe ger' een der machtigste,- thans zijn hot, de Fransche soeïétés vooral, die in de Confédératioh hun wil trachten op te dringen aan de kleinere landen,, waartoe Neder land, België en de:Scandinavische landen; behooren. In die groote so ciétés spelien de uitgevers egn belangrijke rol. Zij trachten het giootste aandeel in de auteurs rechten aan zich te trekken en de bepalingen, waaraan de verschil lende sociétés zich to houden heb- ben. haar hun inzichten te beïn vloeden. - Het congree te Washington droeg een voorloopig karakter en bepaalde zich tot- de voorberei ding van een gTOot definitief con gres,d a t in 1947 te Londen gehou den zal worden. Niettemin is het van zeer groot belang geweest, Voor den" eersten keer kwamen, hier na den oorlog een groot aan tal belanghebbenden; - bijeen uit vele Jonden, om de gezamenlijke problemen te bespreken. Conventie, van Washington Voor hqt eerst waren hier ook afgevaardigden van de voornaam, éte ZuirJamerikaansche staten aanwezig, die binnenkort /defini/ üef tot de.Confederatie zullen toe-, treden. Ten slótte was dit congrés van belang voor een beter onder ling begrip dér Am erika ansche en Europeesche; sociétés, die veelal' in wezen verschillen, omdat er andere opvattingen heerschen om trent de verhouding tusschen au teur en uitgever,en, daarmede samenhangend, pmtfent: dé - rech ten van den auteur. Amerika is nog altijd niet af gesloten bij do Bern er Conventie en Tiet ziet er "niet - naar uit, dat deze aansluiting gemakkelijk tót stand zal komen. Er is echter een eigen A^merikaansche conventie van Washington genaamd, die in vele opzichten gelijkluidend is. met die van Bern. De ver schilpunten zijn hierin gelegen. .dat.-Amerika het z.g..,.droit mo ral" niet wenscht.te erkennen en verder per se Vast wil houden aan zijn eisch van bepaalde for maliteiten, dié de Borner Con ventie niet ként.;;. Buma en Ascap Voor Nederland hebben de be sprekingen o.a. er toe geled. dat de banden tusschen de Ver een g- de Statenvan Nbord-Amerika en ons land nader zijn toegehaald, doordat een wederkeerig contact tóf stand, is gekomen tusschen de muziekauteurs-bureaux beider landen Buma cn Ascap. V^De Ascap heeft tot vhor kort zijn inkomsten, die thans onge veer 9.000.000per jaar beloopen. voornamelijk getrokken uit' de radio, welke inkomsten voor het allergrootste deel aan de compo nisten der Tichte muziek ten goe de kwamen. Dit. hangtisamen met het feif dat de andere componis ten de noodzakelijkheid om voor. de bescherming van bun rechten .in organisatorisch verband op te komen nog altijd niét voldoende inzien en zij daardoor, in veel 'grootere mate nog dan in som mige Europeesche landen, afhan kelijk zijn van de uitgevers. Bij ons is het uitvoeringsau teursrecht practisch onvervreemd baar gemaakt door het auteurs-, rechtbureau. Men kan zijn werk aan een derde overdragen, maar de voordeelen van de uit voering blijven aan den auteur toevloeien/V In Amerika koopt menig uitge ver met het recht van uitgave ook de compositie zelf, zoodat, wan neer de auteur niet bij; een au teursrecht-bureau is aangesloten, de uitgever de .volledige inkom sten uit de uitvoeringen ontvangt cn vrij is den auteur daar al of niét van,snede te laten genieten. /j'j-'-'v- Verandering pp til Het ziet er haar uit. alsof er ih déze situatie een- verandering op til. is,-;ih zooverre de ernstige com ponisten meer en meer tot aan sluiting bij de Ascap geneigd blij ken en ook van de zijde der As cap de belangstelling voor serieu ze muziek groeiende is. Het is. nu Buma en Ascap in nader contact zijn getreden, van gewicht, te weten, dat het Ame- rikaansche ...auteursbureau zich volledig bereid- heeft - verklaard alles te doen om de verspreiding van de - Nëderlandsche muziek, in Amerika te bevorderen, - Het is 'daartoe txm/; insta at, omdat het door zijn enge 'samenwerking met de radio-ondernemingen veelal bë- trokkeh wordtin het opstellen van'; radio-program ma's. Reeds heeft Buma aan haar Amerikaanschc zuster-organisatie 'een lijst verstrekt van de bij haar, aangesloten auteurs en, hoopt zij door/middel van het documenta- tie-bureau van de door haar opge- rfchte -Stichting Nederlandsché Muziekbelangen binnenkort ook .in staat te z"ijn partituren en or- kcstmateriaai in Amerika ter be schikking te stellen. PAUL F, S'ANDERS WANNEER de toestanden, in. Palestina niet al te kritiek worden, zal Martin Buber half April naar Europa komen en zijn tournée door ons land beginnen met een cursus ïn Bentveld ln het gebouw van .de ArbeiJersgemèenschap der Woodhrookers. Velen. zien. reikhal zend uit naar zijn komst, want de geschriften, van dezen Joodschen hooglepraar aan de Hebrceuwsche Universiteitte Jeruzalem spreken sterk tot onze verbeelding. Chassidlsme Hét meest bekend werd Buber ïn West-Europa door zijn. geschriften over het chassidisme, een mystieke strooniing onder het. Jodendom van Galicië; die in modernen tijd ver zand was in bijgeloof en nog slechts een ongezonde vcreering van won- derrabb |jnen opleverde. Ingoedkoop.e boekjes en onaan zienlijke pampletten,.waren echter nog de verhalen bewaard van en over" de eerste verkondigers van de chassidische leer,, de Baal.Sjenit Óen grooten Maggid en Rabbi Nachman. Deze verhalen, die door Buber zelf legenden genoemd worden, maar die evenzeer doen denken aan de mythe en aan het sprookje, heeft hij ver taald en voor de Westersche wereld aannemelijk gemaakt. Een dergelijke vertaling is het moeilijkste werk, dat men zich kan voorstellen. Dat het aan Buber ge lukte is alleen te begrijpen uit de twee werelden, die' z|in geest hebben gevoed. -Hij ..is - -geboren-, in een Poolsch-Joodsche omgeving, maar gevormd, en opgevoed .werd "hif in het hoogculturcele en welvarende Weenen van het einde der twintig ste eeuw, Als dan het redelijk den ken geen uitsluitsel geeft over de. laatste dingen, zjjn het dé oude ver halen van zijn volk op zijn geboorte grond, die in den fluisterenden vorm van de mythe de schier onverwoord- bare geheimenissen openbaren. Zoo kon hü het gebouw der spe culaties optrekken, reikend tot aan wat Pascal noemde den „God der: filosofen"; maar. ook innerlijk onbe vredigd, den weg voortzetten en een verkondiger worden van den „God van Abraham, Izaak ,en Jacob". Op het oogenblik zjjn de werken van, Buber, slechts antiquarisch en met grooté moeite te krijgen. Daarom mogen we dankbaar z|jn, dat de uitgeverij De Driehoek met ,,De vertellingen van Rabbi .Nach man", verzameld/ vertaald en inge leid door Jef Last, althans een klein deel van.deze zoo rjjke Chassidische literatuur op uitstekende wijze bin nen ons bereik heeft gebracht. En we verheugen ons zeer, dat wij straks Buber zelf zullen hooren over het onderwerp „Der Weg des Menschen nachChassidischer Lehre'\ Een nieuw Oud-Testament IX/TaAR ook nog op andere wijze heeft Buber zich een vertaler bü uitstek getoond. Samen met Ro- senswelg begon h|j in 1925 aan een nieuwe vertaling van het Oude Tes tament. In de verantwoording daar van merkte hij op, dat de He- breeuwsche Bijbel wordt gelezen in een versleten, begripstaal en dat men vergeten is, hoe de Schrift be stemd was niet om gelezen, maar om voorgedragen té worden. God beveelt Jozua niet, dat het buek van de wet: hem niet wijken zal uit het oog, maar dat het hem ntet wijken zal uit zijn mond en dat hij daarin dag en nacht zal preve len, dlw.z. de intonatie met zachte stem zal nabootsen. Op grond vanr dit beginsel is een merkwaardige vertaling voor den dag gekomen, niet als een stuk meer of minder vloeiend proza, j maar geschikt voor een mondelinge j voordracht, die het oorspronkelijk Hebreeuwsch zon g«;trouw mogelijk volgt. Er Is op deze vertaling heel wat aangemerkt en niet ten on rechte men heeft o.a. gezegd, (lat het Duitsch geen Dultsch meer was doch ccn soort van Bube- riaansch, laat het zoo zijn, nie mand kan aan do bekoring van deze vcrtallim ontkomen. Ik verklap geen geheimen, wan neer ik zeg. dat Buber's vertaling steeds op de tafel ligt van hen. die in opdracht van het Bijbelgenoot- schan bezig z|jn het Onde Testa ment In het Nerierlandsch te verta len. Ook daar. te midden van nuch ter. cn crïtisch onderzoek, ïs. z|jn vertaling van groot gezag. Buber is eert uitstekend kenner van het Hebreeuwsch en van de •wereld van het Oude Testament: de theologen zullen zich met blijdschap voorbereiden op z|jn onderwerp „Die Verheiszung des Landes". waarbij hö hoopt in te gaan on de relatie'tusschen akkerbouw en reli gie in het oude Israël. Optimistisch Zionist Plannen en hoop voor den wedPr- opbouw van Griekenland, opsevat terwijl hij kroonprins was.'werden door Koning Paul van Griekenland eeninterview met w Assoqiated Press Ijeachreven. ■Koning Paul verklaarde:„Wij moeten ons eigen volk én - het bui tenland tóón en. dat vnj aan het werk kunnen gaan met onze eigen handcé ternjjl w|j niet steeds maar hulp van buitenaf verwachten.r ja dit..; land moeteen :nïeu*"e; geest; vaardig worden.1*. Koning Paul zei, dat hij zijn ideeën afgeleid had van soortgelijke opvattingen V Denemarken en; En; grfand.^-."f- 'fjC-: Hij. zei: ..Het volk dat een kracht en een. uithoudingsvermogen:ge toond hééft als het Grieksche. kan alles. Ik ben zeer optimistisch.*1 Wat dé toestand in Griekenland betreft zei hij: „Ik hoop, dat spoedig een einde aan den strijd zalf komen en dat wij J- succes zullen hebben. Ik hoop, da, wij ./al die menschen spoedig een vredig en na tuurlijk leien kunnen geven." - v De nieuwe koning zei. dat do moeilijkheden in Griekenland hun oorsprong vonden C in financieele moeildkheden. Wanneer iedereen, aan het werk kon gaan zouden, er minder de bergen intrekken. ..Wij kunnen natuurlijk niet alles do in nti dé zaken er zoo hü staan." Ko- j.ning Paul' weigerde nver deinter-. j nationale politiek te snreken. „Ik j ben er juist mee begonnen eh het I zal ccn heel werk zijn het allemaal i te weten te komen. Het eerste doel lis: het intellectueele leven van di1- land od hooger peil te brengen. Ik wil het nationale onderwijssysteem veranderen, meer sport en athletiek. minder.theorie en meer hcroepstrai- ning. Ik wil ook nationaal onder wijs voor deVvolwassenen, lezingen, bibliotheken, reizende bibliotheken en opvoedende films. Ik héb in De nemarken op dit gebied' wonderen gezien en ik was onder den indruk van een bezoek aan een onderwijs centrum voor volwassenen in Enge land, Zijn liévehngeolan schijnt ech ter, een wegenplan te zijn. Hij vertelde, dat1800 van dé 3000 Grieksche dorpen door den oorlog: verwoest waren én dat er een wedstrijd voor architecten ge houden zal worden voor plannen voor wederopbouw van deze 'dor pen." --n;;:'cc TEN slotte wil ik nog wijzen op een derde facet van Buber's le ven en werken. Hij is van jongs af aan een Zionist geweest met een levendige en geheel eigen visie op het probleem Palestina. Sinds 1938 is h|j aan de He- breeuwsche Universiteit van Jeru zalem verbonden en wordt hij ge confronteerd met dat moeilijke pro bleem, dat Engelschen, Arabieren en Joden samen móeten oplossen. En hoewel dé jarert zijn'"geklommen draagt de bijna 70-jarige met de zelfde helderheid en diepte van geest ook hiertoe zjjn' deel bij. Nog onlangs zag Ik op de Rosenthaüana een boekje met het verslag van een recente conferentie, - waarin Buber tegenover het Engelschc bestuur zijn mcening uiteenzet over de mo gelijkheid van samenwerking tus schen Arabieren en Joden, de pac- dagogische beteekenis van den twee-taligcn staat, waarin men- schengroepen van verschillenden aard: de kans krijgen om te toon en wat men met goeden wil vermag. Dat Buber zich den nieuwen op bouw van Palestina voorstelt in so- cialistischen geest kan hén niet verwonderen,die. z|jn velé publica ties al langer volgden. Het zajn vooral deze kanten van Buber's werk, die naar voren zullen komen op de conferentiete Bentveld. 'M. A. BEEK. Frank Sinatra was dezer dagen j in een van de studio's te Holly- wood juist bezig „O, what a beautiful morning" te zingen, toen twee minder poëtische po-, litiemannen hem in dc rede vie- len en hem voor den rechter 5 l brachtén. j Hij had namelijk den journa- 5 list. Lee Mortimer volgens diens aanklacht i,met één slag geveld" gedurende een relletje in een 5 nachtclub. Voor den rechter gaf hij vroolijk toe, geen 500 dollars borgtocht bij zich te hebben, j waarna eenige Journalisten, rech- ters en de publieke tribune het bedrag voür hem collecteerden, s Als hij wordt veroordeeld, wordt het waarschijnlijk duizend l z dollar boete of zes'maanden. Iemand stuurt 'smij een foto'tje uit41 het Land van Belofte, .waar men van alles genoeg - en-dan-nog-mcer heeft uit Zwitserland, Rechts water; de Züricher Limmat Middenin een leu ning, van een brug of van een balustrade. Links een groep op-- gewonden, blije mcis- drijven, den Van dui- renden flikkerlichten schitterenden horizon vierden door hun kwel' tegemoet, waarachter geesten 'langzaam, aan de Zee van Holland een touwtje tc laten ruischf,- zakken en aan den Hef .is ondenkbaar. stroom van de Limmat Papiernood in het toe te vertrouwen. Hef land, was een mooi gezicht zooals de golven de „Dat ntet alleen", zet wit-blauw-roode 'vloot het eindcxamenklantje, van schoolzonden, ge- met wie ik hef boyen- leerdheid en jeugdmi*- staande besprak„maar lukkingen meevoerde, verbeeld-je dat al die „..waarheen?Naar de conf ei li-rommel den jes van zevcntienjacht- verre zeer de vergeiel- verkeerden kant op- tien jaar. hciddrijft, onder de brug- Tusschen de uitgela- gen door, naar Usel- ieh meisjes, die aller- Wij zien ze al bij monde cn Kralingsche lei-- wilde werp-bewe- elkaar staan, twee, drie Veer, omdat wij tij cn gingen maken, cn het dik, pp het wèsicr wind fegen hebben, stille donkere water vpetpad van de Maas- Voor zulke pretjes zweeft allerlei wits, brug, al de Rotterdam- moct-je het tij mee- Het onderschrift sche eindexamcp-H.Bé hebben, en den wind zegt: „een aantal mcis- S—crs, e'tndexamengym- achter,Zwitserschen jes van het gymnasiumnasiasten, kweekscho- wind van 1947'',.,. hebben eindexamen ge- lieren, lycéïsten, en al En ztj keek verwon - daan en nu zijn zij die anderen, om jui- derd op, toen ik licht naar het meer gerend, chcnd aan de golven ontroerd zcidc: „Jij om haar schriften cn van de voedster van behoeft niet. bang tc andere afgedankte pa- hun stad hun''overtollig zijn voor den uitslag, pieren te water te gooi- geworden schriften en Doe Jij maar elndexa- cn. Ook waren er, die papieren toe tc ver. men. Jli bent niet sen- dit ieder jaar terugkee- trouwen, in dc hoop timcntccll. 'n Echte rend eindexamenfecst dat ze naar zee zullen Rotterdamschei". KONING PAUL I: „Wij moeten het buitenland toonen, dat wij aan het werk kunnen gaan met onze eigen handen". ALS EEN GROOT MEN SC. JS 'iiw geld 'ook'zoo dikwijlsS^p?i Ik zat thuts én had twg&5Jceh voor de rest van dc- meana,. Np. zichzelf is dat niet zoo erg,Vmaac de man die belde en dc kwitantie van f 3-80 weer eens kwam -lalt zien, had iets pan nóu-laai-ik-m niei-meer-wegsturen in de oogei Ik zal een beetje met hemy maar opeens schoot me het spaa trommeltje van mijn zoontje fc b'in hen. De visite, doet daar tellcégs guldens in én hij koopt er nood tva voor. omdat hij de prentkuhsfijvgn de Munt óp zichzélf al genot genoe^ vindt,Jk haal er zoolang viezjgv^- den uit", dacht'ik. Toch voel jeje een schooier,\alf je met zoo'n doel de kinderkamer; ingaat. Hij zat met zijn blokice maar wilde wel eens weten-wat?#* kwam doen: „Niks," zei ik 'vaagde» pakte het doosje van de kast. Nu kwam hij op de been.- „Da's van mij," stelde hij vajf.% ,Ja natuurlijk, vent, maar pappi heeft het éven noodig," zei wilde luchtig wegstoppen' jnétNz kapitaal, maar nu opende: hijNzij' mond en gaf een kreet af, d[êM; vogels uit den boom deed tuimeieiii' Ik nam hem op mijn knie en hiel A een lang, helder beloog tegen hefrr; sprak over „later <ernggev?«"4^fn trachtte hem zelfs lekker te make^ met rente, maar hijkeek 'cal lee" maar betraand naar zijn tromhieltj en besloot trcurig:.,jk heb 't gekrèr ge.-." waar geen speld tusschen te krijgen was. „Komt er nog wat -van?" riépjd man ongemakkelijk uit de gang/*' Ik kreeg een idee. „Weet je wat je nou mag?/.- ik feest elijk, nou mag jenaar idle, meneer toegaan en nou mag 'jé/he als een groot mérisch,: vierf gutdfc aan dien meneer betalen!" lk keek er zoo stralend bi/,^a hij mee ging glimmen. „Vooruit loop maar;'riaap|fie*!' toe*-riep .ik, als gold'het'een-uitgl lezen pretje. En daar ging hij ,met HjpMuim mcltje. En daar stond hijNawiM voeten van dienmager.éhT.'H.étnM^] hield hem zijn schat voorhofMne een bonbonnière was.- „Zal ik het er maat effë^ufin men?" vroeg de man zuur.': Mijn zoontje knikte roydal En toen de deur weër.;dichtjêjw._. en de kwitantie betaald drBaldë^i zich naar mij) om en zclNjërheek lijkt: „Net als een gr ooi rnémc hè pappie?" Ik heb wel geknikt, tiiaarnl&je^ fhoustasf,want /'op/daf^qö^Si'/ was mijn \vaardeeringvoor/gr^^; menschenbepaald. gcringN^^^^" Voor het ingenieurs-exam werktuigbouwkundig/ingenié slaafde D. C. Stoppelenburg^ Rotterdam; voor hetprop'.'^ electrotechnisch ingenieuf.é'jB. Bakker te Sliedrecht;vbórX ingenieurs-cxamea scheep kundig ingenieur A. -Aider te Rotterdam. j; T N CAMILLE WILLOCQ huizen twee wezens. Wanneer hjj in" een kloostervertoeft, wil hjj even later ineens naar de wereld terug; en als h|j zich door het wildbruisende le ven omspoeld weet, snakt-hij naar de zuivere rust. van het klooster, aldus Cola Debrot's novelle Bid voor CamiUc Willocq, Eik-uitgave van J, M, MeulenhoffA'dam. De meeste menschen worstelen met zoo'n dubbel Ik en vaak vin den zij, onbewust, een rustgevende bevrediging in een vriendschap of in een liefde met een totaal andere natuur. Camille Willocq vindt z|Jn tegen speler in Luclen Nox (men vraagt zich af, of de auteur met opzet een naam heeft gekozen die zoowel aan licht als aan duisternis herinnert). Met dit contrastccrend complement van z|jn eigen wezen gaat Camille Willocq naar het Jezuïetencollege; Luclen Nox echter wendt zich weer de wereld toe em wordt schrijver van het boek De Glimlach van het Kreng, dat in roomsch-katholieke kringen afschuw verwekt. Als Camille monnik is gewórden, ontvlucht hy de ph en de stille diep ten der overpeinzing,, en langs een noodlottige kronkellijn loopt hij Lu- den Nox weer in dé armen, wien Ufi p|j en'kap geeft; beiden leven elkanders leven verder. De vrouw in dit boek de com positie maakt haar verschijning en haar rol noodzakelijk geeft b|j zooveel gespletenheid niet ac oplos sing, maar zij is onmisbaar als leidsvrouwe, voort- en afspinster van de gedachten van den lezer.' ZU heet Emmanuèle; z|j wordt door de gelijk- en gelijkvormigheid der twee-eene makkers bedrogen en zaj vraagt zich of Camille en Luclen niet gestuurd werden door één in nerlijke eenheid, zóó innig één, dat zij door niemand konden worden gescheiden en voor haar niet te onderscheiden waren. Zoo'n gegeven is beklemmend. Het is noodlottig en gehelmzin- hig;.'-;. ïet brengt het bloed van den le zer aan het jagen -— hij waant koorts te hebben, maar het is feite lijk ook koorts waardoor Camille's gedachtenleven wordt- gekenmerkt dc koorts van zich gestuwd..te wanen "en achteraf te beseffen zelf gegaan te z|jnachter een dwang gedachte aan. Dit is heel wat anders Üan daags een wolkkolomte volgen en 's nachts een vuurzuil, waarvan het oude Testament- spreekt in Exodus XIII, en toch is, hoe vreemd het ook klinkt, de structuur van Cola De brot's Camille Willocq christelijk: de spanning tusschen lichaam- ziel zou h|j verzoend willen .zién de liefde. -'%ig7 Nog lang zal men over dit-wér spreien; als .men het; over;jCarr van Bmggen'heeft?'(Eya?ië-aI)E/ over Sartre? dan zal mén-ookjïu Cola Debrot's CamiUe WilloÓFjg pen om een of ander onderd eelt va z'n betoog te s tav en. Alsmen|Hö," dan klaarspeelt net? zulke/:lnhgo' fedragen', golvende volzinnen ruiken als Cola Debrot's zelf,'-;-me evenveel klank en evenveel' zintuig lljke sensibiliteit, dan is -men1 knap En dat is men ook, als men erover yeel.sfeer.-in. weet: te leggemrr - - J. w. DEBÖ DE „Daily Herald",het der Britsche Labourpartlj,.;wljd een hoofdartikel aan de^ NedeflaD^; sche hulp bij het: droogmakend^: overstroomde gebiedem-m- EngelJua' waarin het volgendegezegd: wordt 's V/erelds grootstc deslcundigenlpp het gebied van den Btrijd tegen|het water hebben arbeldskrachtcn/fen machines naar de overstroomd^Tan- derijen van Groot-Brlttannië;|ge- stuurd., Wij konden: geen béteré^èd meer bekwame bondgéhobtéh|tofe bengekozen. "'^^9 Nog geen twee jaargeldenl/tócB de Britsché en C an a d e csch e: .trpepen Nederland bevrijdden, zagen?délNèL derlanders hoe een tiende^vah/bub vruchtbaar bouwland: door binnen? stroomend water van zeeëhfenf ii; vieren werd overstroomd. .De/Düit1 schers veroorzaakten overstróomin gen om zich te verdedigen èrilbllë zen tenslotte uit wraakde^dyk'; van een pas drooggemaaktf.gebi ten Noorden van Amsterdam'op// Eca ieder.' dié.dé 'reusachtige/lffa. nen cn pompen in die gebiédénfi'' de jasen 1945 en 1946 heeft zien oyer ken, is er van vcrzekerd,- dat de/N derlanders een machtige thljdralg zullen leveren bij de/ drob'gmËkin" vanoverstroomde - gebiedfeiU-linpfi- Oosten - van Engeland. WlJ /hédfl" niet venvacht, datNederland^zö cpoedig reeds ih.de gelegenheidazq; worden gesteldrom -den./Britócb'- steun te beloonen.- Het":wcer/hécf ons evenzeer getroffen als de-ÓÖrlÓ de Nederland sche boeren. Wij moeten het voedsel heb! dat onze overstroomde landèrU kunnen opbrengen. Wij verwelko' dankbaar onzen trouwenr.vri de overzijde van de Noordzea'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1947 | | pagina 5