r
i
Hooggeleerde Rotterdamsche vertelt
MARTIN BUBER, vertaler
uit het Hebreeuwsch
Muziekauteursrechten in de
Vereenigde Staten
Bid voor Camille Willoc
Prof. dr. C. H. Emilie Haspels
droomde als meisje reeds
van opgravingen
W,
Liefde voor de
antieke wereld
DE VROUW EN
v HAAR WERK
KNOEIEN
Merkwaardig huwelijk
Oude Testament in
een nieuw licht
Contract tusschen Amerika en
Nederland gesloten
Hollandsche muziek
in de USA
Koning Paul is
optimistisch
En zit col plannen
,0, 'wat een mooie
I mórgen" j
Examens
Innerlijk duel in novelle
Gespletenheid
Albions probleme
ook de onze?
E zitten tegenover een hooggeleerde oad-stadgenoote en luisteren
geboeid naar wat 7.y te vertellen heeft over haar jeugd en haar loopbaan.
Nu niet bepaald een carrière, zooals je die eiken dag tegenkomt! Op den
leeftijd, waarop andero meisjes knikkeren, hoepelen en hinken, droomde
zij ^nan, eens opgravingen to mogen doen
het Fransche Instituut te Athene,
getiteld: AtticBlack-figured Le-
kythoi", en handelende over een be
paald soort oliekruikjes.
Terug in Holland kreeg ze het
vereerende verzoek van het Fran
sche Instituut te Istanbul, Turkije,
om een opgraving in Klein-Azië te
leiden op het terrein van de zgn.
Midas-stad. Helaas moest- dit werk
ophouden door het uitbreken van
den oorlog in '39.„Mijn architect
assistent, een Franschman, moest
opkomen en Frankrijk zou geen
geld meer kunnen zenden.......Een
ontzaglijk werk; om zoo'nbp gang
zijnde opgraving, waaraan tweehon
derd arbeiders meededen, binnen
een paar uur stop te zetten... Wij
waren al diep afgedaald in de door
aarde bedekte trappen, die, tn de
rota gehouwen, van het plateau van
de stad naar omlaag daalden"......
HA.AR liefde voor hét oude werd
nog aangewakkerd door het be
zien van de reproducties der an
tieke wereld, door haar in Rome ge-
horen moeder, meegebracht en in
het oude patriciërshuis aan de Nieu-
we Haven, later, aan het Haring
vliet, opgehangen. Ka het Mamix
Gymnasium doorloopen te hebben,
ging zij in Amsterdam talen studee-
ren. Prof. Six doceerde daar de bij
vakken archeologie "en kunstge
schiedenis.
„Wat heb ik in het begin die bul-
tenlandscho studenten benijd) die
niet, zooals wjj, eerst oude talen
moesten doen, maar direct met ar
cheologie konden beginnen. Eater
zag ik in, dat ze wel eerder klaar
waren dan wjj, maar niet zoo goed
onderlegd," zegt prof. dr. Haspels,
en er gljjdt over haar gezicht, om
lijst door een zware vlecht, een
glimlachje, dat verdwijnt wanneer
ze rnct nadruk vervolgt: „Van heel
veel kanten hoor ik: „Hè, wat een
interessant vak, dat moet mijn
Toosje later ook gaan doen." Laat
men toch, vooral de moeilijkheid om
na de studie een baan to vinden,
niet onderschatten.
Ikzelf ben leerares oude taton ge
worden op een lyceum in Zutfen,
later in Utrecht, waar ik 's mid
dags assisteerde op het Archeolo
gisch Instituut."
Na twee laar kreeg ze een beurs
van het Utrcchtsch Philologisch
Studiefonds, dat leeraren in de oude
talen de gelegenheid geeft, de lan
den der oude beschaving te bezoe
ken. Dit was een belangrijke stap
nader tot do verwezenlijking van
haar ideaal. In Oxford studeerde ze
eerst Grieksche ceramiek b|j den
wcrcldvermaarden prof. Beazley,
die lachte, toen ze na 'n half laar
spijtig zei: „Nu moet ik naar Grie
kenland"Ik had het gevoel, wel
eeuwig daar te kunnen blijven door-
studeeren.'/ zegt ze. „maar later
ben Ik toch met tusschenpoozen
weer naar Oxford teruggegaan."
Vier jaar naar Griekenland
V ERSCHILLENDË landen heb-
ben in Athene hun eigen insti
tuut voor archeologie, het oudste is
het -Fransche. dat dit jaar z|jn hon
derdjarig bestaan viert. Vreemde
lingen uit kleine landen, die geen
eigen instituut hebben, kunnen daar
terecht. Ze was er als eenige vrouw
tusschen collega's van zeven ver
schillende nationaliteiten en kon
met Fransche. Engolsche en Duit-
sche expedities mee. omdat ze als
N ederiandsche niet aan een eigen
instituut vastzat.
Het halve jaar in Griekenland
werd... vier jaar, want er volgde
nog oen beurs van- hetzelfde fonds
en tweemaal een van het Utrecht-
sche Universiteitsfonds. telkens:
Hoogleeraar in Turkije
PROF. HASPELS werd benoemd
tot buitengewoon hoogleeraar
in de klassieke archeologie aan de
universiteit van Istanbul. Ze gaf
voor e-en jaar. „Ik vond het er heer
lijk," zegt prof. Haspels.'
„Meestal huurden we een huls in
zoo'n dorp of kampeerden wc in
tenten. Dan besef je pas, hoeveel er
van die plattelandsbevolking nog
aansluit bii de antieke wereld: de
vrouwen, die nog net zoo haar
graan stampen en brood bakken als
honderden jaren voor Christus, de
visschcrsscliuit. die nog net zoo uit
vaart als op de vaas-tcekenlngen,
met- de Toeters cn den stuurman
rechtop staande bij het roer
In zoo'n dorp is de opgraving hét
evenement: oude grijsaards, die niet
mcc kunnen werken, komen kijken
en blijven op den rand van de op--,
graving zitten, kinderen, kómen je'
ccn scherf brengen, die ze onderweg
gevonden hebben, en vragen, of je
dat ook soms gebruiken kunt.
De mcnschen waren overal aller
vriendelijkst! Wij assistenten moes
ten de dingen, die gevonden werden,
beschrijven, lijmen en catalogisee-
ren. In den winter met zijn regen
en korte dagen werd er niet gegra
ven; ik ging dan naar Oxford te
rug."
{Opgravingen en een boek
N 1D32 leidde zc zelfstandig haar
eerste expeditie op Thasis, een
eiland in de Noord-Aegeische zee en
vond daar vaasfragmenten, die in
hel Nationale Museum van Athene
te zien z|Jn. Hierna volgde een reis
langs de- Europeesche musea om
studiemateriaal te verzamelen voor
haar boek, dat in 1936 in 't £n-
gclsch verscheen als uitgave van
XJET tijdschrift Wending publi-
ccerde een artikel over den
Franschen tooncelschrijver Jean
Arnouilh. In zijn laatste stuk, Ro-
méo ct Jeannette, zegt deze:
„Knoeien moet je, met alles moet
je.knoeien, met je zelf bovenal. Dat
is het eenige middel waardoor die
ander daarboven je met rust laat.
Hij heeft een zwak voor knoeiers;
hij is bi bijziend, öf wel hij slaapt".
Deze krasse uitdaging zou beant
woord kunnen worden met de
stichtelijke opmerking, dat het nog
de vraag is of God slaapt dan wel
Arnouilh zelf. Maar met zulke
stichtelijkheden, zelfs al -zjjn ze
-waar, komen wij niet zoo heei ver.
Nederland stikt in de stichtelijk
heid, heeft prof. Kraemer eens ge
zegd..
Blijft het woord over knoeien.
Dat dit verkeerd is, daarover zul
len allen het wel eens z|jn. Wie
knoeit weet dat ook wel. Niemand
knoeit voor zijn plezier. Maar met
deze kennis is ae oorzaak en de
werkelijkheid van het knoeien niet
weggenomen. Bepaalde ziekten
kunnen niet door een drankje gene
zen worden. Soms kan een patiënt
alleen' in leven blijven, als h|j een
operatie ondergaat zonder narcose.
Het zou niet te verwonderen zijn,
als bleek dat wij alleen op die ma
nier van het knoeien genezen kon
den worden. En deze operatie zou
nog wel door te komen zijn, als men
eerst maar eens collectief en indivi
ducel inzag,-dat anders geen gene
zing mogelijk is. B. J. ARIS.
- -r
.ERGENS l.\ GRIEKENLAND." -
Een archeologe kijkt, utt over haar
werkterrein
haar colleges in het Fransch, En-
gelsch en Turksch, want, als
of hefc de gewoonste zaak ter we
reld is, vertelt zij, dat ze voor de
opgravingen ld Kleln-Azlë „na
tuurlek Turksch geleerd heeft, een
moeilijke taal, nergens mee te ver
geleken".
Ze is zeer te spreken over de
Turksche studenten, die volgens
haar „vlug" eu:,inlet schuchter"
zijn, en zeer geïnteresseerd in de
antiquiteiten, waarvan het in hun
land wemelt, speciaal in Istanbul,
het oude Byzantium.
In '45 keerde ze naar ons land
terug, waar begin '46 haar benoe
ming tot hoogleeraar in de klas
sieke archeologie en kunstgeschie
denis der Oudheid aan de Gemeente-
universiteit van Amsterdam volgde.
Deze functie houdt tevens in het
directeurschap van het Allard Pier-
son Museum en van het Archeolo-
gisch-Historisch instituut der uni
versiteit.
Onlangs hield prof. Haspels een
lezing in den. Kunstkring,, waar ze
tevoren de prachtige tentoonstelling
van Grieksche ceramiek heeft hel
pen inrichten. Ieder moet wel onder
den indruk ztjn gekomen van haar
belangwekkende, glasheldere be
toog, waarmee zij er voortreffelijk
in slaagde, ons van de schoonheid
der antieke Grieksche wereld iets
mee te laten beleven. Haar voor
liefde voor dit lang vervlogen tijd
perk houdt allerminst in, dat zij
een in zichzelf gekeerd, buiten de
wereld staand geleerde zou zyn:
haar behoefte cn de grootc voldoe
ning, die het haar geest om van
haar groote kennis aan anderen
mee te dee'.en, ziin hiervoor een vol
doende bew|js!
In de Antwerpsche strafgevan
genis is dezer dagen een zonder
ling huwelijk voltrokken. De be
ruchte beul van Breendonk, waar
de Duitachcrs ccn concentratie
kamp hadden ingericht, dat voor
de Belgen denzelfden klank heeft
gekregen als Vught of Amersfoort
in Nederland, werd in den echt
verhonden met een vrouwelijke
gedetineerde. Weiss, zoo heet
de man en de Rnxistische vrouw
weiden door een ambtenaar van
den Burgerlijken Stand tot man-
en-vroinv verklaard, waarna de
kerkelijke inzegening door den aal
moezenier der gevangenis verricht
wérd. Daarna vertrokken de jong
gehuwden weer naar hun cellen,
met de wetenschap, dat de voor
bereidingen voor de 'terechtstel
ling van Weiss reeds getroffen
zijn.: "V-::
In 2ijn nieuwste film, „Monsieur Vcrdoux" heeft de bekende Amerikaan-
sche filmspeler Charlie Chaplin afstand gedaan van hei door hem ge
creëerde type, dat hij jarenlang met enorm succes vertolkte. Wc zién op
bovenstaand plaatje Chaplin met de actrice Marilyn Nash, zijn jongste
ontdekking, in een der scènes. Hij speelt in deze film de rol van een
blamvbaarddie, öm zijn ziekelijke vrouw en zoon te ondersteunen,
relaties aanknoopt met rijke vrouwen, die hij ombrengt.
TE Washington heeft in hot na
jaar 19 i6 een buitengewoon
congres plaatsgevonden, van da
Internationale Conlederatie van
Muzlokouteursrechtvereenlgingen,
Deze confederatie omvat vier _af-
dcelingon. De eerste bemoeit zich
uitsluitend met de z.g. groote
rechten betrekking hebbende op
opera en tooneel. dus op die wer
ken/ waaryan'de auteur s het be
palen hunner rechten In. eigen
hand hebben en bij elk stuk op
nieuw regelen; de tweede met de
z.g. kleine rechten, die geheven
worden voor de muziek welke op
concerten, in café's enz. wordt
uitgevoerd; de derde met de me
chanische, rechten, voortvloeiende
uit de vervaardiging vanipramo-
faonplatcn c.d.; de vierde omvat
de „gens de lettre" en het innen
van de rechten op publicaties io
de pers etc.
Er zitten in. de Confederation
machtige cn kleine sociétés naast
elkander. Duitschland was vroe
ger' een der machtigste,- thans zijn
hot, de Fransche soeïétés vooral,
die in de Confédératioh hun wil
trachten op te dringen aan de
kleinere landen,, waartoe Neder
land, België en de:Scandinavische
landen; behooren. In die groote so
ciétés spelien de uitgevers egn
belangrijke rol. Zij trachten het
giootste aandeel in de auteurs
rechten aan zich te trekken en de
bepalingen, waaraan de verschil
lende sociétés zich to houden heb-
ben. haar hun inzichten te beïn
vloeden. -
Het congree te Washington
droeg een voorloopig karakter en
bepaalde zich tot- de voorberei
ding van een gTOot definitief con
gres,d a t in 1947 te Londen gehou
den zal worden. Niettemin is het
van zeer groot belang geweest,
Voor den" eersten keer kwamen,
hier na den oorlog een groot aan
tal belanghebbenden; - bijeen uit
vele Jonden, om de gezamenlijke
problemen te bespreken.
Conventie, van Washington
Voor hqt eerst waren hier ook
afgevaardigden van de voornaam,
éte ZuirJamerikaansche staten
aanwezig, die binnenkort /defini/
üef tot de.Confederatie zullen toe-,
treden. Ten slótte was dit congrés
van belang voor een beter onder
ling begrip dér Am erika ansche en
Europeesche; sociétés, die veelal'
in wezen verschillen, omdat er
andere opvattingen heerschen om
trent de verhouding tusschen au
teur en uitgever,en, daarmede
samenhangend, pmtfent: dé - rech
ten van den auteur.
Amerika is nog altijd niet af
gesloten bij do Bern er Conventie
en Tiet ziet er "niet - naar uit, dat
deze aansluiting gemakkelijk tót
stand zal komen. Er is echter een
eigen A^merikaansche conventie
van Washington genaamd, die in
vele opzichten gelijkluidend is.
met die van Bern. De ver
schilpunten zijn hierin gelegen.
.dat.-Amerika het z.g..,.droit mo
ral" niet wenscht.te erkennen en
verder per se Vast wil houden
aan zijn eisch van bepaalde for
maliteiten, dié de Borner Con
ventie niet ként.;;.
Buma en Ascap
Voor Nederland hebben de be
sprekingen o.a. er toe geled. dat
de banden tusschen de Ver een g-
de Statenvan Nbord-Amerika en
ons land nader zijn toegehaald,
doordat een wederkeerig contact
tóf stand, is gekomen tusschen de
muziekauteurs-bureaux beider
landen Buma cn Ascap.
V^De Ascap heeft tot vhor kort
zijn inkomsten, die thans onge
veer 9.000.000per jaar beloopen.
voornamelijk getrokken uit' de
radio, welke inkomsten voor het
allergrootste deel aan de compo
nisten der Tichte muziek ten goe
de kwamen. Dit. hangtisamen met
het feif dat de andere componis
ten de noodzakelijkheid om voor.
de bescherming van bun rechten
.in organisatorisch verband op te
komen nog altijd niét voldoende
inzien en zij daardoor, in veel
'grootere mate nog dan in som
mige Europeesche landen, afhan
kelijk zijn van de uitgevers.
Bij ons is het uitvoeringsau
teursrecht practisch onvervreemd
baar gemaakt door het auteurs-,
rechtbureau. Men kan zijn
werk aan een derde overdragen,
maar de voordeelen van de uit
voering blijven aan den auteur
toevloeien/V
In Amerika koopt menig uitge
ver met het recht van uitgave ook
de compositie zelf, zoodat, wan
neer de auteur niet bij; een au
teursrecht-bureau is aangesloten,
de uitgever de .volledige inkom
sten uit de uitvoeringen ontvangt
cn vrij is den auteur daar al of
niét van,snede te laten genieten.
/j'j-'-'v- Verandering pp til
Het ziet er haar uit. alsof er ih
déze situatie een- verandering op
til. is,-;ih zooverre de ernstige com
ponisten meer en meer tot aan
sluiting bij de Ascap geneigd blij
ken en ook van de zijde der As
cap de belangstelling voor serieu
ze muziek groeiende is.
Het is. nu Buma en Ascap in
nader contact zijn getreden, van
gewicht, te weten, dat het Ame-
rikaansche ...auteursbureau zich
volledig bereid- heeft - verklaard
alles te doen om de verspreiding
van de - Nëderlandsche muziek, in
Amerika te bevorderen, - Het is
'daartoe txm/; insta at, omdat het
door zijn enge 'samenwerking met
de radio-ondernemingen veelal bë-
trokkeh wordtin het opstellen
van'; radio-program ma's.
Reeds heeft Buma aan haar
Amerikaanschc zuster-organisatie
'een lijst verstrekt van de bij haar,
aangesloten auteurs en, hoopt zij
door/middel van het documenta-
tie-bureau van de door haar opge-
rfchte -Stichting Nederlandsché
Muziekbelangen binnenkort ook
.in staat te z"ijn partituren en or-
kcstmateriaai in Amerika ter be
schikking te stellen.
PAUL F, S'ANDERS
WANNEER de toestanden, in.
Palestina niet al te kritiek
worden, zal Martin Buber half April
naar Europa komen en zijn tournée
door ons land beginnen met een
cursus ïn Bentveld ln het gebouw
van .de ArbeiJersgemèenschap der
Woodhrookers. Velen. zien. reikhal
zend uit naar zijn komst, want de
geschriften, van dezen Joodschen
hooglepraar aan de Hebrceuwsche
Universiteitte Jeruzalem spreken
sterk tot onze verbeelding.
Chassidlsme
Hét meest bekend werd Buber ïn
West-Europa door zijn. geschriften
over het chassidisme, een mystieke
strooniing onder het. Jodendom van
Galicië; die in modernen tijd ver
zand was in bijgeloof en nog slechts
een ongezonde vcreering van won-
derrabb |jnen opleverde.
Ingoedkoop.e boekjes en onaan
zienlijke pampletten,.waren echter
nog de verhalen bewaard van en
over" de eerste verkondigers van de
chassidische leer,, de Baal.Sjenit Óen
grooten Maggid en Rabbi Nachman.
Deze verhalen, die door Buber zelf
legenden genoemd worden, maar die
evenzeer doen denken aan de mythe
en aan het sprookje, heeft hij ver
taald en voor de Westersche wereld
aannemelijk gemaakt.
Een dergelijke vertaling is het
moeilijkste werk, dat men zich kan
voorstellen. Dat het aan Buber ge
lukte is alleen te begrijpen uit de
twee werelden, die' z|in geest hebben
gevoed. -Hij ..is - -geboren-, in een
Poolsch-Joodsche omgeving, maar
gevormd, en opgevoed .werd "hif in
het hoogculturcele en welvarende
Weenen van het einde der twintig
ste eeuw, Als dan het redelijk den
ken geen uitsluitsel geeft over de.
laatste dingen, zjjn het dé oude ver
halen van zijn volk op zijn geboorte
grond, die in den fluisterenden vorm
van de mythe de schier onverwoord-
bare geheimenissen openbaren.
Zoo kon hü het gebouw der spe
culaties optrekken, reikend tot aan
wat Pascal noemde den „God der:
filosofen"; maar. ook innerlijk onbe
vredigd, den weg voortzetten en een
verkondiger worden van den „God
van Abraham, Izaak ,en Jacob".
Op het oogenblik zjjn de werken
van, Buber, slechts antiquarisch en
met grooté moeite te krijgen.
Daarom mogen we dankbaar z|jn,
dat de uitgeverij De Driehoek met
,,De vertellingen van Rabbi .Nach
man", verzameld/ vertaald en inge
leid door Jef Last, althans een klein
deel van.deze zoo rjjke Chassidische
literatuur op uitstekende wijze bin
nen ons bereik heeft gebracht.
En we verheugen ons zeer, dat
wij straks Buber zelf zullen hooren
over het onderwerp „Der Weg
des Menschen nachChassidischer
Lehre'\
Een nieuw Oud-Testament
IX/TaAR ook nog op andere wijze
heeft Buber zich een vertaler
bü uitstek getoond. Samen met Ro-
senswelg begon h|j in 1925 aan een
nieuwe vertaling van het Oude Tes
tament. In de verantwoording daar
van merkte hij op, dat de He-
breeuwsche Bijbel wordt gelezen in
een versleten, begripstaal en dat
men vergeten is, hoe de Schrift be
stemd was niet om gelezen, maar
om voorgedragen té worden.
God beveelt Jozua niet, dat het
buek van de wet: hem niet wijken
zal uit het oog, maar dat het hem
ntet wijken zal uit zijn mond en dat
hij daarin dag en nacht zal preve
len, dlw.z. de intonatie met zachte
stem zal nabootsen.
Op grond vanr dit beginsel is een
merkwaardige vertaling voor den
dag gekomen, niet als een stuk
meer of minder vloeiend proza, j
maar geschikt voor een mondelinge j
voordracht, die het oorspronkelijk
Hebreeuwsch zon g«;trouw mogelijk
volgt. Er Is op deze vertaling heel
wat aangemerkt en niet ten on
rechte men heeft o.a. gezegd,
(lat het Duitsch geen Dultsch meer
was doch ccn soort van Bube-
riaansch, laat het zoo zijn, nie
mand kan aan do bekoring van deze
vcrtallim ontkomen.
Ik verklap geen geheimen, wan
neer ik zeg. dat Buber's vertaling
steeds op de tafel ligt van hen. die
in opdracht van het Bijbelgenoot-
schan bezig z|jn het Onde Testa
ment In het Nerierlandsch te verta
len. Ook daar. te midden van nuch
ter. cn crïtisch onderzoek, ïs. z|jn
vertaling van groot gezag.
Buber is eert uitstekend kenner
van het Hebreeuwsch en van de
•wereld van het Oude Testament: de
theologen zullen zich met blijdschap
voorbereiden op z|jn onderwerp
„Die Verheiszung des Landes".
waarbij hö hoopt in te gaan on de
relatie'tusschen akkerbouw en reli
gie in het oude Israël.
Optimistisch Zionist
Plannen en hoop voor den wedPr-
opbouw van Griekenland, opsevat
terwijl hij kroonprins was.'werden
door Koning Paul van Griekenland
eeninterview met w Assoqiated
Press Ijeachreven.
■Koning Paul verklaarde:„Wij
moeten ons eigen volk én - het bui
tenland tóón en. dat vnj aan het
werk kunnen gaan met onze eigen
handcé ternjjl w|j niet steeds maar
hulp van buitenaf verwachten.r ja
dit..; land moeteen :nïeu*"e; geest;
vaardig worden.1*.
Koning Paul zei, dat hij zijn
ideeën afgeleid had van soortgelijke
opvattingen V Denemarken en; En;
grfand.^-."f- 'fjC-:
Hij. zei: ..Het volk dat een kracht
en een. uithoudingsvermogen:ge
toond hééft als het Grieksche. kan
alles. Ik ben zeer optimistisch.*1
Wat dé toestand in Griekenland
betreft zei hij: „Ik hoop, dat
spoedig een einde aan den strijd zalf
komen en dat wij J- succes zullen
hebben. Ik hoop, da, wij ./al die
menschen spoedig een vredig en na
tuurlijk leien kunnen geven." - v
De nieuwe koning zei. dat do
moeilijkheden in Griekenland hun
oorsprong vonden C in financieele
moeildkheden. Wanneer iedereen,
aan het werk kon gaan zouden, er
minder de bergen intrekken. ..Wij
kunnen natuurlijk niet alles do in
nti dé zaken er zoo hü staan." Ko-
j.ning Paul' weigerde nver deinter-.
j nationale politiek te snreken. „Ik
j ben er juist mee begonnen eh het
I zal ccn heel werk zijn het allemaal
i te weten te komen. Het eerste doel
lis: het intellectueele leven van di1-
land od hooger peil te brengen. Ik
wil het nationale onderwijssysteem
veranderen, meer sport en athletiek.
minder.theorie en meer hcroepstrai-
ning. Ik wil ook nationaal onder
wijs voor deVvolwassenen, lezingen,
bibliotheken, reizende bibliotheken
en opvoedende films. Ik héb in De
nemarken op dit gebied' wonderen
gezien en ik was onder den indruk
van een bezoek aan een onderwijs
centrum voor volwassenen in Enge
land, Zijn liévehngeolan schijnt ech
ter, een wegenplan te zijn.
Hij vertelde, dat1800 van dé
3000 Grieksche dorpen door den
oorlog: verwoest waren én dat er
een wedstrijd voor architecten ge
houden zal worden voor plannen
voor wederopbouw van deze 'dor
pen." --n;;:'cc
TEN slotte wil ik nog wijzen op
een derde facet van Buber's le
ven en werken. Hij is van jongs af
aan een Zionist geweest met een
levendige en geheel eigen visie op
het probleem Palestina.
Sinds 1938 is h|j aan de He-
breeuwsche Universiteit van Jeru
zalem verbonden en wordt hij ge
confronteerd met dat moeilijke pro
bleem, dat Engelschen, Arabieren
en Joden samen móeten oplossen.
En hoewel dé jarert zijn'"geklommen
draagt de bijna 70-jarige met de
zelfde helderheid en diepte van
geest ook hiertoe zjjn' deel bij. Nog
onlangs zag Ik op de Rosenthaüana
een boekje met het verslag van een
recente conferentie, - waarin Buber
tegenover het Engelschc bestuur
zijn mcening uiteenzet over de mo
gelijkheid van samenwerking tus
schen Arabieren en Joden, de pac-
dagogische beteekenis van den
twee-taligcn staat, waarin men-
schengroepen van verschillenden
aard: de kans krijgen om te toon en
wat men met goeden wil vermag.
Dat Buber zich den nieuwen op
bouw van Palestina voorstelt in so-
cialistischen geest kan hén niet
verwonderen,die. z|jn velé publica
ties al langer volgden. Het zajn
vooral deze kanten van Buber's
werk, die naar voren zullen komen
op de conferentiete Bentveld.
'M. A. BEEK.
Frank Sinatra was dezer dagen j
in een van de studio's te Holly-
wood juist bezig „O, what a
beautiful morning" te zingen,
toen twee minder poëtische po-,
litiemannen hem in dc rede vie-
len en hem voor den rechter 5
l brachtén. j
Hij had namelijk den journa-
5 list. Lee Mortimer volgens diens
aanklacht i,met één slag geveld"
gedurende een relletje in een 5
nachtclub. Voor den rechter gaf
hij vroolijk toe, geen 500 dollars
borgtocht bij zich te hebben, j
waarna eenige Journalisten, rech-
ters en de publieke tribune het
bedrag voür hem collecteerden, s
Als hij wordt veroordeeld,
wordt het waarschijnlijk duizend l
z dollar boete of zes'maanden.
Iemand stuurt 'smij
een foto'tje uit41 het
Land van Belofte, .waar
men van alles genoeg -
en-dan-nog-mcer heeft
uit Zwitserland,
Rechts water; de
Züricher Limmat
Middenin een leu
ning, van een brug of
van een balustrade.
Links een groep op--
gewonden, blije mcis-
drijven, den Van dui-
renden flikkerlichten
schitterenden horizon
vierden door hun kwel' tegemoet, waarachter
geesten 'langzaam, aan de Zee van Holland
een touwtje tc laten ruischf,-
zakken en aan den Hef .is ondenkbaar.
stroom van de Limmat Papiernood in het
toe te vertrouwen. Hef land,
was een mooi gezicht
zooals de golven de „Dat ntet alleen", zet
wit-blauw-roode 'vloot het eindcxamenklantje,
van schoolzonden, ge- met wie ik hef boyen-
leerdheid en jeugdmi*- staande besprak„maar
lukkingen meevoerde, verbeeld-je dat al die
„..waarheen?Naar de conf ei li-rommel den
jes van zevcntienjacht- verre zeer de vergeiel- verkeerden kant op-
tien jaar. hciddrijft, onder de brug-
Tusschen de uitgela- gen door, naar Usel-
ieh meisjes, die aller- Wij zien ze al bij monde cn Kralingsche
lei-- wilde werp-bewe- elkaar staan, twee, drie Veer, omdat wij tij cn
gingen maken, cn het dik, pp het wèsicr wind fegen hebben,
stille donkere water vpetpad van de Maas- Voor zulke pretjes
zweeft allerlei wits, brug, al de Rotterdam- moct-je het tij mee-
Het onderschrift sche eindexamcp-H.Bé hebben, en den wind
zegt: „een aantal mcis- S—crs, e'tndexamengym- achter,Zwitserschen
jes van het gymnasiumnasiasten, kweekscho- wind van 1947'',.,.
hebben eindexamen ge- lieren, lycéïsten, en al En ztj keek verwon -
daan en nu zijn zij die anderen, om jui- derd op, toen ik licht
naar het meer gerend, chcnd aan de golven ontroerd zcidc: „Jij
om haar schriften cn van de voedster van behoeft niet. bang tc
andere afgedankte pa- hun stad hun''overtollig zijn voor den uitslag,
pieren te water te gooi- geworden schriften en Doe Jij maar elndexa-
cn. Ook waren er, die papieren toe tc ver. men. Jli bent niet sen-
dit ieder jaar terugkee- trouwen, in dc hoop timcntccll. 'n Echte
rend eindexamenfecst dat ze naar zee zullen Rotterdamschei".
KONING PAUL I:
„Wij moeten het buitenland toonen,
dat wij aan het werk kunnen gaan
met onze eigen handen".
ALS EEN GROOT MEN SC.
JS 'iiw geld 'ook'zoo dikwijlsS^p?i
Ik zat thuts én had twg&5Jceh
voor de rest van dc- meana,. Np.
zichzelf is dat niet zoo erg,Vmaac
de man die belde en dc kwitantie
van f 3-80 weer eens kwam -lalt
zien, had iets pan nóu-laai-ik-m
niei-meer-wegsturen in de oogei
Ik zal een beetje met hemy
maar opeens schoot me het spaa
trommeltje van mijn zoontje fc b'in
hen. De visite, doet daar tellcégs
guldens in én hij koopt er nood tva
voor. omdat hij de prentkuhsfijvgn
de Munt óp zichzélf al genot genoe^
vindt,Jk haal er zoolang viezjgv^-
den uit", dacht'ik.
Toch voel jeje een schooier,\alf
je met zoo'n doel de kinderkamer;
ingaat. Hij zat met zijn blokice
maar wilde wel eens weten-wat?#*
kwam doen: „Niks," zei ik 'vaagde»
pakte het doosje van de kast.
Nu kwam hij op de been.-
„Da's van mij," stelde hij vajf.%
,Ja natuurlijk, vent, maar pappi
heeft het éven noodig," zei
wilde luchtig wegstoppen' jnétNz
kapitaal, maar nu opende: hijNzij'
mond en gaf een kreet af, d[êM;
vogels uit den boom deed tuimeieiii'
Ik nam hem op mijn knie en hiel A
een lang, helder beloog tegen hefrr;
sprak over „later <ernggev?«"4^fn
trachtte hem zelfs lekker te make^
met rente, maar hijkeek 'cal lee"
maar betraand naar zijn tromhieltj
en besloot trcurig:.,jk heb 't gekrèr
ge.-." waar geen speld tusschen
te krijgen was.
„Komt er nog wat -van?" riépjd
man ongemakkelijk uit de gang/*'
Ik kreeg een idee.
„Weet je wat je nou mag?/.-
ik feest elijk, nou mag jenaar idle,
meneer toegaan en nou mag 'jé/he
als een groot mérisch,: vierf gutdfc
aan dien meneer betalen!"
lk keek er zoo stralend bi/,^a
hij mee ging glimmen.
„Vooruit loop maar;'riaap|fie*!'
toe*-riep .ik, als gold'het'een-uitgl
lezen pretje.
En daar ging hij ,met HjpMuim
mcltje. En daar stond hijNawiM
voeten van dienmager.éhT.'H.étnM^]
hield hem zijn schat voorhofMne
een bonbonnière was.-
„Zal ik het er maat effë^ufin
men?" vroeg de man zuur.':
Mijn zoontje knikte roydal
En toen de deur weër.;dichtjêjw._.
en de kwitantie betaald drBaldë^i
zich naar mij) om en zclNjërheek
lijkt: „Net als een gr ooi rnémc
hè pappie?"
Ik heb wel geknikt, tiiaarnl&je^
fhoustasf,want /'op/daf^qö^Si'/
was mijn \vaardeeringvoor/gr^^;
menschenbepaald. gcringN^^^^"
Voor het ingenieurs-exam
werktuigbouwkundig/ingenié
slaafde D. C. Stoppelenburg^
Rotterdam; voor hetprop'.'^
electrotechnisch ingenieuf.é'jB.
Bakker te Sliedrecht;vbórX
ingenieurs-cxamea scheep
kundig ingenieur A. -Aider
te Rotterdam.
j;
T N CAMILLE WILLOCQ huizen
twee wezens. Wanneer hjj in" een
kloostervertoeft, wil hjj even later
ineens naar de wereld terug; en als
h|j zich door het wildbruisende le
ven omspoeld weet, snakt-hij naar
de zuivere rust. van het klooster,
aldus Cola Debrot's novelle Bid
voor CamiUc Willocq, Eik-uitgave
van J, M, MeulenhoffA'dam.
De meeste menschen worstelen
met zoo'n dubbel Ik en vaak vin
den zij, onbewust, een rustgevende
bevrediging in een vriendschap of
in een liefde met een totaal andere
natuur.
Camille Willocq vindt z|Jn tegen
speler in Luclen Nox (men vraagt
zich af, of de auteur met opzet een
naam heeft gekozen die zoowel aan
licht als aan duisternis herinnert).
Met dit contrastccrend complement
van z|jn eigen wezen gaat Camille
Willocq naar het Jezuïetencollege;
Luclen Nox echter wendt zich weer
de wereld toe em wordt schrijver
van het boek De Glimlach van het
Kreng, dat in roomsch-katholieke
kringen afschuw verwekt.
Als Camille monnik is gewórden,
ontvlucht hy de ph en de stille diep
ten der overpeinzing,, en langs een
noodlottige kronkellijn loopt hij Lu-
den Nox weer in dé armen, wien
Ufi p|j en'kap geeft; beiden leven
elkanders leven verder.
De vrouw in dit boek de com
positie maakt haar verschijning en
haar rol noodzakelijk geeft b|j
zooveel gespletenheid niet ac oplos
sing, maar zij is onmisbaar als
leidsvrouwe, voort- en afspinster
van de gedachten van den lezer.' ZU
heet Emmanuèle; z|j wordt door de
gelijk- en gelijkvormigheid der
twee-eene makkers bedrogen en zaj
vraagt zich of Camille en Luclen
niet gestuurd werden door één in
nerlijke eenheid, zóó innig één, dat
zij door niemand konden worden
gescheiden en voor haar niet te
onderscheiden waren.
Zoo'n gegeven is beklemmend.
Het is noodlottig en gehelmzin-
hig;.'-;.
ïet brengt het bloed van den le
zer aan het jagen -— hij waant
koorts te hebben, maar het is feite
lijk ook koorts waardoor Camille's
gedachtenleven wordt- gekenmerkt
dc koorts van zich gestuwd..te
wanen "en achteraf te beseffen zelf
gegaan te z|jnachter een dwang
gedachte aan.
Dit is heel wat anders Üan daags
een wolkkolomte volgen en
's nachts een vuurzuil, waarvan het
oude Testament- spreekt in Exodus
XIII, en toch is, hoe vreemd het ook
klinkt, de structuur van Cola De
brot's Camille Willocq christelijk:
de spanning tusschen lichaam-
ziel zou h|j verzoend willen .zién
de liefde. -'%ig7
Nog lang zal men over dit-wér
spreien; als .men het; over;jCarr
van Bmggen'heeft?'(Eya?ië-aI)E/
over Sartre? dan zal mén-ookjïu
Cola Debrot's CamiUe WilloÓFjg
pen om een of ander onderd eelt va
z'n betoog te s tav en. Alsmen|Hö,"
dan klaarspeelt net? zulke/:lnhgo'
fedragen', golvende volzinnen
ruiken als Cola Debrot's zelf,'-;-me
evenveel klank en evenveel' zintuig
lljke sensibiliteit, dan is -men1 knap
En dat is men ook, als men erover
yeel.sfeer.-in. weet: te leggemrr
- - J. w. DEBÖ
DE „Daily Herald",het
der Britsche Labourpartlj,.;wljd
een hoofdartikel aan de^ NedeflaD^;
sche hulp bij het: droogmakend^:
overstroomde gebiedem-m- EngelJua'
waarin het volgendegezegd: wordt
's V/erelds grootstc deslcundigenlpp
het gebied van den Btrijd tegen|het
water hebben arbeldskrachtcn/fen
machines naar de overstroomd^Tan-
derijen van Groot-Brlttannië;|ge-
stuurd., Wij konden: geen béteré^èd
meer bekwame bondgéhobtéh|tofe
bengekozen. "'^^9
Nog geen twee jaargeldenl/tócB
de Britsché en C an a d e csch e: .trpepen
Nederland bevrijdden, zagen?délNèL
derlanders hoe een tiende^vah/bub
vruchtbaar bouwland: door binnen?
stroomend water van zeeëhfenf ii;
vieren werd overstroomd. .De/Düit1
schers veroorzaakten overstróomin
gen om zich te verdedigen èrilbllë
zen tenslotte uit wraakde^dyk';
van een pas drooggemaaktf.gebi
ten Noorden van Amsterdam'op//
Eca ieder.' dié.dé 'reusachtige/lffa.
nen cn pompen in die gebiédénfi''
de jasen 1945 en 1946 heeft zien oyer
ken, is er van vcrzekerd,- dat de/N
derlanders een machtige thljdralg
zullen leveren bij de/ drob'gmËkin"
vanoverstroomde - gebiedfeiU-linpfi-
Oosten - van Engeland. WlJ /hédfl"
niet venvacht, datNederland^zö
cpoedig reeds ih.de gelegenheidazq;
worden gesteldrom -den./Britócb'-
steun te beloonen.- Het":wcer/hécf
ons evenzeer getroffen als de-ÓÖrlÓ
de Nederland sche boeren.
Wij moeten het voedsel heb!
dat onze overstroomde landèrU
kunnen opbrengen. Wij verwelko'
dankbaar onzen trouwenr.vri
de overzijde van de Noordzea'