KERSTNACHT AAN ZEE '1 133 Waarin GIJSBERT met de Kerstengel spreekt Mariemma naar Amerika r Winkel - etaleur Kerstverhaal door Bert Voeten VJ Verkoudheid nog steeds Nog één voorstelling in de Rotterdamse schouwburg Rotterdams elftal HULSTKAMP Woensdag 24 December 1947 TOEN ik naar het restaurant aan 1 de boulevard liep, ontmoette ik de vuurtorenwachter, die juist het baken had ingeschakeld. Het licht kwam langzaam op in zijn hoge glazen kooi. maakte de vaalgrijze schemering rondom rossig en zakte weer weg. Achter het duin raasde de zee alsof zij een dagenlang opge kropte woede wilde uiten. Meeuwen zeilden pijlsnel landinwaarts. Wol ken zand joegen ons tegen en de draden der seinmasten naast de to ren zongen gierend. „Dat noemen ze Kerstweer," riep Arends, die naast mij liep we moesten dezelfde kant uit. Het don deren van de branding deed 2ijn stem als uit de verte klinken. „Gaat U niet naar de stad?" ,,Ik> weet het nog niet. Misschien blijf ik wel hier," zei ik. „Je moet er maar plezier in heb ben." meende de vuurtorenwach ter en hu trok de kraag van zijn jekker hoger tegen ziin gezicht. „Ik zou het wel weten als ik vrij was. Maar U begrijpt.... ze kunnen me hier niet missen. En met dót weer! Ik vertel U dat we een storm krij gen die ons heugen zal. De weer berichten zijn ellendig slecht. Kom, ik ben thuis. Als ik U niet meer zie: prettige Kerstdagen." Hij zei het zonder spot en we drukten el kaar hartelijk do hand. Op de boulevard was de wind heer en meester. Ik liep ver voor over. met stijve benen en hoog op waaiend haar. De blinden voor de lege dépendances der badhotels klapperden. Enorme golven braken op het strand uiteen. Ik voelde het zout neerslaan op mijn lippen. Door de snel vallende duisternis drong nu enkel het licht van het restaurant, waar ik elke dag mijn maaltijden gebruikte. Ik \va3 de enige gast, hetgeen met zich bracht, dat de ser vice, die anders over tientallen ver deeld ^verd. nu geheel op mij werd geconcentreerd. Tijdens mijn ver blijf in het zeedorp, waar ik mij in het zomerhuisje van een vriend had teruggetrokken, was het restau rant mij stilaan tot een oase ge worden, die ik tweemaal daags met een zeker welbehagen betrad. Meer dan een maand had ik on afgebroken gewerkt aan een nieuw boek. Ik was gewend geraakt aan de eenzaamheid en aan het verkeer met de zwijgzame dorpsbewoners. Ik dacht weinig aan de stad en het geen ik daar had achtergelaten. Maar toen Kerstmis naderde werd ik onrustig en besluiteloos. Nu eens nam ik mij voor op Kerstavond terug te keren, dan weer stelde ik mijn vertrek uit .tot Oudjaar. De woorden van de vuurtorenwachter hadden mij opnieuw aan het wei felen gebracht. Zou ik toch maar niet teruggaan, er een week uit breken? Het zou goed zijn. En ik kon im mers na Nieuwjaar mijn „kluis" weer betrekken? In de gang van het restaurant kwam de geur van gebraden koniin mij tegen. Tafelzilver rinkelde En toen ik binnentrad gaf de krakende radio een bericht van de stormwaar- schuwingsdienst door: „Weest op Uw hoede!" Buiten huilde de zee. LS een gek holde ik met mijn 1 x koffer de donkere dorpsstraat af, maar toen ik bij de bushalte kwam stond daar niemand meer. De flakkerende gaslantaarn aan de gevel van het hoekhuis gaf te wei nig licht om op de dienstregeling iets te kunnen onderscheiden. Tk probeerde het met lucifers, doch de een na de ander waaide uit. Och, wat had het ook voor zin? Ik wist nu wel dat'de jaatste bus weg was. En daar ik niet over voldoende geld beschikte om een taxi te bestel len, zat er niet veel anders op dan terug te gaan naar het huisje. Ik bleef nog even dralen, alsof ik ver wachtte. dat iets mij deze Kerst avond in het trieste, door do storm verdoofde kustdorp zou besparen. De maaltijd in het restaurant was min of meer feestelijk verlopen, Het eten was subliem. Even voor treffelijk was de borrel die ik na afloop met de hospes gedronken had. Er bevonden zich plotseling een heleboel mensen in de zaal, drukke vrolijke mensen, die met takken hulst en dennegroen sleepten en op stoelen en tafels balanceerden met grote klokken van rood papier bo ven hun hoofd. Ik voelde mij als een eiland en op hetzelfde ogenblik stond mijn besluit vast: ik ging weg; ik zou straks in zo'n zelfde vrolijke vriendenkring binnenvallen, en als het verloren schaap worden begroet met een warme wljngroc. Als ik snel mijn koffer pakte, kon ik de laatste bue nog halen, De zee joelde mij achterna, toen ik langs de bou levard naar het huisje snelde. En nu hoorde ik haar weer joelen, har der en holler dan tevoren. Maar er was nóg iets: ik vernam voetstap pen. Zij kwamen mijn kant uit, Automatisch bukte ik mij naar mijn koffer. Ik had een onbeschrijfelij ke behoefte aan gezelschap. Er kwam een man naar mij toe. Bij bet flauwe licht van de lantaarn kon ik zijn gezicht niet goed onder scheiden. Ik zag alleen dat hij een baskische muts droeg en een punt baard. Hij was kort en breed, welke indruk versterkt werd door een zware jekker met een bontkraag. „U staat toch niet op de bus te wachten?" vroeg hij. „Die is zeker al een kwartier weg." „Dat begin ik ook te merken," zei ik, en ik had onmiddellijk spijt van de wrevel die uit mijn antwoord geklonken moest hebben. Hij sloeg er geen acht op, vroeg of ik ergens logeerde en nadat ik hem de situatie had uitgelegd, stel de hij mij voor met hem mee te gaan. „Ik ben ook alleen," zei hij. „Ik woon in het gele huis aan het eind van de boulevard, U weet wel, dat het dichtst bij zee staat." Hij sprak nerveus en ik verwonderde mij over de angst, die ik in zijn stem be speurde. Over 't feit, dat hij mij uitnodigde, na niet langer dan drie minuten met mij gesproken te hebben en zonder mij te kennen, dacht ik eigenlijk niet na. Ik vond haast dat het van zelf sprak. Zwijgend liepen we in de richting van de zee, om beurten de koffer dragend. donker en scheen op de een of an dere manier niet bij het vertrek te behoren. Toen ik nauwkeuriger toe keek, zag ik dat de muren en de vloer daar nieuwer waren dan in het overige deel van de kamer. Mijn gastheer had mijn blikken ge volgd. Hij stond op, gooide een paar blokken op het vuur en begon, snel rokend, op cn neer te lopen, daarbij de erkerruimte vermijdend. „Het was zeven jaar geleden op Kerstavond," zei hij, zijn stem uit zettend tegen het oorverdovend ge brul van de zee. „ïk zat op dezelfde plaats waar jij nu zit. Mijn vrouw lag in do erker op een rustbank. Zij was in verwachting. Wij hadden ieder een boek, maar van lezen kwam niets. De orkaan die om het huis raasde maakte het onmogelijk ie te concentreren op je lectuur. Praten declcn we ook niet. Om een gesprek te voeren zouden we hebben moeten schreeuwen. Het was tien maal erger dan nu. We luisterden, keken elkaar aan, luisterden. Het leek wel of de branding steeds dich ter bij kwam. Maar we waren niet bang. We wisten dat het huis bij zonder hecht gebouwd was en dat de zee nooit tot aan de fundamenten was geweest. „Hoor!" riep hij eens klaps en hij liep naar de erker. Zijn vinger trilde even toen hij hem omhoog stak. „Hoor je dat geruis' Zo was het toen ook. Ik heb het in jaren niet gehoord." Ik luisterde, en het was mij of ik het water nu onder het huis door hoorde spoelen en of we ons op een woonschip bevonden. ,,'t Is voor de eerste keer sinds ze ven jaar dat ik weer gezelschap heb in de Kerstnacht," vervolgde Goze- wiins. nog steeds opgewonden. „Weet je dat ik vanavond ben uit gegaan om „een mens te zoeken." zoals dat heet? Ik zal je alles ver tellen. Ik hoop niet dat het je ver moeit," Ik schudde het hoofd en luisterde gespannen naar het zuigende geluid van de zee. dat uit de kelder van het gele huis scheen te komen. Mijn gastheer schonk er geen aandacht aan en vervolgde: Het geraas van het water drong tot in de verste kieren van het dorp door. De man met de baskische muts keek strak voor zich uit, naar de plaats waar de witte lichtkegel van het baken over de duintoppen streek en weer wegzakte. Hij keek alsof hij elk ogenblik een doorbraak verwachtte, «»en reusachtige vloed golf, die het' ganse dorp verzwel gen zou. T-T ET is vannacht precies zeven M'-^jaar geleden," zei Gozewjjns. „Als ik het je verteld heb, zul je begrijpen, waarom op een nacht als deze die afschuwelijke angst mij weer te pakken krijgt." We zaten in de bibliotheek van het gele huis, een langwerpig vertrek met een open haardvuur en een diepe erker aan de zeezijde. Warme wijn dampte in de glazen. We aten Kerstcake en rookten onafgebroken. Er was een wonderlijke vertrouwdheid in ons samenzijn, alsof we lang geleden afgesproken hadden elkaar in deze Kerstnacht te ontmoeten. Gozewjjns had vóór enkele jaren een drukke psychiatrische praktijk opgegeven om zich geheel aan de studie te kunnen wijden. Een erfenis had hem in staat gesteld zich in het gele huis terug te trekken. Er verschenen be langrijke publicaties van zijn hand in de medische vakpers, en men was algemeen van oordeel dat een pro fessoraat niet lang meer op zich zou laten wachten. Ik kreeg de indruk dat hij de villa geheel alleen be woonde. Zij stond als een voorpost op het duin en men had, bij een storm als die nacht woedde, het ge voel, geheel door het loeiende wa ter omringd te zijn. De erker was „Het werd die nacht zó erg, dat ik besloot naar buiten te gaan, om te zien of er gevaar was voor een doorbraak. Mijn vrouw lag rustig op de bank. Toen ik de kamer uitging, riep ze: „Doe je oliejas aan en blijf niet te lang weg." Op het ogenblik dat ik de voordeur wilde openen, klonk er een ontzettend gekraak, 't Huis trilde en scheen plotseling vol water te zijn. Boven alles uit hoor de ik mijn naam roepen, tweemaal achtereen. Ik rende naar de biblio theek. Het vertrek was duister. Ik waadde tot over mijn enkels in het water. Ik riep „Annelies. Anne lies!" misschien wel vijftig maal achter elkaar. De zee gaf donderend ant woord. Ik waande mii op een zin kend schip. Bij hot licht van een zaklantaarn zag ik dat een enorme vloedgolf de erker had weggesla gen en mijn vrouw had meege sleurd. Ik liep naar het gat en bleef op de uiterste rand staan, ver wachtend dat de zee met hetzelfde geweld terug zou komen. Maar zij kwam niet en de wind stiet mij ach teruit. Ik zocht nogmaals de hele kamer af. Ik riep. Ik rende het huis door, ontstak overal licht. En intussen scheen de orkaan in kracht af te nemen. Ik telefoneerde de kust wacht en de reddingsbrigade. De mannen kwamen onmiddellijk. Wij zochten de gehele nacht en een dee! van de morgen. Zonder resultaat. Bij daglicht zagen we dat het water een groot stuk duin onder het nuis had weggeslagen. Twee dagen later spoelde de rustbank aan. Mijn vrouw is nooit gevonden." Hij ging zitten en staarde in de vlammen. Ik keek naar de kleine feestelijkheid van de tafel met de Berf Voeten. onze jeugdige dich' Ier. die zich dit jaar bereid verklaar' de voor ons blad een Kerst-verhaal dat de lezer hiernevens aantreft te schrijven, is geboren in 1918 in Breda. In 1944 publiceerde hij anoniem zijn gedicht „Babylon herhaald". Na de bevrijding verscheen de bun- del „Amsterdamse kwatrijnen", het jaar daarop „De blinde passagier", Odysseus' terugkeer" cn Door- tocht". Dit jaar zagen van zijn hand het licht de dichtbundel „Twee tvsrcIden" en „Suite in December". Enige maanden geleden werd hem de Van der Hoogt-prijs toegekend. In 1948 zal men tevens met Bert Voeten als romamc/iryver kennis kunnen maken. Zijn roman „De Komediant" is zo goed als gereed en zal volgend jaar verschijnen. nepoederde Kerstcake, de wijn, de sigaren. Ik keek naar de erker en van daar naar Gozewjjns, wiens ge zicht een merkwaardige verandering onderging. Het scheen zich te ont spannen. Hij voelde dat ik keek, draaide zich naar mij toe en glim lachte even, „Ik ben je erg dankbaar," zei hij. Ik wilde iets zeggen, maar hij schudde het hoofd. „Weet ie, dat er vannacht iets wonderlijks is ge beurd, iets, waardoor ik v/ecr aan Kerstmis denken kan als een feest ven de vrede? Sedert die noodlottige gebeurtenis, hoorde ik elk jaar op Kerstnacht mijn vrouw roepen, tweemaal, net als toen. Je zult zeg gen dat het een idee fixe was, maar ik vertel je dat ik het zeer duidelijk hoorde." Weer wilde ik iets opmer ken, maar hij liet mij niet aan het woord komen. ..Ik weet wat je zeg gen wilt,'* zei hij. „Waarom ik niet wegging met de Kerstdagen? Ik wil de niet op de vlucht slaan voor mijn eigen berinnering, Ik wilde de angst, die mij telkens opnieuw bekroop, de baas worden. Vanavond kon ik de eenzaamheid niet langer verdragen. Ik vond jou. Ik wist dat ik je vin den zou. Ik heb je alles verteld. Weet je wat er gebeurd is?" Hij boog zich naar mij toe. De angst was uit zijn ogen en zijn stem ver dwenen. „Ik maakte je immers at tent op het geruis van het water? Op dat ogenblik dacht ik: nu zal ik het weer horen en er zal iets ver schrikkelijks gebeuren. Maar ïk heb niets gehoord. Niets. Amtell es zal mij niet meer roepen. Voor het eerst na zeven jaar heb ik deel aan wat men Kerstvrede noemt. Ieder mens be leeft die op zijn manier. Voor mij is het een innerlijke rust en een kleine blijdschap, omdat ik weet. dat zij die rust ook kent." Was het verbeelding, of klonk het geraas van de zee nu meer uit de verte? Er viel een vreemde stilte in het vertrek, die wij geen van beiden durfden verbreken. (Nadruk verboden). TÏUNGELEND aan de vier balon- netjes wrong Gijsbert zich in allerlei moeilijke bochten om los te komen, maar toen het tot hem door drong, dat het niet lukte, berustte hij in zijn opgaande lijn en ging er gelaten bijhangen. Tot zijn verras sing ontdekte hij, dat hij langs de kerstboom zweefde. Er hingen aller lei interessante dingen in als kerst kransjes, rode glinsterende ballen, kaarsjes en kleine stukjes speel goedBeneden zag hij de pakjes steeds kleiner worden, de stoelen schenen te krimpen en ook de tafel tfras niet meer wat* hij op de grond geleken had. „Alleraardigst uitzicht", zei hij tevreden, „zo zie je nog eens wat en je krijgt een andere kijk op de din gen". Net toen hij dacht zijn hele le ven door te zweven krêeg hij ineens een heftge schok en het stijgen hield op. Hij was aan het plafond aange komen. „Wat lief, dat U mij eens op komt zoeken", zei een wonderlijk heldere, zilveren stem, „ik krijg niet alle da. gen visite van ballonvaarders'' en toen Gijsbert verbaasd op zij keek, ontdekte hij in het topje van de kerstboom een soort wezentje, zoals hij nog nooit gezien had. „Hallo", zei hij hangerig. Het we zentje glimlachte stralend. „Ik vind het heerlijk dat U gekomen bent", zei het, „niet iedereen neemt zich zoveel moeite naar Hoger Sferen te komen". „O, heet het hier Hoger Sferen", zei Gijsbert, .ik heb U nooit gezien, wel.... en het is echt per ongeluk dat ik hier ben". „Het geeft niet" zei het wezentje. „Zelfs als er iemand per ongeluk n Hoger Sferen komt, ben ik ai gelukkig. Het wijst op goede wil. Ik ben de Kerstengel" en toen ze dat gezegd had glansde ze van een wit, verblindend licht. „Maar het was echt tegen mijn wil", zei Gijsbert, die de zaak even uit de doeken wou doenWat is een Kerstengel?" „Ik meld aan mensen en dieren De Goede Boodschap, Morgen is het immers Kerstmis, het Feest van Het Licht, de dag dat er vrede op aarde is Het was of een koude straal langs Gijsberts rug liep en hij voelde hoe hij wit wegtrok. „U zzzei toch KKKKerstmis?". stamelde hij. „maar dat is verschrikkelijk, waar kan ik er hier ergens uit„Verschrik kelijk?", de Kerstengel trok een beetje verbaasd haar lichtgevende wenkbrauwen op. „Ja, U begrijpt het misschien niet. ik ben Gijsbert Konijn", zei Gijsbert Konijn ge jaagd, „twee jaar geleden ben ik met Kerstmis gevlucht omdat ik niet geslacht en opgegeten wilde worden. „Ik weet heel goed wie je bent", zei de Kerstengel en zij keek hem aan met alle goedheid, die er op de wereld te vinden is, „ik ken je ge schiedenis. Je moet niet bang zijn voor Kerstmis en voor de mensen. Vertel me eens, bij wie woon je op het ogenblik en wie verzorgen je„De mensen van het Kin derziekenhuis", zei Gijsbert, „U ge looft toch niet dat de kinderen me zullen opeten...." en grote tranen welden in zijn ogen op. „Nee, zeker zullen zij dat niet doen, daarvoor houden ze immers te veel van je", zei de Kerstengel ge ruststellend, „evenmin als de men sen van het circus Sisatorini je heb ben opgegeten is het wel?" „Nee, natuurlijk die niet, die waren van het goede soort als ik het zo eens zeggen mag", zei Gijsbert. „En de 11neeronden med'deling] van neus, keel of borst, snuift en wry ft U weg met IMIJN I MIJN HARDT DOOS 6oc!i (Ingezonden mededeling) FIETSEN-TEKORT In 't algemeen kan aan het soort Inbraken worden afgemeten, welk# goederen schaars zijn. Levens middelen en textiel genieten da» nok steeds de byzondere belang stelling van het „gilde". Maar ook rijwielen blijken nu weer zeer gezocht. Er is namelijk een poging gedaan om in te breken bij de Jilncker RH wi elf abrieken te Apel doorn. Het bleef ditmaal bij een poging, want deze fabriek wordt beschermd door een Alarma '33 installatie, zodat de inbrekers voor het alarm de vlucht moesten nemen. Vraagt inlichtingen over: onfeilbare inbraak-beveiliging O.Z. Voorburgwal 161, Amsterdam* Telefoon 34076, 30835 dokter en zijn dochtertje, het meisje Aphrodite", vervolgde de Kerst engel„Nee, o nee", riep Gijs bert, „die waren voor alle dieren erg lief", „Zo zie je, dat niet alle mensen naar zijn", zei de Kerst engel, „Zou U denken?", vroeg Gijs bert. Hij had een grenzeloos ver trouwen in de Kerstengel, maar hij kon toch niet beletten dat grote tranen langs zijn. wangen liepen. „Ik weet het. „zei de Kerstengel een voudig. „Morgen is het 25 December1 en dan zijn ze allemaal van goed# wil", „En de 26e?", vroeg Gijsbert. „Ook nog een beetje", zei de Kerstengel, „En daarna?" Gijsbert wilde graag zekerheid hebben, „gaan ze daarna weer hun gang?'* Maar dat kan toch nooit de bedoeling van het Lichtfeest zijn....?" j Toen werd de Kerstengel zo stra- I lend licht, dat Gijsbert niet meer naar haar kijken kon zonder pijn in j zijn ogen te krijgen en haar stem i klonk heel hoog en veraf toen ze j zei: „Gijsbert Konyn, jy begrijpt het heel goed. Eens zal er een tijd. komen, dat de mensen niet alleen op Kerstmis goed willen zijn. maar op alle dagen van het jaar. Dan zullen ze geen kwaad meer doen. Zij zullen geen oorlogen meer voe ren. Dan zal de Goede Boodschap van Het Licht tot ze zijn doorge drongen en eindelijk, eindelijk zul len ze werkelijk gelukkig worden". „Duurt dat nog lang, denkt U?", vroeg Gijsbert. want hy hield van helderziend. „Ik weet het niet", zei de Kerstengel, „zij hebben het in zich". „Ik hoop toch zo vreselijk, dat het er een beetje gauw uit komt", zei Gijsbert. „ais alle mensen altijd goed zijn, misschien kan het dan toch nog eens alle dagen Kerst, mis zijn". „"Wie weel', zei de Kerst- engel, „heb vertrouwen" MARIAN SMEETS (Wordt vervolgd) [WI ET TWEE VRIJE DAGEN in het verschiet zou menig liefhebber van een kruis woordraadsel teleurgesteld zijn, indien de puzzle-afdeling geen opgave bracht. Daarom vandaag deze Kerstklok, een kolfje naar de hand van vele raadselvriendinnen cn vrienden. De omschrijvingen luiden: HORIZONTAAL: 2. Schrijfgereed schap: 4. Schier eiland (Azië); 6. Woont in Estland: 8. Plaats (Ve. luwe)9. Oppervlaktemaat; 11. Lidwoord; 12. Grootmoe der; 13. Frans goud; 15. Reeks; 17. Motorschip; 19. Voordeel; 21. Plaats (Bollenstreek); 24, Geldbedrag: 25. Oude maat; 26. Stop; 27. Kluit; 29. Bootje; 32, Halt; 35. Paardekracht; 36. Noot; 37. Niet uit; 39. Is koud; 40. Uitgeslagen; 41, Afkor ting uit telefoonboek; 42. Jongensnaam; 44. Tegenslag; 45, Gids; 47. Tegengestelde van down; 48. Zijne Majesteit's schip (Eng.); 50. Titel; 51. Geografische aanduiding; 52. Dier; 53. Thans: 55. Naschrift; 57. Leert men: 59. Knok ploeg; 61. Geluid van een ezel; 62. Reeds; 64. Bol gewas; 65. Voegwoord; 67. Vorm van deze puzzle: 63. Eten we met Kerstmis (indien de beurs het toelaat). VERTICAAL: 1. 25 en 26 December; 2 Bekend auteur; 3. Zo juist: 5. Rivier; 7. Liefde god; 8. En dergelijke; 10. Daar; 14. Uitroep van pijn; -6. Dun; 17. My: 18. Windrich ting; 20. Seconde: 22. Woont in Eire; 23. Halt: 24. Noodsein; 27. Zachter (muziek); 28. Alles in orde; 29. Rivier; 30. Voor ieder toeganke lijk; 31 Noot; 33. Eb cn vloed; 34. Spil; 36 Kerkelijke naamgeving; 38. Ellende; 40. Soort aardappelziekte; 43. Open naadje: 44 De oudere; 46. Stoomvaari- mij-: 48. Licht; 49. Sport Staalt Spieren; 51. Rund; 54. Klein mens; 55. Schrede; 56 Stevig; ^8. Medicijn: 60. Peen; 61 Titels; 63. Soort on derwijs: 64. Uitsluitend aansprakelijk; 66. D° on bekende. Mariemma vertrekt naar Ameri- laatste optreden in ons land een ka. Allen die haar gezien of over bijzonder karakter dragen en daar- haar gehoord hebben, zullen dit be- door ook de belangstelling hebben treuren, want zelden ziet men de van velen. De begeleiding is we- danskunst met zoveel overgave be- derom in handen van de vermaarde oefenen als door deze Spaanse Spaanse pianist Enrique Luzuriaga. kunstenares. Er komt in* Rotterdam nog één voorstelling, een afscheids- matinee van Mariemma en uiter aard weer onder auspiciën van Het Rot ld udmsch Parool, De laatste dansmiddag van Mariemma wordt te Rotterdam in de Schouwburg gehouden op Zondag 4 Januari te half drie. De prijzen bedragen f 1.50 tot f 4.-—, waarbij rechten en garderobe inbegrepen zijn. Plaatskaarfen zijn van Dins dagmiddag 1 uur af verkrijg baar aan onze kantoren, Schie- damsesingel 42, tel. 25430. Mariemma, die zich zeer vleiend uitliet over haar tournee door Ne derland, zal de eerstvolgende zes maanden in Zuid-Amerika door brengen. Zonder twijfel zal haar DE GEVIERDE DANSERES komt nog éénmaal 4 JANUARI ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG Jubilaris D. van Gent De heer D. van Gent, procuratie houder bij de N.V. Lak- Vernis- en Verffabrieken Molyn en Co.. alhier; mocht op 22 dezer herdenken dat hij 25 jaar geleden bij Molyn en Co. in dienst trad. Ter gelegenheid hier van werd de jubilaris met zijn ge zin ten kantore der firma ontvan gen en op hartelijke wijze door de directie alsmede door de woordvoer der van het personeel toegesproken, waarbij enige fraaie cadcaux wer den aangeboden. Russische Zangers bij Kunstkring Men moet bij het beoordelen van de kwaliteiten van Russische voca le ensembles zeker niet in de eer ste plaats de technische züde van de zangkunst als maatstaf aanleg gen. Deze is, men kan gerust zeg gen, soms in hoge mate oneven wichtig en zelden afgewerkt. Dit bleek ook het geval te zijn bij het Russisch Vocaal Kwartet, dat gis teravond voor de leden van de Rotterdamsche Kunstkring optrad, met liederen in de bewerkingen o.a. van Glinka. Borodine Balakireff en Thcerepnini. Soms was het geluid, zoals bijvoorbeeld bij de eerste te nor weinig buigzaam of werd een bepaalde interval in de midden stemmen niet vrij en zeker genoeg ingezet, zodat de klankproducti» dan wankelde en daardoor een sto rende uitwerking had. Wanneer men zich dus afvraagt, waarom toch de zang van zo'n Rus sisch ensemble zo sterk vermag te boelen en vele ogenblikken van mu zikale ontroering kan schenken, dan kan het antwoord slechts lui den, dat het de absolute overgave is, de grote bezieling, waarmede de Russische mens zingt. Bovendien klinkt er uit al die Russische lie deren zowel in melodisch als har monisch opzicht iets onbestemds, iets weemoedigs, om het even wel ke gemoedsstemming er in tot uit drukking komt. Dit weten de Rus sen in hun stem als het ware mede te laten trillen, op de toehoorder over te dragen en er een sfeer mede te schepnen die heimwee, cos- misch verlangen wekt. Zo be schouwd valt het te verklaren, dat het publiek geboeid luisterde naar de zang van dit kwartet (bestaande uit de bas C. Kaidanoff. de bariton B. Braminoff en de tenoren G. Pa- choutine cn J. Denissoff) en htt zoveel bijval schonk, dat er nog enige toegiften moesten volgen. Herman van Born. (Ingezonden mededeling,) Voor spoedige indiensttreding kan geplaatst worden een zelfstandige voor het etaleren van vakken en vitrines. Moet het lakschrljven en plakkaatschilderen volkomen be heersen Persoonlijke of schriftelijke sollicitaties te richten aan: Import atuminwm pannen met geïsoleerde handvaten MATHEN'ÊSSERLAAN (DUKZiCH!) Opening tentoonstelling Oost-Aziatische kunst De wethouder van onderwijs en volksontwikkeling heeft Dinsdag avond met een kort woord de ten toonstelling van Boeddhistische kunst, Japanse prenten en klein kunst in het museum voor land- en volkenkunde geopend. Hij sprak de verwachting uit, dat het museum na de verhuizing van het maritieme deel naar het Burg. 's Jacobplein, haar belangrijke col lectie Oost-Aziatische kunst nog meer zal kunnen uitbreiden. Hij bracht dank aan de directeur, prof. S. Hofstra, aan de heer Visser, con servator van het museum van Azia tische kunst tc A'dam en aan prof. C. C. Krieger, conservator van de Japanse afdeling van het Rijksmu seum voor volkenkunde te Leiden voor hun aandeel in de tol standko- ming van de expositie. Prof. Hofstra en prof. Krieger ga ven vervolgens een toelichting op het tentoongestelde. Kerstconcert van „Sursum Corda1' De christelijke gem, zangvereni ging „Sursum Corda" heeft Dins dagavond o.l.v. Marinus Egberts in de Breepleinkerk een Kerstconcert gegeven met een wat lang, doch interessant programma waaraan drie solisten meewerkten. Hctkoór zong voor de pauze enkele koralen van Joh. W. Franck, Richard Hol en Joh. Seb. Bach, waarbij bleek dat de dirigent over goede zangers en zangeressen beschikte. De solis ten, de sopraan Corrie van Zwie- ten, de alt Marie NcsserAlberts en de tenor Henk Noort, wisselden de koralen af met enkele liederen. Corrie van Zwieten liet een mooi ontwikkeld stemgeluid horen en ook Marie Nesser—Alberts wist zeer te bekoren. De vermaarde te nor Henk Noort imponeerde zijn toehoorders vooral met „The Holy City". De Kerstcantate van Eg berts voor koor solisten, orgel en piano, kwam na de pauze tot een boeiende uitvoering. Particuliere ziekenhuizen willen uitbreiden Wy vernemen dat er plannen be staan tot uitbreiding van het Ha venziekenhuis aan de Oosterkade met een accommodatie voor 52 pa tiënten cn een zusterhuis. De laboratoria zullen eveneens worden uitgebreid. Getracht zal wor den voor dit bouwplan een urgentie, verklaring te verkrijgen, waarna men, na bijeenbrenging van het be nodigde kapitaal nog in 1948 met de uitbreiding hoopt te kunnen begin nen. Ook het ziekenhuis ..Eudokia" aan de Bergweg heeft verbouwings- en uitbreidingsplannen. Deze be vinden zich evenwel nog in een sta dium van voorbereiding. De Xerxes-spelers en v. d. Stoep bedanken Door het bedanken van de Xerxes spelers en v. d. Stoep en het niet meespelen van "Wilkes en De Vroedt komt er Tweede Kerstdag tegen de Zwaluwen een verzwakt Rotter dams elftal binnen de lijnen. De op stelling is nu: Landman (d.); Evertse en Hooge- doorn (a.); Kroon, Terwouw en v. Lent (m.l; v. Munster, Schrumpf, Brandes, den Boer, van Male (V.). f/ngezonder. mededtfmg) Zeer Oude Genever Likeuren Dry Gin

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1947 | | pagina 5