-VOOR Al. VOOR Dl 5 VROUW vrouw in kan de man niet varen Al die schoonheid is nog geen echte hygiëne Fantasierijke oplicliter-^weidoener door politie ontmaskerd Nieuw onderzoek naar De Emmaüsgangers" t "'j ttkn ja ar man en schip - gi 5DIEND 'V;1: - Het is moeilijk wennen, als je niet van het ufater bent Jokkebrok Belangstelling Amerika ontbijt in de keuken Sfeer Meneer .Vermij had negen beste jaren door zibendel in erfenis-aandelen Dreef handel in imposant papier Op da kohJisd Nadere onthullingen Vrijdag 12 Augustus 1949 3 Skip; de hond, heeft kleine Skip- jcs. Een mand vol. Zoontje Is in alle staten. En omdat hij er niet mag aankomen, schrijft hij in een schriftje zijn opwinding weg. „Skippe drinke uit Skip zijn flesse" staat er. En „Skippe hebbe oge." En „Skippe piepe". 't Is na deze laatste vordering dat de eerste klacht komt. Van het hctel naast ons. Er wonen daar veel kostbare gasten uit Engeland en Zwitserland en laat die nu door die Skipjes niet kunnen uitslapen. Een dik heer staat op onze stoep en gromt: „Als ze van mij waren verzoop ik ze.'' Gelijk zo vaak weet ik ook nu niet direct een lekker weerwoord. Pas uren verder vind ik vlijm scherpe zinnen. En 's avonds, aan tafel, rollen die m'n mond uit „En toen zei ik" roep ik fier „Meneer wees blij dat we geen Itfnen houden. Ik heb zin er direct dertig te bestellen Zoontjes vader, met journalis tieke neus, ruikt het bedrog. „Heb j ij dat gezegd?" spot hij. Ijverig kiest zoontje partij: „Ja, heus, Vader." „Jij was er niet eens," 'roep ik, „Jij was b|j Her.kie". Enzoontje, glashard: „Maar ik hoorde je praten. Mam". „Jokkebrok," zeg ik. Maar ik voel me dwaas en doorzien. Luiheid en slordigheid zijn ner veuze vormen van geldingsdrang; bij voorkeur benut door kinderen die teveel in.-, hét centrum van de be langstelling '.hebben gestaan. Een kind dat oorspronkelijk op de han den gedragen is, doet niet graag af stand van zijn machtige positie. Komt er op zekere dag een situatie tot stand, waarin do kleine plotse ling niet meer het middelpunt van de omgeving is (bijv. door de ge boorte van een broertje of zusje, of door ervaringen op school) dan neemt hy dat niet En verweert zich tegen die nieuwe en onluetverwek- kendE stand van zaken. Luiheid en slordigheid zijn geraffineerde mid delen om de omgeving toch nog tot een overmaat aan belangstelling te dwingen. Daarom zijn de eindeloze verwijten die wanhopige opvoeders tot hun onwillige pupillen richten niet alleen nutteloos, maar boven dien koren op dé, molen van deze kinderen. Ze horen niets liever dan die geprikkelde klachten, waarmee de doeltreffendheid van hun strijd middelen bewezen la. De enig mo gelijke oplossing ligt voor de ouders in begrip van de achtergrond van het gedrag, dat ze terecht als onge wenst voelen. Wanneer ze er in slagen het kind in zijn nerveuze strijd om de macht te begrijpen, kunnen ze het tevens duidelijk maken, dat het zich niet. gepasseerd behoeft te yoelen en dat ook voor het kind in iedere nieuwe situatie, een nieuwe waarde kan liggen. Ik kan twee maanden 'leven op een sappig compliment Mark Twain. Originaliteit is alleen maar een stel eerlijke, jonge ogen. Edmun Fuller. Tien jaar geleden trouwden ze. Hij was van het water; de binnenvaart. Zij was van de wal: een aardige, gezonde dochter uit Winschoten. En door dit huwelijk veranderde voor haar alles waaraan ze gewénd was. De huis kamer, thuis, werd geruild'voor een kleine kajuit met petroleumlamp, de slaapkamer voor een kooi en de tuin met het hek voor het dek en. het ruim van haar schuit. De buurt voor de Hollandse wateren in sneeuw, in zon, in regen. Een keuken, een gootsteen, een bad, een W.C.; 't is er allemaal niet meer bij. Ze moet trapje op, .trapje af '.met. emmers en koken, op een kacheltje dat vastgebonden wordt als 't buiten spookt Boodschappen-doen bij parlevinkers (boten met levensmiddelen) -op 't water. Ze heeft een. gevoelig' gezicht" en bruine, zachte ogen. Aan de wand van de kajuitkamer hangt een trouw foto. Je herkent haar gauw in het meisje met de bouquet. Alleen, is ze wat dikker nu, wat gezonder, wat koppiger. Tien jaar heeft ze nu. de man en de schuit gediend, 't Eten gekookt, aan het stuurwiel gestaan, kinderen gekregen en groot gebracht. De kleinste, het meisje, genoemd naar de schuit en 's mans --moeder, ligt in een houten wieg. De oudste, een jongen, is acht geweest en is op het schippersinternaat. .-„Om de kindersf"- zegt ze; .jzouik liever aan de wal komen. In wieg en box gaat het nóg maar daarna grijpt me de angst. Ik ben bang voor het water, komt misschien omdat ik niet zwemmen kan.., De oudste is twee maar met lijn en al (we binden de klnders vast) over boord geslagen. Die was zo woelig dat ik 't niet uit hield. hu is hij. acht en op het in ternaat. Hij is nog maar klein, 't af scheid valt zwaar." De lamp boven de tafel, een kope ren bol met glazen kralenslierten schommelt. De Rildina ligt voor anker doch roerloos liggen kan ze niet. „Die kleine houdt van slingeren," vertelt de moeder. „De oudste ook, maar de tweede is net als ik. Die moei dat niet, We slingeren nogal gauw want onze schuit is vlak en klem. Als de lamp gaat zwaaien be gint hy te huilen, ,,'k Wil naar Oma,' roept-ie "dap. - „Dat heeft-l© van mij," zegt ze stil, „ik lig soms op dc vloer van zeeziekte en angst. Vooral op het IJs- selmeer als het spookt." Hoe stiller ik luister hoe meer zt vertelt. .Van die angst vooral; aan het stuur als het water woelig is, op de plank als ze daar over móet, als ze te koken staat en de kinderen zijn op het dek, Ook van die drift in haar als veel tegen zit. Als het ka mertje vol rommel is, de motor af slaat, do regen lektdoDr de kieren op de bedden. Toch went ze aan dit leven beter nog dan de schoonzus ters, geboren en getogen op het wa ter en door het huwelijk bewoon sters van moderne schuiten. De jong ste is zelfs zo bang dat ze voor goed op de wal woont nuEn dat ter wijl die moeder, die oude Hildïna, een mensenleven aan het stuur stond. To^j nog van de zeilschuit. Die oude moeder was sterk net als zij. Ziek zijn bestaat niet op een schuit. Want als de vrouw in de kool ligt kan de man niet varen. Staat hij De dans van het kwik inspi reerde. onze tekenares. „Kjjk naar de lengte 'van het kwik-staafje en dié van de 'blote benen" schreef zij onder deze schets. De drie juffen vitamine D. Variaties op dit the ma zijn bekend. Nummer twee koos een jurk met voorzichtige blote hals en de derde voelde zich happy bij wind en ktlte^ in lange" zijn inderdaad op het weer gekleed broek plus blouse. Ook hierop kan De ène;.'met zonnebrilen weinig men sappig varieren, textiel profiteert van de gratis Over Hollands wateren varen scheven, bevracht niet ijzer, met vodden, met papier, met van alles. Ze varen van Noord naar Zuid van Oost naar West. Op dié sche pen wonen: vrouwen wier leven door het huweiyk met schipper en binnenvaart gans anders werd. Er zijner meer zo. Elke uromo verandert door het beroep van haar manIn 'n serie „ontmoe tingen" willen we die eens van ^dichtbij bekijken, -:-w' J aaii het stuur dan zorgt zij voor eten, voor drinken, de was en de kinderen. Eet hij dan stuurt zij. Ze hebben ai die jaren in de vaart nooit «amen gegeten. En elk kind beduidde een dag of tien stil liggen dus tijdver lies, dus geen .geld. „Én de zonen? Moeten' die ook schipper worden?" „Ik zal ze er niet van terughou den," zegt'ze peinzend. „Al is er op een ouderwetse schuit als deze wei nig toekomst," „En hoe vinden uw ouders dat nu 7" „M'n moeder kan d'er niet an wen nen," zegt Ze stug. „Haar is 't hier te klein, te, benauwdDie zit maar op haar stoeltje als ze hier is en doet niets,"- D'r bruin gebrande wangen wor den donker rood. Er is koppig.Verzet in haar ogen. „Maarik heb er geen spijt van," zegt ze. „En dat is waar het om gaat." Als waarlijk een! goed begin het x ha»ve work is, dan hebben de meeste Amerikaanse famitie's grote kans .de dag tot een goed einde te brengén, want wij beginnen de dag in de vriendelijke, glanzend wit gelakte keuken met een eenvoudig ontbijt, waarbij leder gewend Is zichzelf te bedienen. Alles staat binnen ons bereik. De vruchtenpers bereidt ons het dage lijks glaasje sinaasappel- of grape fruit-sap-, 'uit de broodrooster kalen we de warme, goudgele toast en wij schenken- ons een kop koffie uit de pot,- die op het fornuis warm ge houden wordL De zg. „cereal" (d.l. shredded wheat of cornflakes) staat in keurige verpakking klaar en de melk vinden we ln de koelkast. Na afloop van het ontbijt gooien we ons papieren servetje weg en het gebruikte servies vindt een plaatsje in de daarvoor bestemde wasmachine of in de gootsteen. Geen ochtendkrant, geen post, maar de weldadige sfeer van een frisse, moderne keuken, waar het ontbl.it minder tijdrovend, pracu- scher en toch Intiemer is dan wij het in Hnl.and gewend zijn tn een huls. kamer. Waar dikwijls nog geen stof ts afgenomen en waar al te vaak verwelkte bloemen en ongeledigde asbakjes aan de avond te voren herinneren. Sophie Hoedt-Wlnkler Prins. „Gezellig dat je thuis .bent," zegt mijn deelgenote in het leven en laat met bijna dierlijke tevredenheid de radio los op de zomeravondrust. Een circusachtig tumult, onderverdeeld door talloze bekkenslagen, onder neemt een aanval op mijn gehoor zenuwen. „Leuk hè?" prijst ze haar pro- grammakeus. Ik glimlach witjes. Er wordt gebeld en ik snel naar het balcon Dm te zien wie mijn smart komt delen. Beneden staat de mu zikale jeugdliefde van mijn vrouw: iemand, die alles van toonkunst weet- en verder ook niet oppervlak kig is. Ikkondig zijn verschijnen aan en duik in het trappenhuis om onze gastvrije deur voor hem te ooenen. Mijn hiertoe noodzakelijke afwezigheid uit de kamer moet heel kort zijn geweest. Des te meer over- pelt mij de veranderde sfeer als ik met onze goede vriend binnentreed. Een serene rust hangt In de kamer. De oppervlakkige .circusklanken zijn met een haastige beweging in het toestel teruggeduwd. „Zij" zit blo zend in een andere stoel, achter een zoeven nog leeg tafeltje, waar op een raadselachtig snel versche nen boekwerk van gedegen inhoud waarvan ik de aanwezigheid in onze boekerij nooit vermoed had. „Jullie hebben me zeker niet ho ren fluiten. De radio ging keihard," zegt de jeugdliefde bestraffend. „Ach," antwoordt zij haastig doch subtiel. „Sjors zat' een beetje voor zijn plezier aan dat apparaat te prutsen." HOLLANDS NETHEIDS-COMPLEX 't Was aardig om eens bij een lerares van een huishoudschool te logé ren. Een gescheiden vrouw met twee kinderen en een huishouden, flink en sportief en verstandig en ik dacht, voor ik er heen ging: hemeltje, wat zal het daar precies en pietepeuterig toegaan, Maar na een paar dagen ging het gesprek zo; Haal jij de bedden niet Iedere dag af, vroeg ik, Nee, zei ze, .vind je 't heel schandelijk? Ik haal Be hoogstens tweemaal per week af. Dat is heus' voldoende. De andere keren sla .ik de lakens en de dekens.terug, de ramen staan natuurlijk open, het beddegoed lucht dan toch net' zo goéd, als wanneer, je 't allemaal over een stoei hangt? Dit is practischer en gemakkelijker. I§ het;niet een beetje een voor-Maar ze schaffen wel een' wasma- oordeepvan de Hollandse huisvrouw chine aan, die ook inderdaad .erg det bedden afhalen, iedere dag en nodig is, maar veel duurder. In- vaak ook nog 's Zondags? Het kost nieuwbouw huizen is er meestal tijd, voor oudere vrouwen is het plaats voor een douche gemaakt, in een inspanning, om ze weer op te arbeidershuizen inde bijkeuken, maken en bovendien, de slijtage aan ook Iri Holland tegenwoordig. Dan lakens en dekens! Je krijgt onder moest toch ook eigenlijk iedereen, de bedden altijd vezeltjes en pluis- die er plaats voor heeft, zich. een jes van linnen en wol, dat komt. N.V.:„ERF EN WEDERERF VAN GESLACHT OP GESLACHT' n -■ n«9m to wnemon want lit wil .55 (Van onze correspondent) AMSTERDAM Laurentius Vermü is zo te zien een vriendelijke be jaarde oom, ëen man die graag met je kinderen stoeit en voor iedereen een hartelijk woord heeft. Hjj Is dat misschien ook wel, maar nooit zou h|j met de politie in aanraking zijn gekomen, als hy niet bovendien een oplichter was, een oplichter van groot formaat zelfs. Negen, jaar lang heèft hjj gelenrd met een verhaal" Van een heldhaftige daad. Er was (volgens Vermij: „Er Is") een Dnltse gravin, von Schlos- singen von Weh, die met haar auto onder een trein dreigde te geraken. Vermij sprong naar voren, slaagde er in de trein te doen stoppen en de. gravin wees hem aan als haar universele erfgenaam. Vermij, die dit verhaal aan duizenden landgenoten, voornamelijk Am sterdammers, heeft gedaan, zou dus op zekere dag een rijk man zijn. Als onbaatzuchtig mens stelde hij op dat grote bezit voor hem zelf alleen geen prijs, Anderen zouden er ook van moeten profiteren, en dus creëerde hij. een kring van lieden, die. hoe zeer ze ook naar rang en stand mochten verschillen, dit met elkaar gemeen hadden, dat zij tegen be taling van een rijksdaalder werden opgenomen, ••in*.-, zijn testament, waardoor oak zij op zekere dag vermogend1 zouden zijn. "Vermij begint met hen te ver enigen in leen N.V, „Erf en We- dererf van' Geslacht op Geslacht", Wie daarin aandeelhouder wordt, - ontvangt van- Vermij een impo sant papier, dat heet ,,Akte van Hoofd- Vrucht- Verbruik- Erf- Lïjfrente- Aandeelrecht"v De in- komsten uit dit papieren lucht kasteel moeten hem volgens ..de Amsterdamse politie, waar hij nu zijn kleurrijk verhaal moet naver tellen tegenover een bar ongelovig inspecteur, drieduizend gulden hebben opgebracht. Schoner zwendel is nog zijn vol gende creatie, de „Internationale Neutrale Verenigde Stichting Mor genrood Zonsopgang". Wie daarvan deel uitmaakt, kan te ge legener tijd rekenen op een eigen huisje. In vele gevallen reikt Ver mij bij de afgifte van een deelheb- borsbewiis meteen de bijbehoren de huissleutel- uit, die de geluk zalige droomtoestand van zijn slachtoffers aanmerkelijk ver hoogt. Nu een Syndicaat Volgende stap: Wie eem .huis heeft, moet dit oo^c laten onder houden en dus sticht Vermij een „Woning Onderhouds-Syndicaaf'. Het gaat goed, men bluft Vermij, at moge het ongelofelijk schijnen, vertrouwen schenken. Er moet dan ook wel een haast hypnootische in vloed van hém zijn uitgegaan. Hoe is het anders te verklaren, dat zelfs zijn volgende scheppingen geen achterdocht hebben gewekt bij zijn slachtoffers, die steeds hebben gehoorzaamd aan de zwijgbelofte, die Vermij van hen eist, wanneer zij in de kring, der toekomstige rijken worden opgeno men. Nu immers komt de „Stichting Buitenlands- Binnenlandse Om wissel- Herstel- en Rustoorden- Kinderkoloonies Woonine- Tuin- Landbouw Veeteelt- ACZNLF Van Geslacht op Geslacht", Daarvan begrijpt niemand meer het fijne, maar dat betekent niet, dat het geld niet langer binnenstroomt. De laatste stunt van de vinding rijke prater Vermij is, door nog steeds op grondslag van de legen darische erfenis een soort onder linge pret vereniging te stichten, waarvan de bewijzen van deelne ming recht geven op „Feestdasen met Rondrit en Vrij Hntelverbliif en Consumptie naar Keuze en Waarde der Bonnen". De kosten die aan het deelger nootschap van elk dezer wellui» 1 den de lichamen waren verbonden varieerden sterk. Die van de reis- verenïging bedroegen bij voor beeld f 4.40. Hoewel het onderzoek, .dat door de politie met stijgende verbazing wordt gevoerd,.nog niet is afgesloten, de boekhouding van meneer Vermij is een ingewikkel de aangelegenheid, staat reeds vast, dat hij sommigen zijner deelgeno ten meer dan. twee honderd gul den lichter heeft weten tè maken. Men vraagt zich af, hoe er men sen geloof hebben kunnen hech ten aan Vermij's verhalen. Een van zijn -slachtoffers geeft hierop dit antwoord: „U kunt ons nu wel uitlachen, maar U bad zelf. maar eens zo'n vergadering moeten bij wonen, waarop Vermij van tijd tot tijd zijn aandeelhouders verza melde, U zoudt hem zelf ook ge loofd hebben." Het waren trou wens niet alleen kleine bescheiden mensen, die van de slechtigheid van deze wereld geen weet hebben, die onder de ban van Vermij kwamen. Profetenmantel Blijkens een register van zijn „erven en wedererven van ge slacht" dat bestaat uit tien volge- pende schoolschriften waren er onder hen. ook personen met lei dinggevende functies op grote kan toren. Vermij heeft dank zij de al lure van profeet van het goede leven, negen jaar lang kans ge zien uit handen van de politie te blijven. Hij beschikte over een kleine kring van bijzonder vertrouwden, bij wie hij hy toerbeurt onder dook, en pas een publicatie in een der Amsterdamse dagbladen, waarin Vermij's ware gestalte werd geschilderd, heeft* enkelen, tién op de twee duizend deelgeno ten, er toe gebracht de gelofte tot zwijgplicht, hen door Vermij op gelegd te verbreken. Daardoor slaagde de politie er dezer dagen in, Laurentius Vermij te arreste ren op een zijner onderduikver- hlijven, waar hij innig op zijn ge mak eén -weekblad zat. te lezen en. een boterham verorberde, toén de politie aanklopte, omdat je er teveel mee sjouwt. En ï?A-,o}ion enrookt dit is de Engelse manier, weinig af. Afi/eWoW öjjiwni, halen, toch luchten. I O, er z|jn meer dingen: de Hol- I landsc huisvrouw' heeft, als ze zo I N echt door en door Hollands-keurig J is, een vreemde instelling! Zij is al- tijd bang voor wat anderen zullen zeggen of denken, zpdra er visite is douche aanschaffen, het ding kost „...i. „j„ 4 i« VAN VROUW TOT VROUW gaat zij zich excuseren over de rom mel, (die er niet is) over het stof (wat er niet ligt). „Je moet maar niet om je heenkijken, hoort "t Is hier 'n reuzenbende". Dat is een' zin, die vele vrouwen op de mond be storven ligt. Onnodig, want ieder een heeft.het recht om rommel in huis te maken, in zijn eigen huis dan. Wanneer zullen de vrouwen eens leren af te gaan op hun eigen gezond verstand, inplaats van op de eventuele mening van anderen? Koper poetsen? Wat een werk! Je kunt het veel beter vernissen. Pre cies even mooi en het is voorgoed klaar. Maar dat is ook al weer een vooroordeel, het koper moet zo no dig altijd gepoetst worden. En al6 d-.e schoonheid dan nog altijd sa menging met werkelijke hygiëne. Maar dal is het juist. Een douche, bijvoorbeeld wordt in Engeland als een dringende noodzaak gezien. Ieder huis heeft een douche of een badkamer- Oï> maar dat is te duur voer ons, zeggen de mensen hiér. zo, iets van 135 en gebruikt een dertig liter water per keer. Verder zijn de huizen te vol. Wist je, zei ze, wist je dat het is uitge maakt dat een te .volle kamer de mensen de straat opjaagt? Nou, ja. je moet het niet zo let terlijk nemen, maar het schijnt een psychologisch verschijnsel te zijn, dat de mensen neiging hebben om weg te gaan uit een te volle kamer. Men heeft omgekeerd de neiging om te blijven in een kamer waarin al leen de nodige dingen staan en' waarin ruimte is om je te bewegen. Maar afgezien daarvan is een kamer, die te vol is gepakt met onnodtge meubelen en bazarprullen hopejoos voor. een huisvrouw om schoon te maken. Ja, zei ze met een verontschuldi gend lachje, laat ik nu ophouden, met af te geven op een Hollandse huishouding, want ik heb veel in het buitenland om me hécn gekeken, maar over hét algemeen is het hier toch wel gezellig. Charlotte von Stein, een episode „De minnebrieven van. Goethe zijn. wonderen geltlk zijn gedich ten, Uitgesproken heeft hij wei nig, Hjj bepaalde zich tot de din gen van de dag. Nam graag het voor de hand liggende begrip, 't voor de hand liggende woord. Her haalde in elke brief met bijkans koele onbewogenheid „ich llebe dich" en ^,habe michf lieb". Ton Naeff's boek „Charlotte von Stein'.' is voor de derde maal har- drukt. De liefde van deze vrouw voor Goethe springt van de blad zijden af. Vooral Charlotte wordt scherp en eerlijk getekend. Als Goethe zich tenslotte van haar ontdoet is haar wrok volkomen aanvaardbaar. Uitgever; Querido, Amsterdam. En nu is het dus zover dat Ver mij tegenover een uiterst ciitisch gehoor opheldering moet geven over zijn zeepbel-instituten. Hij blijkt daarbij een gemoedelijk pra ter te zijn. Hij geeft toe, dat hii wel eens een beetje overdreef. „Och meneer, doen wa dat niet allemaal op onze tijd?" Hii geeft toe, dat die gravin niet von Schlos- singen von Weh heette, maar wil de illusie van haar bestaan niet zo maar voetstoots prijsgeven. „Kijk heren, ze heet eigenlijk -anders, maar hoe, dat mag ik niet zeggen. Ze zei tegen me: „Meneer Vermij, ik verbied U in het openbaar mijn naam te noemen, want Ik wil on bekend blijven"". Documenten In kamer 127 van het. Amster damse hoofdbureau aan de Mar- nixstraat liggen de^ scherven van een droom van twee* duizend men sen. Ik graai met mijn hand in een indrukwekkende hoeveelheid im posante stempels. Ik blader in' boe ken. waarin „stukken" zijn opge nomen, die gesierd worden met namen van ministers,, doktoren, notarissen en personen in andere vertrouwenwekkende ambten. Ik vind er ook twee afbeeldingen. Een van de gravin en een van haar kasteel. De goede gravin blijkt een knipsel te rijn uit een tijdschrift, het- slot is een prentbriefkaart van een nog niet geïdentificeerd, maar daarom niet minder fraai pand in een lommerrijke omgeving. Niet voor niets heeft de uitgever van deze kaart er in de linker onder hoek opgedrukt »0ns mooie land". Het volledige verhaal van deze oplichtingsklucht zal wel worden verteld voor de rechtbank, waar voor de weldoener-beklaagde ont daan van de mantel der profeten, misschien nog nieuwe onthullingen, in petto heeft. (Ingez. Med. j NATUUR AZIJN OP.Z'N^JISJ" Prin? Margaret Rose heeft zwart linnen strandkleren gecombineerd met miBt grijs. Goudkleurig satijn en parels Korte, gladde haren. Pony op het voorhoofd en op de kruin ,een glan zend goud-satönen kapje, bestikt met allemaal glinsterende dingen: kralen, steent jes, lgouddraad en pa rels. Om de hals eengeraffineerde ketting met een stralende ster eraan. Donkere handschoenen en van bo ven geen dfaad textiel. Tot waar een béhaatje pleegt te beginnenDe jurk zal wel kloppen met het kapje. Maar dat vermeldt deze foto niet. Arnhemse kassier wegens oplichting gearresteerd AHNHEM De Arnhemse poli tie heeft Donderdag een juist van vacantie terugkerende kassier, van een, bekende bankinstelling aldaar gearresteerd omdat hij ervan ver dacht wordt zich te hebben schul dig gemaakt aan oplichting. Voordat de kassier met vacantie ging had een loodgieter gedispo neerd over een bedrag van t 16.000.-, de som- van da eerste afleveringstermijn voor loodgie terswerkzaamheden, De kassier had de loodgieter er toen opmerk zaam op gemaakt, dat dit gel'd reeds was uitbetaald. Hij legde een door de loodgieter ondertekende kwitantie over als bewijsstuk. De politie dacht aanvankelijk,, dat deze handtekening echt was. Bij een voortgezet onderzoek rees echter twijfel. De omstandigheid, dat de kas sier veel geld verteerde op uitstap jes met allerlei vrienden, ver sterkte het vermoeden, dat hij ander geld dan zijn salaris voor dit doel gebruikte. De kassier heeft inmiddels een volledige bekentenis afgelegd. Lokkende emigratie Tn deze na-oorlogse ja- REN is de belangstelling voor de emigratie en dq neiging om te emigreren aanzienlijk toegenomen. Men kan zeggen, dat deze belang stelling er altijd is geweest en dat de neiging toenam naarmate de kansen om in het eigen land een eerlijke boterham te verdienen ge ringer waren. Dit is ongetwijfeld waar. Wie emigreert, zoekt een nieuw bestaan en een nieuwe toe komst en ai moge in het verleden de zucht naar verandering, naar avontuur en andere wensdromen 'n. woordje meegesproken hebben, in deze nuchtere tijd is emigreren een zeer nuchtere zaak. Over dc oor zaak, die duizenden mensen naar een vreemd land doet trekken, be staat dan ook geen misverstand meer. Het ontbreken van cultuur grond voor de jonge boeren, van een grondstoffenbasis voor een grotere uitbreiding der industrie, de kentering op de arbeidsmarkt en de te verwachten bevolkingstoeneming hebben deze bereidheid tot emigra tie doen ontstaan. In ons land staat het er zelfs zo voor, dat, wanneer de werkgelegenheid zich niet vol doende uitbreidt, Nederland genood zaakt zal zijn. 7.0 niet in de eerst- komen de 2 3 jaar, dan toch in de volgende J5 jaar, een actieve emi- gratiepolitiek te voeren. Nu is de wereld, buiten het dicht bevolkte West-Europa, groot genoeg om aan vele mensen uit dit oude werelddeel nieuwe bestaansmoge lijkheden te bieden. Het zal echter m.et veratand en overleg dienen te geschieden om de kans op misluk king, die helemaal niet" denkbeeldig is als er maar lukraak geëmigreerd wordt, te voorkomen. Uit de be richten, die wij zo nu en dan onder de ogen krijgen, weten wij» dat Canada buitengewoon in trek ts. In het Jsar 1948 vertrokken ruim 16.000 Nederlanders naar het buiten land, met de bedoeling zich aldaar blijvend te vestigen. .Volgens de Canadese statistiek kwamen 9.866 Nederlanders dit land binnen, voor het overgrote deel mensen van de landbouw. Dit laat zich verstaan, omdat de agrarische mogelijkheden in Canada het grootst zijn. Het qou- tum van 3153. door de Verenigde Staten t.a.v. Nederland vastgesteld, vermindert een uitbreiding van de emigratie naar dit land. Naar Zuid- Afrika loopt hrt nog stroef, al is daar plaats voor flinke Nederlandse vaklieden en technici. De vraag, die velen nu zal bezig houden, is: Vinden vreemdelingen in hun nieuwe vaderland inderdaad een lonend bestaan? Korrelschrijver weet het niet. Hij heeft het zelf nooit geprobeerd en verder heeft hij zo het gevoel, dat het nergens ter wereld, waar mer. ook komt. boter tje tot de boom is, tenzij men, ma terieel gezien, ontzettend veel ge luk op zijn weg vindt. Dat Canada een fascinerende invloed uitoefent, teeft hij echter grif toe. Hem kwam ezer dagen het maandblad „Coöpe ratie" onder de ogen en daarin las hij o.a. het volgende over een be zoek, dat Iemand aan Canada had gebracht. ..Welvarend, neen, ongelooflijk rijk is Canada en is vooral Amerika. Welvaart i3 moeilijk te meten en is moeilijk aan te duiden. Het feit, dat practisch ieder een koelkast en een auto heeft, moge een aanduiding zijn. Het vrijwel ontbreken van surrogaten en van slechte kwalitei ten eveneens. Het opvallend hoge verbruik van voedings- en genot middelen, alsmede de verbijsterende verspilling in dit opzicht niet min der. In treinen en ln hotels opval lend veel nieuwe koffers. Overal opvallend voel nieuwe kleren. Een opvallende vlotheid, waarmee geld' wordt uitgegeven. Ik zag heel wat fabrieksarbeiders, die over een auto beschikken en maakte kennis met een melkknecht, die de trots© eigenaar bleek van een Buick 1939. Niet zozeer de luxe, maar wel de welvaart heeft ons getroffen". Tot zover. De indruk vormt een echerp contrast met de verarming ln ons werelddeel cn zal menigeen doen likkebaarden. Mogelijkheden, dit staat voor Korrelschrijver vast, zullen alleen zij vinden, die* met eigen kennis gewapend zün. Maar zijn dit niet juist degenen, die wij in ons eigen land zo herd nodig hebben? Het curatorium van de Btichtlng Boy mans, zo verneemt Het Vrije Volk van bevoegde zijde, heeft onlangs op een vergadering besloten, een nieuw onder zoek te doen Instellen naar de echtheid van het befaamde schilderij „De Em maüsgangers", dat oorspronkelijk was aangekocht als een werk van do Delftse meester Vermeer, maar later aan wijlen Han van. Meegeren werd toegeschreven. Het curatorium meent, dat het auteur schap van Han van Meegeren nog tn het geheel niet vaststaat en Is veeleer de overtuiging toegedaan, dït Inderdaad Vermeer „De Emmaüsgangers" ge schilderd heeft Binnen afzienbare tijd zal het onderzoek aanvangen en in ieder geval kan men in het komend na jaar nadere onthullingen over deze. zaak verwachten. Als deze mededelingen Juist zUn, en wij hebben geen reden hieraan »e twij felen, zal dus binnenkort dit schilderij opnieuw ln. het centrum der publieke belangstelling komen. Wij vernemen nader, dat „De Emmaüsgangers" zich op het ogenblik bevindt ln het pand Parklaan 11 te Rotterdam. Het sou in. de bedoeling liggen het schilderij om streeks eind September terug te bren gen in het museum Boymans. Twee ex perts, n,L Coremans en de Belg De Coen, ztjn werkzaam aan een uitvoerig rapport, waarin hun opvattingen om trent het vermoedelijk auteurschap van het doek worden neergelegd. De me ning van deze twee heren wordt met een zekere spanning tegemoet gezien. Of met hun uitspraak eën-definitief einde zal komen aan de reeds zo lang heersende onzekerheid, valt te bezien. De duisterheden om dit schilderijzijn ln de loop der Jaren =o dicht: gewor den, dat het een wonder mag heten als het nu plotseling lichj zou worden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1949 | | pagina 3