Gierende Stuka's rukken liet hart uit Rotterdam
- -
j
PUINST
RECHT PLICHT VAN JA EN NEE
te
3
Zo begon het
Het bombardement
(achteloos
Vrij spel
het
iüü®
)ereipeh'4:':.Z
3ÊÊèèêêÊSÊf^
ÊÊMÈÊ^ww Y g'
Wik De
mnmmÊ
tfymir#
;a
Zaterdag 6 Mei 1950
HET bombardement op Rotterdam: tien
jaar geleden. Lijkt het korter 'of lan
ger? Ik weet het niet. Het heeft iets tijde-
loos, het ligt zo diep in mijn geheugen en
het staat er zo haarscherp in geschreven,
dat ik het beeld ieder ogenblik van de dag
kan oproepen. Zou het bij ieder van'mijn
sta^enoten, die deze verschrikkelijke ge
beurtenis bewust hebben meegemaakt,
anders zijn? Ik geloof van niet. Er is een
totaalbeeld en er zijn bijzondere beelden.
Het eerste is verward, onnauwkeurig, vaag
zoals alles wat wij niet direct zintuigelijk
konden waarnemen, maar van horen en
zeggen te verwerken kregen, verward was.
Het tweede steunt op persoonlijke erva
ringen en deze indrukken blijven het langst
helder.
In onze grote stad beleefden wij allen
slechts een klein deel. van het. grote geheel.
.Voor de linker oever ligt het beeld anders
dan voor. de rechter oever, maar ook in
deze twee gescheiden delen is er genoeg
differentiatie. Waar men zich ook bevond,
het was slechts een facet van de strijd, die
zich aan ons vertoonde. Pas veel later, lang
na het verwqestendè bombardement, heb
ben wij ons door de uitwisseling van er
varingen een totaalbeeld kunnen vormen
vanalles, wat zich tussen de tiende en de
vij ftiende Mei in onze stad heeft afgespeeld.
Maar het is allerminst helder.
"JV/TIJN herinneringen;vinden een vast aankno-
±Y.L pmgspunt in de nacht van de negende op de
tiende Mei, waaraan ik steeds weer moet terug
denken, omdat ik toen, gezeten in de tram, van
het zuiden naar het noorden reed en daarbij de
Maasbruggen passeerde, die. enkele uren later
niemandsland zouden worden. Juist, omdat het
er zo gewoon en alledaags rustig was, heb ik mij
die volgende dag zo moeilijk kunnen realiseren,
dat die bruggen gevechtsterrein waren geworden.
Zo moet het velen gegaan zijn, ook die vriend,
die niets kwaads vermoedende naar zijn werk
peddelde op de linker Maasoever en om half vijf
in de ochtend ophanden en voeten naar de Ree-
derijstraat moest kruipen, terwijl de kogels over
zijn hoofd floten.
Het kwam allemaal even onverwacht. Wij tui-,
melden van de ehè verbazing ih de andere en de
veelheid van gebeurtenissen, vooral op die eerste
dag, maakten het schier onmogelijk een betrouw
bare indruk te krijgen over wat er nu werkelijk
aan de hand was. Het begon met het gedreun van
luchtafweergeschut op Waalhaven. Dat gebeurde
in die dagen wéleens meéi" en Tiet was geen reden
Schuilkelders, zo noemden wij met een groot
1 woord de plaatjes van beton,, waaronder we ons
trachtten te vrijwaren van de Duitse bommen.
om zich ongerust te maken. Maar het vuren hield
aan en daartussen -door konden wij het kwaad
aardig knetteren horen van vliegtuigmitrailleurs.
Wie heeft toen niet, in de straat of op het dak,
huiverend in de ijskoude morgenwind, naar de
rookkolom gekeken, die als een waarschuwings-
signaal uit de richting Waalhaven opsteeg, met
daarboven en er omheen, die onafzienbare zwerm
metalen vogels van Hitler's luchtvloot?
ZO begon het, maar helemaal begrijpen déden
wij het niet. Daarvoor was de oorlog altyd
te ver van onze grenzen geweest. En omdat wij
het niet begrepen, stelden wij ,ons aan als grote
kinderen; wij gingen naar de oorlog kijken en
wat er ook aan geruchten tot ons doordrong over
gevechten in de oude binnenstad, wij lieten ons
niet uit het veld slaan en gingen monter op pad.
Nimmer, behalve op hoogtijdagen, heb ik de stad
zo vol mensen gezien als in die eerste dagen. Er
was ieder ogenblik luchtalarm en nog zie ik de
mannen van de luchtbeschermingsdienst wanho
pige pogingen aanwenden om de opeengepakte
mensenmassa's van de straat te krijgen. Men
-luisterde eenvoudig niet. Pas, toen er een paar
bommen waren gevallen in de omgeving van
Kruiskade én. Diergaardesingel, scheen het te
gaan doordringen, dat er met die glinsterende
vogels nieste spotten viel. Ik heb toen zelf een
paar maal in .een sauve-quï peut gezeten, maar
dat is vermoedelijk kinderspel geweest bij wat
enkele dagen later volgde.
Dé nachten waren het onheilspellendst. Door
de open ramen drongen de geuren^ van verbrand
hout. De huizen langs de Boompjes stonden in
lichter laaie en daarachter, naar de Blaak, woe
kerde het vuur voort. De Twentse Bahk en de
Marinierskazerne kregen voltreffers. 'Bij 't aan-
breken van de nieuwe dag wezen enorme rook
zuilen de plaatsen, waar huizen in brand waren
geschoten. De verrassing van de eerste uren ver-
anderdein benauwenis. Oncontroleerbare ge
ruchten verhevigden de spanning. Op de Delft-
weg hadden Duitse vliegeniers burgers gedwon
gen op de vleugels van een Stuka plaats te ne
men. Toen het vliegtuig de lucht inging, waren
ze er af gevallen. Niemand kon het verhaal be
vestigen, maar.het zou web waar zijn..* Uit het
blok panden, waar ik woonde, werd geschoten op
soldaten én burgers. Ik had de schoten zelf ge
hoord, maar toen de huizen werden doorzocht,
kon men niets vinden. Toch zag ik enkele uren
later een jongeman met een -schot in zijn been
wegdragen. V
Het maakte de onzekerheid en het gevoel van
onveiligheid alleen maar erger. Op de weg
het Schie-Schiekanaal stond een A '1"**
pantserauto; die parachutisten in de volkstuintjes
aan de overzijde, onder vuur nam. De scherpe
knallèn van het geschut verontrustten ons de ge
hele dag. Eén huizenrij, aan de overzijde van het
station Schiedam, werd in brand gegooid. Wij
zagen de zwarte rook omhoog kolkende nach
telijke hemel,kreeg een rode gloed, maar nog
steeds wisten wij niet precies wat er. langs de
vurenrivier gebeurde. Wij hadden het regelma-
tige vuren van de Z 5 en de „Jan van Galen"
gehoord en men had ons verzekerd, dat het Noor-
dereilancf in handen van de moffen was, evenals
Waalhaven, maar verder reikte onze wetenschap
niet. Elke communicatie met de linkeroever was
afgebroken en telefoneren ging.al evenmin.
Zo argeloos en naïef als wjj
waren geweest, zo somber, angs
vermoedens gingen wij de dag
Mei in. Toen het bombardemi
zijn furieus geweld, waren, wi*
dig van de gebeurtenissen, die
ren gegaan. Wij wisten toen niet,
in de morgen een Duitse parlei
hoofdkwartier Statenlaan 147 éèL
tekende capitulatie-eis had gebracht, waarvai
inhoud als volgt luidde:
De weerstanddie in het open stad Rotter- JKjEljj
detm tegen de offensieve der Duitsche troe~
pen getoond wordt, noodzak mij indien
weerstand nietonmiddetZifc gestokt
die doelmatige maatregelen te nemen. Dmps|||p|
kan de volledige ■vernieling van hèt stad tej|p|g|$§^
- gevolge hebben.- - Jwt
Ik verzoek U als een man die ven
dingsgevoel bezit, daarop aan te dringen,
het stad niet dit zware verlies lijden i
rils teeken van overeenstemming 1
ik U dadelijk een parlementair te
welke die noodige volmacht bezit.
Indien ik binnen twee uuren na de ov-
diging van deze mededeling keen ant
ontvang, ben ik genoodzakt die sch
maatregelen van vernieling te nemen.
De Kommandant
Düitsche troepen
De commandant der troepen in Rotterdam,
lonel P. W. Scharroo, antwoordde hierop: -w-raast
ontving Uw brief. Deze was niet .ondertekend
vermeldde niet Uw militaire rang. Alvorens
dergelijk voorstel in overweging te nemen, moet
dit mij bereiken; voorzien van Uw militaire rang,
Uw naam en Uw handtekening."
y Op een telefonische vraag van kolonel. Schar-
'roo aan generaal Winkelman, antwoordt deze, dat
het hem het beste lijkt nadere concrete berichten
- in te winnen. Kapitein Dam Backer verschijnt
dan om 12 uur 15 bij 'de kop van de Ko'ninginne-
brug. Twintig minuten later arriveren twee auto's
met een aantal Duitse officieren, onder wie zich
de luitenant-generaals Schmidt en Student be
vinden. Er volgt eèn nieuwe eis tot overgave van
de stad. Een der Duitsers zegt cynisch; Uitstêl
van- executie. Om 13 uur 20 mag de Nederlandse
officier vertrekken. Maar boven Kralingen vliegt
reeds een formatie bommenwerpers. Tien minu
ten later vallen de eerste bommen
Het kost moeite om in nuchtere letters neer te
schrijven wat zich die middag in onze stad af
speelde. Ket leek een angstdroom, een apocalyp
tisch visioen, waartegen elk verweer vruchteloos
was en waaraan men rich alleen kon onttrekken
door een overhaaste vlucht naar veiliger oorden.
water stroomt de kelders binnen en wie zich
daarin bevindt, sterft de verdrinkingsdood.
Dwars door het vuur begint een wilde vlucht van
de overlevenden. Aan het redden van have en
goed valt eenvoudig niet te denken en daarom
heeft men meegenomen wat toevallig voor de
hand lag. Er zijn mensen, die de vreemdsoortigste
voorwerpen meedragen. Zo vergeet ik nooit het
oude moedertje, dat alleen maar een kooi droeg
met een kanarievogel erin.
Het bombardement - duurt een half uur. Het
lijkt een eeuwigheid. De vlammen brullen en
loeien en verteren alles wat hen in de weg komt.
De brandweer staat machteloos. Het enige wat zij
kan doen is de minst getroffen woonwijken tegen
üetigingbéscherment Brandhaarden
iverah Vele manschappen en vrijwil*,
drie of vier dagen én nachten,
verschrikking, die zij zien na-
hun bijna bovenmenselijke
vleugels van de gevangenis aan
lééft een voltreffer gehad.De
;eopend en de gevangenen lopen
.bet; Velen van hen nenien': di-
reddingswerk. En de vluchte-
Jrpimen, naar het bosten, het noör-
stehj over bom trechters en omV.>
naar de uiterste randen van de
veilig te zullen zym:\.
marcheren de' eerste /Duitse
lé stad binnen. Het gezang
iederèn "wordt óp een macabere
door het geknetter der vlammen.
Langs de oude, havens, waar het nu
die zich onheilspellend in het wa-
Op de Statenweg sla ik zwij-
de nagels diep in de handpalmen
zwaarbewapende Duitse? colonne
huizen wordt een balcondéur ge-
:re- man treedt naar buiten .en
ilach de Hitlergroet. De groet
soldaten opgemerkt en beant-
bëtrWir fahren
Nu, tien i
msm
vele
zieken en
is hel
heft
t ool^ölpi
de bëdx^ïi
op, r
heftü
iu
je sifmctSc
behoi
jdenlHet
met
ien mjpén
spuiti
lenen
en tmm
1, eeip,..'mc
tegen
moto:
rspuifgf:
wandeling door bran-
ik nog erover ta
ik verhalen zal
bet''een na-
tuuitspel van niet
door' elementen, het
iviel; gemai^Syl^^^^^^wetenschap, dat
.mensenberaamd
plan dit_hebb^^^^^^^^pmaakt het schier
onmogelijk. t^^^^^^m^^ndruk toen, én.
elke de gedachten
naar voren: diénende
vernietiging?, die
mensen hebbet^^^^^®^^^ê%eel 'onnoem
baar Jeed te zaMjtP^^^^aSa^m'De Junkers
en de Heinkcls§7^^^^^^^mmir. en; gees -
telijk, onvoc
tién jaren .war^^^K^
verwerken.
.wij evenzeer 'l
a Twee uren
jj door Rotterdams
gf kade, Hofplein,!
g van dé. stad, in|
p- baar en gebotri
onze ogen stortl
g immense gaten
joegen, de vlam;
groot-
■ntzetting:
h^^éji^^^>rden, van
Verdwaasd
«l^mtofferg rond
mnw» door een
.BiOTM^dWe omvang be-
ie Sint Laurens!
lammen; vlam-
De verwoes-
ijk voorstellen,
enken, Rotter-
3it greep ons aan als
dat onherstelbaar is.
die "Woensdagmiddag
aat in, straat uit
door de huizen
armzaligheidachter
bevolking - op' de
Kralingerhout en Hille-
lücht,' kinderen
ómdat het leed.
ondraaglijk was.
als gebroken. Onzq wo-
mensen, slechts
betreft:
m' het te
zouden
rakeloos
Schie-
- hart
ankel-
voor
vuur
toor
niets
traten
nt:kflvoei:'vah
enkelen van de tienduizenden, die een leven
hadden besteed aan het bouwen aan wat le
vensgeluk, aan het strijden voor een beschei
den plaats onder de. zon, worstelend met
grote en kleine verdrietelijkheden maar im
mer hopend op een goede toekomst, voor
zichzelf, voor hun kinderen. Eén woord van
een militair had aan dat strijden, aan dat
hopen ook; een eind; gemaakt.
Op de Coolsingel reed een Duitser met-zijn
motor dwars' over walmend puin en. afge
knapte tramdraden als één die «en groot
werk heeft verricht. We hebben het met een
verbeten woede aangezien, machteloos als we
ons voelden die eerste dag. Maar óp. de twee
de dag ia Rotterdam begonnen-met het weg
ruimen van hetpuin en wie zal. ontkennen,
dat dank zij die Rotterdamse verbetenheid
wij weer hoop kunnen hebben.'op'een goede
toekomst? C. J. OVERBEEKE
De ene formatie Duitse b-
andere zweeft als grauwe
over de huizen vliegend, b'
afweer is er niet meer. Het
spel. Eerst brisantbommen.
De wraakoefening is met duivels
gerekend. De aarde beeft, hi
geslagen en uit de wankele
het vuur, dat aangewakkerd di
straffe wind bliksemsnel om zich
Een dikke, verstikkende rook vaagt
weg en de oude stad hult zich in
halfduister. Uitzinnig van
die nog lopen kan, de straat
hun deuren gebarricadeen
puin, anderen zoeken een toi
Waterleiding- en gasbuizen
imde
uimiii
^^^^^^^^Mfbrandt de
blijft na:
«feyo;
uf
Sultiha^T®i^ijJésMj||
\i </i"A.h. i n_ jr
1l
worden bijeengehouden' om ten
ten, die direct aan het centrum
den. Een dag, "een week, drie we-
stad. De puinhopen' roken en het
imeulen. Er hangt een afschuwe-
De vluchtelingen worden zoveel mo-
ëvacueerd. In Duitsland wordt de leugen
i, dat de Engelsen Rotterdam hebben ge-
eerd. Maar heel inconsequent wordt er
holen ook een plaat verspreid met tone-
e strijd om onze stad en de onderschrif
ten de Duitse jeugd hoe het steden zal
die zich met Engeland hebben verbón-
:ecutie,J op Rotterdam kostte de burger-
981 doden, van wie ongeveer 750 door
De militairen verloren 228
man; 120 van de-infanterie, 80 van da genie en
.28 van de mariniers.
Geen 20.000 of 30.000 dus, zoals .aanvankelijk
het geriicht ging. Maar het getal ie niet beslis- -
send bij deze smerige misdaad. Hét getal kan
nimmer het onnoemelijke leed en de vreselijke
ellende vertolken van die veertiende Mei. 1940.
Het getal vertelt niets van'de angst en het ver
driet van tienduizenden, die familieleden,een
woning, een zaak of een kantoor verloren. En het
getal zegt o zo weinig wanneer het trouwhartig
opsomt, dat ongeveer 25000 huizén met.de grond
werden gelijk gemaakt. Want diep in ons leeft
een herinnering, die geen getallen- van node
heeft ora tot het besef te komen, dat deze veer
tiende Mei een ontzagwekkende ramp is. geweest.
B. SCHMIDT.
/K WAAG MI] 'HAAST N
D'
Wa&r gloeiend puin in 't d\
De wind loeit om een bou
Een schelle vlam schiet
Belichtend als in spotternij.
De resten van wat huisgecei.
Hier vond wie daaglijks
Een ruw en eindIoos
Het werk van hersens,
Is even grondig uitgéi
Ik wend mij naar de ha
De schepen liggen uitgebi
Het water, d'eeuwenoude
Voert bloed en roet naar d'ocë^^^^^m
Daar staat de dood nog op de
Een zwarte schaduw, recht vanp"»?®™
Och broeders, hij bleef ongedi
Terwijl uw schim hier langs
Maar als die stad weer is h
Van staal en glas en steen
Als er gewerkt weer op-de
Van wie voor kort
K V-KrK m m m m
Cl. ucf (-•/"
j: i
l^tie van uit ervaring geleerde gewoonte
eslissen. Doch een enkele keer blij ft
nt van wikken en wegen, van een uit
ren oordeelvorming, voor welker
persoonlijk hebben in. te staan,
na vijf jaar duisternis en ander
jaar licht, zien wij om ons heen de
;n van destijds verkeerd genomen
Evenals de vreugde, de voldoening
om de goede keuze.
•reld is aan scherven gegaan doordat
onzer medemensen geen „neen" heb-
1 toen het er op aan kwam. Sterker
amend hun hand opstaken toen het
onheil der tijden werd voorbereid. An-
iben bewust van hun Techt om te wei-
rniik gemaakt. Hebben dit niet alleen
recht gezien, doch als een plicht gevoeld,
ids zij, die recht, noch plicht gevoelende,
ichteloos beaamden de fatale loop der geschie
denis. Anderzijds de mannen en vrouwen, wier
leven worstelde in het plichtsbesef het onrecht
weigeren en met aanvaarding van alle persoon-
gevolgen het Verzet accepteerdèn. Tussen
twee uitersten in; de massa, die de keuze
n ja en neen nóch als recht, nóch als plicht
nu vijf jaar geleden aan het he~
periode...In welke naar wij
Dt uiting zou komen wat wij in
rvóór hadden geleerd. Zodat wij
ouden do
in
ja en neen, met het recht zich te vergissen, én de
gevolgen daarvan te orjiergaan, is het zó gewor
den, dat het vergeven van gemaakte fouten vóór
gaat.
Het is goed om zich van tijd tót tijd rekenschap
te geven van dé plaats waar men zich bevindt.
Zoals te middernacht de schipper met sextant en
octant uitmaakt waar. hij is, hebben wij de her
denkingsdagen waarop men met herinnering en
verstand vastlegt waar en hoe men staat.
WIJ leven weer in een tijd net als tien, vijf
tien jaar geleden. Wederom wórdt gevraagd
dat wij bewust zijn van onze keuze. Onze door-
elkaar geschopte wereld zoekt naar nieuwe vor
men,, omdat de oude. ondeugelijk zijn gebleken.
En telkens weer worden .wij gesteld, niet alleen
voor de vragen van alledag, doch ook en vooral
.voor die van verderstrekkende' en principiële be
tekenis, Wederom moeten w|j kiezen. Eh het gaEt
niet aan daarbij te denken aan de barmhartig
heid,- die wij jegens anderen en anderen 'jegens
ons moeten betrachten en die ons zou kunnen,
ontslaan van de ernst, waarmede wij hebben te
kiezen. Aannemende, dat er in. de wereld die ko
men gaat, nog plaats blijft voorbrirahartigheid.
Wanneer wij staan voor de hernieuwde vraag
van ja en neen, is er tegenover- onszelf geen
plaats voor de overweging- van vergevensgezind
heid. De les, die wij uit het verleden moeten, trek
ken,, isopdat wij de ernst van onze keuze be
grijpen ons aller persoonlijke verantwoorde
lijkheid voor dé toekomst, zonder té rekenen op
barmhartigheid van anderen. Het verleden kent
maar één les, die wij in alle schérpte voor cgen
dienen te houden. Het. recht van ja en neen legt
ons ^ie plicht op onwrikbaar ja té zeggen tegen
al het goede én neen tegen, elk spoor vein kwaad.
En pas dan, als wij ons hiérvan bewust zijn en
dienovereenkomstig handelen, mogen Wij hopen
op barmhartigheid; dié niét des mensen is".
Dié_ vergeving zal ons'waarlijk wel geworden.
Tegelijk met het moment, dat ?wij de absolute
zekerheid krijgen óver wat goed en wat kwaad
is. Maar zolang wij als stervelingen op deze aar
de vertoeven;- doen. wij er goéd aan ons vooral
bewust te-zijn van onze gewone plicht, die geen
afzijdigheid?-' gedobgt; ?nochoppervlakkigheid,
doch ernstige; deelneming: eist 'En derhalve kan
leiden tot een herhaald,,-neen",' zo^ in;.i940.
Want wèt, de .toekomst dezer wé'relü bok zij,
zonder een duidelijk: „neen" tegen hét kwaad, is
nmmer1 waard.