Prof. mr. P. S. Gerbrandy
„Nederland is niet saai maar
we kijken te ernstig
Amerikaans proefschrift
over Heijermans
Kunstschatten uit Berlijn
naar Rijksmuseum
voor hem was het verzet een toevluchtsoord
Ongewoon
interview
D
Zijn geloof was hem tot
grote steun
--x Hitiers lijffotograaf
professor af
Dr Flaxman acht „Schakels" sterker dan
..jDe dood van een handelsreiziger"
Politie aller landen verenigt
zich in Vredespaleis
In Amerika 2.500.000 bezoekers
Twaalf Rembrandts
Vooraanstaande VVV-mensen
geven ons hun mening
Marine koopt gebouw
Duitse gezantschap
in Den Haag
Rotterdamse kinderen
ondervoed
Koe reageerde de wsreld
Het ongeboren kind
bedreigd
Het vastgelopen verkeer
4
Donderdag 1 Juni 1950
IT is een ongewoon interview.
Gebcren uit een gesprek dat ik
1* Apriï, daags =vn 65ste ver.
jaardag, voerde met prof. mr Rie-
ter Sjoerd Gerbrandy, die in de
ooriog van '40 tot '45 Minister en
groots tendeels Minister-President
was; die, van zyrt standpunt te
recht vindt dat ik er gevaarlijke
epyattingefl. over Indonesië en
20 op na houd: met urie ik poli
tiek zoveel van. mening verschil als
ae A.R. van de P.v.tLA.; met wie
tk, u-eleens terdege overhoop heb
gelegen en tciens „Rylcseeuhetd" ik
heb bestreden; wiens beleid ik
lang niet altyêf goed of moot of
zelfs maar juist heb gevonden;
maar voor wie ik een zwak heb
en houden zal zolang ik leef. Om
dat hij in Londen de geest van
hel verzet heeft begrepen en ge
grepen gevolgd. Omdat hij nooit
een uur acm capituleren docht;om
dat hij fmet die hoge stem die
iedereen kan nadoen en dat zegt
jp zichzelf wat!) ons door de radio
heeft opgejut tot méér, attyd maar
méér verzet; omdat hij een hele-
maal particuliere manier can de
dingen-zeggen heeft waardoor hij
merkwaardig vaak in de roos
schiet; omdat hij, als de leeuw van
„de Schoolmeesteriemand is, „die
bang is voor niemand", en omdat
hij, in zijn beste ogenblikken, weet
dat ook hy allerlei grenzen en be-
grersdhedenheeft, die hij niet straf
feloos te bulten kan gaan.
■Dit ongewone gesvrek moge bij
dragen tot de kennis van een paar
kanten van deze ongewone man,
die „singulier tn alles", voor mij
altijd zal zijn: toch die Nederlander
die „het" begreep en die daarom
groot is ook in de ogen van zijn
tegenstander.
G. J. VAN BEUVEN GOEDHART
T K ga naar Engeland om Nederland terug te krijgen. Wij hebben onze
ff1- koloniën, onze Marine, onze koopvaardij ik dacht in die dagen ook
nog aan een stuk leger en winnen zullen wij het." Dat is het antwoord
van Prof. Gerbrandy op de eerste vraag van de interviewer: hoe verging
het je op 13 Mei, toen jullie besloten om over te steken? En het tekent hem.
Nu ik aan de Van Stolkweg. in het gebouw van de Raad voor het Rechts
herstel, tegenover hem zit, vind ik hem uiterlijk eigenlijk niets veranderd.
Zijn snor heeft nog dezelfde abundantie van weleer; zijn ogen ze kunnen
evengoed lachen als steken hebben nog de oude levendigheid; de stem
bespeelt nog heel die toonladder van laag tot hoog, héél hoog soms, die aan
zijn woorden kleur en leven geeft. En hij kruidt neg altijd zijn antwoorden
met kernachtige, ongewone wendingen, die de hoorder inééns genageld
staan in zijn geheugen. De sigaar als hij er een aanbiedt, doet hij dat
met een toonbeeld van Gerbrandïaanse zegswijs, die voor al zijn vrienden
gevleugeld is geworden smaakt hem onverminderd en als ik naar zyn
gezondheid vraag sinds gister ïs hij 65 zegt hij dat hij op raad van zijn
broer, dokter in Oen Haag, zich tijdens een verblijf in Zwitserland heeft
laten nakijken en dat het judicium luidde: „Man, ik heb nog nooit zo'n
sterke vent gezien.
Plan om elkaar in-de (trouwens
min of meer afwezige) haren
vliegen hebben wij niet. Deze keer
blijven de tegenstellingen en de
meningsverschillen aan de kant lig
gen: ik heb Gerbrandy bij de lezers
willen introduceren als de vechtjas,
de doorzetter, de terrier of hoe U het
maar noemen wilt; als de man die
van 10 Mei 1B4D tot 5 Mei 1945 muur
vast geloofd heeft dat Nederland
weer vrij en baas in eigen huis zou
worden. Waarom? Op welke grond?
Als ik hem de vraag stel kijkt hij
bijna beduusd. „Dat weet ik eigenlijk
niet," zegt hij dan ietwat hulpeloos.
„Mijn vrouw zei gisteravond, toen
iemand dezelfde vraag stelde: ja,
mijn man dóet het zo en bij begrijpt
eenvoudig niet dat je ook anders
kan." Ik vraag hem of zijn geloof
hem in die jaren niet tot grote steun
is geweest. Hij beaamt het. .Als je
vecht voor een rechtvaardige zaak
waarhij tenslotte de hele Christelijke
beschaving op het spel staat, dan mag
je hulp en steun verwachten van
boven, en dan héb je de belofte dat
je die ontvangen zult, al komt het
vaak heel anders dan je het zelf had
gedacht of gehoopt." Maar echt hele
maal begrijpen en uitleggen waarom
hij was zoals hij was nee, Ger
brandy kan het niet. Hij voelt zelf,
dat er in hem eenvoudig geen ruimte
was voor een andere gedachtegang
dan: doorzetten tot we het gewonnen
hebben. En hij illustreert het: „Toen
Frankrijk gevallen was kwam Van
Kleffens bij me. Nou je weet, die
was óók voor doorzetten! Wat ga je
doen als we verliezen? vroeg hij. We
verliezen niet, zei ik. Ja maar, als we
*t nou eens zouden verliezen? Niks
„als", we gaan het winnen! Ja maar,
stel het nu eens helemaal theoretisch:
we verliezen. Wat-doe je dan: ga je
terug naar Nederland of bijvoorbeeld
naar Amerika? ik geloof, had Ger
brandy gezegd, dat dan mijn piaats
weer onder mijn volk zou zijn. Van
Kleffens achtte voor hem terugkeer
een onmogelijkheid. Hij zou niet
kunnen leven onder een onderdruk
king van Hitier. In gedachten zie ik
duidelijk het beeld: twee eersterangs
vaderlanders, allebei doorzetters,
allebei overtuigd dat de overwinning
komt. Maar de eeb, Van Kleffens,
vraagt zich verstandelijk af: wat zou
ik doen als we eronder gaan, wat ik
overigens weiger te geloven. De
andere, Gerbrandy, gooit die vraag
in een hoek en geeft er tenslotte pas
na drie keer antwoord op. En 2ijn
denkgrens ligt bij: Niks „als", we
winnen.
Of bij, eenmaal Jn Londen, er enig
idee van had hoe wij ons hier zouden
kunnen verzetten, vraag ik. Nee,
alleen maar boop; hóóp dat er verzet
zou komen en diepe dankbaarheid
toen het kwam, „We kregen via
Lissabon en Stockholm vrij snel be
richten, goede en slechte. De bro
chure van Coltfn Gerbrandy trekt
een lelijk gezicht hadden we al :n
Augustus en over de Nederlandse
Unie waren we goed ingelicht. Ik heb
er een paar nota's over moeten
maken en dan wikten Kasteel, mijn
secretaris in die tijd, en ik voor en
tegen, maar mijn conclusie was: dat
is mis, dat is een compromispolitiek.
al bedoelen die mensen bet nog zo
goed. En toen ik bet program in
handen kreeg was alle twijfel weg;
ook Kasteel zag het toen zo." Maar
gelukkig bereikten al heel vroeg ook
de eerste illegale bladen Londen.
Gerbrandy leeft op als hij er aan
terugdenkt. „Hoe het verzet in elkaar
zat hebben wij pas langzaam-aan
begrepen. Je kunt wel zeggen dat wij
pas in 1944 de kaart van het land
goed kenden. Vergeet niet, dat de
Engelsen, van wie wij vooral de eer
ste jaren voor onze inlichtingen sterk
afhankelijk waren, in andere dingen
geïnteresseerd Waren dan wij. Die
wilden wjÉenr waart-de; Rijnaken
lagen,-boeide' vliegvelden verdedigd
waren en zo wat meer. Wij van onze
kant wilden dat ook, maar wilden
daarnaast begrijpen hóe het volk met
ons meewerkte. En wij wisten
natuurlijk dat dat volk op een totale
oorlog helemaal niet was ingesteld.
Bij de Polen lag dat anders. Die had
den handerden jaren illegale activi
teit achter de rug. Ik herinner mij
dat de secretaris van generaal
Sikorski eens bij mij kwam met een
blauw oog en helemaal een beetje
toegetakeld. Hij was, vertelde hij,
van Londen uit zes weken in Polen
geweest, had er de illegaliteit helpen
verstevigen en was nu weer in Lon
den terug. Zoiets klonk je toen alleen
maar onwezenlijk."
Ik herinner even aan de poging
(eind 1941) om via de parachutist
Peter Tazelaar, twee Nederlanders,
waaronder Wiardi Beckmrn,naar
Engeland te laten overkomen. Ger
brandy reageert spontaan Op die
naam: „Wiardi Beekman! Ja, dat was
een vent waar pit in zat. Wat een
klap was dat toen wij hoorden dat
de Duitsers hem te pakken hadden
gekregen." i
Het gesprek springt over op „de
Blitz", de periode van bittere beproe
ving voor de eenzaam vechtende
Engelsen, toen Goering zijn Luft
waffe nacht aan nacht op Londen
liet mikken. Gerbrandy vertelt, hoe
de manager van Browns Hotel jn
Doverstreet hem in een nacht toen
het weer eens heel bar was, veilig
heidshalve uit zijn bed had laten
trommelen en hoe hij toen, in pyjama
en ochtendjas, Piccadilly was opge
lopen „om het eens van dichtbij te
zien." Brand links en rechts, afweer
geschut dat dondert in Green. Park
en dan ineens schiet -Gerbrandy
in de lach. Hij is die nacht naar
Browns teruggekeerd en heeft er een
Delftse professor aangetroffen die
voor de veiligheid een matras over
zich heen had getrokken en wiens
ene hand een goeie sigaar, zijn
andere de gebeden der stervenden
vasthield
Ach, „Londen" is de samenvatting
van grote ups en grote downs en van
kleine ups en kleine downs, van bijna
ondraaglijke spanningen, soms ineens
weggeblazen door een klein mal
geval. Aanvankelijk chauffeerde Ger
brandy in Londen zelf. Hij had het
nooit eerder gedaan maar is het er
dat tekent hem gaan leren. Zijn
vrienden hielden hun hait vast en
ondeugden legden uit dat het „C.D."-
schxldje op Gerbrandy's auto niet
„Corps Diplomatique" betekende,
maar „Chauffeur Dangerous" of
„Careless Driver"... Later reed de
sergeant Mellema hem. Die was bet
ook die Gerbrandy naar Mortimer,
het huis. van de Koningin, bracht
toen de luchtdruk van een neerge
komen V 1 de hele auto een duw gaf.
Gerbrandy lecht bij de herinnering,
want Mellema heeft zich. toen omge
draaid en gezegd: „Nou, dat scheelde
ook niet veel of we waren voltooid
verleden tijd geweest, Excellentie."
Zwarte dagen waren er overigens
in Londen genoeg!
Gerbrandy noemt de val van
Frankrijk, de val van Singapore (met
dat meesterstuk van een rede, gehjk
Churchill dié toen hield), de slag in
de Javazec. de val van Bandoeng, 't
doorsteken van de dijk van Walche
ren.
Ja, de val van Indië is een. harde
slag geweest. Gerbrandy vertelt hoe
tenslotte besloten werd, aan Gouver
neur-Generaal Tjarda van Starken-
borgh Stachouwer te vragen: kunt
gij ons versterking van ons Londens
team sturen? En hoe de beslissing
over blijven of komen van de G.G.
aan deze zelf werd overgelaten.
Tjarda besloot te blijven. „Wij heb
ben grote bewondering voor zijn
houding gehad."
Maar in alle duisternis gloorde
meer en meer het licht van het ver
zet. „Je moet jc, nt die ellendige
geschiedenis met De Geer, maar eens
indenken wat dat verzet alleen al
voor de standing van ons land be
tekende. Wij pochten er nooit op.
Daarom dachten sommigen dat er in
Nederland minder verzet was dan in
andere landen, maar ik heb het toen
allemaal eens nagegaan en tegen
majoor Marton, de verbindingsoffi
cier met Churchill, gezegd: Polen en
Nederland, in die twee landen, is het
meeste verzet. Weet je wat Morton
zei? Dat ziet U verkeerd, niet Polen,
maar Nederland staat bovenaan."
Gerbrandy glundert nóg als hij er
aan terugdenkt. ,.En toen wij in over
leg met het geallieerd hoofdkwartier
de spoorwegstaking afkondigden en
die prompt begon, toen was er nie
mand meer die aan het Nederlandse
verzet twijfelde."
Gerbrandy schiet ineens weer £n de
lach. „In de Ministerraad heeft een
van de socialistische leden van die
tijd er bezwaar tegen gemaakt dat
de staking niet eerst in een voltallige
Kabinetszitting was besproken. Dat
lid was er helemaal niet tegen; hij
vond alleen dat de procedure onjuist
was. Toen heb ik het uitgelegd en
dat was bevredigend, en ik heb cr
aan toegevoegd: bovendien wist ik at
sedert 1902 Hat jij voorstander van
een algemene spoorwegstaking bent."
De standing van Nederland in de
oorlog verhogen dat was buiten de
t MUENCHEN. Een Duils zuive
ringshof heeft in hoogste instantie
de vijf jaar dwangarbeid en de
klassificatie als „belangrijke nazi"
van Hiüers fotograaf, Heinrich
Hoffmann bevestigd. Hoffmann
werd onmiddellijk op vrije voeten
gesteld, omdat zijn straftijd was af
gelopen. Zijn vermogen is verbeurd
verklaard. Alles wat hij in de toe
komst meer. dan 500 mark per
mnand verdient, zal ook aan de
staat Beieren vervallen. De titel
„professor", die Hitier hem als per
soonlijke gunst had geschonken,
werd hem eveneens ontnomen.
grenzen de waarde van het binnen
lands verzet. Maar ook in Londen
moest er voor de erkenning van die
standing soms worden gevochten.
Gerbrandy vertelt hoe na de Japanse
overval op Pearl Harbour de Pacific
War Council was gevormd en hoe
Nederland, ondanks zyn koloniën cn
zijn vloot, daarin aanvankelijk niet
als volwaardig lid zou worden opge
nomen. Dat „nam" hij niet. Het
kwam tenslotte tot een bespreking
met Churchill op Downingslreet 10
en daar zaten Gerbrandy en Michlels
van Verduynen als verdedigers van
Nederlands standpunt. „Toen heb ik
op een bepaald ogenblik tegen Chur
chill gezegd: U wilt mij in Uw
vestjeszak stoppen, maar daar wil ik
niet zitten." Ik lach. Heb je het hem
zó gezegd? „Ja zeker: You put me in
your waistcoat-pocket but I do not
want to be there. Ik zal het heus wel
niet allemaal in. gepolijst Engels heb
ben gezegd, maar Michiels zette het
prachtig om in de vereiste diploma
tieke termen."
De reactie? „Churchill zei dat hij
beslissingen moest kunnen nemen
en geen tijd had om alles te over
leggen. Ik zei, dat dat vanzelf sprak
en toen was de zaak in orde. Van
dat ogenblik af hebben wfj elk tele
gram gezien, Churchill heeft onze af
spraak van samenwerking op voet
van gelijkheid op de meest loyale
manier nageleefd".
Churchill! Gerbrandy praat nog
met diepe bewondering over „die
grote man", die de kunst verslond
onx de grote lijnen in het oog te
houden en tegelijkertijd alle details
te kennen. Ik had vrije toegang
tot zijn kaartenkamer waar je de
hele wereldsituatie kon overzien,
zelfs de betekenis van de grote ha
vens kon bepalen. Die kaarten wer
den voortdurend bijgehouden en
Churchill wist alles, tot zelfs de na
men van alle plaatsjes in de Betuwe,
Hij kende ze nog beter dan ik". Via
Churchill is Gerbrandy ook bij Ei
senhower beland, voor het eerst in
October 1944, Hij had bij Churchill
voet een speciale actie ten behoeve
van Nederland gepleit „want wat
schieten wij er «ree op of jullie
Duitsland ai verslaat als er in Ne
derland alleen nog maar lijken te
bevrijden zyn". Eisenhower maakte
op Gerbrandy een grote indruk. Zo
deed ook de fantastische, geruisloos
lopende organisatie van de Ameri-
kanen. En dan generaal Bedell
SmithDie deed in Gerbrandy's
ogen voor Eisenhower niets onder.
En als ik je nu vraag: hoe heb je
je gevoeld toen je het bericht van
de bevrijding kreeg? Gerbrandy
kijkt mij een ogenblik strak aan.
„Nou, eerlijk gezegd, toen heb ik
even gehuild". En hij herhaalt het in
een. Gerbrandïaanse term: „dat ging
me even over m'n hoge schoenen".
Dat was dan, eindelijk, de bekro
ning van vijf jaar strijd, Er waren
in de loop daarvan naast de donkere
de lichte ogenblikken geweest. Ko
ning Peter van Yoegoslavië met zijn
fikse houding; de intree van Rus
land en van Amerika in de oorlog;
Rommel's nederlaag in .Afrika, de
val van Mussolini; de invasie, het
toenemende binnenlandse verzet.
„Dat verzet, ja hoe moet Ik^het ei
genlijk zeggen, het was mijn toe
vluchtsoord; dat het er was was voor
mij bijna onontbeerlijk. Ik heb er
eerst nnar gespeurd, en toen ik bet
zag. toen werd het levensbrood".
Als ik op het punt sta om weg te
gaan zeg ik: cn als je nu op die ja
ren terugkijkt had je ze dan willen
missen
Gerbrandy aarzelt lang. Ik vod
dat vijf jaar scheiding van huis en
land cn mensen, vijf jaar zorgen en
hopen en vechten in razend tempo
langs hem heen schieten. Dan zegt
hij: „Nee, eigenlijk nee"
Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG. In het Vredespaleis te 's-Gravenhage zullen van 15 tot
22 Juni twee voor de politie uitermate belangrijke internationale confe
renties worden gehouden. De eerste is gewfltl aan de strijd tegen de vals
munterij, terwijl op de tweede conferentie allerlei problemen zullen worden
behandeld liggende In het vlak van de internationale samenwerking voor
de politie in alle landen ter wereld.
Volgens art. 15 van het Verdrag
van Genève van 1929 moeten er op
geregelde tijden internationale
conferenties worden gehouden,
waaraan dienen deel ie nemen
vertegenwoordigers van de natio
nale emissie banken tezamen met
politiefunctionarissen ervaren op
het gebied van de vals-geldbestrij-
ding. De laatste vergadering krach
tens dit verdrag werd 15 jaar ge
leden te Kopenhagen gehouden.
Sinds de oorlog werd geconsta
teerd, dat ongeveer 400 verschil
lende typen van valse bankbiljet
ten in omloop waren.
Geen wonder, dat reeds in 1946
de Internationale Criminele Poli
tie-commissie haar werk hervatte
en van meet af aan er op heeft
aangedrongen, dat art. 15 van het
Verdrag van Genève weer zou
worden toegepast. De conferentie
ter bestrijding van de valsmunterij
wordt te 's-Gravenhage gehouden,
omdat daar bij de afdeling politie
van het ministerie van justitie het
internationale bureau ter bestrij
ding van falsxficaten is onderge
bracht.
Het is een verheugend verschijn
sel, dat zovele landen in zo'n grote
getale gevolg hebben gegeven aan
de uitnodiging van de Internatio
nale Criminele Politiecommissie en
van de Nederlandse regering om
thans in het Vredespaleis samen
te komen. Er zullen op deze con
ferentie 120 deelnemers zijn.
Aan het internationale bureau
ter bestrijding van namaak en
vervalsing van waardepapieren zal
een documentair museum worden
verbonden. Het wordt op 15 Juni
geopend.
De conferenties zijn uiteraard
streng besloten.
(Van onze correspondent fe
New Yorkj
rWAALF PROFESSOREN van
de Columbia Universiteit te
New York vuurden onlangs hun
vragen af op de heer Seymour
Lawrence. Flaxland, die rijn. '{jvige
dissertatie oucr „Herman Hc'ijcr-
mav.s and his dramas" voor hen
had te verdedigen. Twaalf profes
soren. van wie cr elf (prof. dr. B.
Hunningher die zelf de eerste uit
voeriger studie over onze grote to
neelschrijver op zijn naam heeft
staan, natuurlyfc uitgezonderd
waarschijnlijk nooit fe voren enige
aandacht aan het Hollandse toneel
hadden besteed.
Ik ben nog niet in staat geweest
dit proefschrift te lezen. Het druk
ken van proefschriften, door andere
Amerikaanse universiteiten van
wege de hoge kosten allang niet
meer als voorwaarde gesteld, is ook
bij de Columbia Universiteit sinds
1949 geen conditie sine qua non
meer. Dr. Flaxman's boek bestaat
daarom slechts in een zeer beperkt
aantal 4oorslagen die men. binnen
kort in de Urüverslteits-Bibliothe
ken hier zal kunnen raadplegen. Ik
heb bet slechts op mijn gemak kun
nen doorzien en daarbij kunnen
constateren dat de schrijver niet
over een nacht ijs is gegaan. Na
onze taal speciaal voor dit doel te
hebben geleerd, heeft hij studie ge
maakt van ons toneel tegen het
einde der vorige cn in het begin
van deze eeuw, van de culturele
stromingen in ons land. de invloe
den der omringende landen, enz. Hij
geeft niet alleen een biografie van
de schrijver roet opsomming van al
zijn werken, opvoeringsdata, verta
lingen en wat dies meer zij, hij
trachtte Heijermans te zien in het
licht van zijn tijd en milieu, hij
poogde de Hollandse achtergrond te
begrijpen. Natuurlijk heeft hij daar
bij grote steun gevonden in de bei
de professoren waarmede hij hier te
New York werkte, prof. Barnouw
en diens op het gebied van ons to
neel gespecialiseerde opvolger, prof.
Hunningher. Maar veel heeft hij uit
eigen inzicht en indrukken moeten
opmaken.
Waar een studie als dit veel ertoe
zou kunnen bijdragen om de be
langstelling voor het werk van onze
voornaamste nationale toneelschrij
ver in het buitenland te wekken en
levendig te houden, zou het van
groot belang zijn het in druk te
doen verschijnen. Dr. Flaxman voor
ziet de mogelijkheid van succesvolle
opvoeringen van diverse stukken
ook thans nog in de V.S. Een stuk
als „Schakels" acht hij sterker dan
het in sommige opzichten er mede
verwante „Dood van een handels
reiziger". Er is weinig, veel te wei
nig van en over onze literatuur in
de Engelse taal verschenen. Mij
dunkt dat zich hier een gelegenheid
voordoet om in deze lacune althans
voor een klein gedeelte te voorzien
door de uitgave van deze disserta
tie van regeringszijde te bevorde
ren.
Het is op zich zelf merkwaardig
hoe dr. Flaxman tot zijn Heijer-
mans-studie- kwam. Hij had oor
spronkelijk Hauptman als onderwerp
gekozen en hoorde in dat verband
van Heijermans. Nadere kennisma
king met diens werk bracht hem er
toe zijn aanvankelijk plan te laten
varen en zich op de studie van
Heijermans te werpen. Anders dan
menige tijdgenoot van de schrijver,
verwerpt hij net oordeel dat de Ne
derlander door de Duitser beïnvloed
zou zijn.
De waarde van ccn Nederlandse
leerstoel hier te New York is met
de verschijning van dit proefschrift
opnieuw bewezen. Het zal menigeen
interesseren dat een andere student
die hier onder leiding van Prof.
Hunningher werkt, het volgend jaar
hoopt te promoveren op een proef
schrift over Constantijn Huygens.
Franse commissie vraagt
verbod van atoombom
PARIJS, De commissie voor
buitenlandse aangelegenheden van
de Franse Nationale Vergadering
heeft met 25 tegen 12 stemmea
(communisten) besloten aan de Na
tionale Vergadering een motie voor
te leggen, waarin om verbod van de
atoombom en internationale con
trole op de atoomenergie wordt ver
zocht en de Franse regering wordt
uitgenodigd bij de V.N. alles in het
werk te stellen, opdat een wereld
conferentie van geleerden, die des
kundig zijn op het gebied van
atoomkwesties, wordt - bijeengeroe
pen om een internationale conventie
op te stellen. Verder wordt de re
gering in deze motie_ opgewekt het
initiatief te nemen bij dc herziening
van het Handvest der V.N., opdat
bij enige actie van de Veiligheids
raad ter bestrijding van oorlog de
regel van de eenstemmigheid ver
valt.
Werknemers tot 4500
zegels plakken van
1 Januari af
DEN HAAG Uit de verhoging
van de loongrens voor de Invalidi
teitswet tot f 4500 per 2 Mei jl-
heeft men ten onrechte afgeleid, dat
eerst van die datum af wederom
rentezegels geplakt moeten worden.
Het plakken van rentezegels voor
de betrokken werknemers dient
echter met terugwerkende kracht
van 1 Januari af te geschieden.
(Van een bijzondere medewerker)
t? IJ DE INEENSTORTING van Duitsland, om precies te zijn: op 7
L* Met 1945, de dag uan de wapenstilstaxid, haalden Amerikaanse,
troepen uit een zoutmijn in Zuid-Duitsland schilderijen te voorschijn.
De schat van het Berlijnse Kaiser Fricdrich Museum1200 schilderijen
van de beroemdste oude meesters, was gerech Dwitstand verkeerde tn
een chaos, de musea lagen in puin: dc schrlctertjen werden naar een
„Central Collecting Point" gebrachthet Landesmuseurn te Wiesbaden
(ook te Offenbach en Miinchen waren dergelijke verzamelplaatsen
cn 202 van de zeldzaamste cn kostbaarste werden naar de U.S.A. ge
transporteerd om daar tentoongesteld te worden. In 1948 keerde de helft
hiervan naar Duitsland terug; in 1949 het overige deel. Over drie weken
zal het Amsterdamse Rijksmuseum zijn deuren openen voor een keuze
uit deze beroemde verzameling cn zal het een tentoonstelling herbergen,
die in belangrijkheid vorige, als bijvoorbeeld die der schatten uit de
Munchener Pinalcotheek, evenaartzo niet overtreft.
In "Wiesbaden was ik in dc gele
genheid de tentoonstelling te zien
van teruggekeerde meesterwerken
uit Berlijnse musea, waaronder ve
le, die straks in Amsterdam ko
men, en te spreken met de Ame
rikaanse directeur van dit Central
Collecting Point, Theodore A. Hein
rich, „Chief MFA en A. Section,
OMGH" ik ben niet achter de be
tekenis van dit alfabet gekomen.
Wiesbaden, waar mij sterker dan eL
ders de sfeer trof van-Schieber en
pin-up girls, waar men op luxueuse
terrassen thee a 2 R.M. per kop
drinkt temidden van een decor van
ruïnes en Barok, is overigens meer
een stad van muziek en toneel dan
van schilderkunst.
Het was gepavoiseerd ter ere van
een muziekfestival en *s avonds
ging het veelbesproken stuk van
Bert Brecht, de man van de „Drei-
groschen Oper": „Mutter Courage,"
In het Landesmuseurn hangt nu
het tweede deel der uit Amerika te
ruggekomen schilderijen en staat
als eenzaam stuk in een glazen kast
een der „wereldwonderen", het ge
polychromeerde beeld van de Egyp
tische koningin Nefertete, terugge
vonden in een kist met 't opschrift:
„Bonte prinses, niet kantelen"
Honderdtwintie van deze schilde
rijen zal men steaks in' Amsterdam
zien (en na afloop ook in Brussel).
Welke? Voornamelijk Hollandse en
Vlaamse, Niet de Italianen er» de be
roemde Holbeins of Dürer's „Hiero-
nymus Holzschuhe." En dan ook
niet die werken, waarvan het trans
port om een of andere reden be
zwaarlijk is zoals Breugel's
„Spreekwoorden" of Rembrandts
„Tobias en de Engel".
Maar er blijven tenslotte 12 Rem
brandts over (o-a. Man met Gouden
Helm, Saskïa, Hendrickje Stoffels,
een zelfportret, Jozef cn Potifar's
vrouw), 9 schilderijen van Rubens»
minstens drie werken van Frans
Hals (Malle Babbe, Zingende Knaap
met fluit. Meid met het Kind), een
prachtige Hercules Seghers (Ge
zicht op Rh enen), een echte
Vermeer (Jonge Dame met parel
snoer), een „Johannes op Patmos"
van Jeroen Bosch. Dan een reks
Vlaamse primitieven, zoals Memlinc
Rogier van der Weyden, Dirk Bouts
Van der Goes, Geerten van St. Jan
en bovenal, drie kostelijke Van
Eycks: „Man met de Anjelier", een
kruisiging en bet portret van Gio
vanni Arnolfipi. Noemen we nog
een prachtig meisjesportret van
Petrus Christi, de „Tekenaar" van
Chardin, La Tour, Fouquet, Altdor-
fer
-** „Hoe het publiek in Amerika de-
1 ze schatten ontvangen heeft?" zeg
de heer Heinrich. „In 14 steden wer
den ze tentoongesteld, allereerst in
New York en Washington. Dié ten
toonstellingen duurden gemiddeld
twee a drie weken. Het aantal be
zoekers was 2.500.000. Het re-
cordbezoek op één dag was eens
67.000; jawel: zeven-en-zestigdui
zend. De opbrengst hiervan was be
stemd vor hulp, voedsel, medica
menten e.d. voor de kinderen in
Duitsland. Prijzen we ons overigens
gelukkig dat. waar een 300-tal wer
ken uit het Kaiser Friedrich Mu
seum door brand vernield werd,
(waarschijnlijk door nalatigheid van
een Russische soldaat, die er een
vuurtje ging stoken) en we behalve
een reeks werken van Rubens de
prachtige .Ban" door Signorelli
moeten missen, al dit werk behou
den bleef en getoond kan worden."
(Van onze speciale verslaggever)
DEN HAAG. „Nederland Is vreselijk saai voor de vreemdelingen,"
heeft mr E. J. E. M. Jaspar. de secretaris-generaal van dc douane-over
eenkomsten der Benelux, onlangs gezegd. En velen zijn er van geschrok
ken. Is het waar? Is Ncderlond werkelijk zo saai?
Wij hebben deze vraag, zo belangrijk aan de vooravond van het tou-
rlstenseizoen, voorgelegd aan een vijftal kopstukken uit de wereld van
Vreemdelingenverkeer, Hun antwoorden kunnen als volgt worden samen
gevat; „Het is hier helemaal niet saai, maar we kijken veel te ernstig."
Alle vijf waren ze van oordeel, dat in ons land de roulette moet
worden toegestaan.
_'hr W. Boree], de directeur der
Algemene Nederlandse Vereniging
Vreemdelingenverkeer te Den Haag,
zegt:
„Saai? Welnecn. Er is hier vertier
genoeg maar we trekken onze benen
wat zwaar uit de klei. Dat is onze
aard.» Als we echt vreemdelingen-
land willen worden en dat is no
dig met het oog op onze armoede
kan het geen kwaad als we eens vrat
vrolijker gaan kijken. We zijn ook
nog niet vriendelijk en voorkomend
genoeg. In de hotels is men vaak te
zwaar op de hand. Waarom moeten
hier de keilners deftig zwartgerokt
lopen en kunnen ze in België een
wit jasje dragen? Waarom komt het
volkomen onjuiste tactiek nog
te vaak voor, dat men zijn gasten het
duurste menu tracht aan te praten?
We hebben in onze hotels wat meer
van de „bonhomie" van de Belgen
nodig. En de grote badplaatsen moe
ten een roulette hebben".
De heer J. Nikerk, directeur van
de V.V.V. te Amsterdam, oordeelt:
„Ik ben het volkomen oneens met
de heer Jaspar. We zijn nu eenmaal
geen uitgelaten volk en dat moeten
wc ook niet willen worden. Ieder
land heeft zijn eigenaardigheden,
Dat is juist de charme van het tou
risme. Wie het eiland Bali bezoekt
gaat er niet heen om het nachtleven
mee te maken. Daarvoor kan hij b.v,
in Parijs terecht. Er is in Nederland
voldoende te zien, ons stedenschoon,
onze havens, onze polders, onze af
sluitdijk, onze tulpenvelden, onze
klederdrachten, onze historische
merkwaardigheden. Noemt u maar
op. Wie 's nachts een cabaret wil
bezoeken kan in de grote steden ook
terecht. Maar daar kamen de vreem
delingen niet voor. De ECA-missie
voor tourisme heeft een aantal Ame
rikanen gevraagd wat ze in Europa
het meest interesseert. Nachtleven
kreeg maar 4% van de stemmen,
folklore b.v, 23^, landschapsschoon
25%, musea 16%. Wat de roulette
betreft, daar ben ik een voorstander
van, ook voor Zandvaort.
'N GOKJE NODIG
Mr J. Reinders, voorzitter van de
V.V.V. Urecht, spreekt uitvoerig
over het kansspel:
„Een gokje moet mogelijk zijn. Nu
wordt er ontzettend clandestien ge
gokt 23 speelholen in Den Haag
cn gaan velen naar Spa of Os-
tetide om roulette te spelen. Als
wij In Nederland een gecontroleerd
kansspel krijgen, kunnen wij ten
eerste: geld in eigen land houden
cn ten tweede: met de opbrengst in
stellingen op charitatief gebied uit
de nood helpen. In Utrecht doen wij
al geruime tijd pogingen een sweep
stake te laten verrijden voor lief
dadige doeleinden, maar een ver-
■gunmng, ho maar! We geven de
moed trouwens nog niet op.
Saai in Nederland? Onzin, Je
kunt ltïer aardig logeren, goed eten
(wat zeer belangrijk is) en er is
veel te zien en te beleven. Een
Biarritz of Nice krijgen wij hier niet.
moeten wij ook niet willen. Hier in
de buurt hebben we b.v. Loos-1
drecht. Dat is ook de moeite waard."
Mr. R. H. Woltjer, directeur van
de V.V.V. Den Haag en Zuid-Hol
land, geeft als zijn mening.
„Jaspar heeft gezegd: Houd de
bloemetjes niet achter de ruiten
maar zet ze buiten. Dat is In ieder
geval aardig gevonden. Hij vindt de
weg Den Haag—Utrecht zo verve
lend en klaagt dat de café's zo vroeg
sluiten. Hij overdrijft. Alleen in Den
Haag zijn al tien café's met nacht
vergunning. Wij zijn geen saai volk
maar een huiselijk volk. Het alco-
holverbruik is hier laag, 4,77 liter
per hoofd der bevolking per jaar,
tegen 17,5 in België en 24,52 Ir»
Frankrijk. Ik ben wel van mening,
dat we moeten trachten het in Ne
derland wat fleuriger te maken. We
moeten onze pleinen en grote stra
ten. beter verlichten en ook zelf
eens meer „de stad" ingaan. Nu er
een loterij is en een totalisator be
grijp ik niet waarom er geen rou
lette mag zijn."
Tenslotte nog- de opinie van mr.
H. Vlug, voorzitter van de V.V.V.
Rotterdam:
„Een attractie is voor de vreem
deling wat hij thuis niet vindt. Ne
derland heeft genoeg te bieden. Van
saaiheid is geen sprake, ook in Rot
terdam niet. Het is jammer, dat de
roulette nog steeds niet wordt toe
gestaan. Die behoort nu eenmaal bij
een moderne badplaats. Overigens
is de overheid heel wat soepeler,
wat betreft b.v. de sluitingsuren en
de muziekvergunningen. De exploi
tanten doen nun uiterste best hun
zaken aantrekkelijk te maken. Maar
een café wordt pas gezellig als er
„wat te doen" is, als er veel men
sen zitten. En het is de laatste tijd
al stilletjes. De meeste mensen heb
ben nu eenmaal niet zo heel veel te
verteren. Maar gelegenheid tot ge
zelligheidsleven is er genoeg. In
Rotterdam zijn vijf café's met nacht
vergunning, waarvan enkele met
cabaret."
SINGAPORE De districtsrech-
ter te Singapore heeft bepaald, dat
het verzoek van Indonesië om uitle
vering van kapitein Westerling op
10 Juni zal worden behandeld.
(Van onze parlementsredactcur)
DEN HAAG. Het gebouw van
het vroegere Duitse gezantschap op
de Lange Vijverberg in Den Haag
is door het Beheersinstituut ver
huurd aan het Ministerie van Ma
rine, dat er het lieve sommetje van
f 9500 per jaar aan huur voor be
taalt. Het Beheersinstituut wil het
gebouw in veiling brengen, het
geen door het ministerie is beant
woord met het aanvragen van gel
den op de gewijzigde begroting
voor 1950 om dit pand te kopen.
Een bedrag van f 150.000 op de ka-
pitaaldienst wordt voldoende ge
acht om het gebouw te kopen.
Overigens brengt de gewijzigde
begroting van marine ofschoon de
financiële consequenties van de
soevereiniteitsoverdracht erin zijn
verwerkt, slechts een verhoging
van f 1.996,290. Het eindbedrag
wordt hierdoor f 314.809.510, Deze
geringe verhoging is o.a. toe te
schrijven aan een verschuiving in
de financiering van nieuwe aan
bouw en aan het feit dat door de
marinesteun aan de RIS en de
overdracht aan haar van het ma-
rine-etabhssement te Soerabaja,
een aantal uitgaven thans voor re
kening der RIS komen.
Advertentie (LM.)
VI?Ij;. N E D E RtAN D
van deze week:
Vraaggesprek met de dokter, die
het aan de orde stelde)
op het plan-schuman?
Dr M. van der Reis:
Ziekten der toekomstige moeder
kunnen tot ktembeschadiging
lelden
(Den Haag onder de loupe
WENST U DIT NUMMER IE
ONTVANGEN?
Toezending volgt:
b. Na ontvangst van 25 cents aan
postzegels;
b, gratis na ontvangst van een
briefkaart waarmede u een
proefabonnement bestelt tot en
met 30 September 1950, terwijl
u ons 3,10 doet toekomen per
postwissel of per postgiro nr
6239 ten name van De Twent-
sche Bank met vermelding
rekening „Vrij Nederland'.
Administratie „Vrij Nederland":
Raamgracht 4 - Amsterdam.