Prof. mr. P. S. Gerbrandy „Nederland is niet saai maar we kijken te ernstig Amerikaans proefschrift over Heijermans Kunstschatten uit Berlijn naar Rijksmuseum voor hem was het verzet een toevluchtsoord Ongewoon interview D Zijn geloof was hem tot grote steun --x Hitiers lijffotograaf professor af Dr Flaxman acht „Schakels" sterker dan ..jDe dood van een handelsreiziger" Politie aller landen verenigt zich in Vredespaleis In Amerika 2.500.000 bezoekers Twaalf Rembrandts Vooraanstaande VVV-mensen geven ons hun mening Marine koopt gebouw Duitse gezantschap in Den Haag Rotterdamse kinderen ondervoed Koe reageerde de wsreld Het ongeboren kind bedreigd Het vastgelopen verkeer 4 Donderdag 1 Juni 1950 IT is een ongewoon interview. Gebcren uit een gesprek dat ik 1* Apriï, daags =vn 65ste ver. jaardag, voerde met prof. mr Rie- ter Sjoerd Gerbrandy, die in de ooriog van '40 tot '45 Minister en groots tendeels Minister-President was; die, van zyrt standpunt te recht vindt dat ik er gevaarlijke epyattingefl. over Indonesië en 20 op na houd: met urie ik poli tiek zoveel van. mening verschil als ae A.R. van de P.v.tLA.; met wie tk, u-eleens terdege overhoop heb gelegen en tciens „Rylcseeuhetd" ik heb bestreden; wiens beleid ik lang niet altyêf goed of moot of zelfs maar juist heb gevonden; maar voor wie ik een zwak heb en houden zal zolang ik leef. Om dat hij in Londen de geest van hel verzet heeft begrepen en ge grepen gevolgd. Omdat hij nooit een uur acm capituleren docht;om dat hij fmet die hoge stem die iedereen kan nadoen en dat zegt jp zichzelf wat!) ons door de radio heeft opgejut tot méér, attyd maar méér verzet; omdat hij een hele- maal particuliere manier can de dingen-zeggen heeft waardoor hij merkwaardig vaak in de roos schiet; omdat hij, als de leeuw van „de Schoolmeesteriemand is, „die bang is voor niemand", en omdat hij, in zijn beste ogenblikken, weet dat ook hy allerlei grenzen en be- grersdhedenheeft, die hij niet straf feloos te bulten kan gaan. ■Dit ongewone gesvrek moge bij dragen tot de kennis van een paar kanten van deze ongewone man, die „singulier tn alles", voor mij altijd zal zijn: toch die Nederlander die „het" begreep en die daarom groot is ook in de ogen van zijn tegenstander. G. J. VAN BEUVEN GOEDHART T K ga naar Engeland om Nederland terug te krijgen. Wij hebben onze ff1- koloniën, onze Marine, onze koopvaardij ik dacht in die dagen ook nog aan een stuk leger en winnen zullen wij het." Dat is het antwoord van Prof. Gerbrandy op de eerste vraag van de interviewer: hoe verging het je op 13 Mei, toen jullie besloten om over te steken? En het tekent hem. Nu ik aan de Van Stolkweg. in het gebouw van de Raad voor het Rechts herstel, tegenover hem zit, vind ik hem uiterlijk eigenlijk niets veranderd. Zijn snor heeft nog dezelfde abundantie van weleer; zijn ogen ze kunnen evengoed lachen als steken hebben nog de oude levendigheid; de stem bespeelt nog heel die toonladder van laag tot hoog, héél hoog soms, die aan zijn woorden kleur en leven geeft. En hij kruidt neg altijd zijn antwoorden met kernachtige, ongewone wendingen, die de hoorder inééns genageld staan in zijn geheugen. De sigaar als hij er een aanbiedt, doet hij dat met een toonbeeld van Gerbrandïaanse zegswijs, die voor al zijn vrienden gevleugeld is geworden smaakt hem onverminderd en als ik naar zyn gezondheid vraag sinds gister ïs hij 65 zegt hij dat hij op raad van zijn broer, dokter in Oen Haag, zich tijdens een verblijf in Zwitserland heeft laten nakijken en dat het judicium luidde: „Man, ik heb nog nooit zo'n sterke vent gezien. Plan om elkaar in-de (trouwens min of meer afwezige) haren vliegen hebben wij niet. Deze keer blijven de tegenstellingen en de meningsverschillen aan de kant lig gen: ik heb Gerbrandy bij de lezers willen introduceren als de vechtjas, de doorzetter, de terrier of hoe U het maar noemen wilt; als de man die van 10 Mei 1B4D tot 5 Mei 1945 muur vast geloofd heeft dat Nederland weer vrij en baas in eigen huis zou worden. Waarom? Op welke grond? Als ik hem de vraag stel kijkt hij bijna beduusd. „Dat weet ik eigenlijk niet," zegt hij dan ietwat hulpeloos. „Mijn vrouw zei gisteravond, toen iemand dezelfde vraag stelde: ja, mijn man dóet het zo en bij begrijpt eenvoudig niet dat je ook anders kan." Ik vraag hem of zijn geloof hem in die jaren niet tot grote steun is geweest. Hij beaamt het. .Als je vecht voor een rechtvaardige zaak waarhij tenslotte de hele Christelijke beschaving op het spel staat, dan mag je hulp en steun verwachten van boven, en dan héb je de belofte dat je die ontvangen zult, al komt het vaak heel anders dan je het zelf had gedacht of gehoopt." Maar echt hele maal begrijpen en uitleggen waarom hij was zoals hij was nee, Ger brandy kan het niet. Hij voelt zelf, dat er in hem eenvoudig geen ruimte was voor een andere gedachtegang dan: doorzetten tot we het gewonnen hebben. En hij illustreert het: „Toen Frankrijk gevallen was kwam Van Kleffens bij me. Nou je weet, die was óók voor doorzetten! Wat ga je doen als we verliezen? vroeg hij. We verliezen niet, zei ik. Ja maar, als we *t nou eens zouden verliezen? Niks „als", we gaan het winnen! Ja maar, stel het nu eens helemaal theoretisch: we verliezen. Wat-doe je dan: ga je terug naar Nederland of bijvoorbeeld naar Amerika? ik geloof, had Ger brandy gezegd, dat dan mijn piaats weer onder mijn volk zou zijn. Van Kleffens achtte voor hem terugkeer een onmogelijkheid. Hij zou niet kunnen leven onder een onderdruk king van Hitier. In gedachten zie ik duidelijk het beeld: twee eersterangs vaderlanders, allebei doorzetters, allebei overtuigd dat de overwinning komt. Maar de eeb, Van Kleffens, vraagt zich verstandelijk af: wat zou ik doen als we eronder gaan, wat ik overigens weiger te geloven. De andere, Gerbrandy, gooit die vraag in een hoek en geeft er tenslotte pas na drie keer antwoord op. En 2ijn denkgrens ligt bij: Niks „als", we winnen. Of bij, eenmaal Jn Londen, er enig idee van had hoe wij ons hier zouden kunnen verzetten, vraag ik. Nee, alleen maar boop; hóóp dat er verzet zou komen en diepe dankbaarheid toen het kwam, „We kregen via Lissabon en Stockholm vrij snel be richten, goede en slechte. De bro chure van Coltfn Gerbrandy trekt een lelijk gezicht hadden we al :n Augustus en over de Nederlandse Unie waren we goed ingelicht. Ik heb er een paar nota's over moeten maken en dan wikten Kasteel, mijn secretaris in die tijd, en ik voor en tegen, maar mijn conclusie was: dat is mis, dat is een compromispolitiek. al bedoelen die mensen bet nog zo goed. En toen ik bet program in handen kreeg was alle twijfel weg; ook Kasteel zag het toen zo." Maar gelukkig bereikten al heel vroeg ook de eerste illegale bladen Londen. Gerbrandy leeft op als hij er aan terugdenkt. „Hoe het verzet in elkaar zat hebben wij pas langzaam-aan begrepen. Je kunt wel zeggen dat wij pas in 1944 de kaart van het land goed kenden. Vergeet niet, dat de Engelsen, van wie wij vooral de eer ste jaren voor onze inlichtingen sterk afhankelijk waren, in andere dingen geïnteresseerd Waren dan wij. Die wilden wjÉenr waart-de; Rijnaken lagen,-boeide' vliegvelden verdedigd waren en zo wat meer. Wij van onze kant wilden dat ook, maar wilden daarnaast begrijpen hóe het volk met ons meewerkte. En wij wisten natuurlijk dat dat volk op een totale oorlog helemaal niet was ingesteld. Bij de Polen lag dat anders. Die had den handerden jaren illegale activi teit achter de rug. Ik herinner mij dat de secretaris van generaal Sikorski eens bij mij kwam met een blauw oog en helemaal een beetje toegetakeld. Hij was, vertelde hij, van Londen uit zes weken in Polen geweest, had er de illegaliteit helpen verstevigen en was nu weer in Lon den terug. Zoiets klonk je toen alleen maar onwezenlijk." Ik herinner even aan de poging (eind 1941) om via de parachutist Peter Tazelaar, twee Nederlanders, waaronder Wiardi Beckmrn,naar Engeland te laten overkomen. Ger brandy reageert spontaan Op die naam: „Wiardi Beekman! Ja, dat was een vent waar pit in zat. Wat een klap was dat toen wij hoorden dat de Duitsers hem te pakken hadden gekregen." i Het gesprek springt over op „de Blitz", de periode van bittere beproe ving voor de eenzaam vechtende Engelsen, toen Goering zijn Luft waffe nacht aan nacht op Londen liet mikken. Gerbrandy vertelt, hoe de manager van Browns Hotel jn Doverstreet hem in een nacht toen het weer eens heel bar was, veilig heidshalve uit zijn bed had laten trommelen en hoe hij toen, in pyjama en ochtendjas, Piccadilly was opge lopen „om het eens van dichtbij te zien." Brand links en rechts, afweer geschut dat dondert in Green. Park en dan ineens schiet -Gerbrandy in de lach. Hij is die nacht naar Browns teruggekeerd en heeft er een Delftse professor aangetroffen die voor de veiligheid een matras over zich heen had getrokken en wiens ene hand een goeie sigaar, zijn andere de gebeden der stervenden vasthield Ach, „Londen" is de samenvatting van grote ups en grote downs en van kleine ups en kleine downs, van bijna ondraaglijke spanningen, soms ineens weggeblazen door een klein mal geval. Aanvankelijk chauffeerde Ger brandy in Londen zelf. Hij had het nooit eerder gedaan maar is het er dat tekent hem gaan leren. Zijn vrienden hielden hun hait vast en ondeugden legden uit dat het „C.D."- schxldje op Gerbrandy's auto niet „Corps Diplomatique" betekende, maar „Chauffeur Dangerous" of „Careless Driver"... Later reed de sergeant Mellema hem. Die was bet ook die Gerbrandy naar Mortimer, het huis. van de Koningin, bracht toen de luchtdruk van een neerge komen V 1 de hele auto een duw gaf. Gerbrandy lecht bij de herinnering, want Mellema heeft zich. toen omge draaid en gezegd: „Nou, dat scheelde ook niet veel of we waren voltooid verleden tijd geweest, Excellentie." Zwarte dagen waren er overigens in Londen genoeg! Gerbrandy noemt de val van Frankrijk, de val van Singapore (met dat meesterstuk van een rede, gehjk Churchill dié toen hield), de slag in de Javazec. de val van Bandoeng, 't doorsteken van de dijk van Walche ren. Ja, de val van Indië is een. harde slag geweest. Gerbrandy vertelt hoe tenslotte besloten werd, aan Gouver neur-Generaal Tjarda van Starken- borgh Stachouwer te vragen: kunt gij ons versterking van ons Londens team sturen? En hoe de beslissing over blijven of komen van de G.G. aan deze zelf werd overgelaten. Tjarda besloot te blijven. „Wij heb ben grote bewondering voor zijn houding gehad." Maar in alle duisternis gloorde meer en meer het licht van het ver zet. „Je moet jc, nt die ellendige geschiedenis met De Geer, maar eens indenken wat dat verzet alleen al voor de standing van ons land be tekende. Wij pochten er nooit op. Daarom dachten sommigen dat er in Nederland minder verzet was dan in andere landen, maar ik heb het toen allemaal eens nagegaan en tegen majoor Marton, de verbindingsoffi cier met Churchill, gezegd: Polen en Nederland, in die twee landen, is het meeste verzet. Weet je wat Morton zei? Dat ziet U verkeerd, niet Polen, maar Nederland staat bovenaan." Gerbrandy glundert nóg als hij er aan terugdenkt. ,.En toen wij in over leg met het geallieerd hoofdkwartier de spoorwegstaking afkondigden en die prompt begon, toen was er nie mand meer die aan het Nederlandse verzet twijfelde." Gerbrandy schiet ineens weer £n de lach. „In de Ministerraad heeft een van de socialistische leden van die tijd er bezwaar tegen gemaakt dat de staking niet eerst in een voltallige Kabinetszitting was besproken. Dat lid was er helemaal niet tegen; hij vond alleen dat de procedure onjuist was. Toen heb ik het uitgelegd en dat was bevredigend, en ik heb cr aan toegevoegd: bovendien wist ik at sedert 1902 Hat jij voorstander van een algemene spoorwegstaking bent." De standing van Nederland in de oorlog verhogen dat was buiten de t MUENCHEN. Een Duils zuive ringshof heeft in hoogste instantie de vijf jaar dwangarbeid en de klassificatie als „belangrijke nazi" van Hiüers fotograaf, Heinrich Hoffmann bevestigd. Hoffmann werd onmiddellijk op vrije voeten gesteld, omdat zijn straftijd was af gelopen. Zijn vermogen is verbeurd verklaard. Alles wat hij in de toe komst meer. dan 500 mark per mnand verdient, zal ook aan de staat Beieren vervallen. De titel „professor", die Hitier hem als per soonlijke gunst had geschonken, werd hem eveneens ontnomen. grenzen de waarde van het binnen lands verzet. Maar ook in Londen moest er voor de erkenning van die standing soms worden gevochten. Gerbrandy vertelt hoe na de Japanse overval op Pearl Harbour de Pacific War Council was gevormd en hoe Nederland, ondanks zyn koloniën cn zijn vloot, daarin aanvankelijk niet als volwaardig lid zou worden opge nomen. Dat „nam" hij niet. Het kwam tenslotte tot een bespreking met Churchill op Downingslreet 10 en daar zaten Gerbrandy en Michlels van Verduynen als verdedigers van Nederlands standpunt. „Toen heb ik op een bepaald ogenblik tegen Chur chill gezegd: U wilt mij in Uw vestjeszak stoppen, maar daar wil ik niet zitten." Ik lach. Heb je het hem zó gezegd? „Ja zeker: You put me in your waistcoat-pocket but I do not want to be there. Ik zal het heus wel niet allemaal in. gepolijst Engels heb ben gezegd, maar Michiels zette het prachtig om in de vereiste diploma tieke termen." De reactie? „Churchill zei dat hij beslissingen moest kunnen nemen en geen tijd had om alles te over leggen. Ik zei, dat dat vanzelf sprak en toen was de zaak in orde. Van dat ogenblik af hebben wfj elk tele gram gezien, Churchill heeft onze af spraak van samenwerking op voet van gelijkheid op de meest loyale manier nageleefd". Churchill! Gerbrandy praat nog met diepe bewondering over „die grote man", die de kunst verslond onx de grote lijnen in het oog te houden en tegelijkertijd alle details te kennen. Ik had vrije toegang tot zijn kaartenkamer waar je de hele wereldsituatie kon overzien, zelfs de betekenis van de grote ha vens kon bepalen. Die kaarten wer den voortdurend bijgehouden en Churchill wist alles, tot zelfs de na men van alle plaatsjes in de Betuwe, Hij kende ze nog beter dan ik". Via Churchill is Gerbrandy ook bij Ei senhower beland, voor het eerst in October 1944, Hij had bij Churchill voet een speciale actie ten behoeve van Nederland gepleit „want wat schieten wij er «ree op of jullie Duitsland ai verslaat als er in Ne derland alleen nog maar lijken te bevrijden zyn". Eisenhower maakte op Gerbrandy een grote indruk. Zo deed ook de fantastische, geruisloos lopende organisatie van de Ameri- kanen. En dan generaal Bedell SmithDie deed in Gerbrandy's ogen voor Eisenhower niets onder. En als ik je nu vraag: hoe heb je je gevoeld toen je het bericht van de bevrijding kreeg? Gerbrandy kijkt mij een ogenblik strak aan. „Nou, eerlijk gezegd, toen heb ik even gehuild". En hij herhaalt het in een. Gerbrandïaanse term: „dat ging me even over m'n hoge schoenen". Dat was dan, eindelijk, de bekro ning van vijf jaar strijd, Er waren in de loop daarvan naast de donkere de lichte ogenblikken geweest. Ko ning Peter van Yoegoslavië met zijn fikse houding; de intree van Rus land en van Amerika in de oorlog; Rommel's nederlaag in .Afrika, de val van Mussolini; de invasie, het toenemende binnenlandse verzet. „Dat verzet, ja hoe moet Ik^het ei genlijk zeggen, het was mijn toe vluchtsoord; dat het er was was voor mij bijna onontbeerlijk. Ik heb er eerst nnar gespeurd, en toen ik bet zag. toen werd het levensbrood". Als ik op het punt sta om weg te gaan zeg ik: cn als je nu op die ja ren terugkijkt had je ze dan willen missen Gerbrandy aarzelt lang. Ik vod dat vijf jaar scheiding van huis en land cn mensen, vijf jaar zorgen en hopen en vechten in razend tempo langs hem heen schieten. Dan zegt hij: „Nee, eigenlijk nee" Van een onzer redacteuren) DEN HAAG. In het Vredespaleis te 's-Gravenhage zullen van 15 tot 22 Juni twee voor de politie uitermate belangrijke internationale confe renties worden gehouden. De eerste is gewfltl aan de strijd tegen de vals munterij, terwijl op de tweede conferentie allerlei problemen zullen worden behandeld liggende In het vlak van de internationale samenwerking voor de politie in alle landen ter wereld. Volgens art. 15 van het Verdrag van Genève van 1929 moeten er op geregelde tijden internationale conferenties worden gehouden, waaraan dienen deel ie nemen vertegenwoordigers van de natio nale emissie banken tezamen met politiefunctionarissen ervaren op het gebied van de vals-geldbestrij- ding. De laatste vergadering krach tens dit verdrag werd 15 jaar ge leden te Kopenhagen gehouden. Sinds de oorlog werd geconsta teerd, dat ongeveer 400 verschil lende typen van valse bankbiljet ten in omloop waren. Geen wonder, dat reeds in 1946 de Internationale Criminele Poli tie-commissie haar werk hervatte en van meet af aan er op heeft aangedrongen, dat art. 15 van het Verdrag van Genève weer zou worden toegepast. De conferentie ter bestrijding van de valsmunterij wordt te 's-Gravenhage gehouden, omdat daar bij de afdeling politie van het ministerie van justitie het internationale bureau ter bestrij ding van falsxficaten is onderge bracht. Het is een verheugend verschijn sel, dat zovele landen in zo'n grote getale gevolg hebben gegeven aan de uitnodiging van de Internatio nale Criminele Politiecommissie en van de Nederlandse regering om thans in het Vredespaleis samen te komen. Er zullen op deze con ferentie 120 deelnemers zijn. Aan het internationale bureau ter bestrijding van namaak en vervalsing van waardepapieren zal een documentair museum worden verbonden. Het wordt op 15 Juni geopend. De conferenties zijn uiteraard streng besloten. (Van onze correspondent fe New Yorkj rWAALF PROFESSOREN van de Columbia Universiteit te New York vuurden onlangs hun vragen af op de heer Seymour Lawrence. Flaxland, die rijn. '{jvige dissertatie oucr „Herman Hc'ijcr- mav.s and his dramas" voor hen had te verdedigen. Twaalf profes soren. van wie cr elf (prof. dr. B. Hunningher die zelf de eerste uit voeriger studie over onze grote to neelschrijver op zijn naam heeft staan, natuurlyfc uitgezonderd waarschijnlijk nooit fe voren enige aandacht aan het Hollandse toneel hadden besteed. Ik ben nog niet in staat geweest dit proefschrift te lezen. Het druk ken van proefschriften, door andere Amerikaanse universiteiten van wege de hoge kosten allang niet meer als voorwaarde gesteld, is ook bij de Columbia Universiteit sinds 1949 geen conditie sine qua non meer. Dr. Flaxman's boek bestaat daarom slechts in een zeer beperkt aantal 4oorslagen die men. binnen kort in de Urüverslteits-Bibliothe ken hier zal kunnen raadplegen. Ik heb bet slechts op mijn gemak kun nen doorzien en daarbij kunnen constateren dat de schrijver niet over een nacht ijs is gegaan. Na onze taal speciaal voor dit doel te hebben geleerd, heeft hij studie ge maakt van ons toneel tegen het einde der vorige cn in het begin van deze eeuw, van de culturele stromingen in ons land. de invloe den der omringende landen, enz. Hij geeft niet alleen een biografie van de schrijver roet opsomming van al zijn werken, opvoeringsdata, verta lingen en wat dies meer zij, hij trachtte Heijermans te zien in het licht van zijn tijd en milieu, hij poogde de Hollandse achtergrond te begrijpen. Natuurlijk heeft hij daar bij grote steun gevonden in de bei de professoren waarmede hij hier te New York werkte, prof. Barnouw en diens op het gebied van ons to neel gespecialiseerde opvolger, prof. Hunningher. Maar veel heeft hij uit eigen inzicht en indrukken moeten opmaken. Waar een studie als dit veel ertoe zou kunnen bijdragen om de be langstelling voor het werk van onze voornaamste nationale toneelschrij ver in het buitenland te wekken en levendig te houden, zou het van groot belang zijn het in druk te doen verschijnen. Dr. Flaxman voor ziet de mogelijkheid van succesvolle opvoeringen van diverse stukken ook thans nog in de V.S. Een stuk als „Schakels" acht hij sterker dan het in sommige opzichten er mede verwante „Dood van een handels reiziger". Er is weinig, veel te wei nig van en over onze literatuur in de Engelse taal verschenen. Mij dunkt dat zich hier een gelegenheid voordoet om in deze lacune althans voor een klein gedeelte te voorzien door de uitgave van deze disserta tie van regeringszijde te bevorde ren. Het is op zich zelf merkwaardig hoe dr. Flaxman tot zijn Heijer- mans-studie- kwam. Hij had oor spronkelijk Hauptman als onderwerp gekozen en hoorde in dat verband van Heijermans. Nadere kennisma king met diens werk bracht hem er toe zijn aanvankelijk plan te laten varen en zich op de studie van Heijermans te werpen. Anders dan menige tijdgenoot van de schrijver, verwerpt hij net oordeel dat de Ne derlander door de Duitser beïnvloed zou zijn. De waarde van ccn Nederlandse leerstoel hier te New York is met de verschijning van dit proefschrift opnieuw bewezen. Het zal menigeen interesseren dat een andere student die hier onder leiding van Prof. Hunningher werkt, het volgend jaar hoopt te promoveren op een proef schrift over Constantijn Huygens. Franse commissie vraagt verbod van atoombom PARIJS, De commissie voor buitenlandse aangelegenheden van de Franse Nationale Vergadering heeft met 25 tegen 12 stemmea (communisten) besloten aan de Na tionale Vergadering een motie voor te leggen, waarin om verbod van de atoombom en internationale con trole op de atoomenergie wordt ver zocht en de Franse regering wordt uitgenodigd bij de V.N. alles in het werk te stellen, opdat een wereld conferentie van geleerden, die des kundig zijn op het gebied van atoomkwesties, wordt - bijeengeroe pen om een internationale conventie op te stellen. Verder wordt de re gering in deze motie_ opgewekt het initiatief te nemen bij dc herziening van het Handvest der V.N., opdat bij enige actie van de Veiligheids raad ter bestrijding van oorlog de regel van de eenstemmigheid ver valt. Werknemers tot 4500 zegels plakken van 1 Januari af DEN HAAG Uit de verhoging van de loongrens voor de Invalidi teitswet tot f 4500 per 2 Mei jl- heeft men ten onrechte afgeleid, dat eerst van die datum af wederom rentezegels geplakt moeten worden. Het plakken van rentezegels voor de betrokken werknemers dient echter met terugwerkende kracht van 1 Januari af te geschieden. (Van een bijzondere medewerker) t? IJ DE INEENSTORTING van Duitsland, om precies te zijn: op 7 L* Met 1945, de dag uan de wapenstilstaxid, haalden Amerikaanse, troepen uit een zoutmijn in Zuid-Duitsland schilderijen te voorschijn. De schat van het Berlijnse Kaiser Fricdrich Museum1200 schilderijen van de beroemdste oude meesters, was gerech Dwitstand verkeerde tn een chaos, de musea lagen in puin: dc schrlctertjen werden naar een „Central Collecting Point" gebrachthet Landesmuseurn te Wiesbaden (ook te Offenbach en Miinchen waren dergelijke verzamelplaatsen cn 202 van de zeldzaamste cn kostbaarste werden naar de U.S.A. ge transporteerd om daar tentoongesteld te worden. In 1948 keerde de helft hiervan naar Duitsland terug; in 1949 het overige deel. Over drie weken zal het Amsterdamse Rijksmuseum zijn deuren openen voor een keuze uit deze beroemde verzameling cn zal het een tentoonstelling herbergen, die in belangrijkheid vorige, als bijvoorbeeld die der schatten uit de Munchener Pinalcotheek, evenaartzo niet overtreft. In "Wiesbaden was ik in dc gele genheid de tentoonstelling te zien van teruggekeerde meesterwerken uit Berlijnse musea, waaronder ve le, die straks in Amsterdam ko men, en te spreken met de Ame rikaanse directeur van dit Central Collecting Point, Theodore A. Hein rich, „Chief MFA en A. Section, OMGH" ik ben niet achter de be tekenis van dit alfabet gekomen. Wiesbaden, waar mij sterker dan eL ders de sfeer trof van-Schieber en pin-up girls, waar men op luxueuse terrassen thee a 2 R.M. per kop drinkt temidden van een decor van ruïnes en Barok, is overigens meer een stad van muziek en toneel dan van schilderkunst. Het was gepavoiseerd ter ere van een muziekfestival en *s avonds ging het veelbesproken stuk van Bert Brecht, de man van de „Drei- groschen Oper": „Mutter Courage," In het Landesmuseurn hangt nu het tweede deel der uit Amerika te ruggekomen schilderijen en staat als eenzaam stuk in een glazen kast een der „wereldwonderen", het ge polychromeerde beeld van de Egyp tische koningin Nefertete, terugge vonden in een kist met 't opschrift: „Bonte prinses, niet kantelen" Honderdtwintie van deze schilde rijen zal men steaks in' Amsterdam zien (en na afloop ook in Brussel). Welke? Voornamelijk Hollandse en Vlaamse, Niet de Italianen er» de be roemde Holbeins of Dürer's „Hiero- nymus Holzschuhe." En dan ook niet die werken, waarvan het trans port om een of andere reden be zwaarlijk is zoals Breugel's „Spreekwoorden" of Rembrandts „Tobias en de Engel". Maar er blijven tenslotte 12 Rem brandts over (o-a. Man met Gouden Helm, Saskïa, Hendrickje Stoffels, een zelfportret, Jozef cn Potifar's vrouw), 9 schilderijen van Rubens» minstens drie werken van Frans Hals (Malle Babbe, Zingende Knaap met fluit. Meid met het Kind), een prachtige Hercules Seghers (Ge zicht op Rh enen), een echte Vermeer (Jonge Dame met parel snoer), een „Johannes op Patmos" van Jeroen Bosch. Dan een reks Vlaamse primitieven, zoals Memlinc Rogier van der Weyden, Dirk Bouts Van der Goes, Geerten van St. Jan en bovenal, drie kostelijke Van Eycks: „Man met de Anjelier", een kruisiging en bet portret van Gio vanni Arnolfipi. Noemen we nog een prachtig meisjesportret van Petrus Christi, de „Tekenaar" van Chardin, La Tour, Fouquet, Altdor- fer -** „Hoe het publiek in Amerika de- 1 ze schatten ontvangen heeft?" zeg de heer Heinrich. „In 14 steden wer den ze tentoongesteld, allereerst in New York en Washington. Dié ten toonstellingen duurden gemiddeld twee a drie weken. Het aantal be zoekers was 2.500.000. Het re- cordbezoek op één dag was eens 67.000; jawel: zeven-en-zestigdui zend. De opbrengst hiervan was be stemd vor hulp, voedsel, medica menten e.d. voor de kinderen in Duitsland. Prijzen we ons overigens gelukkig dat. waar een 300-tal wer ken uit het Kaiser Friedrich Mu seum door brand vernield werd, (waarschijnlijk door nalatigheid van een Russische soldaat, die er een vuurtje ging stoken) en we behalve een reeks werken van Rubens de prachtige .Ban" door Signorelli moeten missen, al dit werk behou den bleef en getoond kan worden." (Van onze speciale verslaggever) DEN HAAG. „Nederland Is vreselijk saai voor de vreemdelingen," heeft mr E. J. E. M. Jaspar. de secretaris-generaal van dc douane-over eenkomsten der Benelux, onlangs gezegd. En velen zijn er van geschrok ken. Is het waar? Is Ncderlond werkelijk zo saai? Wij hebben deze vraag, zo belangrijk aan de vooravond van het tou- rlstenseizoen, voorgelegd aan een vijftal kopstukken uit de wereld van Vreemdelingenverkeer, Hun antwoorden kunnen als volgt worden samen gevat; „Het is hier helemaal niet saai, maar we kijken veel te ernstig." Alle vijf waren ze van oordeel, dat in ons land de roulette moet worden toegestaan. _'hr W. Boree], de directeur der Algemene Nederlandse Vereniging Vreemdelingenverkeer te Den Haag, zegt: „Saai? Welnecn. Er is hier vertier genoeg maar we trekken onze benen wat zwaar uit de klei. Dat is onze aard.» Als we echt vreemdelingen- land willen worden en dat is no dig met het oog op onze armoede kan het geen kwaad als we eens vrat vrolijker gaan kijken. We zijn ook nog niet vriendelijk en voorkomend genoeg. In de hotels is men vaak te zwaar op de hand. Waarom moeten hier de keilners deftig zwartgerokt lopen en kunnen ze in België een wit jasje dragen? Waarom komt het volkomen onjuiste tactiek nog te vaak voor, dat men zijn gasten het duurste menu tracht aan te praten? We hebben in onze hotels wat meer van de „bonhomie" van de Belgen nodig. En de grote badplaatsen moe ten een roulette hebben". De heer J. Nikerk, directeur van de V.V.V. te Amsterdam, oordeelt: „Ik ben het volkomen oneens met de heer Jaspar. We zijn nu eenmaal geen uitgelaten volk en dat moeten wc ook niet willen worden. Ieder land heeft zijn eigenaardigheden, Dat is juist de charme van het tou risme. Wie het eiland Bali bezoekt gaat er niet heen om het nachtleven mee te maken. Daarvoor kan hij b.v, in Parijs terecht. Er is in Nederland voldoende te zien, ons stedenschoon, onze havens, onze polders, onze af sluitdijk, onze tulpenvelden, onze klederdrachten, onze historische merkwaardigheden. Noemt u maar op. Wie 's nachts een cabaret wil bezoeken kan in de grote steden ook terecht. Maar daar kamen de vreem delingen niet voor. De ECA-missie voor tourisme heeft een aantal Ame rikanen gevraagd wat ze in Europa het meest interesseert. Nachtleven kreeg maar 4% van de stemmen, folklore b.v, 23^, landschapsschoon 25%, musea 16%. Wat de roulette betreft, daar ben ik een voorstander van, ook voor Zandvaort. 'N GOKJE NODIG Mr J. Reinders, voorzitter van de V.V.V. Urecht, spreekt uitvoerig over het kansspel: „Een gokje moet mogelijk zijn. Nu wordt er ontzettend clandestien ge gokt 23 speelholen in Den Haag cn gaan velen naar Spa of Os- tetide om roulette te spelen. Als wij In Nederland een gecontroleerd kansspel krijgen, kunnen wij ten eerste: geld in eigen land houden cn ten tweede: met de opbrengst in stellingen op charitatief gebied uit de nood helpen. In Utrecht doen wij al geruime tijd pogingen een sweep stake te laten verrijden voor lief dadige doeleinden, maar een ver- ■gunmng, ho maar! We geven de moed trouwens nog niet op. Saai in Nederland? Onzin, Je kunt ltïer aardig logeren, goed eten (wat zeer belangrijk is) en er is veel te zien en te beleven. Een Biarritz of Nice krijgen wij hier niet. moeten wij ook niet willen. Hier in de buurt hebben we b.v. Loos-1 drecht. Dat is ook de moeite waard." Mr. R. H. Woltjer, directeur van de V.V.V. Den Haag en Zuid-Hol land, geeft als zijn mening. „Jaspar heeft gezegd: Houd de bloemetjes niet achter de ruiten maar zet ze buiten. Dat is In ieder geval aardig gevonden. Hij vindt de weg Den Haag—Utrecht zo verve lend en klaagt dat de café's zo vroeg sluiten. Hij overdrijft. Alleen in Den Haag zijn al tien café's met nacht vergunning. Wij zijn geen saai volk maar een huiselijk volk. Het alco- holverbruik is hier laag, 4,77 liter per hoofd der bevolking per jaar, tegen 17,5 in België en 24,52 Ir» Frankrijk. Ik ben wel van mening, dat we moeten trachten het in Ne derland wat fleuriger te maken. We moeten onze pleinen en grote stra ten. beter verlichten en ook zelf eens meer „de stad" ingaan. Nu er een loterij is en een totalisator be grijp ik niet waarom er geen rou lette mag zijn." Tenslotte nog- de opinie van mr. H. Vlug, voorzitter van de V.V.V. Rotterdam: „Een attractie is voor de vreem deling wat hij thuis niet vindt. Ne derland heeft genoeg te bieden. Van saaiheid is geen sprake, ook in Rot terdam niet. Het is jammer, dat de roulette nog steeds niet wordt toe gestaan. Die behoort nu eenmaal bij een moderne badplaats. Overigens is de overheid heel wat soepeler, wat betreft b.v. de sluitingsuren en de muziekvergunningen. De exploi tanten doen nun uiterste best hun zaken aantrekkelijk te maken. Maar een café wordt pas gezellig als er „wat te doen" is, als er veel men sen zitten. En het is de laatste tijd al stilletjes. De meeste mensen heb ben nu eenmaal niet zo heel veel te verteren. Maar gelegenheid tot ge zelligheidsleven is er genoeg. In Rotterdam zijn vijf café's met nacht vergunning, waarvan enkele met cabaret." SINGAPORE De districtsrech- ter te Singapore heeft bepaald, dat het verzoek van Indonesië om uitle vering van kapitein Westerling op 10 Juni zal worden behandeld. (Van onze parlementsredactcur) DEN HAAG. Het gebouw van het vroegere Duitse gezantschap op de Lange Vijverberg in Den Haag is door het Beheersinstituut ver huurd aan het Ministerie van Ma rine, dat er het lieve sommetje van f 9500 per jaar aan huur voor be taalt. Het Beheersinstituut wil het gebouw in veiling brengen, het geen door het ministerie is beant woord met het aanvragen van gel den op de gewijzigde begroting voor 1950 om dit pand te kopen. Een bedrag van f 150.000 op de ka- pitaaldienst wordt voldoende ge acht om het gebouw te kopen. Overigens brengt de gewijzigde begroting van marine ofschoon de financiële consequenties van de soevereiniteitsoverdracht erin zijn verwerkt, slechts een verhoging van f 1.996,290. Het eindbedrag wordt hierdoor f 314.809.510, Deze geringe verhoging is o.a. toe te schrijven aan een verschuiving in de financiering van nieuwe aan bouw en aan het feit dat door de marinesteun aan de RIS en de overdracht aan haar van het ma- rine-etabhssement te Soerabaja, een aantal uitgaven thans voor re kening der RIS komen. Advertentie (LM.) VI?Ij;. N E D E RtAN D van deze week: Vraaggesprek met de dokter, die het aan de orde stelde) op het plan-schuman? Dr M. van der Reis: Ziekten der toekomstige moeder kunnen tot ktembeschadiging lelden (Den Haag onder de loupe WENST U DIT NUMMER IE ONTVANGEN? Toezending volgt: b. Na ontvangst van 25 cents aan postzegels; b, gratis na ontvangst van een briefkaart waarmede u een proefabonnement bestelt tot en met 30 September 1950, terwijl u ons 3,10 doet toekomen per postwissel of per postgiro nr 6239 ten name van De Twent- sche Bank met vermelding rekening „Vrij Nederland'. Administratie „Vrij Nederland": Raamgracht 4 - Amsterdam.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1950 | | pagina 4