i
iR ANTJES EN fo,
Wmm
HULSEBOOM
In het kersthomenbos wachten
35.000 boompjes
Er gebeuren geen wonderen, zelfs
niet op Kerstmis, Margriet
In Amerika komt Santa Claus
de kinderen bezoeken
Het .schaap Ycronlca
Hulst heette vroeger
r
er» andere jonge klantjes)
GOEDE RAAD
voor de Kerst
Met zijn witte bontmuts en zijn
rode jas ziet hij er prachtig uit
r-DE KERSTMAN-
en de
-COWBOY-
Zaterdag 23 December 1950,
15
Hebben jullie ook een kerstboom
thuis? Als die boom daar staat, vol
met balletjes! en engelenhaar en
rode versierseltjes en lichtjes,-kon
je Je baast niet voorstellen dat hij
eens in een bos gestaan beeft -waar
het heel stil was, en wit en waar de
eekhoorntjes en de fazanten en de
winterkoninkjes rondsprongen. We
zijn in een bos geweest, een echt
kèrstbomenbos, alle sparretjes die
er stonden, waren bedoeld voor
kerstbomen, er stonden er wél
35000, 't was óf ze allemaal tegen
elkaar zeiden: wacht maar, waent
maar, strakjes staan we vol kaar
sen!
Dat bos was het land van de kwe
ker. Urenlang moest je ploeteren
dóór de sneeuw, er stonden geen
huizen in dé buurt, er waren geen
mensen. Dé kwekerij zelf is in het
dorp, en "het dorp is Aalten bij
Winterswijk. Daar in de kwekerij-
tuin worden de sparretjes gezaaid,
het stond er vol met hele .kleine
lieve boompjes," een echte kerstbo-
Jnen-kinderkaxne:Die zaailingen
worden na een poos overgeplant in
het echte bos, maar de grond van
het bos is eerst omgeploegd en be
mest, de kerstbomen „moeten 'name
lijk goed verzorgd worden. Iedere
zomer in Augustus kijkt de kweker
of ze wel mooi groen van- kleur" zijn.
Een kerstboom moet immers prach-:
tig donkergroen zijn? Wat riet hij,
ze zijtiniet groen genoeg, ze zijn
naar de gele kant! Wel, dan is er
toch iets op te vinden: meer stik
stof in de. grond. Dan worden ze
donkerder en diep-weèlderig groen.
Hoe oud moet zo'n sparretje zijn,
voor het wordt gekapt? Dat hangt
er- natuurlijk van af, in ieder geval
tussen de vier en de tien jaar; de
hoogte nioet zijn tussen 60 cm. en
2% nieter. .Die kleintjes zyn voor
de huiskamer, de hele grote voor
kerken ep zalen.
Toen wij er waren, kon ér niet
worden gekapt, omdat er zoveel
sneeuw lag én de kweker hield zyn
hart vast;stél je voor dat het ook
nog hard zóu gaan vriezen, dan
zouden ze de boompjes moeten la
ten staan. Maar de volgende dag
regende het ;alweer en de houthak-,
kers gingen druk aan het werk. in
't geheel maestèn'' ér achtduizend!
bomen worden gekapt, ja, alleen in
de2e kwekerij. Met vrachtwagens
en met treinen .gaan .zeregelrecht.
be£ land Jn naar de bloemisten, die
ze ,cTulivuróer verkopen,
Deze zeeg voert dwars door het kersthomenbos. Uier hebben duizenden
boompjes geduldig staan wachten op de houthakkersbijl.
WANNEER jé een pook enkele
seconden in de kachel steekt
(niet te lang, want dan. wordt hy te
zacht, dus vooral niet wit-gioeiend),
en je drukt de roodgloeiende punt
ervan tegen een vmeta-blokje (die
witte blokjes, die je bij kamperen in
kooktoestellen gebruikt) dan ont
staat er een damp, dié onmiddellijk
kristalliseert tot duizenden fijne wit
te vlokjes, waarmee je het in de
kamer kunt. doen sneeuwen. Die
sneeuw smelt -niet., en kan prachtig
voor Kerstversiering' worden ge
bruikt.
ÜIT een stuk dur. zilverpspler of
dun maar stevig papier knip je
een spiraal. Tn het midden maaic je
een putje. Je zet het spiraalmolentje
op de punt van eer» omgebogen brei
naald of een spijker. Met een beetje
handigheid zul je er stellig i:* slagen
hot molentje in de top van de Kerst
boom te doen draaien, als dc kaars
jes bracden tenminste.
HEB je wel eens kaarsvet in wa
ter laten druppelen? Door de
plotselinge afkoeling ontstaan do
prachtigste en grilligste vormer.,
roosjes en allerlei andere bloemer.
(Rose kaarsvet geeft natuurlijk rose
reosjes.)
LEONARD DB VRIES.
„Wat vraag jjü met Kerstmis?",
vroeg Margriet, die bezig was de
tafel te dekken, aan Henk. En ze
voegde er snibbig aan tóe „Toe
j5, ga nou weg met je boek- Ik
kan zo niet. eens de berden neer
zetten".- Henk trok met ven zucht
het boek op zijn knieën en las
verder. Maar Margriet, hield aan
„Wat vraag jü!?*'
„Och kind, :'t Is geen Sinter
klaas",- zei Henk,
„Ik bedoel ook geen cadeautjes,
ik bedoel .wonderen,"
„Wonderen?", vroeg Henk een
beetje onthutst,
v „Ja hoor, ,op Kerstmis kunnen er
wonderen: gebeuren", hield Mar
griet vol.; „Juf heeft vanmiddag nog
eeri verhaal voorgelezen van een.
jóngen, die met Kerstmis om een 1
boterham bedelde. Hij kwam hy
een groot landhuis en die mensen
heten hem bij de Kerstboom ko-
1 en toen bleek, dat hij hun
eigen zoon was. die ze in de oor
log waren kwijt geraakt."
,Hüüü", zei Henk ongelovig.
.Margriet, daar is vader. Staa*.
alles klaar?", vroeg moeder om de
hoek van de deur.
„Moeder, met Kerstmis kunnen
er' wonderen .gebeuren hè?V .zei
Margriet.
.Ja hoor", zei moeder. „"Wassen
jullie je handen, kinders?"
Toen ze de volgende mórgen door
de miezeriye regen naar school lie
pen, zei Henk opeens „Ik vraag ijs.
Dat zou r.og eens een wonder zijn,
als w« met Kerstmis schaatsen kon
den rijden."
„Dan vraag ik sneeuw", joelde
Een 'grappig gezicht: al die .klei
ne boompjes die zó parmantig.
inde blanke- -sneeuui staan-
De: kinderen in Amerika krijgen
5 December geen bezoek van
Sint Nicolaas. Zij kennen Sinter
klaas helemaal.niet. Maar zij
hebben Santa Claus Hij lijkt, een
klein'beetje op ,de Sinterkïa'as van
jullie, maar dat komt alleen maar
omdat hij ook in hét rood gekleed
is. Onze Amerikaanse Santa Claus
is niet zo groot als- Sint Nicolaas.
Helemaal niet. Hij is klein, dik en
grappig. Je .moet altijd lachen als
je hem ziet. Hij komt ook niét op
5 December,maar met Kerstmis.
Hij is dus de Kerstman maar heet
Santa Claü.s. Dé; naam lijkt toch
wel een heel kléin' beetje op; Sin
terklaas, vinden jullie ook niet?
Santa "'Claus Woont" bp dé Noord
Pool in een heel leuk klein huisje.
In dat huisje heeft^b^,;. buiten
gewone kamers. ./ëen^kamér- 'om
werken. Een werkkainer 4us. En
de hele zomer d.óor leest hij brief
jes die de Amerikaanse kinderen,
.rem sturen.'En ais ér dan dn -die,
briefjes gevraagd wordt'of'hij een
sleetje, een wiegje of een karre
tje mee -wil brengen gaat hij die
vast maken. Daarbij helpen dan
ook nog een heleboel mensen die
ook op de Noord Pool wonen. Als
December dan..gekomen is wordt
de slee van Santa Claus prachtig
gewreven en gepoetst, net zó Jaag
tot hij glimt als een spiegel. Na-
tuimlyk wordt er binnen in die
slee ook -grote- schoonmaak gehou
den. Dan gaat Santa Claus zich/
Jekker warm aankleden. Hij trekt
een dik vuurrood wollen pak aan,
zet een", dikke rode wollen muts
met een witte bontrand op, en
doet een warme, .witte bontkraag
dm. Dat staat allemaal prachtig
met -die witte haren en "witte
baard; Dan nog een paar hoge
zwarte laklaarzen aan en dan is
Zp IJN, zei hét schaap Veronica, nu gaan de kaarsjes branden!
I Wacht even, zei de dominee, de kerstkrans hangt nog niet
ik zal hem wel bevestigenzo met mijn eigen handen,
waar is de trap, de keukentrap, 't gaat best, zoals u ziet.
Kom, zeiden toen. de dames Groen, wij zullen het u wijzen
kijk, ginder naast de lampdaarmoet ie hangen, dominee!
maar zult v erg voorzichtig zijn? hier hebt u een puneize,
en als u straks moe bentmag u op dé canapee.
A U, riep het schaap Veronica, daar valt iets naar beneden!
NA jk het, zei de dominee benauwd. ïk bert het maar!
Help, riepen toen de dames Groen, och lieve help, och heden,
pas op, u valt meteen nog in de bak met engelenhaar.
Wat Hoedjes.' riep de dominee, moei ik hier blijven hangen?
dit is geen kerstfeest meer, dit is een yselykc ramp!
Hi... snikten toen de dames Groen met tranen op haar wangen,
toen haakten z# de dominee voorzichtig van de lamp.
IR. EN hele emmer dènnegroen werd vari hem afgeborsteld
hij legde zich tevreden ap de pluche canapee,
toen werd het schaap Veronica nog uit de krans geworsteld
hè, hè, zeiden de dames Groen, n% éérst een kopje thee.
De kerstkrans zullen wij dus maar beneden laten staan.
Ja, zei hét schaap Veronica, en nu de kaarsjes aan.
ANNIE M. G. SCHMIDT
Santa Claus klaar om ïd zijn slee
te stappen. Hij dekt zich nog eens
goed toe met een warme deken.
Ja, dat moet wel, want het is ver
schrikkelijk koud op de Noord
Pool. En als er dam acht keurig
geborstelde rendieren voor de slee
gespannen zijn kan de tocht naar
Amerika beginnen. Natuurlijk
gaan er nog extra sleden mee voor
de cadeaux, Dat zijn dan de ca-
deaux die hij zelf in zijn huisje'
gemaakt heeft. De rest koopt hij
in de New Yorkse warenhuizen.
De New -Yorkse kinderen, zetten
geen: schoenen, klaar/maar hangen
kousen aan de schoorsteenmantel.
En des nachts als zij allang sla
pen/ dan laat Santa Claus zich
heel, heel voorriehtigvmetveen zak
.vól cadeautjes door de schoorsteen,
'zakkexh/en-stoptkleinejcédeautjes
in. die kousen.Dan lóóptbij op!
de punten van zijn tenen door de
kamer en' legt ook nog cadeaux
onder de Kerstboom..Hij doet al
les heel erg zachtjes en maakt
nooit iemand wakker. En als hij
dan zo door al die kamers kijkt
'waar prachtige grote kerstbomen
staan of snoezige, kleine kerst
boompjes; dan krijgt hij opeens
zo'n blij gevoéL, dat hij soms wel
eens een minuutje in Vaders grote
stoel gaat zitten om rond te kij
ken. En vóór hij weggaat aait bij
de poes eens evën en geeft :de
hond een vriendschappelijk klopje
op zijn kop. Wat boffen/ die poe
zen en hondjes toch hè? Die zien
Santa Claus wel komen 's nachts
als de kinderen slapen.
En zo gaat ook in Amerika San
ta Claus nachten achter elkaar van
huis tot huis. Overdag zit hij in
een heel groot warenhuis-in New.
York. Er zijn in Amerika veel te
veel kinderen om "allemaal thuis
nog eens te" bezoeken. Daarom zit
hij daar in dat warenhuis. Alle
kinderen van New York gaan daar
heen en wachten in lange rijen tot
zij aan de beurt zijn om vóór San
ta Claus, te verschijnen en hem te
bedanken voor al die prachtige
dingen, die zij gekregen hebben.
En als Kerstmis voorbij is gaat hij
weer terug naar de Noord Pool.
Dan is.alles weer voorbij tot....
het volgende Kerstfeest.
BECCY
door Henriëtte
van Eyk
Terwijl Jock nog steeds stond voor
de ontbijttafel "van Hans;.de-Tweede
van Lobelia, dacht hij in. een paar
seconden ontzettend vèèb Nee, het
zouzeker niét helpen als hij de
koning met de paplepel sloeg
En het was kinderachtig .'.terug te
keren naar de maan..'..--Maar wat
dan? •-. -
Marslotjestootte-' hem zachtjes
aan. „Ik zou.maar gièn...." fluis
terde ze. „Wij .allèèn hebben voor
lopig toch geen kans.- Misschien
kan de spiegel béter in handen zijn
van eon koning dan' van een rover,
misschièn...-■'
„Ik geloof," zei de agent dié zich
nu plotseling èók met dezaak ging
bemoeien, „ik geloof, dat onze edele
vorst er een uitstekend gebruik van
zou maken." Hij keek een beetje
vleierig naar Hans de Tweede, maar
die at een meloen en luisterde niet.
„Ik moet gaan", ging hij toen, wat
ontnuchterd, voort. „Ik moet het
verkeer regelen op het Hofplein."
Hij salueerde In het wilde weg, en
liep klossend de zaal uit,
,Ik zou maar gaan, ik zou maar
gaan....", zoemden gelaten de mug
gen. de bijen, en de, wespen. „Wij
allèèn hebben voorlopig toch geen
kans,...", huilden de honden.„Geen
kansGeen kans.jammer
den de katten. „Misschien kan de
spiegel beter in handen zyn- van een
koning dan van een rover...,"
zuchtte de ezel. De paarden bogen
het hoofd en mompelden: „Misschien
...-Misschien...
De giraffe uit de dierentuin trok
met een moedeloos gebaar zijn
schouders op. Hij keek met een zor
gelijke uitdrukking op zijn gezicht
over de andere heen, stapte naar het
ontbijtzaalraam, stak zijn kop naar
binnen, keek Jock aan en zei: „Kom
mee.Zijn stem had iets Jjis en
fluitends, of hij de woorden op een
rietfluitje blies, „Kom mee, jonge
tje van de maan. Er is niets aan te
veranderen, we moeten allemaal;
doen wat de koning zegt Aan de
kapstok in do gang hangt een jas
van wo lisbont. Als je op handen
en voeten loopt met die jas over'
je heen, zal Dolle Dorus denken dat
je een wolf bentHaal dat ding
dus en komhier; Je hoeft geen af
scheid te nemen van de koning.
Kijk maar, hij is met zijn hoofd, op
de melocnschillen. in slaap geval
len." -
De koning is in slaap gevallen!
Het was of alles en iedereen een
zucht van verlichting -slaakte. Het
somber gelamenteer '/an de dieren
sloeg over in vrolijk gepraat en
gelach. De witsatijnen opperlakei en
de lakei van de vruchten gaven ei
kaar een vriendelijk porretje en
slopen hals over kophet achterste
voren de zaal uit. De rozen en se
ringen in de gouden vazen, dje 'al
die tijd helemaal slap hadden ge
hangen van onderdanigheid, rekten
zich uit en keken fris en stralend
om zich heen. Gelukkig! Eindelijk!
De koning slaapt!
Jock eu Marélotje' liepen op hun
tenen naar 'de gang. Jock nam de
jas van wolfsbont onder zijn arm,
en stapte gevolgd door het oude
vrouwtje - door de openstaande
deur in de warme zonnige tuin van
het paleis; De giraffe stond onder
de bruine beuk, opzij van het ter
ras, te wachten.
„Zo, ben jedaar.floot zijn
rare hoge stemmetje. „Deze dame,"
ging hij, op Marelotje wijzend voort,
„kan niet mee. Ze moet wachten op
de bank bij de zwanenvijver. Ik
heb iets heel ergs prettig bedacht,
voor hèar en voor ons allemaal.
(Wordt vervolgd)
Germanen kénden deze plant heilige
kracht toe
HET gaat soms heel gek met dé
woorden van onze Nederland
se taaL In. de loop van eeuwen
gebruik veranderen ze. Ze slijten
en. veranderen. Maar het woord
hulst is juist langer geworden; die
laatste letter t is er bijgekomen,
zo maar. Enige eeuwen terug luid
de de naam: Huls of ook wei Hul
seboom. Dat woord Huls lijkt al
weer een beetje meer op het Ger
maanse woord, waar het van af
stamt, een woord, dat heilig be
tekent.
Zoveel begrijp je al, dat de Huist
als een heilige, een. gewijde, een
goddelijke struik bij de- Germanen
gold, Hoe dat oude volk daartoe
kwam? "Wel, dat ié niet zo moeilijk
te begrijpen.' In de herfst vielen de
bladeren van de bomen, in de win
ter stonden alle bomen en heesters
kaal. Maar niet de Hulst! Daaruit
bleek de bijzondere gunst der Go
den. De boze Goden hadden in .de
herfst, vooral in. de winter, veel
macht; dat werd al heel duidelijk
in de natuur; zij waren het. die
de planten deden verdorren, de
bladeren van de- bomen rukten.
Maar bij de Hulst hadden- ze'geen
kans: die was goddelijk en behield
dus ;de bladeren. Daarom plantten
de Germanen de heester vaak op
hun; erven.
Trouwens, al de planten, die des
winters, groen bleven, werden dóór
de Germaanse Goden beschermd.
Zo ook eèh andere Kerstmisplant
met: winterharde bladeren: de ma
retakken. Of om er nog eentje te
noemen, die we bijna vergeten zijn:
de huislook, Die beschermde tegen
blikseminslag ennu nog zetten
oude boeren polletjes huislook op
het dak van hun schuur.
Dè Hulst had no'g iets bezonders:
dat ur&tën 'de rddebéssén. Ik héb
je al ééns verteld, dat de vogels
pas aan de Hulstbessen beginnen
te eten. als zo'n beetje de hele
bessenvoorraad in de natuur op, is.
Met Kerst dragen de Hulststruiken
nog volop vruchten. En wel rode!
En rood, dat was de kleur van de
zon. De rode bessen voorspelden
de terugkeer van de zomerzon. Nu
begrijp je meteen, waarom de
lampjes in de Kerstbomen rode
lampjes zijn, cr veel rood papier
gebruikt wordt, rode kaarsen en
rode kerstklokken.
Tussen twee haakjes: de bessen
zija niet altijd rood, een enkele
keer ook geel! i
De Huist stond bij ons van huis
uit in de reuk van heiligheid. In
de Middeleeuwen met het bijgeloof'
aan. heksen, duivels en spoken, za
gen de mensen nog steeds iets bij
zonders in de heester. .Zo kon je
met een tak van-de Hulst de dui
vel in eigen persoon dwingen om
te verschijnen. En dan kon je met
Hulstbessen regen maken. Ja, jij
niet, maar de heksen uit de Mid
deleeuwen. Hoe ze dat leverden,
ben. ik niet te weten gekomen. De
tovenaars in Engeland gebruikten
ook een twyg van de Halst; van
de „Hoily" zoals zij de Hulst noem.
den; dal woord Holly betekent al
weer heilig! (holïday-heiligendag,
vacantiedag). Ze hadden deze no
dig om verborgen schatten en ver
loren voorwerpen °P te sporen.
Ook wel dienden de stekeltjes aan.
de bladeren van een heilige boom
om boze geesten weg te jagen.
Daarom werden bebladerde hulst
takken in schuren en huiskamer ge
hangen. In Christelijke tijden wer
den de takken de doornenkroon
van Jezus Christus en de bessen de
rode druppels bloed. Het heidens,
gebruik, werd gekerstend en; hu
nog ver sieren we onze kamers met
Hulst.
HENK" "VAN LAAR.
Margriet. Ken witte Kerstmis, da's
fijn." '.-
Toen herinnerde ze zich opeens,
dat ze de vorige avond in -bed be
dacht had; dat ze wou wensen, dat
Eefje met: Kerstmis beter zou zijn.'
Maar ze duwde die gedachte weg.
Eefje werd toch wel beter. En
sneeuw was ook fijner zonder haar.
Met Eefje moest je altijd oppassen,
die werd direct ziek van een paar
natte voeten of een beetje tocht.
Met sneeuw kon. je meer pret heb
ben met Hennie, het nieuwe kind,
dat nu naast haar zat op Befjes
plaats. Die Hennie, daar kon je
mee lachen, die kon gek doen!
„De wind is om'Y. zei vader, toen
hij 's avonds thuis kwam. „Het'kon
vannacht wel eens gaan vriezers-"
De volgende morgen stonden de
bloemen op de ramen. En toen,
drie dagen later, .de Kerstvacantïe.
begon ging de .ijsbaan open;
In Margriet's klas hadden ze
Kerstfeest- -gevierd.Met. kaarsen en
slingers dennegroen en chocola en
suikeren Kerstkransjes. Voor Eefje
had 'juf.'-'een! boek en drie sinaasap
pels. „Wie wil het haar vanmiddag
brenger»?".! had juf gevraagd, en de
kinderen hadden gezegd „Margriet.
Dat is haar beste vriendin."
Margriet wou het. graag doen. Ze
was in geen weken bij Eefje ge
weest er» dat gaf haar een onrustig
geweten;. Maar vanmiddag ging ze
niet: ze had met Hennie afgespro
ken 001 te gaar schaatsen ryden.
..Zie jp nu wc!, dat er word eren
gebeuren met Kerstmis?", zei ze
tegen Henk.
,,Hüüt! en jouw sneeuw dan?", zei
de ongelovige Henk.
De Eerste Kerstdag was het thuis
zo gezellig, dat Margriet net heie
bezoek aan Eefje vergat". En toen
moeder er haar aan herinnerde zei
ze onwillig „Morgen hoor....
Toen alle bezoek weg was en ze
een beetje soezerig zaten te kijken
ho.e de kaarsjes van de kerstboom
sputterend uitbrandden, .ging de-
bel.
„O jé, als daar maar niet nog
meer visite is", zei vader en ging
opendoen.
„Margriet", zei hij ernstig, toep
hij terugkwam, „Het is heel erg'
verdrietig kindje. Eefje is vanmid
dag; gestorven." 'v
Margriet keek haar vader niet
Ik!voor my geloof niet in
wonderenZelfs niet op Kerst-
mis. Vroeger heb ik vaak kerst
verhalen geschreven: echte
Kerstverhalen met hulst en.
kaarsen en. sneeuw en klokken
en met een wonder aan het
eind. Maar ik vind het nu al
lemaal maar onzin. De mensen
hebben op Kerstmis net zo goed
honger en kou. en verdriet als
op andere dagen. Misschien is
alles zelfs nog een beetje 'erger
omdat de mensen tóch hopen,
dat er een wonder zal gebeu
ren, waardoor ze tenminste op
Kerstmis lekker warm en goed
gevoed en gelukkig zullen zijn-
En dan voelen ze. alles nog er
ger dan op een gewone dag,
waarop se niets hadden ver
wacht.
En dus loopt 't Kerstverhaal
dat ik jullie nu ga vertéllen,
niet goed af.. En wie alleen van
vrolijke verhalen houdt, moet
het maar liever overslaan. Het
is ook eigenlijk alleen voor
kinderen, die al zo groot zijn,
dat ze haast helemaal nooit
meer huilen.
begrijpend aan. Hij had zo'n vreemd
strak gezicht. Toen hoorde ze haar
moeder zeggen „Is Eefje dood?
Och, .wat vreselijk." En twee>- tra
nen gleden langs haar neus.
Ze keek hulpzoekend Henk,
maar die' hield zijn hoofd gebógeh-
Het' bleef lang stil in /de kaïher. Je
hoorde alleen het spetteren vah de
kaarsjes; Tenslotte-brandden .er .nog
maar 'twee.:
Margriet fluisterde//„Móéder, is
het mijn schuld?"
„Wat is jouw schuld,; liefje?"
„Ojndat ik met Kerstmis sneeuw
vroeg. Ik dacht, dat Eefje sfoeh wel
beter zou worden zonder wonder.'*
„Kind, je bent nou. toch! heus te
ou d om in sprookjes te" gelóven";
zei vader- En moeder /zei' //Dacht
je dan, dat Eefjes ouders datl'iüét
gewenst hebben? Nee, wonderen.
gebeuren er. niet.Doé de górdijbten
maar dicht Margriet, dan: draai- Ik
het" lichtaan."'
Margriet liep' naar- hét. raam.. Ze
zag,' dat het buiten; Was begonnen
te sneeuwen. :./.-
Ons kinder feuilleton
•Hoofdstuk 17.
Dasher vloog de lucht in. De ster
ren leken zo dichtbij en helder, dat
Bucky het gevoel had, dat hij.;: zijn
hand maar hoefde uit te steken óm
ze te grijper». En hij wou het juist
probéren.' toen Dasher opeens begon
/te-.daleasfea in/Kerstlaad landde..-.
De feeën en dwergen zongen en
schreeuwden van vreugde toen ze
Dasher zagen. De Kerstman en de
Kerstvrouw kwamen het huis uit
rennen, De Kerstvrouw schreide van
geluk. En de Kerstman.kon geen
woord uitbrengen. Hij stond daar
maar cn hij ging er steeds vrolijker
en-gelukkiger uitzien, alsof hy strak
jes zou barsten van trots en plezier.
Bücky liet zich van Dasher's; rug
glijden, maar Eenzame Jongen bleef
zitten en toen zagep ze hem opeens
allemaal.
„Weg' met de Jindianeri/" riep
Tweedleknees.
Bücl^r zei: „Eenzame Jongen is
mijnvriend. Hij Ls nu een Indiaan,"
Eenzame Jongen glimlachte. Het-
was voor het eerst, dat iemand hem
zag glimlachen en het deed hen
machtig veel plezier.
„My niet Eenzame Jongen meer,"
zei hy. „Mij Gelukkige Jongen nu.
Mij'hebben vriend.1'
De Kerstman lachte blij en ge
lukkig klonk dat.
„Kom. dan maar gauw hier Geluk
kige Jongen. Zoek maar een Kerst
cadeautje uit. Je mag kiezen wat je
maar wilt. Maar gauw, want het ia
Kerstavond en over een paar minu
ten moet ik weg.",
En ja hoor, de dwergen hadden, de
slee al te voorschijn gehaald en.
spanden de rendieren ervoor met
Dasher aan' het hoofd. De feeën sta
pelden zakken vol speelgoed onder'
in de grote ronde slee en haalden
steeds maar meer.
Eenzame Jongen die nu Geluk
kige Jongen was pakte de hand
van de Kerstman .„Alstublieft," zei
hij. „Ik geen cadeautje wil. Maar als
U breng cadeautjes naar Jiadianen-
stam zij U nooit meer haat."
De Kerstman keek heel verbaasd.
Toen sloeg hij zijn handen ineen.,
„Dat was het dus," riep hij.' „Ze wil
den al die tijd alleen maar zelf dok
Kerstmis vieren."
De Kerstman holde weg en hij
kwam pas terug, toen Tweedleknees
riep, dat het tijd was om te vertrek
ken.
Toen kwam de Kerstman. Hij
droeg op zijn rug een speciaal pak
ket en over zijn ene schouder een
enorme denneboom» die al versierd
;as met róde en blauwe ballen .- en
zilveren, slingers en engelenhaar.
De Kerstman klom in de slee.
.,Komr Bucky," zei hij. „Ik breng >je
vannacht naar huis. En Gelukkige
Jongen ook.*'
Dusklommen - de twee jongens in
de slee en. daar gingen, ze. -V'YY^ h
Ik weet heus niet precies watv..da.
Jindianen dachten, toen de sleë?-yhn.:,.:
de Kerstman daar, opeens biy>;;hen
stil hield. Maar, ik weet wei; dat ze
stokstijf van verbazing waret», toen
ze Bucky en. de Jindiasnse jóngen in J
die slee ontdekten.
„Vrolijk Kerstfeest,** riep' de Kerst
man, Hij sprong uit dé sfem/én 2ette
de. grote Kerstboom neer. Toen
maakte "hij - het specialdipakket. dat
hi: op zijn/,rug had gedragen, open
ên de ogen van allelJindiaiieii be
gonnen .te schitteren, toen ze de
cadeautjes zagen, die'daar uit kwa
men: kralen kettingen en spiegéltjes
en kauwgum en mondharmonica's en
kleurkrijtjes en schelpen en nog veel
meer. .glinsterende /dingen, waar ..kin-
deren en Jindianen zo dol op rijn.
Een .hele tijd-lang zei niemand een
woord. Toen begonnen de Jindianen
allemaal opgewonden te fluisteren.
Tenslotte schreed opperhoofd Wilde
Storm naar de Kerstman toe. Hh had
een pijp in zijn hand en bood die de
Kerstman aan.
...Wij roken vredespijp." zei hij. En
hij grinnikte het klonk een beetje
vreemd, want hij was niet gewend
om te lachen.
De Kerstman nam de pijp aan,
haalde een grote rookwolk tinnen
en gaf hera toen terug aan opper
hoofd Wilde Storm. En je kor» dui
delijk zien. dat de Kerstman dit de
prettigste Kerstavond sedert vele;
vele, jaren vond. .-
Gelukkige Jongen ging naar op
perhoofd Wilde Storm toe ervY-zeir':'
,Jk mee ga naar huis van. kleine
cowboy." Opperhoofd Wilde Storm,
knikte alleen maar, dat hèfc goed
was. Hij verlangde op dat moment
er alleen maar naar om met; alle
cadeautjes te gaan spelen.
Bucky sloeg z^n arm om Geluk
kige Jongen heen. Hij dacht: „Nptt
is mijn wens toch in vervulling ge-
gaan. Ik heb voor Kerstmis een ech
te indiaan om mee te spelen gekre-
gen."
Hij vroeg zichaf; wat rijn :'vad ér 1
en moeder ervari'zouden zéggen. Eh
hij veronderstelde, dat ze wel -zo
blij ..zouden rijn, dat hij weer'thuis
was, dat ze ook: blij met Gelukkige
Jongen zouden:zyn. 'Zf-Z
„We gaan verder," riep de Kerst
man. Hij en Bucky en Gelukkige
Jongen, klommen in de slee en ver
trokken. -.,
„Kerstmis.vrolijk voor jyllie,"
riepen de Jindianen en vielen' over
al die vreemde nieuwe woordenq/'/Y
De Kerstman boeg zich over ;de
rand van zijn slee en riep lachend
terug: „Een vrolijk Kerstfeest voó'r
jullieallemaal." Einde.