L p u m sKonings remarken was verdwenen Kruistalpuzzle als afwisseling iP'? i! m Herv. Kerk breekt met oude opvattingen over Él M ÜB §s Éi lUiÉS Ihp42 m, 57 llll^ Als twee druppels water Synode ging niet zo ver als rapport soms wilde r -J a 5& lp 57 ARTHUR RAMSOME Jac. v. d. Sier K EN WERELD) vloeibaar fruit! Erfenis 6 Zaterdag 26 Juli 1952 De koning van Beloetsjiestan tit in een gouden koets Die iedre dag gewreven wordt met Glanzo Koperpoets; Er staan geen paarden voor de koets, dat is nou tueer 20 gek Maar zeue-n. kleine varkentjes, met bellen om hun nek. En als je vraagt: „Waarom- dan toch?", dan zegt de koning: „Kind. „Die varkentjes van mij, di? lopen sneller dan de wind Wié past er op die varkentjes, wie moet er voor ze zorgen? La la, dat is een heel verhaal, 'k vertel het liever murgen... Wat? Moet ik het vandaag vertellen? Nou, daar gaat ie dan: Er woonde ook een jongetje, daar in Beloetsjiestan, Die was zó lui, zó lui! Eerst was hij knechtje bij een slager. Toen was hij conducteur tje en toen was hij pakjesdrager Toen kwam hij in een dassenzaak, toen bij een scharesliep. Maar telkens werd hij weggejaagd, omdat hij altyd sliep. „Wel Simon,*' zei z'n moeder, „luie Simon," zei z'n moeder, „Ga nu maar naar de koning toe en word daar varkenshoeder Zo kwam hij in 't paleis, om op de varkentjes te passen, Hij moest ze iedre morgen vroeg met odefcïonje wassen, Hij moest hun teentjes lakken en hun staartjes onduleren, En als ze sliepen moest hij ook hun kussentjes omkeren. De koning zei: „Wees lief voor ze, en als ik ooit gekrijs hoer. „Dan word jij opgesloten in de toren van *t paleis hoor.'" Maar eens ging Simon met ze wandelen, in de zonneschijn. Hij hield de zeven varkens ieder aan een lange lijn. En ja, natuurlijk kreeg hij slaap, en midden in het 00s, Daar viel hij hats in slaap, en o, hij liet het lijntje los! Pas toen de zon al onderging, deed hij z'n ogen open: Daar had je 't al. Eén varkentje was stiekem weggelopen. Hij vroeg aan iedereen: „Hebt u een varkentje gezien? „Met roodgelakte teentjes en een belletje, misschien?" Maar niemand had het beest gezien; hij zocht en zocht en zocht En eindelijk heeft hij op de markt een varkentje GEKOCHT. Hij waste 't netjes af, en lakte al zijn teentjes rood, Toen kreeg het nog een belletje om, maar verder bleef het bloot. „Dat merkt geen mens," dacht Simon vrolijk „Niemand merfct hetkom!" En met zijn zeven varkentjes kwam Simon dus weer om. Maar *s morgens vroeg, daar wou de koning, net als andre dagen Een beetje rijden in zijn mooie gouden varkenswagen, Daar op de bok zat de koetsier, die trok de teugels aan: Zes varkens gingen Zopen, maar het zevende bleef staan. *t Zei: „Knor," en zette al zijn roodgelakte teentjes schrap En wou geen stap verzetten, maar dan ook geen stap! Géén stap! De koning stapte uit de koets. Hij keek heel boos en zei: Geen wonder ook! Dat varkentje! Dal is niet eens van mij!" Nou, Simon moest bekennenHij werd rood tot-aan zijn oren. Toen werd hij opgesloten in de allerhoogste toren! Hij kreeg alleen een kroesje melk met dikke vette vellen, En ook een stukje kauwgum, en daar moest hij het mee stellen. Er ging een dag voorbij, en nog een dag. Daar zat te nou, Hij kreeg zo'n hongeren- zo*n dorst, en bovendien berouw. Maar daar opeens, vlak voor het raam, hoorde hij stemmen klinken, De stepimen van twee vogeltjes, twee babbelzieke vinken. „Zeg!" kwetterde de ene vink, „In 't bos. daar by de berk, „Heb ik een belletje géhoord, precies als in de kerk, „Wat denk je, zou het spoken in die oude berkeboom?" ..Och, zeur niet," zei de andre vink, „het was beslist een droom!" En toen vlogen de vinken weg, maar Simon dacht meteen: „Dat moet het varken zijn geweest, ik wil er daadlijk heen.*' Maar ja, ze hadden immers toch zijn deur op slot gedaan En uit het raam? Dat was te hoog, dat zou bepaald niet gaan, Toen voelde hij ineens de Jcauiuptim in zijn rechterwang, Hij pakte 't met zijn trirtg ers beethet werd ontzettend lang, Toen plakte hij het ene .eindje aan het raamkozijn En zakte met het andre eind het raam uit, dat ging fijn! Het kauwgum rekte uit. Hij gleed heel langzaam naar beneden Zo kwam hij onder aan de toren, moe maar erg tevreden. En toen naar 't bos. Hp zag een beukhij zag een grote linde, Maar waar was toch die berkeboom, die kon hij nergens vinden:. Toch, eindelijk een fijn geluidje bellebellebel Daar was de oude berkeboom, en in de top, jawel, Daar zat het kleine varkentje, heel zielig en atleentjes Daar zat het, midden tussen 't groen, met al zijn rode teentjes Een uurtje later werd er Hevig aan 't paleis gebeld. De koning deed de deur zelf open, en hij stond versteld: 't Was Simon, met het varkentje. Hij smeekte om erbarmen De koning huilde van geluk en sloot hen in zijn armen. Nu gaat de koning iedere dag weer rijden, spik en span, Met zeven varkens voor de koets, door heel Beloetsjiestan. En hoe is 't met dat varkentje, dat aldoor sttt bleef staan? Dat hele vreemde varkentje, hoe is 't daarmee gegaan? Daar komt hetKijk, daar komt hetMet een héééle lange snuit. Nu staat het vlak voor jouw gezichten blaast 'l verhaaltje VIT. ANNIEM. G. SCHMIDT In plaats van letters die nen cijfers in de vakjes ge plaatst te worden, met dien verstande^ dat in elk vakje slechts éen cijfer mag ko men. De uit deze cijfers sa mengestelde getallen kunt u van de hierna volgende om schrijvingen afleiden. Ver melding verdient, dat wan neer b.v. gevraagd wordt: „soortelijk gewicht van pe troleum 0,84), komma weglaten", u moet invullen 084. Zoals u wel zult begrij pen, sluiten de te vinden getallen horizontaal en ver ticaal op elkaar aan. HORIZONTAAL: 1. Twaalf ambachten, ongelukken. 3. Slag bij Nieuwpoort; daar van dewortel. 5. Som der kwadraten van 1, 6, 9, 11, 13, 1? en 21. 8. Mallengetal; 10. Periode, waarin Konin gin Emma Regentes was; 11. Aantal weken in een jaar; 13. Aantal vlakken van twee kubussen; 14. Twee maatjes in liters uitgedrukt (komma weglaten); 15. Aantal mi nuten van 7 tot en met 29 Juni; 16. Aantal graden in. een cirkel; 18. 7/25 kg 1/4 pond H- 2 1/4 lood -j- 1 1/2 gram graiti. 20. Een scheepslast in kg; 22. Hoog ste getal van drie cijfers; 26. Totaalbedrag van 4100. plus 1 jaar rente a 4% en: r. 4236,19 plus 1 jaar rente h o%', 29. 5 3/4 ton in kg; 32. Totaal aantal poten van: 1000 spinnen, 70 meikevers, 4 schoenmakerskrukjes en 1. stratenmakersstoeïtje: 35, Aantal dagen io een schrikkeljaar Fe bruari 1948 -f September; 36. Getal, gevormd door 4 lussen. 37, Geboor tejaar van Koningin Juliana; 39. Twee dozijn; 41. Aantal zetels, bij ds jongste verkiezingen door de PvdA behaald; 42. Jaar vóór het einde van de eerste wereldoorlog; 43. Meterafstand, die het geluid normaal (dus in de lucht bij 0° C.) aflegt in 2 minuten en 2 seconden; 45, Getal, dat op de kop gezet, 333 groter wordt; 46. Een gros; 47. Som der cijfers is 8, terwijl de .uiterste cijfers aan elkaar gelijk zijn; 49. Jaar vóór Chr. waarin Hannibal door Scipio verslagen werd; 50. Aantal maanden, in 11 jaar; 51. Eerste cijfer is het dubbele van het tweede; de som is 9; 52. Eén mille, min pensioèngerechtigde leeftijd, min een el (naar boven afgerond in hele centimeters), min heiligen- getal; 54. Som der kwadraten van: 8, 7,- en 3, min som der 'kwadra ten van: 2 en 4; 56. Kookpunt van water in graden Celsius; 57, Aan tal meters Ln 7 decimeter, (komma weglaten); 53. Amsterdamse, voet in millimeters (mag 1 mm. .verschil len); 59. Oplopende reeks.' VERTICAAL: 1. Getal, dat onder steboven of achterstevoren gelezen, hetzelfde blijft; 2. -Telefoonnummer van bekend dagblad; 3. Omtrek van de aarde in kilometers; 4. Oplopen de reeks; 5. Getal, dat u dit jaar IQ k 6 15 7 11 11 9 18 1? 21 26 27 28 22 2} 19 24 ?i 52 35 34 35 38 50 O 35 31 40 44 47 41 48 «52 53 55 3fa wÊi J 5? vele malen schrijft; 6. De eeuw van 17011800; 7. Het Romeinse getal: DCCCLIII; 9. Huwelijksvol trekking van Koningin Wilhelmina en Prins Hendrik; 12. Aantal gra den van 7/12 cirkel; 37. Getal, deel baar door: 2, 3, 4, 5, 6; 19. Eerste 2 cijfers van dit getal vormen een eïf-voud, terwijl laatste 2 cijfers het kwadraat vormen van het laat ste cijfer.- 21. Soortelijk gewicht van eikenhout (komma weglaten); 23. Verhoudingsgetallen van Fahrenheit en Celsius achter elkaar geplaatst; 24. Een kwadraat; 25. Jaar, waarna een nieuwe stroming de Nieuwe- Gidsbeweging ontstond in onze letterkunde; 27, Geografische mijl in meters, (breuk achter komma weglaten); 23. Som der kwadraten van 4, 7 en 8; 30- Aantal shülïngen in 3 1/2; 31. Totaal in honderd sten van: 2/3 x 2/3 x 1 4/5 (komma weglaten); 33, Een gros min 8 do zijn; 34. Som der cijfers is 19; eer ste cijfer is de helft van jaatste en derde deel van derde cijfer. Tweede cijfer is het derde deel van eerste; 38. Grootste en kleinste cijfer tus sen 0 en 10; 39. Aantal centen van het door Het Parool in totaal uit geloofde bedrag aan prijzen voor de „Wie is dat?"-prijsvtaag, onder af trek van: 15 gouden tientjes, 1 rijks daalder, I gulden, 3 stuivers, 4 cen ten; 4u. Getal, deelbaar door 2, maar niet door: 3, 4, 5; 6, 8 en 9; 41. Aantal dagen in een schrikkel jaar; 42. Jaar, waarin Piet Hein da Zilvervloot buit maakte; 43. Twee gelijke cijfers; 44. Leeftijd, waarop men meerderjarig wordt; 45. Getal, deelbaar door: 2, 3, 4, 5, 6; 46. Sym metrisch getal, waarvan het middel ste cijfer de som van de naastlig gende cijfers vormt; 48. Eerste jaar tal in de 20ste eeuw; 49. Aantal op pervlakten van 2x3 meter, die uit 12 are gaan; 50. Elf-voud; 53. Zelf de als 11- horizontaal; 55. Aantal kubussen van 4x4x4 centimeter, dat uit 5,12 dm3 gaat; 56. Ongeluks getal OPLOSSING „HET RAD VAN AVONTUUR" Beeldhouwer, onderwijzer, tram conducteur, expediteur, redacteur, bottelaar, ijzergieter, decorateur, es- saieur, verzekeraar^ ingenieur, schaaoherder. Het gezegde luidt: Bo ter TTJ de Vis. v Dé anderen kwamen naar de landingsplaats toe om hem te zien Vertrekken. Hij zwom. eerst met de adjslag, snel en plassend. Het was gemakkelijk genoeg om naar de rotsen toe te zwemmen aan de lage kant van het eiland. Tittie en Rut ger: renden naar de haven en klom men op een hoge rots om hem bui- ,ten de rotsen die voor de ingang lagen, te zien zwemmen. „Hoera"! schreeuwden zij, toen zij hem. voor bij zagen gaan. Toen snelden zij naar de "Westkant van het eiland, .-waar de rotsen steil als een muur uit het water - opkropen. Jan zwom er langs, nu met de borstslag, rustig <en zonder overijling. Hij begon te 'voelen, dat het een heel stuk was langs die Westkant ,3oud vol!" riep Tittie. „Hup!" schreeuwde Rutger. Suze kwam van het kamp naar de hoge Den aan de noordzijde van het eiland en keek omlaag. Jan had bijna de uitkijkpost bereikt. Hij vorderde heel langzaam, „Je kunt hier aan land komen, als je te moe bent", riep zij, „dan kun je uitrusten en dan weer ver der gaan." Jan probeerde met zijn hand te wuiven en kreeg daardoor een he leboel water binnen. Hy keerde zich op zyn rug en dreef, spuitend als een walvis. „Ja bent er bijna", riep Tittie, die naar de uitkijkpost was toege komen en zich bij Suze had ge voegd. Jan begon te trappen en ge bruikte zijn armen bijna niet Hij was nu om de punt van het eiland heen. Hij bleef op zijn rug zwem men. Hij keerde zich om en tilde zijn hoofd op. Een ogenblik zag hij de. landingsplaats en de Zwaluw, die daar op het land getrokken lag. Zijn hoofd ging omlaag en weer kreeg hij water in zijn mond. Hij blies en sputterde. Maar de lan dingsplaats was werkelijk niet Zo ver meer bij hem vandaan. Hij keerde zich op zijn zij en zwom door. Maar zijn armslag bracht hem niet verder en hij kan zijn benen niet meer zo snel optrekken en spreiden als eigenlijk moest. „Je hebt het hem gelapt!" riep Tittie. „Schiet op" riep Rutger. "Weer zag Jan even de landings plaats. Hij moest het klaarspelen, plotseling voelde hij zich weer sterker. Hij zwom naar het strand. Hij was vertrokken vanaf de Zwa luw en hij wou de bodem niet aan raken, tot hij weer aan de andere kant van de Zwaluw was. Nog twee slagen en hij greep de rand van de Zwaluw, raakte de bodem en krabbelde aan land, kuchend, spuwend, huiverend, maar triom fantelijk. Tittie en Rutger riepen hoera. Jan was te zeer buiten adem om te spreken. „Hier heb je een handdoek" zei Suze. „Ik heb hem warm gemaakt bij het vuur." Hij legde de handdoek om zijn schouders. Eerst wreef hij zijn ene arm en toen de andere. Hij voelde zich veel beter, „Ik .dacht wel dat ik het kon," zei hij ten slotte. Het was toch een 'goede dag, ondanks kapitein Flint. Suze begon er juist over te den ken om bet' eten te gaan klaarma ken, toen Tittie, die met de verre kijker naar de uitkijkpost was ge gaan voor het geval er aalscholvers, zeerovers, of iets anders was, dat zij de moeite waard vond om naar te kijken, een. schreeuw gaf. /„Een -ihboorlingenboof' riep zij, „Het is moeder. Het is de inboor lingen vrouw. Zy heeft de kleine in boorling bij zich en ook de juffrouw die er voor zorgt," Haastig kwamen alle Zwaluwen naar de uitkijkpost. De inboorlin- genvrouw roeide zelf. Zij was de woonschipbaai al voorbïi. Vicky en juf zaten achter in de roeiboot. Even keken de Zwaluwen en toen reden zij terug om hun tenten op te ruimen en het kamp in orde te brengen. Zij spreidden hun dekens netjes over de strozakken en sloe gen de bovenrand om. Suze gooide nieuw hout op het vuur. Veel meer was er niet te doen. Toen snelden zij terug naar de uitkijkpost De in- Uit het Engels vertaald door boorlingenvrouw was al vlak bij. Zij wuifden. Juf en Vicky wuifden terug. De Inboorlingenvrouw kon niet v, jven, omdat zij roeide. Zij passeerde de punt van het eiland en had een ogenblik later de lan dingsplaats bereikt. De Zwaluwen waren daar nog .eerder dan zij. (Wordt vervolgd.) Het aantal vraagstukken waarover de Ned. Hervormde Kerk zich zo langzamerhand heeft uitgesproken en bezig is uit te spreken, is enorm. Men kan daarover spotten omdat de vroeger „zwijgende" 'kerk, nu zij „sprekende" kerk werd, blijkbaar met spreken niet op kan houden; anderzijds echter door Samuel W. Taylor Zij toonde haar allerliefste glim lach, die alle gouden strepen doet smelten „Zou iku een ogenblikje kunnen spreken, luitenant?" „Natuurlijk", zei ik. Haar wagen stond buiten, een Packard Roadster, waarvan de kap naar beneden was. Ze ging zitten, waarbij ze uitvoerig haar nylons demonstreerde en glimlachte op nieuw. „Ik kom u bedanken voor wat u voor mijn broer hebt gedaan, luite nant. Ik ben Cora Cox, Buster is een broer van mij Buster. de sol daat eerste klas." „Maar dat is helemaal niet no- dig", zei ik. „al vind ik het erg prettig dat u hier gekomen bent." „Hij bad bijzonder veel last kun nen krijgen door die nare vergis sing. Buster is heel erg dankbaar. En ik ook. Wij, zouden bet erg og prijs stellen, als u vanavond by ons kwam eten." Zo leerde ik Cora kennen. Zij woonde In een flatje in de stad, sa men met Ethel ene Crancall, het meisje waar Buster mee verloofd was. Natuurlijk had ik, vóór Cora, al eens"-een ander meisje gehad. Ik was toen verloofd met Mary en Cora betekende niets voor mij Ten- "minste niet in het begin Buster wilde graag in mijn qua- dron ingedeeld worden. Ik zorgde voor zijn overplaatsing en bij kreeg een baantje van facteur. Dat Mary ophield met schrijven toen hij facteur werd; nooit fs het bij mij opgekomen daar enig ver band tussen te zien. Mary hield natuurlijk ntet plotseling op met schrijven. Zó slim waren ze wel. Maar in plaats van dagelijks werd het tweemaal per week. Daarna eens per week En toen kwam er helemaal niets meer. Je kon niet zeggen dat ik nu be paald met Cora ging. Zij was Bus ters zuster en haar flatje was bij zonder gezellig vergeleken met de offieiersverbUjven._ Dikwijls gingen wij met ons vie ren naar de bioscoop en aten met ons vieren. Cora deed al die tijd buitenge woon lief tegen mij en toen Mary's brieven niet meer kwamen, was ze werkelijk harfcveroverend en uiterst charmant. En ten slotte ben ik ook maar een mens. Er gingen geruchten dat wij spoe dig ingescheept zouden worden. Ik vond dat ik tijdens mijn verlof Mary toch eens moest opzoeken, want ik wilde wel eens weten wat er aan de hand was. Toen kreeg ik die kaart van Mary. Een doodgewone verhuis kaart Ze was uit Fresno vertrok ken, maar de plaats waar het nieuwe adres moest worden inge vuld. zag er uit alsof er een co lonne auto's overheen gereden was. ,,'t Is verduiveld vervelend. Chick", zei Buster. „Ik zag het al op het A.P.O. Ik heb die knaap daar al uitgevloekt, maar tja, wat zal je er verder aan doen? Weet je wat, Chick? Stuur een expressebrief per luchtpost. Die wordt dan doorge stuurd naar haar nieuwe adres en zij schrijft dan natuurlijk dadelijk terug Je hebt er nog wel de tijd voor Geef mij even een briefje dan ga ik niet eens naar het veld postkantoor, Ik rijd even de stad in en breng de brief naar het gewone postkantoor." Buster was zo hulpvaardig. Hij wilde van alles doen om er voor te zorgen dat mijn post vlug op haar bestemming kwam. Dat wil zeggen op de bestemming die hij op h',% oog had. Hij was mijn beste vriend. Dat ronde gezicht van hem. was nog eerlijker dan goud. Het was een gezicht als van een baby open en vol vertrouwen. Je 2ou hem je por tefeuille te bewaren geven. Ik kreeg geen antwoord op mijn expresse-luchtpostbrief en bracht mijn verlof door met Cora, Buster en Ethelene. Wij gingen met de Packard naar het Yellowstone Park, Ik moest naar Engeland en bleef daar drie jaar Cora schreef mij steeds, stuurde mij foto's en_ gaf mij in haar brieven allerlei lieve lingsnaampjes. Toen Buster en ik terugkwamen, trouwden wij met Ethelene en Cora in een dubbele huwelijksplechtig heid. Al heel gauw werd het mij duïde- delijk dat ik een fout had begaan door met Cora te trouwen. Dat kwam niet omdat ik haar bleef ver gelijken mei Mary. Ik had haar gekozen en ik was ten slotte vol waseen. Het kwam niet alleen maar om dat ik ontdekte dat ze een meisje was dat vond dat ze maar raak kon uitgeven, omdat ik haar mooi vond. Ik "kon het niet hebben dat ze ln één nacht dertig dollar .verdobbel de, terwijl wij pas een zaak waren (Advertentie I.M.) Geslaagd dank zij Bekwidk tchtifalijia cursus HILVERSUM H.B.S. - Onderwijzersakte begonnen en zo zuinig mogelijk moesten doen. Het kwam ook niet omdat ze de gewoonte had, kleinigheden weg te kapen asbakjes, zoutvaatjes en dergelijke en. dat ik er achter kwam dat bet niet bij kleinigheden bleef. Haar houding, daar zat de fout. Ze hield niet van mij, ze duldde mij alleen maar. Waarom was ze eigenlijk met mij getrouwd? Een beeld van een vrouw, die mannen te kust en te keur kon krijgen. Ik heb het mij nooit afgevraagd, maar er is ook nooit reden geweest om wantrouwig te worden. Ik had wel eens zo het een en ander opge merkt, maar dat had nooit in een bepaalde richting gewezen. Zelfs nu vandaag, de laatste dag, nu de jaren van voorbereiding met deze gebeur tenis werden afgesloten, had ik niets vreemds opgemerkt. Alleen wanneer ik nu achteraf op het ver leden terugkeek, werden een hele boel dingen mij duidelijk. Cora was vanmorgen wat prikkelbaar ge weest, maar dat zegt niets. Op het station had ze mij een afscheidskus gegeven toen mijn trein kwam. Een echte kus, niet zomaar eentje die een vrouw aan haar man geeft,, wanneer bij met de trein ngar zijn werk gaat. Neen, een echte af scheidskus. Maar moest ik daar nu iets achter zoeken? Toen ik in de stad ons kleine kan toortje binnenkwam, dat maar uit twee kamers bestaat, waren Buster en Ethelene kennelijk blij, dat ze mij zagen. Moest ik hier een be paalde betekenis aan hechten? Toen ik ging lunchen waren er extra-edities op straat. 5 2.0QO.OOO obligaties gestolen! Een gewone krantensensatie, De naam van de man die dat karweitje opgeknapt had, Albert Rand, zei me volstrekt niets. Het was al jaren geleden dat Buster me voor iemand anders had gehouden. Hy nocb Ethelene nocr Cora hadden sinds die tijd ooit ge sproken over die vent op wie ik leek. De foto van die knaap in de kranten leek niet bepaald op mij of op wie dan ook; bet was een ra diografisch overgebrachte foto, die van een heel slecht kiekje genomen was en iedereen kon het zijn, (Wordt vervolgd). zal men dankbaar moeten zijn voor velerlei bezinning binnen de Nederlandse volkskerk, die men. nu toch waar-lijk niet meer verwijten kan, dat zij in wereldvreemde isolatie leeft. De jongstg bezinning strekt zich uit naar de kwesties om het huwe lijk. De Synode, en straks de Ned. Hervormde kerk in haar geheel, beschikt thans over een indrukwek kend rapport vanwege de Hervorm de Raad voor de 2aken van kerk en gezin. De leden, daarvan heb ben het huwe- lijksprobleem van tal van kanten benaderd. Zij hielden zich niet slechts theolo gisch bezig met bijvoorbeeld de betekenis van het huwelijk naar reformatorische opvat ting, maar ook medische met bijvoor beeld de zin der sexualiteit en het vraagstuk der geboorteregeling, ter wijl ook juridische problemen (hu welijks- en echtscheidingswetgevïng) onder de loupe werden genomen. Vergelijkt men dit rapport met aller lei 19e ee-jwse opvattingen dan ia het alsof ge een duffe onder spinrag bedol ven kamer niet meer herkent, zó'n grote schoonmaak fs er gehouden Men waagt h.et Paulus' opvattingen omtrent de plaats der vrouw relatief te stellen, door op te merken dat de apostel zich nu eenmaal aansloot bü de opvattingen zijner dagen. Men her innert er aan. dat de Bijbel geen ver achting voor het $exuele kent. Men keert zich tegen degenen die de sexua liteit uitsluitend betrekken op de voortplanting. Zo zegt een der rap porteurs ronduit: ,,Ook tn de belevjng der sexualiteit gaat het niet allereerst om dé functie der voortplanting welke aan de sextiaJltelt toevertrouwd is. maar om de sexualiteit zelve als ver rijking der schepping". Men rukt zich resoluut los uit de sfeer der verderfelijke bangmakerij als men eerlijk stelt, dat „het volkomen onjuist is alsof lichamelijke zelfbevrediging de ergste gevolgen zou hebben." Men staat niet afwijzend tegenover geboortebe perking.* „Wij zijn ten opzichte van de wording van het gezin mede verant- woordetijit en deze verantwoordelijk heid kan ook geboortebeperking in sluiten." Een der rapporteurs gaat r.elfa verder, door geboortebeperking plicht te noemen. Ook verklaart men zich vóór de po gingen tot herziening van de verouder de wettelijke bepalingen inzake de z.gl handelingsonbekwaamheid der ge huwde vrouw. Men stelde zelfs: „Het is een opmerkelijk feit, dat in een goed huwelijk de kwestie van het „hoofd zijn" en „leiding geven" tot een theo- rctisch geval wordt." Zó ver heeft de Synode niet willen gaan; zij heeft zich ntet kunnen verenigen met de visie alsof alle onderdanigheid van de vrouw aan de man ln bijbels licht verwor pen dient te worden. De rapporteurs blijven binnen het raam der geijkte ethiek waar zij „ge slachtelijke gemeenschap vóór het hu welijk, al3 ingaande tegen de orda die God voor het huwelijk gesteld heeft, ten sterkste afwijzen," Tot weigering van de kerkelijke inzegening vsn hu welijken waaraan dergelijke gemeen schap voorafging wordt uiteraard niet geconcludeerd; het percentage zou te groot zijn. Over de echtscheiding: Enerzijds (volgens Mattheiis 19 5) is het huwelijk blijvend en onontbindbaar, anderzijds „moet worden gezegd, dat er buwe!ij kon zijn waarvan de misluk king zulk een ellende voor de echtge noten of voor één van hen meebrengt, dat de toestand ondraaglijk wordt en dat een voortzetting van het huwelijk geen zin heeft." Het rapport verzet zich tegen de hui dige echtscheidingswetgevïng, die im mers (zij het via het orocèdé van. oe „grote leugen") volledige ontbinding van het huwelijk door onderlinge toe stemming practisch zonder enige belem mering toelaat. Men acht een nieuwe regeling wenselijk, waarbij eehtscbei- ding slechts met toestemming der over heid zal mogen plaats hebben in die gevallen waarin de overheid gebleken zal zijn van een grondige ontwrichting van het huwelijk. Zover wij kunnen nagaan, neemt slechts een rapporteur een minder strikt standpunt in en waagt deze het wel met de wederzijdse toestemming: „Het is denkbaar dat de kerk zou plei ten voor echtscheiding niet onderling goedvinden, al wa"s het alleen maar om aan onwaardige vertoningen een eind te maken." Het onderdeel over (tweede) hu welijksinzegeningen van gescheide- nen is niet het sterkste. Toch hét ïs al weer een stuk verder dan voorheen, wanneer wordt qestetd: „De kerk zou in haar opdracht te kort schieten wanneei zij zonder meer elke aanvrage tot huwelijks inzegening, waar het een huwelijk na scheiding betreft, weigerde". Maar de mogelijkheid van ker kelijk niet-erkennen van een door dé burgerlijke overheid wèl gesloten huwelijk blijft bestaan. Een der rap porteurs heeft o.i, gelijk, als hij het in dit verband kras en eer lijk zegt: „Als de kerk een huwelijk door de staat voltrokken niet erkent, dan is dat een zeer ernstige zaak; zij moet dan zeggen, dat dit hu welijk hoererij is, dat de kinderen onecht zijn." Men kan zich voorstellen, dat her trouwende gescheidenen dit risico vanwege de kerk maar liever niet lopen. Dat zij dus maar niet eens een kerkelijke huwelijksbevestiging aanvragen, En 1 dat éi) aldus hei leger der buïien-kerkehjken vergro ten. I Hel mee»' b^traüï^IS 1 Jenna*uul)iikï= B uTSTOaREGELING 1 (Advertentie I.M.) Onlangs hebt u melding gemaakt van een erfenis, die de familie Boogaert te wachten zou staan. Ter informatie van uw lezers verzoek ik u, het volgende in uw krant op te nemen. Wie meent aanspraak te kunnen maken- op een deel van deze erfe nis, kan zich met mij in verbinding stellen. Zy moeten mij meedeien, wie hun ouders en grootouders zijn, waar en wanneer die zijn ge- horen. De naam Boogaert wordt vaak anders gespeld (Boogerd, Van den Boogaard etc.) maar dit doet niet ter zake. Het heeft geen zin, officiële instanties om inlichtingen te verzoeken want die zenden alle vragen aan mij door. Alle gege vens zijn in mijn bezit. Daar de kinderen van de erflater aan. ver schillende families verwant zijn ge raakt, noem ik hier de namen van families, d!e mogelijk ook als ge gadigde in aanmerking komen: Den Braber, Noordijk, Zeedijk, Rood- zant, Kasteel, Everwijn, Van Schou wen, Overweel, Van den Roovaart, Van Putten, Hudepool, Moraal, Snijders, De Kogel of Kovel, Franeke. Niet iedereen za! voor een deel van de erfenis in aan merking komen maar het is de moeite van het schrijven wel waard. En wil men vooral mijn adres zorgvuldig Op de enveloppe vermelden? Mrs, BoogaertRiet 2840 Porter Ave Ogden Utah. U.S.A. Overhemdenwee Sinds lang heb ik 'het gevoel, dat de fabrikanten van overhemden wat al te zuinig zijn. met de knoopjes, die zij aan dit kledingstuk zetten. Van de boord naar beneden gaan de, houden de knoopjes dikwijls op, op een plaats, die boven de riem ligt, waardoor de hemden vaak vlak boven de riem plegen te wijken. Voor de drager een vervelende si tuatie. De fabriek, die één of twee knoopjes meer zou gebruiken, zou zich naar mijn overtuiging de dank van vele mannen verwerven. D. S. Bromfietsen en fietsen Herhaaldelijk ziet men langs on ze grote wegen bromfietsen rijden, in wier „kielzog" zich één of meer wielrijders bevinden, die zich laten „voortzuigen". Wordt het niet tijd, dat hieraan door de overheid een einde wordt gemaakt? Onze wegen en fietspaden zijn nu eenmaal geen wielerbaan, waar stay er-wedstrijden kunnen worden getolereerd. Er be hoeft maar plotseling iets te ge beuren waardoor de bromfietser on verwacht vaart moet minderen, of de fietser botst boven op hem. Het gesignaleerde spelletje kan niet anders dan gevaarlijk wórden ge noemd. W. J. C. B.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 6