L
p
u
m
sKonings remarken
was verdwenen
Kruistalpuzzle als afwisseling
iP'?
i!
m
Herv. Kerk breekt met oude
opvattingen over
Él M
ÜB
§s
Éi
lUiÉS
Ihp42
m,
57 llll^
Als twee
druppels
water
Synode ging niet zo ver als
rapport soms wilde
r
-J
a
5& lp 57
ARTHUR
RAMSOME
Jac. v. d. Sier
K EN WERELD)
vloeibaar fruit!
Erfenis
6
Zaterdag 26 Juli 1952
De koning van Beloetsjiestan tit in een gouden koets
Die iedre dag gewreven wordt met Glanzo Koperpoets;
Er staan geen paarden voor de koets, dat is nou tueer 20 gek
Maar zeue-n. kleine varkentjes, met bellen om hun nek.
En als je vraagt: „Waarom- dan toch?", dan zegt de koning: „Kind.
„Die varkentjes van mij, di? lopen sneller dan de wind
Wié past er op die varkentjes, wie moet er voor ze zorgen?
La la, dat is een heel verhaal, 'k vertel het liever murgen...
Wat? Moet ik het vandaag vertellen? Nou, daar gaat ie dan:
Er woonde ook een jongetje, daar in Beloetsjiestan,
Die was zó lui, zó lui! Eerst was hij knechtje bij een slager.
Toen was hij conducteur tje en toen was hij pakjesdrager
Toen kwam hij in een dassenzaak, toen bij een scharesliep.
Maar telkens werd hij weggejaagd, omdat hij altyd sliep.
„Wel Simon,*' zei z'n moeder, „luie Simon," zei z'n moeder,
„Ga nu maar naar de koning toe en word daar varkenshoeder
Zo kwam hij in 't paleis, om op de varkentjes te passen,
Hij moest ze iedre morgen vroeg met odefcïonje wassen,
Hij moest hun teentjes lakken en hun staartjes onduleren,
En als ze sliepen moest hij ook hun kussentjes omkeren.
De koning zei: „Wees lief voor ze, en als ik ooit gekrijs hoer.
„Dan word jij opgesloten in de toren van *t paleis hoor.'"
Maar eens ging Simon met ze wandelen, in de zonneschijn.
Hij hield de zeven varkens ieder aan een lange lijn.
En ja, natuurlijk kreeg hij slaap, en midden in het 00s,
Daar viel hij hats in slaap, en o, hij liet het lijntje los!
Pas toen de zon al onderging, deed hij z'n ogen open:
Daar had je 't al. Eén varkentje was stiekem weggelopen.
Hij vroeg aan iedereen: „Hebt u een varkentje gezien?
„Met roodgelakte teentjes en een belletje, misschien?"
Maar niemand had het beest gezien; hij zocht en zocht en zocht
En eindelijk heeft hij op de markt een varkentje GEKOCHT.
Hij waste 't netjes af, en lakte al zijn teentjes rood,
Toen kreeg het nog een belletje om, maar verder bleef het bloot.
„Dat merkt geen mens," dacht Simon vrolijk „Niemand merfct
hetkom!"
En met zijn zeven varkentjes kwam Simon dus weer om.
Maar *s morgens vroeg, daar wou de koning, net als andre dagen
Een beetje rijden in zijn mooie gouden varkenswagen,
Daar op de bok zat de koetsier, die trok de teugels aan:
Zes varkens gingen Zopen, maar het zevende bleef staan.
*t Zei: „Knor," en zette al zijn roodgelakte teentjes schrap
En wou geen stap verzetten, maar dan ook geen stap! Géén stap!
De koning stapte uit de koets. Hij keek heel boos en zei:
Geen wonder ook! Dat varkentje! Dal is niet eens van mij!"
Nou, Simon moest bekennenHij werd rood tot-aan zijn oren.
Toen werd hij opgesloten in de allerhoogste toren!
Hij kreeg alleen een kroesje melk met dikke vette vellen,
En ook een stukje kauwgum, en daar moest hij het mee stellen.
Er ging een dag voorbij, en nog een dag. Daar zat te nou,
Hij kreeg zo'n hongeren- zo*n dorst, en bovendien berouw.
Maar daar opeens, vlak voor het raam, hoorde hij stemmen klinken,
De stepimen van twee vogeltjes, twee babbelzieke vinken.
„Zeg!" kwetterde de ene vink, „In 't bos. daar by de berk,
„Heb ik een belletje géhoord, precies als in de kerk,
„Wat denk je, zou het spoken in die oude berkeboom?"
..Och, zeur niet," zei de andre vink, „het was beslist een droom!"
En toen vlogen de vinken weg, maar Simon dacht meteen:
„Dat moet het varken zijn geweest, ik wil er daadlijk heen.*'
Maar ja, ze hadden immers toch zijn deur op slot gedaan
En uit het raam? Dat was te hoog, dat zou bepaald niet gaan,
Toen voelde hij ineens de Jcauiuptim in zijn rechterwang,
Hij pakte 't met zijn trirtg ers beethet werd ontzettend lang,
Toen plakte hij het ene .eindje aan het raamkozijn
En zakte met het andre eind het raam uit, dat ging fijn!
Het kauwgum rekte uit. Hij gleed heel langzaam naar beneden
Zo kwam hij onder aan de toren, moe maar erg tevreden.
En toen naar 't bos. Hp zag een beukhij zag een grote linde,
Maar waar was toch die berkeboom, die kon hij nergens vinden:.
Toch, eindelijk een fijn geluidje bellebellebel
Daar was de oude berkeboom, en in de top, jawel,
Daar zat het kleine varkentje, heel zielig en atleentjes
Daar zat het, midden tussen 't groen, met al zijn rode teentjes
Een uurtje later werd er Hevig aan 't paleis gebeld.
De koning deed de deur zelf open, en hij stond versteld:
't Was Simon, met het varkentje. Hij smeekte om erbarmen
De koning huilde van geluk en sloot hen in zijn armen.
Nu gaat de koning iedere dag weer rijden, spik en span,
Met zeven varkens voor de koets, door heel Beloetsjiestan.
En hoe is 't met dat varkentje, dat aldoor sttt bleef staan?
Dat hele vreemde varkentje, hoe is 't daarmee gegaan?
Daar komt hetKijk, daar komt hetMet een héééle lange snuit.
Nu staat het vlak voor jouw gezichten blaast 'l verhaaltje
VIT.
ANNIEM. G. SCHMIDT
In plaats van letters die
nen cijfers in de vakjes ge
plaatst te worden, met dien
verstande^ dat in elk vakje
slechts éen cijfer mag ko
men. De uit deze cijfers sa
mengestelde getallen kunt u
van de hierna volgende om
schrijvingen afleiden. Ver
melding verdient, dat wan
neer b.v. gevraagd wordt:
„soortelijk gewicht van pe
troleum 0,84), komma
weglaten", u moet invullen
084. Zoals u wel zult begrij
pen, sluiten de te vinden
getallen horizontaal en ver
ticaal op elkaar aan.
HORIZONTAAL: 1. Twaalf
ambachten, ongelukken.
3. Slag bij Nieuwpoort; daar
van dewortel. 5. Som der
kwadraten van 1, 6, 9, 11,
13, 1? en 21. 8. Mallengetal;
10. Periode, waarin Konin
gin Emma Regentes was; 11.
Aantal weken in een jaar;
13. Aantal vlakken van twee
kubussen; 14. Twee maatjes
in liters uitgedrukt (komma
weglaten); 15. Aantal mi
nuten van 7 tot en met 29
Juni; 16. Aantal graden in.
een cirkel; 18. 7/25 kg 1/4
pond H- 2 1/4 lood -j- 1 1/2
gram graiti. 20. Een
scheepslast in kg; 22. Hoog
ste getal van drie cijfers; 26.
Totaalbedrag van 4100.
plus 1 jaar rente a 4% en:
r. 4236,19 plus 1 jaar rente
h o%', 29. 5 3/4 ton in kg;
32. Totaal aantal poten van:
1000 spinnen, 70 meikevers,
4 schoenmakerskrukjes en
1. stratenmakersstoeïtje: 35, Aantal
dagen io een schrikkeljaar Fe
bruari 1948 -f September; 36. Getal,
gevormd door 4 lussen. 37, Geboor
tejaar van Koningin Juliana; 39.
Twee dozijn; 41. Aantal zetels, bij
ds jongste verkiezingen door de
PvdA behaald; 42. Jaar vóór het
einde van de eerste wereldoorlog;
43. Meterafstand, die het geluid
normaal (dus in de lucht bij 0° C.)
aflegt in 2 minuten en 2 seconden;
45, Getal, dat op de kop gezet, 333
groter wordt; 46. Een gros; 47. Som
der cijfers is 8, terwijl de .uiterste
cijfers aan elkaar gelijk zijn; 49.
Jaar vóór Chr. waarin Hannibal
door Scipio verslagen werd; 50.
Aantal maanden, in 11 jaar; 51.
Eerste cijfer is het dubbele van het
tweede; de som is 9; 52. Eén mille,
min pensioèngerechtigde leeftijd,
min een el (naar boven afgerond
in hele centimeters), min heiligen-
getal; 54. Som der kwadraten van:
8, 7,- en 3, min som der 'kwadra
ten van: 2 en 4; 56. Kookpunt van
water in graden Celsius; 57, Aan
tal meters Ln 7 decimeter, (komma
weglaten); 53. Amsterdamse, voet
in millimeters (mag 1 mm. .verschil
len); 59. Oplopende reeks.'
VERTICAAL: 1. Getal, dat onder
steboven of achterstevoren gelezen,
hetzelfde blijft; 2. -Telefoonnummer
van bekend dagblad; 3. Omtrek van
de aarde in kilometers; 4. Oplopen
de reeks; 5. Getal, dat u dit jaar
IQ
k
6
15
7
11
11
9
18
1?
21
26
27 28
22
2}
19
24
?i
52 35 34
35
38
50
O
35
31
40
44
47
41
48
«52 53
55
3fa
wÊi J
5?
vele malen schrijft; 6. De eeuw
van 17011800; 7. Het Romeinse
getal: DCCCLIII; 9. Huwelijksvol
trekking van Koningin Wilhelmina
en Prins Hendrik; 12. Aantal gra
den van 7/12 cirkel; 37. Getal, deel
baar door: 2, 3, 4, 5, 6; 19. Eerste 2
cijfers van dit getal vormen een
eïf-voud, terwijl laatste 2 cijfers
het kwadraat vormen van het laat
ste cijfer.- 21. Soortelijk gewicht van
eikenhout (komma weglaten); 23.
Verhoudingsgetallen van Fahrenheit
en Celsius achter elkaar geplaatst;
24. Een kwadraat; 25. Jaar, waarna
een nieuwe stroming de Nieuwe-
Gidsbeweging ontstond in onze
letterkunde; 27, Geografische mijl
in meters, (breuk achter komma
weglaten); 23. Som der kwadraten
van 4, 7 en 8; 30- Aantal shülïngen
in 3 1/2; 31. Totaal in honderd
sten van: 2/3 x 2/3 x 1 4/5 (komma
weglaten); 33, Een gros min 8 do
zijn; 34. Som der cijfers is 19; eer
ste cijfer is de helft van jaatste en
derde deel van derde cijfer. Tweede
cijfer is het derde deel van eerste;
38. Grootste en kleinste cijfer tus
sen 0 en 10; 39. Aantal centen van
het door Het Parool in totaal uit
geloofde bedrag aan prijzen voor de
„Wie is dat?"-prijsvtaag, onder af
trek van: 15 gouden tientjes, 1 rijks
daalder, I gulden, 3 stuivers, 4 cen
ten; 4u. Getal, deelbaar door 2,
maar niet door: 3, 4, 5; 6, 8 en 9;
41. Aantal dagen in een schrikkel
jaar; 42. Jaar, waarin Piet Hein da
Zilvervloot buit maakte; 43. Twee
gelijke cijfers; 44. Leeftijd, waarop
men meerderjarig wordt; 45. Getal,
deelbaar door: 2, 3, 4, 5, 6; 46. Sym
metrisch getal, waarvan het middel
ste cijfer de som van de naastlig
gende cijfers vormt; 48. Eerste jaar
tal in de 20ste eeuw; 49. Aantal op
pervlakten van 2x3 meter, die uit
12 are gaan; 50. Elf-voud; 53. Zelf
de als 11- horizontaal; 55. Aantal
kubussen van 4x4x4 centimeter,
dat uit 5,12 dm3 gaat; 56. Ongeluks
getal
OPLOSSING „HET RAD VAN
AVONTUUR"
Beeldhouwer, onderwijzer, tram
conducteur, expediteur, redacteur,
bottelaar, ijzergieter, decorateur, es-
saieur, verzekeraar^ ingenieur,
schaaoherder. Het gezegde luidt: Bo
ter TTJ de Vis.
v Dé anderen kwamen naar de
landingsplaats toe om hem te zien
Vertrekken. Hij zwom. eerst met de
adjslag, snel en plassend. Het was
gemakkelijk genoeg om naar de
rotsen toe te zwemmen aan de lage
kant van het eiland. Tittie en Rut
ger: renden naar de haven en klom
men op een hoge rots om hem bui-
,ten de rotsen die voor de ingang
lagen, te zien zwemmen. „Hoera"!
schreeuwden zij, toen zij hem. voor
bij zagen gaan. Toen snelden zij
naar de "Westkant van het eiland,
.-waar de rotsen steil als een muur
uit het water - opkropen. Jan zwom
er langs, nu met de borstslag, rustig
<en zonder overijling. Hij begon te
'voelen, dat het een heel stuk was
langs die Westkant
,3oud vol!" riep Tittie.
„Hup!" schreeuwde Rutger.
Suze kwam van het kamp naar
de hoge Den aan de noordzijde van
het eiland en keek omlaag. Jan had
bijna de uitkijkpost bereikt. Hij
vorderde heel langzaam,
„Je kunt hier aan land komen,
als je te moe bent", riep zij, „dan
kun je uitrusten en dan weer ver
der gaan."
Jan probeerde met zijn hand te
wuiven en kreeg daardoor een he
leboel water binnen. Hy keerde
zich op zyn rug en dreef, spuitend
als een walvis.
„Ja bent er bijna", riep Tittie,
die naar de uitkijkpost was toege
komen en zich bij Suze had ge
voegd.
Jan begon te trappen en ge
bruikte zijn armen bijna niet Hij
was nu om de punt van het eiland
heen. Hij bleef op zijn rug zwem
men. Hij keerde zich om en tilde
zijn hoofd op. Een ogenblik zag hij
de. landingsplaats en de Zwaluw,
die daar op het land getrokken lag.
Zijn hoofd ging omlaag en weer
kreeg hij water in zijn mond. Hij
blies en sputterde. Maar de lan
dingsplaats was werkelijk niet Zo
ver meer bij hem vandaan. Hij
keerde zich op zijn zij en zwom
door. Maar zijn armslag bracht
hem niet verder en hij kan zijn
benen niet meer zo snel optrekken
en spreiden als eigenlijk moest.
„Je hebt het hem gelapt!" riep
Tittie.
„Schiet op" riep Rutger.
"Weer zag Jan even de landings
plaats. Hij moest het klaarspelen,
plotseling voelde hij zich weer
sterker. Hij zwom naar het strand.
Hij was vertrokken vanaf de Zwa
luw en hij wou de bodem niet aan
raken, tot hij weer aan de andere
kant van de Zwaluw was. Nog
twee slagen en hij greep de rand
van de Zwaluw, raakte de bodem
en krabbelde aan land, kuchend,
spuwend, huiverend, maar triom
fantelijk. Tittie en Rutger riepen
hoera. Jan was te zeer buiten adem
om te spreken.
„Hier heb je een handdoek" zei
Suze. „Ik heb hem warm gemaakt
bij het vuur."
Hij legde de handdoek om zijn
schouders. Eerst wreef hij zijn ene
arm en toen de andere. Hij voelde
zich veel beter,
„Ik .dacht wel dat ik het kon,"
zei hij ten slotte. Het was toch een
'goede dag, ondanks kapitein Flint.
Suze begon er juist over te den
ken om bet' eten te gaan klaarma
ken, toen Tittie, die met de verre
kijker naar de uitkijkpost was ge
gaan voor het geval er aalscholvers,
zeerovers, of iets anders was, dat zij
de moeite waard vond om naar te
kijken, een. schreeuw gaf.
/„Een -ihboorlingenboof' riep zij,
„Het is moeder. Het is de inboor
lingen vrouw. Zy heeft de kleine in
boorling bij zich en ook de juffrouw
die er voor zorgt,"
Haastig kwamen alle Zwaluwen
naar de uitkijkpost. De inboorlin-
genvrouw roeide zelf. Zij was de
woonschipbaai al voorbïi. Vicky en
juf zaten achter in de roeiboot.
Even keken de Zwaluwen en toen
reden zij terug om hun tenten op
te ruimen en het kamp in orde te
brengen. Zij spreidden hun dekens
netjes over de strozakken en sloe
gen de bovenrand om. Suze gooide
nieuw hout op het vuur. Veel meer
was er niet te doen. Toen snelden
zij terug naar de uitkijkpost De in-
Uit het Engels vertaald
door
boorlingenvrouw was al vlak bij.
Zij wuifden. Juf en Vicky wuifden
terug. De Inboorlingenvrouw kon
niet v, jven, omdat zij roeide. Zij
passeerde de punt van het eiland
en had een ogenblik later de lan
dingsplaats bereikt. De Zwaluwen
waren daar nog .eerder dan zij.
(Wordt vervolgd.)
Het aantal vraagstukken
waarover de Ned. Hervormde
Kerk zich zo langzamerhand
heeft uitgesproken en bezig is
uit te spreken, is enorm. Men
kan daarover spotten omdat
de vroeger „zwijgende" 'kerk,
nu zij „sprekende" kerk werd,
blijkbaar met spreken niet op
kan houden; anderzijds echter
door
Samuel W. Taylor
Zij toonde haar allerliefste glim
lach, die alle gouden strepen doet
smelten
„Zou iku een ogenblikje kunnen
spreken, luitenant?"
„Natuurlijk", zei ik.
Haar wagen stond buiten, een
Packard Roadster, waarvan de kap
naar beneden was. Ze ging zitten,
waarbij ze uitvoerig haar nylons
demonstreerde en glimlachte op
nieuw.
„Ik kom u bedanken voor wat u
voor mijn broer hebt gedaan, luite
nant. Ik ben Cora Cox, Buster is
een broer van mij Buster. de sol
daat eerste klas."
„Maar dat is helemaal niet no-
dig", zei ik. „al vind ik het erg
prettig dat u hier gekomen bent."
„Hij bad bijzonder veel last kun
nen krijgen door die nare vergis
sing. Buster is heel erg dankbaar.
En ik ook. Wij, zouden bet erg og
prijs stellen, als u vanavond by
ons kwam eten."
Zo leerde ik Cora kennen. Zij
woonde In een flatje in de stad, sa
men met Ethel ene Crancall, het
meisje waar Buster mee verloofd
was.
Natuurlijk had ik, vóór Cora, al
eens"-een ander meisje gehad. Ik
was toen verloofd met Mary en
Cora betekende niets voor mij Ten-
"minste niet in het begin
Buster wilde graag in mijn qua-
dron ingedeeld worden. Ik zorgde
voor zijn overplaatsing en bij
kreeg een baantje van facteur.
Dat Mary ophield met schrijven
toen hij facteur werd; nooit fs het
bij mij opgekomen daar enig ver
band tussen te zien. Mary hield
natuurlijk ntet plotseling op met
schrijven. Zó slim waren ze wel.
Maar in plaats van dagelijks werd
het tweemaal per week. Daarna
eens per week En toen kwam er
helemaal niets meer.
Je kon niet zeggen dat ik nu be
paald met Cora ging. Zij was Bus
ters zuster en haar flatje was bij
zonder gezellig vergeleken met de
offieiersverbUjven._
Dikwijls gingen wij met ons vie
ren naar de bioscoop en aten met
ons vieren.
Cora deed al die tijd buitenge
woon lief tegen mij en toen Mary's
brieven niet meer kwamen, was ze
werkelijk harfcveroverend en uiterst
charmant. En ten slotte ben ik ook
maar een mens.
Er gingen geruchten dat wij spoe
dig ingescheept zouden worden. Ik
vond dat ik tijdens mijn verlof
Mary toch eens moest opzoeken,
want ik wilde wel eens weten wat
er aan de hand was.
Toen kreeg ik die kaart van
Mary. Een doodgewone verhuis
kaart Ze was uit Fresno vertrok
ken, maar de plaats waar het
nieuwe adres moest worden inge
vuld. zag er uit alsof er een co
lonne auto's overheen gereden was.
,,'t Is verduiveld vervelend.
Chick", zei Buster. „Ik zag het al
op het A.P.O. Ik heb die knaap daar
al uitgevloekt, maar tja, wat zal je
er verder aan doen? Weet je wat,
Chick? Stuur een expressebrief per
luchtpost. Die wordt dan doorge
stuurd naar haar nieuwe adres en
zij schrijft dan natuurlijk dadelijk
terug Je hebt er nog wel de tijd
voor Geef mij even een briefje
dan ga ik niet eens naar het veld
postkantoor, Ik rijd even de stad in
en breng de brief naar het gewone
postkantoor."
Buster was zo hulpvaardig. Hij
wilde van alles doen om er voor te
zorgen dat mijn post vlug op haar
bestemming kwam. Dat wil zeggen
op de bestemming die hij op h',%
oog had. Hij was mijn beste vriend.
Dat ronde gezicht van hem. was nog
eerlijker dan goud. Het was een
gezicht als van een baby open en
vol vertrouwen. Je 2ou hem je por
tefeuille te bewaren geven.
Ik kreeg geen antwoord op mijn
expresse-luchtpostbrief en bracht
mijn verlof door met Cora, Buster
en Ethelene. Wij gingen met de
Packard naar het Yellowstone
Park,
Ik moest naar Engeland en bleef
daar drie jaar Cora schreef mij
steeds, stuurde mij foto's en_ gaf
mij in haar brieven allerlei lieve
lingsnaampjes.
Toen Buster en ik terugkwamen,
trouwden wij met Ethelene en Cora
in een dubbele huwelijksplechtig
heid.
Al heel gauw werd het mij duïde-
delijk dat ik een fout had begaan
door met Cora te trouwen. Dat
kwam niet omdat ik haar bleef ver
gelijken mei Mary. Ik had haar
gekozen en ik was ten slotte vol
waseen.
Het kwam niet alleen maar om
dat ik ontdekte dat ze een meisje
was dat vond dat ze maar raak kon
uitgeven, omdat ik haar mooi vond.
Ik "kon het niet hebben dat ze ln
één nacht dertig dollar .verdobbel
de, terwijl wij pas een zaak waren
(Advertentie I.M.)
Geslaagd dank zij
Bekwidk
tchtifalijia cursus
HILVERSUM
H.B.S. - Onderwijzersakte
begonnen en zo zuinig mogelijk
moesten doen.
Het kwam ook niet omdat ze de
gewoonte had, kleinigheden weg te
kapen asbakjes, zoutvaatjes en
dergelijke en. dat ik er achter
kwam dat bet niet bij kleinigheden
bleef.
Haar houding, daar zat de fout.
Ze hield niet van mij, ze duldde mij
alleen maar.
Waarom was ze eigenlijk met mij
getrouwd? Een beeld van een
vrouw, die mannen te kust en te
keur kon krijgen.
Ik heb het mij nooit afgevraagd,
maar er is ook nooit reden geweest
om wantrouwig te worden. Ik had
wel eens zo het een en ander opge
merkt, maar dat had nooit in een
bepaalde richting gewezen. Zelfs nu
vandaag, de laatste dag, nu de jaren
van voorbereiding met deze gebeur
tenis werden afgesloten, had ik
niets vreemds opgemerkt. Alleen
wanneer ik nu achteraf op het ver
leden terugkeek, werden een hele
boel dingen mij duidelijk. Cora was
vanmorgen wat prikkelbaar ge
weest, maar dat zegt niets. Op het
station had ze mij een afscheidskus
gegeven toen mijn trein kwam. Een
echte kus, niet zomaar eentje die
een vrouw aan haar man geeft,,
wanneer bij met de trein ngar zijn
werk gaat. Neen, een echte af
scheidskus. Maar moest ik daar nu
iets achter zoeken?
Toen ik in de stad ons kleine kan
toortje binnenkwam, dat maar uit
twee kamers bestaat, waren Buster
en Ethelene kennelijk blij, dat ze
mij zagen. Moest ik hier een be
paalde betekenis aan hechten?
Toen ik ging lunchen waren er
extra-edities op straat. 5 2.0QO.OOO
obligaties gestolen! Een gewone
krantensensatie, De naam van de
man die dat karweitje opgeknapt
had, Albert Rand, zei me volstrekt
niets. Het was al jaren geleden dat
Buster me voor iemand anders had
gehouden. Hy nocb Ethelene nocr
Cora hadden sinds die tijd ooit ge
sproken over die vent op wie ik
leek. De foto van die knaap in de
kranten leek niet bepaald op mij
of op wie dan ook; bet was een ra
diografisch overgebrachte foto, die
van een heel slecht kiekje genomen
was en iedereen kon het zijn,
(Wordt vervolgd).
zal men dankbaar moeten zijn
voor velerlei bezinning binnen
de Nederlandse volkskerk, die
men. nu toch waar-lijk niet
meer verwijten kan, dat zij in
wereldvreemde isolatie leeft.
De jongstg bezinning strekt zich
uit naar de kwesties om het huwe
lijk. De Synode, en straks de Ned.
Hervormde kerk in haar geheel,
beschikt thans over een indrukwek
kend rapport vanwege de Hervorm
de Raad voor de 2aken van kerk
en gezin. De leden, daarvan heb
ben het huwe-
lijksprobleem van
tal van kanten
benaderd. Zij
hielden zich niet
slechts theolo
gisch bezig met
bijvoorbeeld de betekenis van het
huwelijk naar reformatorische opvat
ting, maar ook medische met bijvoor
beeld de zin der sexualiteit en het
vraagstuk der geboorteregeling, ter
wijl ook juridische problemen (hu
welijks- en echtscheidingswetgevïng)
onder de loupe werden genomen.
Vergelijkt men dit rapport met aller
lei 19e ee-jwse opvattingen dan ia het
alsof ge een duffe onder spinrag bedol
ven kamer niet meer herkent, zó'n
grote schoonmaak fs er gehouden
Men waagt h.et Paulus' opvattingen
omtrent de plaats der vrouw relatief
te stellen, door op te merken dat de
apostel zich nu eenmaal aansloot bü
de opvattingen zijner dagen. Men her
innert er aan. dat de Bijbel geen ver
achting voor het $exuele kent. Men
keert zich tegen degenen die de sexua
liteit uitsluitend betrekken op de
voortplanting. Zo zegt een der rap
porteurs ronduit: ,,Ook tn de belevjng
der sexualiteit gaat het niet allereerst
om dé functie der voortplanting welke
aan de sextiaJltelt toevertrouwd is.
maar om de sexualiteit zelve als ver
rijking der schepping".
Men rukt zich resoluut los uit de sfeer
der verderfelijke bangmakerij als men
eerlijk stelt, dat „het volkomen onjuist is
alsof lichamelijke zelfbevrediging de
ergste gevolgen zou hebben." Men staat
niet afwijzend tegenover geboortebe
perking.* „Wij zijn ten opzichte van de
wording van het gezin mede verant-
woordetijit en deze verantwoordelijk
heid kan ook geboortebeperking in
sluiten." Een der rapporteurs gaat r.elfa
verder, door geboortebeperking plicht
te noemen.
Ook verklaart men zich vóór de po
gingen tot herziening van de verouder
de wettelijke bepalingen inzake de
z.gl handelingsonbekwaamheid der ge
huwde vrouw. Men stelde zelfs: „Het is
een opmerkelijk feit, dat in een goed
huwelijk de kwestie van het „hoofd
zijn" en „leiding geven" tot een theo-
rctisch geval wordt." Zó ver heeft de
Synode niet willen gaan; zij heeft zich
ntet kunnen verenigen met de visie
alsof alle onderdanigheid van de vrouw
aan de man ln bijbels licht verwor
pen dient te worden.
De rapporteurs blijven binnen het
raam der geijkte ethiek waar zij „ge
slachtelijke gemeenschap vóór het hu
welijk, al3 ingaande tegen de orda die
God voor het huwelijk gesteld heeft,
ten sterkste afwijzen," Tot weigering
van de kerkelijke inzegening vsn hu
welijken waaraan dergelijke gemeen
schap voorafging wordt uiteraard niet
geconcludeerd; het percentage zou te
groot zijn. Over de echtscheiding:
Enerzijds (volgens Mattheiis 19 5) is
het huwelijk blijvend en onontbindbaar,
anderzijds „moet worden gezegd, dat
er buwe!ij kon zijn waarvan de misluk
king zulk een ellende voor de echtge
noten of voor één van hen meebrengt,
dat de toestand ondraaglijk wordt en
dat een voortzetting van het huwelijk
geen zin heeft."
Het rapport verzet zich tegen de hui
dige echtscheidingswetgevïng, die im
mers (zij het via het orocèdé van. oe
„grote leugen") volledige ontbinding
van het huwelijk door onderlinge toe
stemming practisch zonder enige belem
mering toelaat. Men acht een nieuwe
regeling wenselijk, waarbij eehtscbei-
ding slechts met toestemming der over
heid zal mogen plaats hebben in die
gevallen waarin de overheid gebleken
zal zijn van een grondige ontwrichting
van het huwelijk.
Zover wij kunnen nagaan, neemt
slechts een rapporteur een minder
strikt standpunt in en waagt deze het
wel met de wederzijdse toestemming:
„Het is denkbaar dat de kerk zou plei
ten voor echtscheiding niet onderling
goedvinden, al wa"s het alleen maar om
aan onwaardige vertoningen een eind
te maken."
Het onderdeel over (tweede) hu
welijksinzegeningen van gescheide-
nen is niet het sterkste. Toch
hét ïs al weer een stuk verder dan
voorheen, wanneer wordt qestetd:
„De kerk zou in haar opdracht te
kort schieten wanneei zij zonder
meer elke aanvrage tot huwelijks
inzegening, waar het een huwelijk
na scheiding betreft, weigerde".
Maar de mogelijkheid van ker
kelijk niet-erkennen van een door
dé burgerlijke overheid wèl gesloten
huwelijk blijft bestaan. Een der rap
porteurs heeft o.i, gelijk, als hij
het in dit verband kras en eer
lijk zegt: „Als de kerk een huwelijk
door de staat voltrokken niet erkent,
dan is dat een zeer ernstige zaak;
zij moet dan zeggen, dat dit hu
welijk hoererij is, dat de kinderen
onecht zijn."
Men kan zich voorstellen, dat her
trouwende gescheidenen dit risico
vanwege de kerk maar liever niet
lopen. Dat zij dus maar niet eens
een kerkelijke huwelijksbevestiging
aanvragen, En 1 dat éi) aldus hei
leger der buïien-kerkehjken vergro
ten.
I Hel mee»' b^traüï^IS 1
Jenna*uul)iikï=
B uTSTOaREGELING 1
(Advertentie I.M.)
Onlangs hebt u melding gemaakt
van een erfenis, die de familie
Boogaert te wachten zou staan. Ter
informatie van uw lezers verzoek
ik u, het volgende in uw krant op
te nemen.
Wie meent aanspraak te kunnen
maken- op een deel van deze erfe
nis, kan zich met mij in verbinding
stellen. Zy moeten mij meedeien,
wie hun ouders en grootouders
zijn, waar en wanneer die zijn ge-
horen. De naam Boogaert wordt
vaak anders gespeld (Boogerd, Van
den Boogaard etc.) maar dit doet
niet ter zake. Het heeft geen zin,
officiële instanties om inlichtingen
te verzoeken want die zenden alle
vragen aan mij door. Alle gege
vens zijn in mijn bezit. Daar de
kinderen van de erflater aan. ver
schillende families verwant zijn ge
raakt, noem ik hier de namen van
families, d!e mogelijk ook als ge
gadigde in aanmerking komen: Den
Braber, Noordijk, Zeedijk, Rood-
zant, Kasteel, Everwijn, Van Schou
wen, Overweel, Van den Roovaart,
Van Putten, Hudepool, Moraal,
Snijders, De Kogel of Kovel,
Franeke. Niet iedereen za! voor
een deel van de erfenis in aan
merking komen maar het is de
moeite van het schrijven wel
waard. En wil men vooral mijn
adres zorgvuldig Op de enveloppe
vermelden?
Mrs, BoogaertRiet
2840 Porter Ave
Ogden Utah. U.S.A.
Overhemdenwee
Sinds lang heb ik 'het gevoel, dat
de fabrikanten van overhemden wat
al te zuinig zijn. met de knoopjes,
die zij aan dit kledingstuk zetten.
Van de boord naar beneden gaan
de, houden de knoopjes dikwijls op,
op een plaats, die boven de riem
ligt, waardoor de hemden vaak vlak
boven de riem plegen te wijken.
Voor de drager een vervelende si
tuatie. De fabriek, die één of twee
knoopjes meer zou gebruiken, zou
zich naar mijn overtuiging de
dank van vele mannen verwerven.
D. S.
Bromfietsen en fietsen
Herhaaldelijk ziet men langs on
ze grote wegen bromfietsen rijden,
in wier „kielzog" zich één of meer
wielrijders bevinden, die zich laten
„voortzuigen". Wordt het niet tijd,
dat hieraan door de overheid een
einde wordt gemaakt? Onze wegen
en fietspaden zijn nu eenmaal geen
wielerbaan, waar stay er-wedstrijden
kunnen worden getolereerd. Er be
hoeft maar plotseling iets te ge
beuren waardoor de bromfietser on
verwacht vaart moet minderen, of
de fietser botst boven op hem. Het
gesignaleerde spelletje kan niet
anders dan gevaarlijk wórden ge
noemd.
W. J. C. B.