in beton met glas Kapitein Goos viste twee luchtvaartpioniers op Gemeente staat voor een ton in het krijt bij jeugdverenigingen American Girl plons te naast de Barendrechtin het water Bespiegeling over spiegelingen Sinds 1947 bleven afrekeningen De achterstand van subsidie achterwege Nuttig werk loopt ernstig gevaar Eerste lustrum Gem. Avondlyceum ..Staatsexamens zijn uit de tijd en kweken oppervlakkigheid Brand in woonhuis in de Gaffelstraat OP 13 OCTOBER 1927: Alles ter ere van zuster Henny Solistenconcert in Boymans jamen van een bank en een ziekenhuis Volkomen Zaterdag 11 October 1952 De Gemeente Rotterdam staat voor ongeveer 95.000 in de schuld bü de gezamenlijke Rotterdamse jeugdorganisaties. Sinds 1947 hebben deze organisaties geen definitieve afreke ningen ontvangen over de subsidies aan het jeugdwerk. De achterstallige subsidie wordt jaarlijks als „kastekort" geboekt. Enkele verenigingen hebben reeds te kampen met een acuut gebrek aan liquide middelen. Zelfs is bij een der verenigingen al aangeklopt door een deurwaarder. Jaarlijks zendt de „Nederlandse Jeugdgemeenschap te Botterdam" het Gemeentebestuur een advies, waarin wordt uiteengezet hoe volgens haar het door de Gemeenteraad voor jeugdwerk gevoteerde bedrag recht vaardig kan worden verdeeld. Door het Gemeentebestuur worden echter sinds 1947 slechts voorschotten ver strekt op het eindbedrag. De NJG waarin alle Rotterdamse jeugdorga nisaties zijn verbonden krqeg zelf ook een. jaarlijks voorschot ter be strijding van de onkosten van haar bureau, het „Centraal Overleg van Rotterdamse Jeugdorganisaties" zoals de naam nu nog luidt. De voorschot ten worden eens per drie maanden uitbetaald. Het viel op, dat de grootste organi saties (Rooms-Katholieken, Ned. Her vormden en Padvinders) steeds min der kregen dan door de NJG was voorgesteld. Men heeft tot dusverre niet kunnen ontdekken volgens welke maatstaven de Gemeente de subsidiegelden verdeelde. Reeds geruime tijd tracht men uit betaling van de achterstallige 85.000 te verkrijgen. Herhaaldelijk werden 'brieven verzonden aan 't Gemeente bestuur. Eenmaal richtte men een schrijven tot het College van B. en W. De heer G. H. Bast, de penning meester van de NJG, stelde oen rap port op; het gemeentelijke antwoord kwam neer op „wij gaan onze eigen weg en wij zullen zelf wel zien wat wij doen". Op een in Juli gehouden vergade ring van de NJG kon de algemeen secretaris, de heer W. E. Booy, die werkzaam is op het Bureau Volks ontwikkeling ten siadhuize, mede delen dat de resterende subsidiegel den nog dit jaar zouden worden uitbetaald. Verder is bekend gewor den dat men bij de gemeente „een basis zoekt waarop uitbetaling zal geschieden". De organisaties boeken intussen sinds 1847 jaarlijks de ontbrekende subsidie als „kastekort". Het nuttige werk dat zij in Rotterdam verrich ten, dreigt ernstig te worden bena deeld eventueel onmogelijk ge maakt door het gebrek aan geld middelen. Hun arbeid zal als uitbe taling uitblijft misschien zelfs op losse schroeven komen te staan. Men heeft sterk de indruk „aan een lijn- .tje te worden gehouden". Dr L. J. Fieters, de .voorzitter van de NJG, is van mening dat de defi nitieve afrekeningen blijven hangen bij de gemeentelijke afdeling Finan ciële Controle. Tot en met 1951 komt de organisatie volgens hem een be drag toe van ongeveer 95.000, waar op men formele rechten kan doen gelden, Dr Pieters deelde ons ook mede, dat de gemeente het voornemen zou koesteren de jeugdorganisaties in - 't vervolg te verplichten bij het aan vragen van subsidie .een accountants rapport over ha ar financiën te tonen. A LS er iets tussen schip en wal raakt betekent dat meest al dat er iets waardevols ver loren gaat. Het loopt niet altijd zo goed af nis met de jol in de Aelbrechtskolk. Het was nog in de tijd vóór de Parksluizen Om naar de Maas te komen moest je itt het Kolkje schutten. Twee knaapjes schutterden daar onhandig met hun boot, tot on genoegen van een tjalkschipper, die het ook niet fcon helpen dat de jol knel raakte tussen zijn schip en de wal. Het bootje kraakte. Water spoot door de naden. Het einde leek nabij. Maar de tjalk dreef wat af. De jol bleek taai en stevigais een stootkussen. Hij zonk niet. Er zijn heel wat varende Rot terdammers, niet-in. een jolletje op de Maas, maar aan boord van onze koopvaardijvloot op de ze ven. zeeën. Zij zijn maanden on derweg. Met Kerstmis zijn ze niet thuis. Ook zijn er heel wat Rotterdammers aan de wal, die daaraan denken. Zelf zijn ze wél met Kerstmis thuis, maar zij ver geten de verre zeeman niet. Aan boord van elk schip, dat de ha ven verlaat, gaat een Kerstkist meeDaarin een klein pakje voor elke opwarende, van ketei- binkie tot kaptein. Maar de hoofdzaak is de brief in dat pakje met een goede en harte lijke gedachte. Uw brief aan de zeeman. Doet u mee? Meldt u dan W esterstraat 48, telefoon 28262 bij het Comité „Kerst feest op Zee". Elke 2eeman kan u zeggen hoe waardevol dit is. Laat het niet krak'en tussen schip en wal. F. O Hjj noemde dit onzinnig, speciaal voor de kleine verenigingen, die dan bijvoorbeeld vijfhonderd gulden aan hun accountant zouden moeten be talen om driehonderd gulden ge meentelijke subsidie te krijgen, In Den Haag en Amsterdam is bij het bepalen van de subsidie aan het jeugdwerk geen sprake van het over leggen van accountantsrapporten. Volgens de verdeling vervat in het advies van de „Nederlandse Jeugd gemeenschap te Rotterdam" hebben de hieronder volgende jeugdorgani saties over de periode 19471950 nog te vorderen: Arbeiders Jeugd Centrale f 3.885,6 Vrüzinnig-Christelüke Jeugd Cen trale 2.834,76; Nederlandse Padvin ders Vereniging 10.579,41; Neder landse Tadvindsters Gilde 2.096,71; Kooms-KathoIIeken Dekenale Jeugd raad 20.617,99; Centraal Hervormde Jeugdraad (incl. CJVF en CJMV) 13.288,80; Centrale van Volkshuizen 7.041,52, en de Rotterdamse Speel tuin Centrale ff.607,35. Voorts heb ben de Lutherse, de Slechthorende, de Oud-Katholieke, de Leger des Heils en de Gereformeerde Jongeren, en het Nationaal Jongeren Verbond nog vorderingen lopen op de Ge meente. Het Centraal Overleg meent nog 2.499,14 tegoed te hebben. In totaal bedraagt de achterstallige subsidie van 1947 tot 1950 de som van 71.234,50. Mr Van Wakum: Niét SST-^%^.% ben de geestelijke vader!' „De Staatsexamens H.B.S. A B zijn uit de tijd," beweerde gis teravond dr J. P. Chr. de Boer in Lommerrijk. Het zijn monstra. Bij de leerlingen kweken zij opper vlakkigheid aan en bij de leraren acrobatiek." Dr de Boer merkte op dat de meerderheid der candidaten zakt; de leerlingen zijn slecht voor bereid, Hij pleitte voor het inkrim pen. van het aantal vakken en voor het verdelen van de examens over twee jaar. Dr de Boer. inspecteur van het middelbaar onderwijs, was een der sprekers ttijdens de viering van het eerste lustrum van de Gemeente lijke Stichting Avondlyceum. Vóór hem had de burgemeester, mr. G. E. van Walsum, een toespraak ge houden. De burgemeester ontkende in zijn geestige speech de geeste lijke vader te zijn van het instituut. Hij bracht veel hulde aan de hui dige wethouder van onderwijs, de heer A. J. van der Vlerk. Hij wees op de grote betekenis van de avondcursussen voor mensen die andere kansen missen en betrok verder leraren en oud-rector dr F. J. Huisman in zijn hulde en dank. Na. de pauze werd afscheid genomen van dr Huisman, die werd toege sproken door wethouder Van der Vlerk namens het Curatorium, door dr H. D. Veenstra namens de leraren en door een leerlinge. Van de beide laatsten ontving hij ge schenken, f' De waarnemend-rector, de heer A. van Ooy, die de avond leidde, maakte van de gelegenheid gebruik tot nu toe rector aan het Groningse Avondlyceum was. zcide bevreesd te zijn over zijn taak. „Ik moet op passen." aldus de heer Jager, „dat Ge school op hetzelfde peil blijft." Aan de lustrumviering werd mu zikale medewerking verleend door de Hillegersbergse Orkestvereniging „Euphonia" oJ.v, I. Haartsen en en kele solisten. In een woonhuis aan de Gaffel straat, ingericht als meubelspuit- inrichting, is gistermiddag tijdens afwezigheid van de eigenaars brand ontstaan. Door de aanwezige thin ner laaiden de vlammen hoog op j en de spuitinrichting brandde vrij- wel geheel uit. Een afvoerpijp van I asbest, welke langs de buitenmuur liep, sprong door de hitte uit el kaar. De ruiten van een achterka mer, die zich boven de spuitinrich ting bevindt, sneuvelden. Onder leiding van hoofdman A. I. Boone bluste de brandweer het vuur met twee stralen van slangen wagens 39 en 31 en enkele schuimblusapoara- ten van de gereedschapswEgen 3. De eigenaars van de meubelspuit- inrichting waren niet tegen brand- I schade verzekerd. De spuitïnrieh- j ting was in de achterkamer van het huis gevestigd. De meubelen, die zich in de voorkamer van het huis bevonden, konden in veilig heid worden gebracht. {Van een onzer redacteuren) Op 21 Mei 1927 vloog een toen nog onbekende jonge Amerikaan in een naar onze begrippen miserabel klei ne vliegmachine de Atlantische Oceaan over van New York naar Parüs. Hij heette Charles A. Lind bergh. Toen zijn roem wijd en zijd was rondgebazuind begon de grote race pas goed: nog in datzelfde jaar deden verscheidene anderen een zelfde poging en daarna zouden nog tientallen het waagstuk proberen. Soms lukte het. Soms lukte, het niet. De ondernemende Amerikaanse miss Ruth Elder met haar com pagnon kapitein G. Haldeman zou den In datzelfde jaar van Lind berghs triomftocht de dood in de golven hebben gevonden, als ze niet waren opgepikt door een Neder landse tanker, het s.s, „Baren drecht" van Ph. van Ommerens Scheepvaartbedrijf uit Rotterdam. Dat gebeurde in de morgen van de 33de October 1927, precies een kwart eeuw geleden dus. Gezagvoerder van de „Baren drecht" was toen kapitein T. Goos. Wat hjj daarvoor en daarna ook op zee Jjeleefd mag hebben, die red ding van twee oceaanvliegers is on getwijfeld het vreemdste avontuur, dat hij heeft meegemaakt. Hij koos dit tenminste uit, toen Anthony van Kampen hem om een bijdrage ver zocht' voor zijn boek „Scheepsver- klaring" (uitgeverij v.h. C. de Bóer Jr te Amsterdam). Ziehier hoe die merkwaardige redding verliep: De tanker .Barendrecht In de namiddag van de 11de Oc tober was de N.X. 1384, „American Girl", opgestegen van een vliegveld bij New York. Onder goede weers omstandigheden vloog het tweetal in Westelijke richting waarbij zij de scheepsroute voor alle zekerheid volgden. Tegen de avond van de 12de October kwamen zij echter in een stormgebied terecht; zeven uur lang vocht de „American Girl" tegen de depressie, maar de machi ne raakt? uit de koers en wat nog erger was: de oliedruk viel lang zaam weg. De motor begon onregel matig te werken en waar zij zich bevonden wisten de vliegers niet. Toen ontdekten zij een schip, ver beneden ben: de „Barendrecht" op reis van Rotterdam naar Baytown, koersend naar de Azoren. Kapitein Goos, die zag, dat de machine in de richting van zijn schip vloog, liet alvast een bestek maken, want hij verwachtte, dat de vliegers daarom zouden vragen. Het toestel kwam laag langs het schip vliegen en één der inzittenden wierp een pakje uit. dat in zee terecht kwam. Er werden direct maatrege len genomen om het pakje op te pikken, maar terwijl wij hiermee bezig waren vertelt kapitein Goos kwam het vliegtuig weer langs en voor het schip vliegen en "het gelukte een kokertje aan dek te werpen, waarin zich een briefje be vond, dat luidde: „How far are we from land, which way? Ruth Elder", Met grote letters schilderden en kele matrozen op het dek, waar de „Barendrecht" zich bevond. De ..American Girl" cirkelde nog even rond en vervolgde toen zjjn reis.., tenminste, dat dacht men aan boord van de tanker. Maar de machine kwam weer terug, laag vliegend nu, en opeens viel het toestel let terlijk op het water. De inzittenden kropen er zo snel mogelijk uit; de ..Barendrecht" zette een sloep uit en het gelukte de bemanning Ruth Elder en kapitein Haldeman op te pikken. Ruth had een groot gummi- pak aa/i, waar zij gemakkelijk eni ge tijd op had. kunnen drijven; Hal deman had zo'n pak niet en P.uth stond er dan ook op, dat hy het eerst werd gered. Ze waren erg vermoeid, toen ze eindelijk op het veilige dek van de Nederlandse tankboot stonden, maar Ruth Elder zei. dat ze van plan was zo üuw mogelijk nóg eens zo'n vliegtocht te wagen. Ze hadden het t niet aangedurfd dnor te vliegen naar de Azoren dat was nog een 360 mijl! en dus waren ze maar naast het schip, „geland". Het lukle de bemanning van de „Barendrecht" niet de „American Girl" te bergen. En het mag nog een wonder heten, dat dit karwei bo goed afliep, want toen de ma chine in de stroppen hing en alles gereed was om te hijsen deden zich achter elkaar twee ontploffingen voor. En in'een oogwenk stond de machine in lichterlaaie. Vlug wer den de touwen gekapt en de „Ame rican Girl" zonk onmiddellijk. Ka pitein Goos zette met zijn twee uit de lucht gevallen passagiers koers naar Horta, waar hij hen op 15 Oc tober aan de wal bracht. Het verhaal van kapitein Goos is misschien wel de merkwaardigste maar zeker niet het soannendse xrer- haal uit deze bundel. De samen- I steller heeft in de afzonderlijke „scheepsver klaringen" zo weinig mogelijk gesnoeid en bijgewerkt en de kapiteins zelf aan het woord ge laten. Er ^ijn lange verhalen bij en korte. Verhalen van léng geleden hoe kapitein C. van der Blink zeeman werd. wordt verhaald in een relaas, daterend van 1913 en van de jongste geschiedenis. Helaas le verden de jaren 1939—1945 maar al te veel stof voor avontuurlijke be levenissen. Als u het ons vraagt, kapitein W. F. H. Burger van de ..Tjisaöane" heeft de moeilijkheden van een gezagvoerder in oorlogstijd wel het boeiendst geschilderd, ook al komt er nauwelijks een torpedo of een myn aan te pas. Anderen vertellen van orkanen, ijsbergen, schipbreuk bij Nova Zem- bla. torpederingen, enz., enz., elk op zijn eigen manier, met het ge heugen en een vergeeld logboek als bronnen. Maar steeds boeiend. En tezamen hebben negentien kapiteins een épos geschreven, dat in de nuch tere taal van de zeeman „Scheeps- verjdaring" heet. als waren het no tariële akten! Maar menige gero mantiseerde beschrijving van een zcemansavontuur kan er niet bij in de schaduw staan. Faillissementen Uitgesproken-30 October: N.V, vtoerenfabrlok Raaybeek, Ruil- stra.it 2, Rotterdam. Curator: Mr, B. van Marwijk Kooy, Mathenosserlaan 184. Rotterdam. N.V. Vlageenlndustrie „Prima Nova". Hoogstraat 202 a, VI aard in gen. Curator- Mr. H. Luyken. Binnensingel 9294, Vlaardlngen. J. Stenenburg, Nassaustraat 163, Rid- derkerk. Curator: Mr. P. A. v. d. Heul. Graaf Florisstraat 35, Rotterdam. Eenvoud Is het kenmerk van het ware. Indien ooit, was dit spreek woord van toepassing op de gister avond Zuster Henny Lagerwaard in verband met haar 40-jarig jubileum aangeboden gezellige avond. Juist door de eenvoud, ongedwongenheid en amateuristische opvoering van schetsjes, etc.. groeide deze avond in de cantine van het GG GD- gebouw tot waarschijnlijk wel de meest indrukwekkende uiting van genegenheid voor Zuster Henny. Nu geen stadhuis-toespraken. Toch voel de een ieder de warme genegen heid voor de jubilaresse, toer» Me vrouw Wuerste, als oudste van de aanwezigen, namens patiënten én bekenden, „hun" cadeau, een radio en een stoel, aanbood. Er volgden nog vele. langere en kortere, toe spraken. alvorens de gezellige avond, waaraan zelfs een amateursorkestje en een koortje van patiënten van het rusthuis van Zr. Van Sehaick medewerkten, feitelijk begon, ter wijl' nog maar rustig door koffie en thee werd geschonken. Mevrouw Noorlander. die de algemene lei ding had, Zr. K. J. de Ligt en an deren. die zich veel moeite hebben gegeven, om de avond-voor-Zuster- Henny niet alleen voor haar, doch ook voor de patiënten, die met en- TA Tat onze ogen zien er zijn soms fotografische lezen die het kunnen weergeven op de donkere, in kei geheim op bevruchting wachtende vlakje, diep-weg in de camera. Wij zijn op een avond het Groothandels? cbouw binnen gegaan. aangelokt door de macht van het bouwwerk en door de belofte van een behaaglijk mijmerkoekje te zullen vinden met uitziekt naar hel verlichte stadscentrum en met eer. aardig plaatje voor ons lezerslegioen. Wij kregen nog veel meerwant er kwamen onnoemelijk' veel weerspiegelingen bij. Stonden de parkerende auto's (rechts) buitenof binnen op een dientafel? reed de auto midden) langs de Weenatunnel of gleed hij bij Engels langs een plafond?stond er een maquette van Atlanta brandend mee te draaien in de draaideur boven die auto in het r#idden?en had den ze links beneden ons een binnenshuis par kerend bloemencorso? Want in het Groot handelsgebouw is alles mogelijk!zweefden tafels en stoelen rond, exclusief enige botsing?. cn die lichtmast met die verblindend helle lamp, stond-ie nu binnen door alles keenof buiten in z'n naakte najaars- eentje? Links de lucht klok van.' het Raadhuis, die ons verzekerde dat het nogi vroeg genoeg teas om volkomen nuchterheid te billijken, en rechts de vriendelijke verlichte wij geraakten niet uit ge- keken. Buitenop het balcon plaat 11) herkreeg alles zijn nuchterder vooravondvormen: Raadhuistoren boven Luxor-ingang een smelt- kroes van licht), sombere St. Laurens koven arbeidzaam P.T.T.- gebouw, het betonnen skelet aan de Aert van Neshoek, de Hef-: brugen op de voorgrond de bovengrondse en ondergrondse Weena-wegen het was wel mooi, maar het deed je toch wel erg verlangen naar vlug klaarkomende winkelcentra, e.d. Daarmee waren wij nog niet klaar. Van een 7de verdieping uit"' lieten wij ons fototoestel over een balustrade het trapgat in-kijken buiten dat is hicr.de bovenrand) hingen geparkeerde ai o's als glanzige vleermuizen aan een stoeprand en weer werd alles onwezen- lijk, als in een verwonderde kinderziel plaat 3). Het optreden van de zanger Henk Kromhout stemt altijd sympathiek. In de eerste plaats wel daarom, omdat hij bij de keuze van zijn liederen zich niet laat verleiden tot het behalen van een gemakke lijk succes. Zo besloot hij Vrijdag- kele bekenden het auditorium vormden, tot een onvergetelijke te maken, hebben veel eer van hun werk. Advertentie 1M.) avond het solistenconeert dat hij met de pianist Alex van Ameron- gen in Boymans gaf, met de veel eisende cyclus „La bonne chanson* van Gabriel Fauré, een reeks prach tige liederen, waarin de sfeer van Verlaïne's gedichten in melodie en harmonie meesterlijk tot uitdruk king komt De pianobegeleidingen zijn hierbij een integrerend deel» maar zij verdringen de stem geens zins of doen haar karakter geweld aan. Beide elementen zijn in een prachtig evenwicht gehouden en dit stempelt Fauré' tot een groot lie- derencomponist. Het valt niet te ontkennen, dat Van Araerongen, een waar Fauré». kenner, de zanger in uitdrukkings wijze en technische gaafheid over trof. Zeker gaf ook Kromhout vo caal en artistiek aanleiding tot waar dering. Maar evenals in de voor de pauze gezongen liederen van Schu bert en Diepenbrock. had men zijn j4 stem {en dit geldt vooral het hoge j register) ook hierin buigzamer, lich- ter en meer genuanceerd gewenst. Behalve als begeleider, leverde Van Amerongen ook als olist een fraaie pianistieke prestatie met dé vertolking van Mozart's onvoltooi de Sonate K.V. no. 533 en de Valse- Caprice van Fauré. H. v. BORN.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 5