Zeelui lezen op
kost dan aan de
Ook nu lente
in Blij-Dorp
Toen: geen peukies
01 ..sanies
De Kerstboom
van 1942
De boot zonk en de vierde
stond nog aan de railing
1200 koopvaarders
verwerken 37000
boeken van B. v. Z.
ZOEK HET ZELF MAAR UIT!
Zó nietl
5
ff-
Planten uit alle were
Deze doodgewone wereld bevat groter wonderen dan het heelal
III
HARTJE STAD
f
Zaterdag 1 November 1952
De Bibliotheek
voor Zeevaren
den heeft een
bezit van dui
zend ruilkisten,
waarvan er per
maand toch ze
ker 60 verzon
den warden met
35 c. 40 boe
ken. De mee-
beffeven tijd
schriften mo
gen behouden
worden. Wel
diischepen worden dooi- de B. o. Z. bediend. Yerzoek-kist^stJlt
V' ,/aa-T77'e ,samen hour eigenlijke boekenbezit van
Ji.UQO nrs. Menige bemanning geeft blijken van erkentelijkheid
per mee-temgkomend briefte dat houdt de moed er in bij de
ooekenkistenstaf op Veerhaven 17, Onze lens verraste een harer
aames-leden tijdens het verzendklaar maken van een kist met zo
veel mogemk „nieuw goed": daar staat ze nu, de jonge marraine
aer zeclieaenlectiiurl Zij verricht goed en mooi werk. Tot in de
verste hoeken der aarde (want Nederlanders varen ver!) ts men
haar dankbaar.
IETS kan je soms toch. zo verbazend meeval
len: je neemt ineens ergens een steekproef
wat of Jan de Zeeman en wat zijn omgeving
fj aan de wal leest in hun vrije tijd, of het valt je
mee! Zowel de lectuur waarmee zij zich ver-
J strooien als die waarin zij zich verdiepen staan
'f op een heel wat beter peil dan jaren geleden.
Wij zagen bij de Bibliotheek voor Zeevarenden,
bij Stella Maris en bij het In
stituut voor Scheepvaart en
Luchtvaart kisten gepakt
worden met lectuur voor de
koopvaardij.
De grootste kist bevatte 40, de
kleinste 20 boeken: als ze aan boord
gebracht worden, worden de kisten
als welkome passagiers begroet, en
als ze gehaald worden, zien ze er
meestal nog goed uit en ligt er
menige blijk van'meeleven en be
langstelling bij.
Een onderzoek naar wat de zee
lieden aan de wal lezen is daarom
zo moeilijk, omdat zij zich zo ver
spreiden en lang niet allemaal tn
Rotterdam wonen. Die enkele plek
ken in Rotterdam, waar de hter-
vertoevenden zich by voorkeur op
houden, zijn net kleine steden in
de stad.
Zodra de zeeman aap wal is,
verstrooit hij zich liever dan. dat
hij zich geesteLijk inspant (de voor
promotie studerenden natuurlijk
uitgezonderd), en dat is direct
merkbaar aan wat hij en zijn (tij
delijke of vaste) omgeving leest.
"Want er wórdt gelezen, hoewel
hoofdzakelijk het lichte genre: Ke-
bójeboeken (cowboy-lectuur), een
voudige detectives en veel illus
traties. Twee tot driemaal per week
wordt nieuwe voorraad gehaald.
Beredeneerde puzzles zijn er ook
gewild, alleen doet zich de merk
waardigheid voor, dat vrijwel nie
mand in de Rotterdamse haven-en
claves de gevonden oplossingen op
stuurt!; „wat heb-je aan dat aan
de weg-getimmer?", is de opvatting.
Jonge stuurlui verzorgen de ad
ministratie en houden twet maal per
week uitleen- en ruil-uur. Een blik
op de inhoud der kisten verzekerde
ons, dat de zgn. keukenmeiden- en
prairie-lectuur vrijwel overal uit de
gunst is, maar dat, na;ist de techni
sche, en fel-realistische „uit het
waarachtige leven, gegrepen" boe
ken er in gaan als koek. Streekro
mans en detectiveverhalen verheu
gen zich ook in. de gunst, mits ze
m hun soort eerste rangs zijn,
Aan boord van de Hollandse
koopvaarders kent men menig
schrijver bij naam en toenaam en
zo nu en dan wordt zelfs naar be
paalde auteurs gevraagd.
Men houdt er, zowel in Katen- Wat er aan van huis meegenomen
drecht als elders, van. reële, rake ïeCi t7 SP E boekenplanken lI? A
dingen, want men spreekt daar eeK Ö2"1
ook „plain Dutch", "d.w.z. een een
voudige, open taal vol gemoedelijks.
En waarom?, wel: om zijn eigen
lijke gevoeligheid te maskeren,
want die gevoeligheid is groot. Dat
is ons gebleken, o.m, bij cude Din-
geman -
steekproef, viel ook mee, het was
allemaal up to date: de ene machi
nist las Jan de Hartog om diens
boeken van rode kruisjes en bij
tende kanttekeningen te voorzien,
de andere was, na het lezen van
Maquis begonnen met een collectie
- - t ivitiuLU.» ucKUiiiidi mei ecu. uuuci-uc
de nachtwacht. „Zoek m aan te leggen van de beste oorlogs-
0pns nr»h+£,„ rto T/i ^rl,itian-
maar ergens achter de Vierhaven-
straat", zei men ons, „dat is de
enige overkanter die geleerde din
gen leest, 't Ts een echte oude zee-
honk. En hij zou nóg wel varen,
als er niet iets met hem was. Zoek
het zelf maar uit."
We hebben ouë Toon, de enige
die geleerde dingen leest, gevon
den.
Het was me daar een zwerftocht
op de haven-uiterwaard tussen
Delfsbaven en Schiedam met zere
verhalen uit binnen- en buitenland,
Remarque's, Hemingway's en Du-
hamels ontbraken evenmin als De
Zwarte Duivels van Rotterdam.
Verder is de belangstelling voor
de techniek groot: als bijvoorbeeld
een Life of een Picture Post aan
iets opgeofferd moet worden, dan.
spaart men graag de technische bij
zonderheden er uit plus illustraties
en bewaart ze.
Wij zijn aan de wal in de haven
kwartieren deze bevindingen, gaan
verifiëren, bij kleine uitleenbibiio-
voeten en een bonzend hart kom-je theken en andere gelegenheden met
er vandaan en je zou morgen al wa' er omgaat
.in de ziel van de havenmens zou
willen monsteren, net doet er met Ze veel verschillen van die van de
toe, waarheen. varende mens?
NACHT AAN ^uiten de wacktsmanbuiten het geluid van
n/T U AT/ÏPAI ^et water en huiten het branden van de
Uej tl/iv JZlV nodigite lampen is er geen leven te bespeuren.
Dat is het moment waarop lectuur haar geheime rechten opeist.
En geleund tegen de voet van een enorm, bakbeest van een rijdende
kraan, opent de nachtwacht het boek mei de Wonderen van het
Heelaldat voor hem „een licht in de nacht", een veiltgheidslicht,
dat hem, groot, persoonlijk verdriet even doet vergeten.
A L die „geen's" van de vorige
maal, zij roepen om nóg een
handjevol.
Wij haddenzo-even na rgoo
geen behoefte aan een Cooisingel-
boulevard met een reuzendraai-
orgel-van-een-Raadhuis want wij
hadden al een lelijk bakbeest van
een Raadhuis tussen Kaasmarkt
en Kipstraat en langs de Coolsin- \KJ U hadden geen jazzerigheden
_.it r i j f i lh dip daeen. rinrh wel mi>!r,-
grijze wanhoopsportretten behoef
de te voegen bij de voorraad die
hij al op "'Older had staan: (men
zegt, dat op de plaats van het oude
weeshuis waaromheen zich altijd
Rotterdamse visbaronessen luidkeels
bewogen, zich twee eeuwen lang
een Agmetenklooster heeft bevon
den en dat iets van de uiterlijke
kloosterstrengheid was overgegaan
op het ..gereformeerd burgerwees
huis.")
gel werd op kalme avonden druk
ker geboulevaard dan tegenwoor
dig op tjokvolle binnenstadsavon-
den.
Wij hadden geen behoefte aan
een Vermaakscentrum, want heel
het centrum bood vermaak van de
meest verheven soort af waar al
tijd muzen schenen bijgesleept te
moeten worden tot soorten waar
mee een medernenge Kunststich
ting lelijk in haar maag zou heb
ben gezeten. En daarom waren wij
vroeger, bij al onze armoede en
sociale nooddruften rijk. en daar
om zijn wij tegenwoordig eigenlijk
arm. Arm le zijn en bluf-lef te
hebben i$ schameler dan eenvou
dig tn zijn en het eigenlijk rijk te
hebber, zoals wij vroeger.
Wij nadden geen weeshuisplan
nen. w«nt we hadden een groot,
machtig-mooi weeshuis tjokvol we
zen. Van buiten was het stemmig,
strak: het keek je aan met de
schuwe vragende ogen van kinde
ren, die te jong hun ouders had
den verloren. Maar rondom zijn
binnenplein was het gaudeneeuws
rijk; wel drie poorten met -marme
ren wapenbouwsels en grote ge
beeldhouwde vaerzen die onder een
hoek van 45 graden moesten wor
den vastgehouden door meisjes in
wapper-kledij, echt uit Rembrandt's
goede jaren, toen hij nog geen
Buiten
stri
Bij een elcctrlclteitsfabriek openden wij een
verlichte logedaar zat een man te denken
en te waken; hij was weinig spraakzaam. Een
collega een kleine kilometer verderop telefo
neerde had voor lezen geen tijd, zei hij, goeden
avond; we kennen geen lezende Dingeman.
Met zo'n af jachting kwamen wij niet verder,
zeiden wij.
Nou ja, zó kwaad was het ook alweer .niet
bedoeld. Als we de naaste hoek omsloegen,
zouden we een collega
van hem vinden, geen
tkwaje vent, dat niet, maar
een beetje trala, u weet
wel. Hij ziet ze vliegen,
omdat hij altijd zit te
lezen, liefst dingen zit te
lezen, die een ander niet
begrijpt. Misschien is dat
uw Katendrechtse Dinge-
goeien-
wij naar de collega.
heette zijn lectuur,
man, nog er
avond
Wel bedankt
Hij las.
„Wonderen in het Heelal'
„daar ben ik gek op," vertrouwde hij ons toe.
„want je kan onderhand aan andere dingen
denken. Met een gewoon boek kun je dat niet
dat vraagt teveel aandacht voor zichzelf en voor
zijn hoofdpersoon en al de rommel waarin-ie
verzeild raakt."
Ieder z'n mening. We leven immers in een
vrij land?
„Laan we effe buiten gaan staan," stelde onze
gastheer in de nachtelijke eenzaamheid ons voor,
„effe in de golven kijken."
Wij naar buiten. Het boek ging mee, onder de
arm, alle wonderen van, het heelal zomaar onder
de arm.
„Hoever was u er al in?"
„Sterren en lichtjaren...,verduveldemooiekost!"
„En waaraan dacht u onderdehand?"
Hij keek ons lang aan, deed een diepe haal aan
zijn pijp, en toen zei hij„Je moet 'et niet gek
vindenIk dacht aan Lages en aan wat voor
Kerstmis die vrijer zal vierenMisschien
sturen ze hem wel een boompje van de reclas
sering, wie weetEn hij maar zingen van
O Tannenbaum, oh TannenbaumDaar
dacht ik aan."
„Hoe komt een mens eraan, zulke vreemde ge-
dachten te hebben als-ie Ieêst van sterren en
lichtjaren 1"
zei hij, terwijl hij in de golven keek,
„omdat ieder mens maar een mens is. We lopen
naar Kerstmis, hard. 't Is Kerstmis voor we 't
weten. Kerstmis 195a. Tien jaar geleden, met
Kerstmis 1942 ben ik m'n enige zoon verloren.
Getorpedeerd op zeeV'oór ze in convooi
wegvoeren uit Nieuw York hadden ze een Kerst
boom meegenomen, een Kerstboom met alles
wat er bij hoortslingers,
ballen, lametten. Die
jongen van me voer als
vierde op die schuit en
kreeg de Kerstboom te
bewaren. Hij tutte 'm op,
net zoals hij thuis gewend
was geweest. Nou goed:
hun schuit voer voorop
en werd er uitgepikt.
Alles ging in de boten en
een gedoe daar op zee
van je welste. Er stond nogal wat deining, heb
ben ze me verteld, later. Alle man zat al in de
boot, maar me zoon stond nog aan de railing,
als ging heel de zaak van het zinkende schip
hem geen barst aan. Ze riepen 'm toe, dat-ie
moest springen, want ze dorsten niet langer te
blijven, bang voor de zuiguig. Hij draait zich om
en verdwijnt naar zijn hut. Hoog zwalkt de boot,
de enige die nog bij het schip is, weer naar de
zinkende schuit toe. M'n zoon komt tevoorschijn
middenin een straal van het zoeklicht van een
der geleide5chepenhij heeft de Kerstboom in
z'n armenHij klimt op de railing. De dansende
boot is vlak onder hem„spring dan toch
gilt iedereen. Hij mikt de Kerstboom in de boot,
de boot slaat tegen haar roer in weg, mijn zoon
springt, te laat, net er naast. Hij is niet meer
boven gekomen. Hij is met z'n schip meege
gaan De kapitein is het me komen vertellen
„we «konden die kerstboom wel vendoeken,"
zei die, „zo waar als jij daar staat te luisteren,
Dingeman,Kerstmis, dc torpedering van een
onschuldige schuit met voedsel, m'n zoon
zo kwam het dat ik aan Lages dacht die een
Jekker-rustige Kerst kan vieren,want het is
goed wezen in een Hollandse gevangenis.
Goeienavond'k Ga m'n ronde doen
En wij, wij gingen naar huis, langzaam.
Deze doodgewone wereld bevat nog groter won
deren dan het heelal.
giert de wind of
striemt de regen. Vergeelde
boombladeren liggen, voor oud vuil
op de grond. De herfst presenteert
zijn visitekaartje. Maar binnen ont
luiken de bloemen en staan de
planten in volle bloei. Met dat
„binnen" wordt bedoeld de tropi
sche en sub-tropische plantentuin,
van diergaarde Blij-Dorp. Daar in
die grote glazen gebouwen heeft
hortulanus I. L. Mark met zyn 22
adepten een stuk exotische cultuur
bijeen gegaard, dat de vrije natuur
zoveel mogelijk benadert. Zij aan
zij staan er planten uit alle we-
1 relddelen. een uit hetzelfde warme
klimaat afkomstige collectie, die
men echter ,.in het wild" nooit ge
zamenlijk zal aantreffen.
Voor het in stand houden van
deze flora dient men over heel wat
vakkennis, routine en bovenal
liefde voor het vak te beschikken.
Geen wonder, dat de verzorgers en
verzorgsters graag over hun tro^- maar op een tak gelijkende msec-
telkinderen vertellen, hetgeen de ten zijn. (zeer schadelijk voor de
botanische kennis van de bezoekers plantengroei) en dat Cycas met
ongetwijfeld ten goede komt. Zo zijn 150 jaren de nestor van de
zal men IJ opzienbarende onthul- Rotterdamse plantentuin is. Men
lingen doen met mededelingen, zal U voorts vertellen, dat Bhj-
dai een bananenboom geen boom, Dorp 2.000 orchideeën tot een
maar een plant is, die slechts waarde van 70 a 80.000 gulden be-
éénmaal vruchten geeft en dan zit en dat men in totaal de be-
afsterft (die oude plant is een trac- schikking heeft over 250.000 plan-
tatie voor de olifanten), dat vlees- ten. en 2.500 bomen en heesters,
etende planten nooit vlees te eten De cacteeën, zo'n dikke zesdui-
krijgen, maar met tot kelken ge- zend, zyn op het ogenblik uit de
vormde bladeren insecten vangen, gratie by het publiek. Kleurblad-
planten hebben
die dan reddeloos verloren zijn,
dat levende takken geen takken
Dp Macodus Petola <-n de Macodus Ja-
vanica iijn beide orchideeën, die vroeger
veelvuldig in Indonesië voorkwamen,
doch die nu vrijwel zijn uitgeroeid. In
de kwekerij van Blij-Dorp staan onder
glazen stolpjes nog enkele exemplaren
en de verzorging hiervan Is bij NeUy
van den He ave 1 in goede handen.
SKiLbUnU: UlSlik
Aan de grote
vijver in de
stijlvolle Victo
ria Regia-serre
staat de Stre-
litzia Reglna,
ook wel para-
dijsvoRelbloem
of vogelbek-
bloem genoemd
„Geloof je dat Jezus Christus
Gods Zoon is?"
„Ja".
„Geloof je dat Hij kan genezen?"
„Ja'.
„Zet je dochter dan neer!" Dit zei
de Duitse fabrikant van scheermes
jes Maandagavond in. de Koningm-
nekerk tot een moeder, die haar
verlamd kind had binnen gedragen.
Het meisje zakte ineen. „Til haar
op!" riep Herman Zaiss bevelend.
Weer zakte het kind, nu hevig hui
lend, ineen. Schreiend nam de moe
der haar kind op en vluchtte ds
kerk uit. De genezing was mislukt,
aldus vertelt een ooggetuige.
Dit is één van de gevallen, die wij
niet in de krant lazen. Dit is een
van de velen, die Zai'ss niet iaat
opstaan in zijn „opwekkin gs"-bij-
eenkomsten. Dit is wel erg.
Erger is, dat hij de ongenceslij-
ken, voor ongelovig houdt. Hy er
kent niet, dat Gods vaderlijke zorg
ook Zyn zieke mensenkinderen
omvat. Dit is onverantwoordelijk.
Zelfs al is Zaiss te goedertrouw,
dan is zijn „onbewuste" vervalsing
van het Evangelie '/an Jezus Chris
tus onaanvaardbaar. Hef getal van
„genezingen" is evenmin een bewijs
als het succes van zijn samenkoms
ten. Het getal teleurgestelden is gro
ter en de mislukkingen vernemen
wü niet.
Een nieuw vitalisme in. christe
lijke vermomming komt hier op ons
af. Leven en gezondheid zijn hoge
goederen. Zij zijn. met het hoogste
goed.
Ik schrijf dit, omdat men er mij
naar vroeg. Niet omdat ik de zie
kenzorg der kerk zo ideaal acht,
In de Zaiss-bewegïng komt óók een
dringende vraag op de kerk af, die
zij niet mag ontlopen. De vraag naar
het geloof.
„Geloof je dat Christus nóg gene
zen kan?"
nu de voorkeuren
sen zijn de bloemisten met hun
assistenten druk in de weer de
planten m hun honderden soorten
en variëteiten expositie-rijp te
maken.
En dit is niet alleen een kwestie
van water geven en bemesten. Het
vergt engelengeduld, om b.v. dc
vamlleslingers met stuifmeel te be
stuiven of in de grote geranium
dat is de reden, kas de duizenden jonge plantjes
dat de succulen- een voorspoedige groei te waarbor-
ten-kas nu een gen, door alle overtollige bladeren
fraaie verzame- keer op keer te verwijderen. De
ling „kleurlingen" ene plant moet doorlopend vochtig
bevat. Dc cac- worden gehouden, een ander moet
teeen. waaronder besproeiing van regenwater
de levende steen- «ebben, weer een ander moet in
tjes, staan in de een bakje met water op een. ver-
uifebrede kweke- hogmkje worden geplaatst ter be-
rij „op sta]". In die Kieming ran ongedierte en er
broeiwarme kas- 2yn °?k Planten, die m de natuur
arme xas vrijwel uitgeroeid zy-n en 20 20rg.
vuldïg worden bewaard, dat zij
onder glazen stolpjes worden ge
zet.
iVlsi'tillN
Mijn antwoord is: ja!
Maar nooit mag er een methode,
een maniertje, een show, een sen-
De grond van de bloembedden is
„bollenmoe", zodat er in plaats van
satie van gemaakt worden. Dan j bloembollen ruim 30.000 violen zijn
trekt Christus zich terug. Dan blijft
een „wonderdokter" over. De
nood van lichaam en ziel hierbij
betrokken is te groot voor zulke
charlatanerie.
Christus is de Heiland, dat wil
zeggen: de grote Heelmeester. Hij is
geen kwakzalver, hoe geestelijk ook.
Dus, Hermann Zaiss: zó niet!
P. OBERMAN
geplant, die half November in bloei
kunnen staan. Voor het komende
voorjaar heeft men uitge "«kerKi o.a.
10 000 geraniums, 2500 margrieten,
3000 dahlia's, 4500 knol begonia's,
35.000 stuks duizendschoon, nodig
te hebben.
Op die manier is het zowel 's zo
mers als 's winters in diergaarde
Bly-Dorp lente.
m die dagen, doch wel melo
dieuze muziek; omdat melodieen
en woorden onze zang-, fluit- en
toeterlust tegemoet kwamen en ge
makkelijk in het geheugen lagen,
werd er veel meer gezongen, ge-
tirelierd en getoeterd dan tegen
woordig. maar dat zal onze ach
terlijkheid geweest zijn, die niet
inzag dat de schorre claxon met
bloedproef-hik door Johan Sebas-
tiaan Bach schandelijk was ver
waarloosd. Maar ja, wat wilt gij
van generaties die geen vulpennen
en ballpoints kenden en Rotterdam
tóch groot-en -groter-en - gezelliger
maakten?
Agenten zonder sabel waren geen
agenten voor ons; en warm dat die
ordelievende Hermanöaöüers het
s zomers hadden onder hun helm!
daar hebben die Schalkharense
jongelui in eenheidsnylon-overhemd
geen notie meer van Je kreeg
vaker een tik op je broek en veel
minder vaak een sioutigbeidspro-
ces aan je broek: dat was ook een
van de dingen die ons deze for-
mulierentijd van 1952 doet achter
stellen bij de Geuzenjaren van
1900-1914...
Wij kenden geen aangename,
hoofdpijnverwekkeade stoiüge
centrale verwarmingen met eeuwig-
lege poreuze water-aanfaangbakken,
wij stelden het met knus-snor
rende kachels, en óaar moeten wij
volgens dat Amerikaanse jakken-
geslacht van thans rouwig om. zijn;
nu, ons is het best, hoor! Maar nsn
moeten wij zeker ook rouwig erom
zyn, dat wij geen vlugge Koreaanse
wapenstilstandsonderbandelingen-
techmek beheersten, geen regen
waterbehoudend asfalt hadaen,
geen winkelsluitingsdwang kenden,
doch een algemeen levendig avond-
verkeer op straat (en die straat,
geplaveid met vocht-absorberende
klinkers, die hier en daar eigen
zinnig hobbelig lagen). „Patat a
frite"-kramen met neon-lijkeniicht
v/aren er ook al met...; hoe ach
terlijk gevoelen wy ons, dat wij
konden genieten van en in. een
oliebollen- en wafelkraam met
walmpitten en „vleermuisbran-
aers"!, genieten zonder kauw-
gom-gesmak.
Hoe kónden wij gelukkig zijn
zonder indiscrete telefooncellen en
zonder telefoons-met-dxaaiscbijf?,
zonder vrachttrailers met trucks op
16 olifantswielen van rubber?
Want wy moesten het stellen met
slcperskarren, welker karrevoer-
ders wij allen kenden: de een
gaf jou een zwieperd met z'n
zweep en de ander reed je bij txos-
sels naar school toe al moest hij
aaar een ommetje voor maken.
|j at benenbungelend meerijden
was iedere dag een vreugd
onze kleinzoons zouden het laat
dunkend „liften" hebben genoemd,
maar wij waren nog met zo-ver,
want wij hadden nog geen sigaret
ten- en bebon-hersens. De enige
sigaretten in onze dagen waren pi
raatjes en Peterhoffies en als je
die vóór je i8-de jaar in je pedan
te snoet stak werden ze er subiet
uitgeslagen,„wijl tabakbeiwe-
ling niet dienstig is voor een nor
male frisse opgroei". En zo dom
2iin wy, onverwoestbare stcm-
eiken van 1952, dat wij tot op he
den toe geloven, dat die opvatting
volkomen terecht was, want wat
wij in de betrouwbare statistieken
van 1952 gevonden hebben over de
resultaten van het wèl peukies en
saffies blazen van de tegenwoordi
ge hope-des-faillieten-vaderiands
doet ons telkens het hart samen
krimpen over de boordevolle werk
uren van de G-G. en G.D. Kyk; dat
vaderland redt zich wel: maar die
jeugd met de lOOO en 1 instellingen
cm haar zoet bezig houden?... Zou
ééns de spreuk van ons wapen ge
wijzigd moeten worden in „Slap
per door de Strijd der Oude
ren"?
Was dit mi pret? Ja. en -niet van
tien of tu'intig Rotterdammers.
i:an duizenden. Hoe rullen u"U
ons verkleden?, hoe rullen tre
ong optutten en toetakelen? was
een probleem, dat menigeen reeds
treken vóór de pretdag bezig
hield aZs een bruid haar b7u?ds-
totlet.
Dat er ook donkere kanten aan
deze uitgelatenheid klee/den
wie zal dat ontkennen? Maar die
kleven aan alles