Zeelui lezen op kost dan aan de Ook nu lente in Blij-Dorp Toen: geen peukies 01 ..sanies De Kerstboom van 1942 De boot zonk en de vierde stond nog aan de railing 1200 koopvaarders verwerken 37000 boeken van B. v. Z. ZOEK HET ZELF MAAR UIT! Zó nietl 5 ff- Planten uit alle were Deze doodgewone wereld bevat groter wonderen dan het heelal III HARTJE STAD f Zaterdag 1 November 1952 De Bibliotheek voor Zeevaren den heeft een bezit van dui zend ruilkisten, waarvan er per maand toch ze ker 60 verzon den warden met 35 c. 40 boe ken. De mee- beffeven tijd schriften mo gen behouden worden. Wel diischepen worden dooi- de B. o. Z. bediend. Yerzoek-kist^stJlt V' ,/aa-T77'e ,samen hour eigenlijke boekenbezit van Ji.UQO nrs. Menige bemanning geeft blijken van erkentelijkheid per mee-temgkomend briefte dat houdt de moed er in bij de ooekenkistenstaf op Veerhaven 17, Onze lens verraste een harer aames-leden tijdens het verzendklaar maken van een kist met zo veel mogemk „nieuw goed": daar staat ze nu, de jonge marraine aer zeclieaenlectiiurl Zij verricht goed en mooi werk. Tot in de verste hoeken der aarde (want Nederlanders varen ver!) ts men haar dankbaar. IETS kan je soms toch. zo verbazend meeval len: je neemt ineens ergens een steekproef wat of Jan de Zeeman en wat zijn omgeving fj aan de wal leest in hun vrije tijd, of het valt je mee! Zowel de lectuur waarmee zij zich ver- J strooien als die waarin zij zich verdiepen staan 'f op een heel wat beter peil dan jaren geleden. Wij zagen bij de Bibliotheek voor Zeevarenden, bij Stella Maris en bij het In stituut voor Scheepvaart en Luchtvaart kisten gepakt worden met lectuur voor de koopvaardij. De grootste kist bevatte 40, de kleinste 20 boeken: als ze aan boord gebracht worden, worden de kisten als welkome passagiers begroet, en als ze gehaald worden, zien ze er meestal nog goed uit en ligt er menige blijk van'meeleven en be langstelling bij. Een onderzoek naar wat de zee lieden aan de wal lezen is daarom zo moeilijk, omdat zij zich zo ver spreiden en lang niet allemaal tn Rotterdam wonen. Die enkele plek ken in Rotterdam, waar de hter- vertoevenden zich by voorkeur op houden, zijn net kleine steden in de stad. Zodra de zeeman aap wal is, verstrooit hij zich liever dan. dat hij zich geesteLijk inspant (de voor promotie studerenden natuurlijk uitgezonderd), en dat is direct merkbaar aan wat hij en zijn (tij delijke of vaste) omgeving leest. "Want er wórdt gelezen, hoewel hoofdzakelijk het lichte genre: Ke- bójeboeken (cowboy-lectuur), een voudige detectives en veel illus traties. Twee tot driemaal per week wordt nieuwe voorraad gehaald. Beredeneerde puzzles zijn er ook gewild, alleen doet zich de merk waardigheid voor, dat vrijwel nie mand in de Rotterdamse haven-en claves de gevonden oplossingen op stuurt!; „wat heb-je aan dat aan de weg-getimmer?", is de opvatting. Jonge stuurlui verzorgen de ad ministratie en houden twet maal per week uitleen- en ruil-uur. Een blik op de inhoud der kisten verzekerde ons, dat de zgn. keukenmeiden- en prairie-lectuur vrijwel overal uit de gunst is, maar dat, na;ist de techni sche, en fel-realistische „uit het waarachtige leven, gegrepen" boe ken er in gaan als koek. Streekro mans en detectiveverhalen verheu gen zich ook in. de gunst, mits ze m hun soort eerste rangs zijn, Aan boord van de Hollandse koopvaarders kent men menig schrijver bij naam en toenaam en zo nu en dan wordt zelfs naar be paalde auteurs gevraagd. Men houdt er, zowel in Katen- Wat er aan van huis meegenomen drecht als elders, van. reële, rake ïeCi t7 SP E boekenplanken lI? A dingen, want men spreekt daar eeK Ö2"1 ook „plain Dutch", "d.w.z. een een voudige, open taal vol gemoedelijks. En waarom?, wel: om zijn eigen lijke gevoeligheid te maskeren, want die gevoeligheid is groot. Dat is ons gebleken, o.m, bij cude Din- geman - steekproef, viel ook mee, het was allemaal up to date: de ene machi nist las Jan de Hartog om diens boeken van rode kruisjes en bij tende kanttekeningen te voorzien, de andere was, na het lezen van Maquis begonnen met een collectie - - t ivitiuLU.» ucKUiiiidi mei ecu. uuuci-uc de nachtwacht. „Zoek m aan te leggen van de beste oorlogs- 0pns nr»h+£,„ rto T/i ^rl,itian- maar ergens achter de Vierhaven- straat", zei men ons, „dat is de enige overkanter die geleerde din gen leest, 't Ts een echte oude zee- honk. En hij zou nóg wel varen, als er niet iets met hem was. Zoek het zelf maar uit." We hebben ouë Toon, de enige die geleerde dingen leest, gevon den. Het was me daar een zwerftocht op de haven-uiterwaard tussen Delfsbaven en Schiedam met zere verhalen uit binnen- en buitenland, Remarque's, Hemingway's en Du- hamels ontbraken evenmin als De Zwarte Duivels van Rotterdam. Verder is de belangstelling voor de techniek groot: als bijvoorbeeld een Life of een Picture Post aan iets opgeofferd moet worden, dan. spaart men graag de technische bij zonderheden er uit plus illustraties en bewaart ze. Wij zijn aan de wal in de haven kwartieren deze bevindingen, gaan verifiëren, bij kleine uitleenbibiio- voeten en een bonzend hart kom-je theken en andere gelegenheden met er vandaan en je zou morgen al wa' er omgaat .in de ziel van de havenmens zou willen monsteren, net doet er met Ze veel verschillen van die van de toe, waarheen. varende mens? NACHT AAN ^uiten de wacktsmanbuiten het geluid van n/T U AT/ÏPAI ^et water en huiten het branden van de Uej tl/iv JZlV nodigite lampen is er geen leven te bespeuren. Dat is het moment waarop lectuur haar geheime rechten opeist. En geleund tegen de voet van een enorm, bakbeest van een rijdende kraan, opent de nachtwacht het boek mei de Wonderen van het Heelaldat voor hem „een licht in de nacht", een veiltgheidslicht, dat hem, groot, persoonlijk verdriet even doet vergeten. A L die „geen's" van de vorige maal, zij roepen om nóg een handjevol. Wij haddenzo-even na rgoo geen behoefte aan een Cooisingel- boulevard met een reuzendraai- orgel-van-een-Raadhuis want wij hadden al een lelijk bakbeest van een Raadhuis tussen Kaasmarkt en Kipstraat en langs de Coolsin- \KJ U hadden geen jazzerigheden _.it r i j f i lh dip daeen. rinrh wel mi>!r,- grijze wanhoopsportretten behoef de te voegen bij de voorraad die hij al op "'Older had staan: (men zegt, dat op de plaats van het oude weeshuis waaromheen zich altijd Rotterdamse visbaronessen luidkeels bewogen, zich twee eeuwen lang een Agmetenklooster heeft bevon den en dat iets van de uiterlijke kloosterstrengheid was overgegaan op het ..gereformeerd burgerwees huis.") gel werd op kalme avonden druk ker geboulevaard dan tegenwoor dig op tjokvolle binnenstadsavon- den. Wij hadden geen behoefte aan een Vermaakscentrum, want heel het centrum bood vermaak van de meest verheven soort af waar al tijd muzen schenen bijgesleept te moeten worden tot soorten waar mee een medernenge Kunststich ting lelijk in haar maag zou heb ben gezeten. En daarom waren wij vroeger, bij al onze armoede en sociale nooddruften rijk. en daar om zijn wij tegenwoordig eigenlijk arm. Arm le zijn en bluf-lef te hebben i$ schameler dan eenvou dig tn zijn en het eigenlijk rijk te hebber, zoals wij vroeger. Wij nadden geen weeshuisplan nen. w«nt we hadden een groot, machtig-mooi weeshuis tjokvol we zen. Van buiten was het stemmig, strak: het keek je aan met de schuwe vragende ogen van kinde ren, die te jong hun ouders had den verloren. Maar rondom zijn binnenplein was het gaudeneeuws rijk; wel drie poorten met -marme ren wapenbouwsels en grote ge beeldhouwde vaerzen die onder een hoek van 45 graden moesten wor den vastgehouden door meisjes in wapper-kledij, echt uit Rembrandt's goede jaren, toen hij nog geen Buiten stri Bij een elcctrlclteitsfabriek openden wij een verlichte logedaar zat een man te denken en te waken; hij was weinig spraakzaam. Een collega een kleine kilometer verderop telefo neerde had voor lezen geen tijd, zei hij, goeden avond; we kennen geen lezende Dingeman. Met zo'n af jachting kwamen wij niet verder, zeiden wij. Nou ja, zó kwaad was het ook alweer .niet bedoeld. Als we de naaste hoek omsloegen, zouden we een collega van hem vinden, geen tkwaje vent, dat niet, maar een beetje trala, u weet wel. Hij ziet ze vliegen, omdat hij altijd zit te lezen, liefst dingen zit te lezen, die een ander niet begrijpt. Misschien is dat uw Katendrechtse Dinge- goeien- wij naar de collega. heette zijn lectuur, man, nog er avond Wel bedankt Hij las. „Wonderen in het Heelal' „daar ben ik gek op," vertrouwde hij ons toe. „want je kan onderhand aan andere dingen denken. Met een gewoon boek kun je dat niet dat vraagt teveel aandacht voor zichzelf en voor zijn hoofdpersoon en al de rommel waarin-ie verzeild raakt." Ieder z'n mening. We leven immers in een vrij land? „Laan we effe buiten gaan staan," stelde onze gastheer in de nachtelijke eenzaamheid ons voor, „effe in de golven kijken." Wij naar buiten. Het boek ging mee, onder de arm, alle wonderen van, het heelal zomaar onder de arm. „Hoever was u er al in?" „Sterren en lichtjaren...,verduveldemooiekost!" „En waaraan dacht u onderdehand?" Hij keek ons lang aan, deed een diepe haal aan zijn pijp, en toen zei hij„Je moet 'et niet gek vindenIk dacht aan Lages en aan wat voor Kerstmis die vrijer zal vierenMisschien sturen ze hem wel een boompje van de reclas sering, wie weetEn hij maar zingen van O Tannenbaum, oh TannenbaumDaar dacht ik aan." „Hoe komt een mens eraan, zulke vreemde ge- dachten te hebben als-ie Ieêst van sterren en lichtjaren 1" zei hij, terwijl hij in de golven keek, „omdat ieder mens maar een mens is. We lopen naar Kerstmis, hard. 't Is Kerstmis voor we 't weten. Kerstmis 195a. Tien jaar geleden, met Kerstmis 1942 ben ik m'n enige zoon verloren. Getorpedeerd op zeeV'oór ze in convooi wegvoeren uit Nieuw York hadden ze een Kerst boom meegenomen, een Kerstboom met alles wat er bij hoortslingers, ballen, lametten. Die jongen van me voer als vierde op die schuit en kreeg de Kerstboom te bewaren. Hij tutte 'm op, net zoals hij thuis gewend was geweest. Nou goed: hun schuit voer voorop en werd er uitgepikt. Alles ging in de boten en een gedoe daar op zee van je welste. Er stond nogal wat deining, heb ben ze me verteld, later. Alle man zat al in de boot, maar me zoon stond nog aan de railing, als ging heel de zaak van het zinkende schip hem geen barst aan. Ze riepen 'm toe, dat-ie moest springen, want ze dorsten niet langer te blijven, bang voor de zuiguig. Hij draait zich om en verdwijnt naar zijn hut. Hoog zwalkt de boot, de enige die nog bij het schip is, weer naar de zinkende schuit toe. M'n zoon komt tevoorschijn middenin een straal van het zoeklicht van een der geleide5chepenhij heeft de Kerstboom in z'n armenHij klimt op de railing. De dansende boot is vlak onder hem„spring dan toch gilt iedereen. Hij mikt de Kerstboom in de boot, de boot slaat tegen haar roer in weg, mijn zoon springt, te laat, net er naast. Hij is niet meer boven gekomen. Hij is met z'n schip meege gaan De kapitein is het me komen vertellen „we «konden die kerstboom wel vendoeken," zei die, „zo waar als jij daar staat te luisteren, Dingeman,Kerstmis, dc torpedering van een onschuldige schuit met voedsel, m'n zoon zo kwam het dat ik aan Lages dacht die een Jekker-rustige Kerst kan vieren,want het is goed wezen in een Hollandse gevangenis. Goeienavond'k Ga m'n ronde doen En wij, wij gingen naar huis, langzaam. Deze doodgewone wereld bevat nog groter won deren dan het heelal. giert de wind of striemt de regen. Vergeelde boombladeren liggen, voor oud vuil op de grond. De herfst presenteert zijn visitekaartje. Maar binnen ont luiken de bloemen en staan de planten in volle bloei. Met dat „binnen" wordt bedoeld de tropi sche en sub-tropische plantentuin, van diergaarde Blij-Dorp. Daar in die grote glazen gebouwen heeft hortulanus I. L. Mark met zyn 22 adepten een stuk exotische cultuur bijeen gegaard, dat de vrije natuur zoveel mogelijk benadert. Zij aan zij staan er planten uit alle we- 1 relddelen. een uit hetzelfde warme klimaat afkomstige collectie, die men echter ,.in het wild" nooit ge zamenlijk zal aantreffen. Voor het in stand houden van deze flora dient men over heel wat vakkennis, routine en bovenal liefde voor het vak te beschikken. Geen wonder, dat de verzorgers en verzorgsters graag over hun tro^- maar op een tak gelijkende msec- telkinderen vertellen, hetgeen de ten zijn. (zeer schadelijk voor de botanische kennis van de bezoekers plantengroei) en dat Cycas met ongetwijfeld ten goede komt. Zo zijn 150 jaren de nestor van de zal men IJ opzienbarende onthul- Rotterdamse plantentuin is. Men lingen doen met mededelingen, zal U voorts vertellen, dat Bhj- dai een bananenboom geen boom, Dorp 2.000 orchideeën tot een maar een plant is, die slechts waarde van 70 a 80.000 gulden be- éénmaal vruchten geeft en dan zit en dat men in totaal de be- afsterft (die oude plant is een trac- schikking heeft over 250.000 plan- tatie voor de olifanten), dat vlees- ten. en 2.500 bomen en heesters, etende planten nooit vlees te eten De cacteeën, zo'n dikke zesdui- krijgen, maar met tot kelken ge- zend, zyn op het ogenblik uit de vormde bladeren insecten vangen, gratie by het publiek. Kleurblad- planten hebben die dan reddeloos verloren zijn, dat levende takken geen takken Dp Macodus Petola <-n de Macodus Ja- vanica iijn beide orchideeën, die vroeger veelvuldig in Indonesië voorkwamen, doch die nu vrijwel zijn uitgeroeid. In de kwekerij van Blij-Dorp staan onder glazen stolpjes nog enkele exemplaren en de verzorging hiervan Is bij NeUy van den He ave 1 in goede handen. SKiLbUnU: UlSlik Aan de grote vijver in de stijlvolle Victo ria Regia-serre staat de Stre- litzia Reglna, ook wel para- dijsvoRelbloem of vogelbek- bloem genoemd „Geloof je dat Jezus Christus Gods Zoon is?" „Ja". „Geloof je dat Hij kan genezen?" „Ja'. „Zet je dochter dan neer!" Dit zei de Duitse fabrikant van scheermes jes Maandagavond in. de Koningm- nekerk tot een moeder, die haar verlamd kind had binnen gedragen. Het meisje zakte ineen. „Til haar op!" riep Herman Zaiss bevelend. Weer zakte het kind, nu hevig hui lend, ineen. Schreiend nam de moe der haar kind op en vluchtte ds kerk uit. De genezing was mislukt, aldus vertelt een ooggetuige. Dit is één van de gevallen, die wij niet in de krant lazen. Dit is een van de velen, die Zai'ss niet iaat opstaan in zijn „opwekkin gs"-bij- eenkomsten. Dit is wel erg. Erger is, dat hij de ongenceslij- ken, voor ongelovig houdt. Hy er kent niet, dat Gods vaderlijke zorg ook Zyn zieke mensenkinderen omvat. Dit is onverantwoordelijk. Zelfs al is Zaiss te goedertrouw, dan is zijn „onbewuste" vervalsing van het Evangelie '/an Jezus Chris tus onaanvaardbaar. Hef getal van „genezingen" is evenmin een bewijs als het succes van zijn samenkoms ten. Het getal teleurgestelden is gro ter en de mislukkingen vernemen wü niet. Een nieuw vitalisme in. christe lijke vermomming komt hier op ons af. Leven en gezondheid zijn hoge goederen. Zij zijn. met het hoogste goed. Ik schrijf dit, omdat men er mij naar vroeg. Niet omdat ik de zie kenzorg der kerk zo ideaal acht, In de Zaiss-bewegïng komt óók een dringende vraag op de kerk af, die zij niet mag ontlopen. De vraag naar het geloof. „Geloof je dat Christus nóg gene zen kan?" nu de voorkeuren sen zijn de bloemisten met hun assistenten druk in de weer de planten m hun honderden soorten en variëteiten expositie-rijp te maken. En dit is niet alleen een kwestie van water geven en bemesten. Het vergt engelengeduld, om b.v. dc vamlleslingers met stuifmeel te be stuiven of in de grote geranium dat is de reden, kas de duizenden jonge plantjes dat de succulen- een voorspoedige groei te waarbor- ten-kas nu een gen, door alle overtollige bladeren fraaie verzame- keer op keer te verwijderen. De ling „kleurlingen" ene plant moet doorlopend vochtig bevat. Dc cac- worden gehouden, een ander moet teeen. waaronder besproeiing van regenwater de levende steen- «ebben, weer een ander moet in tjes, staan in de een bakje met water op een. ver- uifebrede kweke- hogmkje worden geplaatst ter be- rij „op sta]". In die Kieming ran ongedierte en er broeiwarme kas- 2yn °?k Planten, die m de natuur arme xas vrijwel uitgeroeid zy-n en 20 20rg. vuldïg worden bewaard, dat zij onder glazen stolpjes worden ge zet. iVlsi'tillN Mijn antwoord is: ja! Maar nooit mag er een methode, een maniertje, een show, een sen- De grond van de bloembedden is „bollenmoe", zodat er in plaats van satie van gemaakt worden. Dan j bloembollen ruim 30.000 violen zijn trekt Christus zich terug. Dan blijft een „wonderdokter" over. De nood van lichaam en ziel hierbij betrokken is te groot voor zulke charlatanerie. Christus is de Heiland, dat wil zeggen: de grote Heelmeester. Hij is geen kwakzalver, hoe geestelijk ook. Dus, Hermann Zaiss: zó niet! P. OBERMAN geplant, die half November in bloei kunnen staan. Voor het komende voorjaar heeft men uitge "«kerKi o.a. 10 000 geraniums, 2500 margrieten, 3000 dahlia's, 4500 knol begonia's, 35.000 stuks duizendschoon, nodig te hebben. Op die manier is het zowel 's zo mers als 's winters in diergaarde Bly-Dorp lente. m die dagen, doch wel melo dieuze muziek; omdat melodieen en woorden onze zang-, fluit- en toeterlust tegemoet kwamen en ge makkelijk in het geheugen lagen, werd er veel meer gezongen, ge- tirelierd en getoeterd dan tegen woordig. maar dat zal onze ach terlijkheid geweest zijn, die niet inzag dat de schorre claxon met bloedproef-hik door Johan Sebas- tiaan Bach schandelijk was ver waarloosd. Maar ja, wat wilt gij van generaties die geen vulpennen en ballpoints kenden en Rotterdam tóch groot-en -groter-en - gezelliger maakten? Agenten zonder sabel waren geen agenten voor ons; en warm dat die ordelievende Hermanöaöüers het s zomers hadden onder hun helm! daar hebben die Schalkharense jongelui in eenheidsnylon-overhemd geen notie meer van Je kreeg vaker een tik op je broek en veel minder vaak een sioutigbeidspro- ces aan je broek: dat was ook een van de dingen die ons deze for- mulierentijd van 1952 doet achter stellen bij de Geuzenjaren van 1900-1914... Wij kenden geen aangename, hoofdpijnverwekkeade stoiüge centrale verwarmingen met eeuwig- lege poreuze water-aanfaangbakken, wij stelden het met knus-snor rende kachels, en óaar moeten wij volgens dat Amerikaanse jakken- geslacht van thans rouwig om. zijn; nu, ons is het best, hoor! Maar nsn moeten wij zeker ook rouwig erom zyn, dat wij geen vlugge Koreaanse wapenstilstandsonderbandelingen- techmek beheersten, geen regen waterbehoudend asfalt hadaen, geen winkelsluitingsdwang kenden, doch een algemeen levendig avond- verkeer op straat (en die straat, geplaveid met vocht-absorberende klinkers, die hier en daar eigen zinnig hobbelig lagen). „Patat a frite"-kramen met neon-lijkeniicht v/aren er ook al met...; hoe ach terlijk gevoelen wy ons, dat wij konden genieten van en in. een oliebollen- en wafelkraam met walmpitten en „vleermuisbran- aers"!, genieten zonder kauw- gom-gesmak. Hoe kónden wij gelukkig zijn zonder indiscrete telefooncellen en zonder telefoons-met-dxaaiscbijf?, zonder vrachttrailers met trucks op 16 olifantswielen van rubber? Want wy moesten het stellen met slcperskarren, welker karrevoer- ders wij allen kenden: de een gaf jou een zwieperd met z'n zweep en de ander reed je bij txos- sels naar school toe al moest hij aaar een ommetje voor maken. |j at benenbungelend meerijden was iedere dag een vreugd onze kleinzoons zouden het laat dunkend „liften" hebben genoemd, maar wij waren nog met zo-ver, want wij hadden nog geen sigaret ten- en bebon-hersens. De enige sigaretten in onze dagen waren pi raatjes en Peterhoffies en als je die vóór je i8-de jaar in je pedan te snoet stak werden ze er subiet uitgeslagen,„wijl tabakbeiwe- ling niet dienstig is voor een nor male frisse opgroei". En zo dom 2iin wy, onverwoestbare stcm- eiken van 1952, dat wij tot op he den toe geloven, dat die opvatting volkomen terecht was, want wat wij in de betrouwbare statistieken van 1952 gevonden hebben over de resultaten van het wèl peukies en saffies blazen van de tegenwoordi ge hope-des-faillieten-vaderiands doet ons telkens het hart samen krimpen over de boordevolle werk uren van de G-G. en G.D. Kyk; dat vaderland redt zich wel: maar die jeugd met de lOOO en 1 instellingen cm haar zoet bezig houden?... Zou ééns de spreuk van ons wapen ge wijzigd moeten worden in „Slap per door de Strijd der Oude ren"? Was dit mi pret? Ja. en -niet van tien of tu'intig Rotterdammers. i:an duizenden. Hoe rullen u"U ons verkleden?, hoe rullen tre ong optutten en toetakelen? was een probleem, dat menigeen reeds treken vóór de pretdag bezig hield aZs een bruid haar b7u?ds- totlet. Dat er ook donkere kanten aan deze uitgelatenheid klee/den wie zal dat ontkennen? Maar die kleven aan alles

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 5