Si VOORAL 'OOR 1. VROUV Haal met Kerstmis eens uw uit de kast Stille jeugdherinneringen vulden Annette 's eenzame kamers Oom Dirk - die al dood zou zi jn - kwam op feest van de Decanters De Whiteoaks, 'n heerlijke eindeloze familieroman Drie dames één meisje Kiespijn In zacht kaarslicht glanst zijde nog eens zo mooi (Van onze moderedactrice) AA ET Kerstmis probeert iedereen -* het leven wat glanzender, wat feestelijker tc maken dan het de rest van het jaar is. En omdat wi) toeten, dat men in deze dagen ge- neigd is de dingen minder zwaar, te nemen dan anders bieden toy wals Kerstcadeautje deze vier avond jurken aan en'wij hopen dat U dit geschenk met plezier zult aanvaar den al bieden wij' u slechts plaat jes, Maar plaatjes1, die prettig 'zijn om naar te kijken, ook al is een avondjurk tegenwoordig zeker geen noodzakelijk onderdeel van een garderobe meer Wij weten het wel; voor zo'n duur kledirigstuk, dat maar zo zelden uit de kast komt, "hebben de meeste vrouwen geen geld meer. Wij verbeelden ons dan ook ie- ker niet dat U Kerstmis viert- in avondtoilet. En wij willen w wel toevertrouwen dat we het helemaal' niet belangrijk vinden wat voor kleding.by. deze gelegenheid .aan-: trèkt, als Het maiar iets is ddt u graag draagt ;en dat u flatteert. Maar als u nog een avondjurk'(n de kast hebt hangen haal hem dan toch in deze dagen eens te voor schijn en trek hem als u er de gelegenheidvoor hebt aan. U zult zien hoe mooi de zijde glanst in het .zachte kaarslicht, en dat het model misschien niet meer hele maal up to date is, is voor een huiselijk feestje toch heus niet be langrijk. Misschien schiet er, zelfs ih deze dure Decembermaand wat geld over voor een stola of om slagdoek van kant, van .zijde of - fluweel, om uw jurk te modernise ren, Overigens: een korte japon dié vervelend begint te worden, -.kan door 'een nieuw accessoire een ware verjongingskuur ondergaan! OP HET KERSTFEEST van Annette Hogendoorn ge~ - beurde niets, ja letterlijk niets. Zij ontving niet eens, zoals dat Engelse warenhuisverkoopster tje, dat twee weken achtereen de mooiste en duurste cadeaux had verkocht, op de avond van de 25ste December een vinger hoed! Ook Annette werkte ih zo'n warenhuis, ze was daar hoofd van een afdeling, al vijf en twintig iaren lang. Ze was even accuraat als de reken machine aan de kassa en glim lachte gelijk de wassen manne quins, Annette was enig kind geweest en had tot na de bevrijding altijd met haar moeder gewoond. Toen. deze was overleden, bleef zij alleen ia het oude grachtenhuis, dat zij nim mer had verlaten. Twee etages had ze verhuurd, zijzelve had de bene denverdieping gehouden.Met haar huurders onderhield zij geen con tact. Zij zag ze zelden, of nooit. Zo ging de tijd voorbij. Haar le ven liep mee niet de klok, die op zijn beurt de kalender weer volgde. Aan feestdagen had Annette, om het nu maar eens rondweg te zeggen, ven de nummers aan, Een halma- spet en poppen. Eén karakterpop die nog net zo brutaal kijkt aÉ vroeger, O. wat is er veeL Brieven, raar vergeeld papierLiefste Annette. Zééën en bergen kunnen ons niet scheiden. Onze liefde is sterk als het hunnebed op de Drent se heide, waar wij elkander voor de eerste maal zageri De kamer wordt zo vol, zo vol Er zijn geen stoelen genoeg om al. die vroegere vrienden, te plaatsen. Sommigen, zoals bijvoorbeeld die grijze marionetten, gaan in een vaas zitten. En een oude wekker, die meteen weer is gaan tikken, klinkt boven op de pendule. Het is nu Donderdagmorgen 25 December heb ik gezegd, nietwaar? -Natuurlijk is Annette gaan eten, precies als altijd heeft ze keurig voor zichzelf de tafel gedekt. Er is niets extra's geweest, zelfs geen stukje Kersttaart. Zo is het ook Vrijdag 26 December. De koffer is allang helemaal leeg. Denk vooral niet dat Annette gék is géworden wanneer se er zelf in gaat zitten. Want zij is het toch die herinnering is. geworden, terwijl de mensen uit de boeken, het speel goed en de geliefde voorwerpen wederom leven. Leven, tot Zaterdag 27 December nul uur nul. Leven en vertellen aan Annette die luis tert, aan Annette die zich deze twee kerstdagen bijna geen nacht rust heeft gegund. Die zelfs, toen er één keer werd gebeld, niet heeft opengedaan. En die de lege koffer eerst alleen op zolder heeft ge bracht, en toen telkens met een paar dingen weer naar boven is gegaan. Tot er niets meer bij kop en zij hem heeft gesloten. A NNETTE ging Zaterdag weer A naar haar warenhuis toe. „Pret- woorden staan achterin. En hier een maar tegen wie je juist extra lief potlood. Als Annette aan het reke- moest zijn. Dit boek laat zij dicht, "nen gaat, dan komt het niet uit. En want ze kent het immers nog bijna als ze water uit het bekertje wil woordelijk uit haar hoofdKin- tige Kerst gehad?", vroegen, de col- drinken, dan lekt het. nie lag in Kaar kleine kamertje te lega's. Annette lachte. Het was geen Op welke bladzijde stond het bed. Juf had gezegd"... enzovoort, glimlach meer gelijk dié der was- een broertje dood. Zij bleef dan ook al weer, dat de „mevrouw" van Julia, mijn pop, Julia ligt nog in de sen mannequins Het- was een lach altijd heel lang. in beci en verder de oudste van Afke's Tiental haar tuin. Ik heb haar vergeten!!' van een vrouw' die iets gelukkigs luisterde zij naar de radio, Pasen zwoerd mee naar huis gaf. Echt had beleefd. En toch, op het Kerst had tenminste het voordeel in de zwoerd. En och, daar is dan Kin- )E SCHAATSEN zijn bot, en ach feest van Annette Hogendoorn was lente te vallen zodat je uit kon nie en haar Vrienden, en de geme- J-' wat zijn ze klein. Een rr.inia- niets gebeurd, letterlijk niets. Maar gaan, Pinksteren ook, en er kwam ne Albert die geld' had gestolen, tuur sjoelbak, koperen spijkers ge- niemand heeft dit willen geloven. ook maar één vrije dag extra bij. - - Maar Kerstmis was dit keer nog wel zö onbescheiden midden in de week te vallen... HET IS NU ^jDotiderdagmorgen 25 December.: Het huis is stil de straat is stil, Annette Ho-gen- doorq, is stil. De huurders zijn alle maal op reis. Waarom ae dat opeens heeft gedaan, weet ze ook niet, maar plotseling staat, ze op zolder, tp R zijn mensen, die. er zulke bossen familie op na houden, dat een flauwe onzin van verschijningen**. .m- k.aartsvst.pe-m. «nnr h-fn oom. iniit.fi.n rtocoh onTr mit uiin mot- vuilnYtiao En Ze ging SCpiClLiGSTd naar betlfi— kaartsysteem voor hen een nuttig geschenk zou zijn, met ruitertjes -?n ze £ing gepiqueerd naar. bene- - £ien om tante Lenj op te bellen. „Bontjas is terecht", zei ze. ANNIE M. G. SCHMIDT eer. uitschuifbekertje in,van alu minium. Een 'schooltas, een- dun boekje met cijfersommen, de ant- r\ RlEr grote, volwassen avandja- ponnen riet u hier, en één en semble voor gen jong meisje en het laatste is naar onze smaak in al su«" eenvoud het mooiste. Links boven een blonde vrouw, helemaal in witte tule, een zware fluwelen omslagdoek accentueert haar .frêle blondheid. Een donkere vrouw, heel vrolijk in zijde, met zwarte kant overdekt, zwierig met een zwart zijden stola over de schouders. Een statig avondtoiletvoor een mondaine vrouw, een combinatie van groengoud brocaat en. zwart fluweel, 'een ontwerp van Jacques Griffe. En'ddn geheel onderaan het jonge meisje/voor dé .Kerstboom, met een dóódsimpele blouse, van zwarte jer sey, .dé hoge boord- waaraan de jonge meisjes (vooral ïh Frankrijk) düfjdar haar hart .hébben verpand, „versierd mét.twee glinsterende ster- ren. Eh'rtJ'nöef' dé zwarte wol dan ineens een enorme rok van. witte htfe, door een rode ccinfuur op de gehouden. Vi.;'ij'c Ke, s'f^sst.' Wij, Hollanders, schijnen fn het algemeen te houden van een.' lijvig boekdeel voor de bekende lange winteravonden en de meest su blieme verzamelingen van korte verhalen beschouwen wij als lit teraire liflafjes waar wij ons niet genoeg mee kunnen vullen. - Als U nu dat Hollandse stand punt hebt en dat is geen schan de! en als U daarenboven ,*\og al eens treurig pleegt te zuchten na beëindiging van een fors ver haal. dan zou ik U toch graag wil len vragen of U de serie van de Whiteoaks al eens onder ogen is gekomen. Want als dat niet zo is, dan heeft V nog iets heerlijks voor de boeg. Mazo de la Roche, een Canadese, begon indertijd ze ongetwijfeld al als een serie. Ze heeft toen ten minste in vlot tempo, en in aan sluitende tijdsorde, een paar delen geschreven. Maar ze zal in den be? ginne zeker niet voorzien hebben, dat het erna twintig jaar al elf geworden zouden zijn. En misschien maakt ze een dezer dagen het do zijn nog vol. Ik voor mij hoop het. Want zelfs de duidelijk bij-ge schreven delen van deze reeks zijn zo charmant, zp levend en telkens weer verrassend, dat men aldoor toch maar weer meer zou willen horen óver deze merkwaardige fa milie waarvan het enkele bekijken ai een boekje op zichzelf zou kun nen vullen. En een bespreking in dit kader kan dan ook alleen maar een tipje van de sluier oplichten. Stel U dan voor een groot, com fortabel maar wat uitgewoond huis in de omgeving van de Canadese meren. Omringd door bossen, er. landerijen en bewoond door_ een verzameling uitgelezen individuen die door een onverbrekelijke fa milieband aaneengeklonken zijn. Daar is dar» in de eerste plaats rfe heel oude grootmoeder Adeline, af stammelinge en product van een lo haar ogen onovertroffen geslacht van Ierse heethoofden. Zij was bet die in het midden van de vorige eeuw tezamen met haar man. Cap tain Philip Whiteoak. dit huis liet zetten in een landschap en milieu dat hun paste. Ze is tot aan haar dood de cen trale figuur in het huishouden: wijs en naïef, opvliegend en liefheb bend, coquet en hooghartig. En bovenal de verpersoonlijking van „de familie", wat ze blijft zolang als er whiteoaks pp „Jalna" wonen. En daaromheen is een schaar van persoonlijkheden die allemaal zon der uitzondering even amusant of boeiend zijn: de twee vrijgezellen- zoons, Ernest en Nicolas, die bei dén in' hun jeugd uitvlogen. Erae3t om zich aan zijn eens uit te geven annotatie van Shakespeare te wij den, Nicolas om een tot mislukking gedoemd huwelijk aan te gaan, maar dis beiden blij terugkeerden ■«n er h1*vcn. De tighter, Augusta, die mot een kbw'e bleek gesnorde baronet trouwde, wat haar moeder haar zó "kwalijk heeft genomen dat ze 's mans naam nooit kan ont houden. De andere; zoon, de gemoedelijke landeigenaar, die uit twee huwe lijken een -zestal kinderen kreeg. En dan die kinderen zelf! Rcnny, de roodharige pater familias, met z'n dierbare paardenfokkerij, z'n trots en schuwheid. 2'n aantrekke lijkheid voor vrouwen en zijn lief hebbende zorg en tyrannie voor de huisgenoten. Meg. de mollige, moe derlijke zuster, die op haar twin tigste met haar verloofde breekt, om hem op haar veertigste alsnog te trouwen. Eden, de dichter, dia hele familie-vetes veroorzaakt door brokken, te maken Sn de diverse huwelijken. Fiers, de onverstoor bare landbouwer. Finch, de wan kele, overgevoelige muziek-mens, én Wakefield, de brillante benja min. En daaromheen; daarnaast en In haar ochtendjas met een win- Sntnffels «oor ie ovértedenen, Om m'mMj de jaarwisseling komt er altijd wéér De zolder is groot en vol kisten €en taonverwachts op bezoek. De Decanters, Rosa, Paul en zijn en koffers.'Met veel moeite trekt &roer Albert, zijn mensen, die aan hele volkeren vermaagschapt zijn. Annette zo'n koffer uit een hoek, e 8aven dit keer een feest met de Kerst. De suite-deuren open. Een en laat zich vervolgens door dat stralende kerstbocm, een koud buffet met zalm maar ook met ka- zware ding drie trappen .naar bene- «eelbeschuitjes voor diegenen die van eenvoudige huiselijkheid hiel den. glijden. Dan staan ze samen in den en wijn. Mousserende wijn. - dé kamer. Juist- voor de kachel; En Annette, na de stof er vanaf geno L R waren wel dertig mensen, wooii naar hem. toe en ik zeg,,..", men te nebben*, past de sleutels van J-* familie en vrienden, „Ja. wat zeg je dan?" vroeg een enorme bos, tot dé koffer ten- „Teveel", zei Rosa, „heb ik die. Rosa. „Zeg je; Oom Dirk, hoe gaat slotte open kan. wel allemaal geïnviteerd? O, daar het met U sinds Uw begrafe- Afke's Tiental, Alleen op de We- heb je de dametjes Bonebakker, nis....?" reld, Het Jodinnetje-van Elipeet. .heb ik die al begroet? Kaneelbe- „Ach zei Paul. „wé nebben ze vullen het vertrek. Daar - is de schuitjes eten. ze. De stemming is ons vergist.Wie van onze gas- kleine jongen, heette hijnielJetske, goed, hè?" ten kent hem nog meer. Is hij aan die de kachel voor zijn moeder op- „De stemming is uitstekend", iedereen voorgesteld? poetste en zo 'n angst heeft gezien zei Paul. „Kijk, oom Dirk! 'k Heb «.Ik heb hem voorgesteld,zei té -worden, door zijn vriendjes, hem'nog rïiet-'tie vhand gedrukt". Albert, „Ik wist echt niet dat hij Naast hem l-wgndelt de- oude- man. ,jk ook .niet", zei Rosa verf dood was. .anders had ik het er uit'".Ahecn op- de-, 'wereld",, ,en'hoe strooid. Toen- verstarde^ze plotse- wel bijgezegd zwart zyn de haren van dat Jodin- ling met de sandwich in- haar „We hebben teveel Moezelwjjn netje van Elspeet. hand. „Wat zeg je? Oom Dirk?" gedronken", zei Paul. „Ik kan met Een rugzak ©r zit zowaar nóg „Ja", zei hy. „Daar! Hij danst meer denken. Zullen we maaree- ------ - - daar! Wat klik .ie idioot!" woon doorgaan? Per slot, als hjj Rosa leeek met opengesperde met dood is. iswelkom. En als Ogen. „Paulzei ze. „Dat kan hü. dood is, kan hij niet* veel niet.Oom Dirk is dood. Ik..,.* kwaad -wewe zijn zelf naar de be- ^tussen de vrouwen, en tater, de gefems geweest in Hüvergm. kinderen. Ook de vrienden en de }?.ar °J, zes Seiea{m. wie opduikende familieleden.en vooral JiL_i_ T. L„t,t de uitstralende warmte van een .-Goeie help zei Paul. Je hebt familie waar altijd Iets gebeurt, en gehjk.die keer dat jij nog op waar. zelts als ar voor het oog van het verkeerde graf stond de buitenstaander niets bijzonders „Hoe_ is hy hier gekomen, gaande is, toch hooglopende en- yroeg Hosa. „Wis heeft _hsrn thousiasmes, besprekingen, haken inviteerde E en ogen en enorme,-sappige mas- dat kan met sale ruzies zijn. w?ar J-b^jeen de een gees meegebracht zei het oudste dametje Bonebak- keel hees schreeuwt, om dan weer „Albert neett hem meegebraent. w willwi eraat* ef»n ironie blij en met goede eetlust neer te We zullen t aan Albert vragen. He, 3™* zitten aan een van de uitstekende Albert. Wie is die man met die ™"J' Al daffimdSp maaltijden die mm Wragges bij- krulletjes van achter?" Seword.il. Al dat teslaireieston. gend en steunend in het souterrain „Oom Dirk?" vroeg Albert. „Die bereidt. Alleen-' die maaltijden al.zat in de bus, toevallig. Ik heb Kortom, als U ervan houdt om hem meegebracht. Wat. kijk je te lezen en verder en nog verder gek, Rosa te lezen, en later weer te herlezen, „Het is .zijn geest zei Rosa, denk dan eens aan de Whiteoaks. „Die man is dood. O, ik wist het Ze zijn vertaald, en dat is dan niet el de hele tijd. Er hangt zo iets goedkoop, maar met verjaardagen wonderlijks hier in huis.... iets en Sinterklazen komt U een heel griezeligs.... Je zult zien.... eind. En als U het Engels machtig straks lost hjj op in rook en daar- bent, dan zijn ze voor één gulden na gebeurt er iets vreselijks! Iets veertig aan te schaffen in de Fan- onzegbaars. hjj is de voorbode books, van onheil. Ik voel het!" „Schei uit", zei Paul. „Ik ga ge- De dametjes Bonebakker kwa men met bezorgde gezichtjes aan. De ene zei: „Wie is die oudere heer. die zich zo aanstelt met jon ge meisjes? We dachten dat het jullie oom Dirk was", zei de an der. „maar dat kan niet. Jullie oom Dirk is overleden.". „Het is.... hem.... zijn twee- hJjUstaP®!"MÏÏrt Itogbroer»zei Paul. „Hebben Jul- niet", zei ze schril. „Hij is ^!e gezellig. „We kunnen met tegen wijn", zei het oudste dametje Bonebak- marjolein DE VOS geworden. Al dat gesjarreleston! „Elké dans is voor hen een sjar- releston". zei Paul, toen ze weg- gedrenteld waren. „Zie je wel", zei Rosa, „'t ligt niet aan de wijn. Ze herkennen 'm ook! Voelen jullie niet die griezelige klamme atmosfeer? En merk je wel. wat een onaardse 'geur er hangt?" „Ik ga met 'm praten", zei Al- bert. „Niet doen", smeekte Rosa, „niet doen, Albert. Er overkomt je iets, ik. voel het". Laten we in hemelsnaam om onze gasten denken", zei Albert. „We moeten sprankelend zijn, en vrolijk. En brill ant. Daar komt neef Rudi om met je te dansen, Rösa". Het feest wérd sprankelend. Vrolijk. Brillant. Tot Paul bij Ro sa kwam staan en fluisterde: „Hij is weg. Zomaar weg. Verdwenen". „Ik heb het je gezegd", zei Ro sa, met een wit gezicht. „Ik. wist dat dit gebeuren zou. Ik ben heel gevoelig voor paranormale ver schijnselen. Ik. voel dat het een waarschuwing isergens voor ergens tegener gebeurt een ongeluk.... met de bus van avond. of zoiets". „Kom", zei Paul, „de gasten zyn aan het weggaan". Eén van de laatste gasten, die vertrokken, was tante Leni. Haar bontjas was weg. Ze zochten de hele vestibule door.... Albert stak een sigaret op en zei: „Geloof je nou nog, dat het een geest was? Een man. die zo maar meegekomen is, toevallig van de bus? En die zonder af scheid verdwijnt? en de bontjas meeneemt?" „Maar.maar.stamelde Rosa, Er kwamen verwarde, ake lige minuten met opbellen, met politieDoodmoe strompelde Rosa eindelijk, na alle vruchteloze pogingen om de jas ,op te speu ren, haar badkamer in. Daar lag de geest. Met een bontjas aan in de badkuip. Hij werd pas wakker toen er veelaan hem was gerukt; „Wie bent U". vroeg Paul drif- tig. De ogen van de geest zwommen nog van de 'mousserende wijn „Waarom zo hard", jammerde hij. „Tegen je bloedeigen Dirk „Je bent oom Dirk niet", zei Albert. „Die is al zes jaar dood". „Och. schei toch uit", zei de verschijning kribbig. „Je bent na tuurlijk weer in de war met Jan. Oom Jan. 'Mijn broer, oom Jan!" schreeuwde hii. ..Goeie help", zei Rosa. „Nu ódoof ik nooit meer in al die OPEENS heeft dikke zusje kies pijn't Is !s avonds laat begon nen, toen ze sliep. De tuind ram- melt aan de ramen, 't is koud en i» het bed zit dat uerschrifcte wijfje en jammert: „'k Moes huile en toen ben ifc wakker gewarde." Omdat ik zo gauw niet weet wat het beste is, doe ik maar of 't aan de kamer ligt. Ik pak haar op met deken en al en hol de trap af naar beneden. Daar brandt de kachel en de kerstboom staat op het tafeltje in de hoek. „Kijk es hoe mooi," praat üe. Maar kiespijn laat 'zich zo niet sus sen. Dikke zusje huilt maar dóór, met weinig geluid en heel veel tra nen. Ze hapt naar het halve aspe- rientje met suiker en stopt dan even, om te kijken of de narigheid weg is. ,,'t Helpt geeneens, dat vieze spe- rientje,'' bibbert ze, want als ze pyn heeft, zit ze vol wantrouwen. Wat moet je nu met zo'n kindje, dat opeens weer zo'n kleintje lijkt Ik zit maar een beetje te wiegen, dat is tenslotte een oud gebaar en begin dan droevig te zingen. Lang gerekte liedjes van vroeger die al lang niet meer mee doen, En wie daar eenmaal, mee bezig is, houdt er zo gauw riiet mee op. .Dus zing ïk maar door „Van 't lammetje, dat zo eenzaam loopt te blaaaatenen va» „De stille heide", de herder en het karig loon en van het boootje. En tervfijl ik'er anders niet mee aan hoef te. komen, gaan ze er in 'als koek. Tenslotte sluip ik zingend met dat wijfje als een slaperige poes tegen me aan, de trap weer op, Maar om dat ze in bed tueer klaar wakker wordt, want het kussen is zo koud, blijf ik zachtjes zoemend zitten. Btbi, de beer, lipt op z'n zij én gluurt met het ene bruine oog, dat op een ijzerdraadje zit, omhoog. Dikke, zusje legt tevreden d'er oom handje op z'n kop. Het „sperientje" deed z'n plicht, de ramp van daar net is voorbijWant. als ik voor nóg een teder slotvers zorg en zoetjes murmel bóven d'er oor, piept ze Wat zet jy een zielig stemmetje, zeg." En ze giechelt heel stout in d'er kussen. 'BIBEB. Woeiisdafi i December 195?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 6