w Met de log in storm e Terwijl Faustus verging Middelbare logger J .Woensdag 31 December 1952 - OENSD 4GMIDDAG, half vier, vijf November. Drie dagen ;eleden kwam de Scheveningse logger „Bastiaan" voor deze ff reis de haven uit en zagen we geleidelijk de Nederlandse kust in de schommelende einder wegzinken. Daarna was het schip weer van de zee en de wind. Een stalen kiel, een dek van glad- geteerd hout, iu de wind slaande kabels. Motorkracht, de constante blik door de aanslaande ruiten van de hoge stuurhut, de met zeil ge dekte kleine sloep op het achterdek en in het vooronder het zangerig Schevenings klinkend over de emaillen borden,' waarvan de damp, de geur van het middagmaal afslaat. Een door de lage railing omsloten ellips, die zijn weg zoekt door nijdige schuimkoppen, steeds dieper in het niemandswater. Een logger op de kanngteelt hoort bemand te zijn met vijftien koppen. Deze keer is er een zestiende aan boord, die de wal later ver slag zal uitbrengen van deze reis. Hij deelt de eenzaamheid binnen die ellips, waarvan een landrot geen besef heeft en de verwach ting, want dat is de extra bemdnning, waar mee iedere logger steeds weer de haven binnenkomtDe verwachting van een goede reis een rijke vangst en van het ongewisse noerti het avontuur of een harde broodwin tting met risico's. 1 EDERE REIS is een nieuw begin, maar dat nieuwe raakt er af nu, Woensdagmiddag, half vier, vijf November. We hebben de vleet twee keer geschoten in de middag, twee keer gehaald in de nacht, onder het wit-gefe schijnsel van de lam pen, die aan de dikke elecirische kabel in de wind zwiepen boven het middendek. De vangsten waren voor de tyd van het jaar bedroevend slecht. De gesprekken aan boord zijn wat korter geworden. Nu gaan we het voor de derde keer probe ren. Ronduit smerig is de najaars hemel, die nu laag over de evenwij dig hellende masten komt. 'Een. don kergrijs doorgelopen lap, waaraan een smid zijn werkhanden haastig heeft afgeveegd. De zee weerspie gelt onrustig die sombere tinten met een ondertoon van vals groen. De zwarte wijzer van het weerglas, op gehangen in het achteronder tussen de kooien van de schipper en de eerste machinist, is vandaag meer naar links gelopen over de laatste letters van het woord VERANDER LIJK. De zee wordt roeriger. De hnp^rSa/ïn achter de horizon zijn krachten ver- dan vijftig uur aanhouden. Het aan de utatersware vleet doorHa- rtg afhoudertje Rinus Vink achter nloffinff Dan loont hot watw «n zamelt. gaat de zwaarste storm worden ringen springen in de warbak, vlie- de winch, die er heelhuids af komr. een kleine cohiiimranri A^cohoiditf Willem Kuiper, de kok. is al in van de laatste 25 jaar. De Faustus gen soms tot over de stuurhut, drie De storm slaat triomfantelijk naar uit de kleine kombuis bezig met het zal deze storm niet overleven en meeuwen krijsen om de mast. Zo binnen door dit gat dat later met «nj* rfnnr el eoiHtwutorT nrrÖ avondmaal, dat oudergewoonte weer de haven van Rotterdam bipkke- machtig komt de zee over de boeg, zeildoek wordt gedicht. Een half Vont wDvf n stijf zal staan van het vet. De klei- ren. En aan de wal zal iedereen dat de beslagen ruiten van de stuur- uur later wordt het halen halver- Dp Oottpn m3p v?of Vnmon nn n? gesprekken bil hét eten; grove met familie op zee luisteren naar h-ut, twintig meter verder en zeker wege de vleet gestaakt Dit voor- UB neum van ce vieei Komen op- vingers, waarin het zout met meer de wind en niet gerust zijn. vijf meter boven het dek, finaal schot op de oordeelsdag dreigt de T worden schoongeioist. Het water netten grondig te vernielen. Imposante nacht druipt af van de met gebogen hoofd Weer in mijn kooi in het achter- doorwerkende mannen, die elkaar onder denk ik nog even aan dat u jc onverstaanbaar blijven aanvuren, grapje van de schipoer en vind 1 b De duivel danst in de u-ind, maar het met zo grappig meer. Hier m de buurt verging ruim dertig jaar W;F wÊm Zo strekt zich de nachtelijke zee imposant uit onder 't maanlicht. De toggers liggen aan de vleet en wachten op de zilveren ha ringscholen die nu naar de opper vlakte zwemmen. Het kan dan vrij rustig zijn zoals op deze stemmingsvolle foto. Maar de zware lucht verraadt dat het een stilte voor de storm is, die alle dichterlijkheid uit dit beeld zal vagen (Foto: Voorlichtingsdienst van boord van die rotboot" en „Als ffc er nu maar een minuut af kon stappen, even stilstaan, dan zou het wel weer gaan". Maar toen ik dacht aan de mensen, die me deze reis afgeraden hadden, was ik er met een weer overheen- Want ik had het toch voor geen geld willen missen, de Bastiaan met, de be manning niet, de zee niet en de storm niet. vingers, waarin het zout niet meer nieuw uit het ruim en gaan over de bijten kan door de hoornlaag, roi- sS5ï?2?} stuurboord zee in, be- jpn egn sigaret, waarvan de geur vestagd aan de reep, die de electnsch 2waar in de neusgaten dringt. De -r-% draaiende winch uit een andere diep- schipper buigt zich nog even voor- EN bTORDJ OP ZEE heeft le wankelende logger op- over naar de radio-ontvanger. Verre weinig vrienden. Het is een uaivci UUfIs. trekt. Het zijn al weer vertrouwde stemmen worstelen met de storing, geduchte vijand, die zelf geen ver- niemand gaat opzij geluiden, die hun plaatsen innemen De vissers kruipen in de kooi voor hezen hoeft te vrezen en dat maakt tussen het trekken van het wantge- een paar uur slaap. De logger de strijd voor ieder schip bij voor- der Zwan. Hii was toen "een*"van touw en het vertrouwde „kraken" droomt onrustig, schommelt rukt baat ongelijk. Meer dan ellende en Lieftinck en scherven vie^ ,onwe zo0n* die van him mod van de romp. die de kracht van zee aan de vleet. Alleen de wacht staat gevaar houdt de zeeman er niet dei- L hor^ kr^eV Tt K L en logger beide bewijzen - op de brug. eeh beveiligende blik op over. In N ACHTER MIJ op de brug neve.r de benen dan dar ik ie naar Er staat een stevige bries uit het over het kleine boeglieht, dat nu Maar toch spreekt er een wel- hoor ik over Scheveningen- zee 2je zaan rjrip van de zoom - -- Noord-Westen, waar op een afstand ontstoken is. luidende stem mee in de storm- Radio een kapitein tevergeefs de 2j;n toch fleiaan De vierde werd stormkracht hgt boven de bon- komt zelfs niet graag bij de haven. van enkele mijlen andere loggers als Duistere wereld wind. Een stem van primitieve he- staring overschreeuwen om aan zijn ambtenaar en kwam m het heem derd kilometer per uur. In dit af- „ten baan aan de wal", zegt Job donkere plekjes liggen te steken in A,r,c ™ïek. die rechtstreeks uit de oer- reder te vertellen, dat zijn vracht- „„v it.stompend geweld, waarbij de tem- Verheit, die 24 raar is. Dat zeanen de kil-grauwe zee. De wind draagt II avujnd is verrassena snei tijd komt. Het is meer opwindend booj niet meer vooruit komt en een overmaat van fijnverdeeld iis- gevallen. Rond de logger is de dan beangstigend om een klein naar Huil zal afdraaien. Naast mij water mee, dat zich glimmend aan were3,d duister verkleind. Ver v, _g schip daar zijn krachten mee te grijpt schipper Van der Zwan zijn hout, staal en gezichten hecht. Maar - "et- horizontale 'in,, uti.iu laai. TT j geleden de vader van schipper van V de voedingsraad, afd. Vu) der Zwan. Hij was toen een van de vier jonge zoons, die van hun moe- Dit is mijn vierde teeltzegt Job Verhey met wie ik in gesprek raak en ik hoop, dat het mijn laatste is. De foto van zij-* verloofde, die hij verbeelding zijn. want aan geen in zijn kooi heeft hangen is een van peillat valt het af te lezen. Maar die de redenen. Zij voelt er niets voor indruk geeft het toch zeer beslist, om. met een zeeman ie trouwen vaak thuis met de opmerking hoop dat het kantoor vannacht af- iil'im iJVOP' CU .ciiltilicll I1CLUL. iYiaat ij voor de tijd van het jaar is het nog Y S .9nrusH£e redelijk weer. Wat op de Noordzee ^ohlen, gevallen ster- in November redelijk heet, zou u waarschijnlijk haastig achter de ka- g0^ w°rden g chei jagen. - Het kan, wachtende op de haring, die ny Gesrhntpn Tn*>f vlir+ in scholen naar de op. Duescnoien met vnjr pervlakte zwöntt ]fS E GROTE MOTOR, die in de in het najaar vrij rus- machinekamer de tientallen tig zijn op een log- zuigers haastig op en neer dreef is ger. die de rest van een half uur geleden gestopt, de het etmaal trilt van schroef na enkele aarzelende slagen het motorgeweld. uitgedraaid. Schipper Arïe van der Maar vroeg die Zwan staat op het voordek bü het Woensdagavond al kleine roer; de zwaarste man aan stijgt het geluid van boord, zowel letterlijk als figuurlijk, de zee uit boven de De matrozen bij de schietrol be- monotone sleur, waar kende gezichten onder de schuin- men na een paar da- staande klep van hun haringpetjes gen al niet meer op hebben geroepen: Als het de let. Ket schip wordt schipper belieft! En half verwaaid hoger opgedrukt, valt kwam uit de mond van de schipper dieper en verder uit langgerekt terug: Paaie maaaaarmr, het evenwicht neer, op hoop van zégen!!! Sinds dat ogenblik zijn allen aan dek in be weging geweest; de gedrongen vier kante gestalte van stuurman Simon Taal haakt het ene net na het an dere aan de reep, de belde oudsten (jongens) bevestigen tegelijkertijd de witte blazen, waarop de vleet ligt niet zo zeker drijft in het driekwart duister on- meer, Er komt geluid der het dek. leidt de reepschieter Piet Den Duik de zware kabel, die hij bij het halen de vorige nacht in kringen om zich heen heeft ge legd, gevaarlijk werk, waarbij een ongeluk tot de waarschijnlijkheden behoort. Wordt de wind iets jetier of valt het nu pas op, dat het dek in alle richtingen rijst en daalt? Alles is nog bij het oude. Kilometers voor het schip uit drijven nu de honderd- tien netten, die rechtop in het wa- ter staan. Het einde van de reep koffiemok langzaam, wordt aan de bolder op <de voor- naar de rand schuift. plecht vastgesnoerd. De luiken gaan dicht, de matrozen dalen een voor een het loodrechte trapje naar het vooronder af. Een koud leeg dek. Sneller overschietende elastisch rek kende wolken. Een vuil zeetje dat wat van plan is. Die woorden in het voorbijgaan, blijven in de oren hangen en wor den even later tot een gedachte: „Een vuil zeetje dat wat van plan is". Overigens alleen het constate ren van een feit. Want nog altijd weet niemand aan boord van de Bastiaan, dat een daverende storm wal gebleven, wend- Misschien is dat toch met^zo onverstandig geweest. I)r Bastiaan werd In 1917 gebouwd en tien jaar lang zwierf een bemanning, waar van de namen nu vergeten zijn op zeilkracht over de visgronden, de groene haring hoog in het Noorden (bij Schotland) ieder voorjaar ontmoetend en daarna steeds Zuidelijker achtervolgend tot meestal rond de kortste dag van het jaar in het Kanaal de teelt voldaan was. Een en dertig meter lang Is de Bas- traan, die in 1927 zijn motor kreeg, en nu een 240 p k. Werkspoor in de machineka mer heeft staan. Tot het voorjaar 1952 zün er onge twijfeld avonturen genoeg ge weest aan boord, maar nie mand heeft daar veel van gehoord want Scheveningse vissers zijn k'irt van stof en houden niet van onhef. Hoofdzaak ziln de van's'en cn die staan iedere dag nuch ter in de vl«=secijTM»r?chten De rest is althans aan de wal stilte. soms met een droge klap. die nasiddert door de romp, In het achteronder gaan de oliekleren aan de ha ken, steeds sneller heen en weer, de kooi ligt niet zo zeker meer, Er komt geluid van alle harde voor werpen, die niet spij- kervast aan boord zijn. Je merkt paa goed wat er aan de hand is, als je uit de kooi komt en de hand haastig houvast zoekt aan het trapezium vormige blad van de vaststaande tafel, waarover een lege jzaam jhuif t. De wind neuriet diep uit lijn keel, het ach terzeil draait met een vreemd klagend ge luid cm de mast. Er is een overmaat van geluiden niet te schei den, zolang je bene den blijft, Van de meeste is de oorzaak niet aan te wijzen. En op het zelf- zien meten, een tijdeloos duel tus- de ogenblik dringt het duidelijk sen de mens en de elementen. Kust door: dat iedereen aan boord alleen en kalender hebben hier niets meer is bij een storm, en met zijn ge- mee te maken. Homerus eu Melvil- dachten aan de wal. Ie vingen hetzelfde onder; andere Dat Hit ctnrm Jc woorden. Iedere storm waait van «ratf». merk ik ah ,k met nweite «r5le beSln nB,r hEt ulters,e de ijzeren treden naar het dek op ^}v(ei2v?^e i.raP3e blijf ik ffond drie uur van die imposante geknepen vingers om het vacht van Woensdag op Donderdes, knokkels wit om het stuurrad, be- door. Het boeten van de zwaar be bij Het binnenhalen wan de rleet ts een zwaar werk. Van top tot teen gepakt tra oliegoed irefc- feen de plannen het geuulde net binnenboord (Foto: Voorlichtingsdienst van de Voedingsraad, afd, Vis) jI I j1.8" ?e schoongewaat- mi her. nooduieer alle elementen van velen schreeuwend, die de wind schadigde netten komt er H3 P®. tof-gec slingert nu fltal haalt, zie ik uit welke diepten verscheurt. Hij heeft ai zijn kracht V«R het etmaal tot de nok Ze zim zo. dat de grote sterren in paniek ttu, zilveren haring moet worden nodig om de logger zo bij te stu- v'°-l wat gewend deze vissers en gaat. le J' vw !a ,gs dc rec.ht" gc/iaaid, hoe hard hef brood is, dat ren. dat de netten tenminste nog boe de zee ook tekeer s7a AJr.®o^ei?rnv-ei} S de ««sera op de. wrede .zee ver- heel aan boord komen. Het loon boudt de bemanning, de paar uur die «lijn Opivaaitse blik omlynt. dienen. De storm die nu met regen voor al dit werk aan boord, dat die daar voor overblijven niet uit Op het gladde dek gaan mijn geselt is nniwelijks te overschreeu- een slaaf zou weigeren, is ook d(t- de vermoeidheid staat ogen wijder open. Met een sty- icen. In alle mogelijke en onmopedaar borg voor. g'end geluid giert de wind langs de Ijjke sta radera helt het dek. De maal mnil. Er zit practisch geen opbouw. De diepzwarte zee is ho- schijnwerpers aan de brug, de aan haring in de vleet. Na een goede De slapeloze nachten zijn voor de stompend geweld, waarbij de tem- Verheydie 24 jaar is. Dat zeggen vuuuaciiT ar- P«ratuur bovendien nog snel daalt, er wel meer aan baard, nu het brandt" "Maar hei kantoor 13 de rest van de vleet gehaald, zijn einde van de teelt nadert. En dat staan en de jongste zoon is aan de de netten geboet en wordt er weer is helemaal niet zo wonderlijk. De jongste zoon is aan ae geschoten_ We hBbben het vandaag meesten zijn bij de volgendc be is dat toch mpt 7n dertien mijl Westelijker gezocht en ringrace weer present en herinne- eesf liggen nu nog dichter onder de En- ren het rich nauwelijks meer. Er gelse wal. Die reis de Bastiaan moeten ergens op de zeebodem een TV Zwan ver- haalt ruim acht mijl ,per uur paar sterke magneten liggen, die •LitI v - Dmsc agmorgen. En voor waarbij de motor zich op volle met de opening precies op de vis- iedere visser aan boord yan deze en kracht mat met de veel sterkere sersplaotsera langs de kust gericht andere loggers heeft dit verhaal zee, is geen pretje geweest. Het zijn. t een oekende klank. Invrmvei aede- maakte de Bastiaan tot een heksen- re Scheveningse facme heeft de ketel, maai' zelfs die herinnering "Vleet aan flarden Zee levens geroofd. En het is nog vervalt snel in de eindeloze nacht altijd geen verleden. Bij de vorige Van Donderdag op Vrijdag, die een \7AFT de rest van die Vrijdag logger overdreven reprise van de voor- V staat me niet zo heel veel meer fan S™!! Sw°%f' ®ve"; gaande blijkt voor de geest. Ook de storm heeft heeft een sleurelement. het werk ging hem ooit weergezien. jc verliest tenslotte ieder besef door aUes kon gebeuren maar De storm neemt toe in kracht. v?u l|J« en dag. Er blyven maar gebeurde niets bijzonders. Halen, Over de radio boren we dat een houvasten: schieten, halen, steuren (de haring wordt alleen in logger in de buurt zijn schroef ver- «cht of duisternis. Niemand aan het begin van de teelt gekaakt), loren beeft. De bijzonderheden boord,komt tijdens een reis uit de boetep. eten, slapen, schieten en daarover gaan steeds in tweevoud kleren, die zonodig dij de rood- weer halen, dat is het leven aan doop de rumoerige aether gloeiend staande kachels m voor- en boord, dat niet overloopt van ze- achteronder waar het licht altyd zelligheid maar toch een eigen Faustus en de rest ®rIandt- worden arooggeschroeid. rfeer heeft. Ik heb nog bij de sloop H®1 'ÏMV °m ^teugen even vaorT^Il d", dIR SdenL het NriSlnndl -ïSfi P^" %n nauwel^ks -?f niet e,e> £.og an" nood voor de Bastiaan nog eens keteuren war S,fwÜ records zyn gcmaaktdie ner- werkelijk aan de man mocht ko- Keie uren voor de natuur al haar gens genoteerd staan. En het onge- Txi&n Dit leek me ook- veen geweld ontketende, de oefenwed- ricf, de koude, het gevaar en de voor een sioep. maar ze zessen dat strijd tegen F. C. Saarbrucken ver- doorlopende scheiding van het ge- her meevalt Öok dat brtCvUifei ik. loor. Maar vóór alles was het. toch. zin nogdaargelatenTdie uren we- meealt- ?oSc dat llc" de week van de „Faustus", die bij gen zeker zo zwaar als de zwaarste- De schipper zei dat je toch al- ±ioek van Holland door de beman- aan de wat. tijd zwemt, hoe koud het ook is. mng werd verlaten, door het Noor- Hij kan het weten, want in 1543 derhoofd van de Nieuwe "Waterweg Er is geen harder beroep dan dat liep zijn logger op een mijn en hij werd geslagen, zonk en het scheep- van visser zelfs by redelijk weer, lag in zee voor het tot hem door- vaartverkeer op Rotterdam lamleg- maar als je ei- niet deze mensen drong. Ja. verhalen-worden er tus- de en daarna vertragen zou. Een. over praat, zeggen ze: „Toch ben Sen de bedrijven door toch nog wel gordel van stormen joeg uit het je op zee vrijer". En hoe ze dat be- verteld. Hoe stuurman Simon Taal Noord-Westen over zee en land om doeien begrijpt iedereen, die wel gevaren beeft op de koopvaardij, j? een diePe depressie in eens aan het strand geweest is. Over de Duitse loggers, die ook op Oost-Europa te gaan opvullen. Veel Die Donderdagnacht staan ze weer Zondag vissen. Over de Alkmaar grotere schepen dan de Bastiaan aan de vleet. Over de storm is die die spoorloos verdween bij de kust vluchtten, havens aan de Engelse twee dagen weinig gezegd, maar van Noorwegen, en daarvoor al kust bunnen. In de Middellandse wel over de slechte vangsten. p,Met eens op zijp kant de haven vnn zee verging een schip, in Wenen één schot kun je getroost zyn" is IJmüiden was ingesleept Verhalen maakte de storm slachtoffers. Over als regel de slotopmerking van deze bij de vleet. Als iemand noe een-? Scheveningen radio klonken de gesprekken. eeJn uiiiea van die uitdrukking stemmen met nauw bedwongen pa- En het wonderlijke van deze ha- verlangt, kan ik nu ook miin mek -Weerkundigen aan de wal. dia cheluke Donderdagnacht 15. dat on- tyd hadden voor statistieken, heb- danks het stormgeweld, de haring ben in die onrustige Novemberdagen toch de hoofdrol speelt op het cno- Zaterdagmorgen was de storm nagerekend, dat dit de zwaarste ment. dat de eerste netten met ae u*3* geluwd maar het bleef kwaad storm van de afgelopen 25 jaar was. grootste moeite over de rol worden u'eer. Opnieuw was de vangst ver Ik weet niet of de Bastiaan door mS«haald. beneden de maat gebleven. In deze de zemth van die storm voer. Waar- Hoe is het met het eerste net? "Jd van het jaar wordt met lasten aan moest dat vergeleken worden' Slecht? Maar dat zegt nog mets. gerekend, De Bastiaan had na een Ik weet wel. dat de logger op zee Hoe 15 het met de eerste tien ^"eeb zwoegen nauwelijks vijftig bleef, eert zestig, zeventig mijl Wes- nGtIen7. Practisch mets. Hoog- kantjes aa^ boord (een last IT telijk van Scheveningen, een dertig stens eén kantje. By het halen wordt kantjes; een kantje negenbon- myl onder de Engelse kust. Aan zc"s deze storm tot décor, maar het derd haringen). Na een paar «et- naar huis gaan dacht niemand Vis- 15 €en levend decor. Het gaat zich *en )vas het al bekeken. "De vleet sers gaan van een gegeven uit steeQS ruwer met 't spel bemoeien werd losgegooid om er langs te ze blijven dat onder alle omstan- en als de van§st weer slecht bhjkt ?aren en wat men venvachtte bleek digheden trouw: ze zyn op zee om ei1 d,e nGtteïl «wart m plaats van Iater oo de mid-dae maar al te haring te vangen, storm of geen verzuyera op het dek komen, staakt waar. van de nog maar nauwelijks storm, het schieten en halen gaan nien het halen opnieuw. „Met één honderd netten, waren er tenmm- goed schot kun je getroost zyn". ste zeventig te zwaar beschadigd Men gaat er meer en meer aan orP aan boord te kunnen herstellen, twijfelen aan boord van de Bast:- bfaeht de reis zeer onverwacht aan. Dit belooft een lange moeilijke einde. De blazen gingen m het reis te worden. Toch blyft de stem- i'eeoruim. het dek werd schoonge- ming goed. Toch breekt de humor maakt en Zaterdagnacht stoomden af en toe onverwacht door. „Met voor de zich nu geleidelijk een goed schot, kun jc getroost matigende wind naar huis. zyn". Eindeloze storm Ti E storm het auel met gèr gerezen in het valse licht rond de kabel rukkende lichtpunten bo- teelt hebben de haringscholen on- jro,irtHfn iu.de kleine huizen achter /^IJD^GMORrjFV- n«> 7t»irda de Bastiaan verlóren- het schip, de golven lopen in heu- ven. het dek verdelen het schyrasel de Scheveningse haven, ook nu oe't- V „„i,j zeilde veis uit onder de achtersteven, vreemd en geven aan de grote scha- diï 9 °"der de licht passer van de de v«^tar maar wraa^ genomen op de Het water slaat nu van alle kan- duwen een eigen leven. Ik heb de donkere waterwegen, die memand mmnorera. Die rnurfore» is op de ?e afSaJen hoe lana' een«n™S vleet. De zwaarste reis van de ten hoog over de logger, die aan Vliegende Hollander nooit gezien ooit gezien heeft. Basnaait niet te eten. Het enige dxu-cn kan Morgens U teelt was tevens de slechtste de rollers klimt voor een altijd rnaar zo moet het daar aan boord Plotseling keert de schipper zijn komt tan de andere loggers. L,. 7 g J siecntste onderbroken val in waterda- ^weest zijn. Spookachtig, op dc breod gezicht met een grijns naar ,.?'!L^rflars.U.'.'9e- Vannacht waT ik dat m alle n": geweest. Maar dit vergat men, mij toe en roept: „Dat zou die Lief- op^e^stijgen^en t^^o'ren Sfn "hura _,ngen. §eco"i!nneei'de schokwerk toen de logger haastig thuis- nroon „„T,„nT „,^r ynms „aar '!C'«en. dlff len van een seconde, een val. mrad van de tyd. gestalten in het waarin de ligging van de romp laatste vale licht. 7.ich weer o.venvacht w.jrlgt, Tttssen ie felle reaenstrepe„ op de Uock eens moeten iüen. misschien "«Th W,Ide rust hebben7*de"ma:ï Ik sta nog altijd bij de deurope- ruiten van de stuurhut door, zie ik werden we dan wel vrijgesteld van J JJj' Bhu?- genoeg van. Ik had net op de ach turig en kom met verder dan een de vissers staan tn hun lompmakend belasting." a,,? on dt terkant v blik om de hoek. waarbij de wind oliegoed, de Zuiü-Wester diep ooer -- -aa" op Kaart kaa «-orden na- ,wn waarby de wmd oliegoed, de Zuid-Wesfer diep over Misschien is het de lach. die mij gemeten. Ergens tussen hoop era een 1®zen- '10f pütig de berglucht :n op volle kracht in mijn gezicht de ogen gedrukt Zij hebben alleen LJrTJr J\ Arosa wel is en hoe blauw de zee slaat. Er is mets te doen aan het de on^We Wilskracht nog even minder op myn qui vuve spoelt voor het zonn^e Menton! tot uien re opnieitto ontwaart. stoomde. Een visser heeft twee levens en ver voor de logger an een oud weekblad ge- uit gingen de gedachten op de wal aan. Naar de vrouw, de dek dan kou lijden. Weer in mijn gemeen met de mannen, waarmee maakt. Rechts in de hut raak ik kooi, met mijn oor niet meer dan ik de voorgaande dagen gesproken mijn evenwicht kwijt met een door een meter van het geweld van de heb oweT rara volmaakt onbelangrijk - zee. hoor ik hoe scherp de logeer schijnende zaken. Met hun rug hard g pa.sen uitgestelde val Aan de andere kant van de krant, waarop een stuk brood en eer» Kokend op koud vuur Ji? Vefhey3end e kraakt. De Bastiaan is begonnen vastgedrukt tegen de kribben aan ik naar links geslingerd, krijg een T~\ONDERDAGMORGEN kookt de zicht zicn^d.i^hi^zich1 oolTrJe" lek- aan een verdedigend gevecht voor bakboord staan de zes matrozen prompte retour van een nieuwe golf zee op koud vuur en naarmate ker voelde. Niet zeeziek, maar kat- ziin 141 tr»n en de zestien mensen aan de netten door anderera tos- en vlie„ weer -echts met miin de dag vordert gaat de op een bior terig, dat ergens op de grens liet, aan boord voor wie hij het laatste gehaakt van de reep, dip nu weer gezette poort van de hel langzaam maar waar geen zeeman aan toe houvast is in honderden vierkante indraait om de «ranch. Uren achter- scnouaer aoor een run. i.ie sen er-, lijder open. Dat de zee als geheel geeft. We zeiden geen woord Ik mijlen Waanzin. De storm zal meer een gaat het shaken .(schudden) ven vallen neer rond het vyftienja- gaat rijzen by zwaar weer kan best dacht; „Wat doe ik eigenlijk 'aan wennuBc van oiizeKerneacri. cn dat ------ -- --- "«t wc «e is vooral in een dergelijke storm sP°elt v<w het zonnige Menton, kinderen, de gemakkelijke stoel geen geografisch begrip meer. de„„kr3"E' bij de kachel, naar het kleine feest, dat iedere thuiskomst toch weer is. Al duurt het mgar kort. Al gaat men soms na 48, soms na zestig uur al weer het zeegat uit voor een nieuwe reis.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1952 | | pagina 5