EEN STAP VOORWAARTS wmsmmt Onschuld op schoolschoenen Een beetje Verrassingen en nog iets O SPROETJE SPARKS «i "door FRANK 'GODWJK üreN VAN - KAPITEIN ROB door JOSEPHINE TEY DinsrhtE 26 maart 195-7 HET verdrag o%er de Euromarkt. dal gisteren te Rome is getekend door dc ministers van Buitenlandse £akcn der zes landen van klein Europa, is geen meesterstuk. Hei is- een compromis, met meer tegemoetkomingen aan Frankrijk, dan wenselijk ware ge weest, Er mag intussen de aandacht op worden gevestigd, dat dc in de tekst van het verdrag aangebrachte wijzigingen niet onbelangrijk zijn. Dc meeste van deze wijzigingen verzwakken de strekking van het verdrag, klein Europa zo ongeveer tc beschouwen als een vergroot Frankrijk, oi •tellen andere voorbehouden tegenover de Franse. Men mag van de inwerktrediug van het verdrag in elk geval geen wonderen verwachten. Er is geen sprake van, dat de douane meteen zou kunnen worden afgeschaft aan de onderlinge grenzen van de deelnemende lauden. Waut naast dc voorbehouden zijn er ook overgangsbepalingen. De volledige Euromarkt valt past over een jaar of vijftien te verwachten. Nu beeft minister Erhard in de Westduitse Bondsdag de hoop uitgesproken, dat het in werkelijkheid niet zo lang hoeft te duren. Het was ccn op-, merkelijk geluid van deze realist, wiens bezwaren aanvankelijk als haast onoverkomelijk golden. Het verdrag is te perfectionistisch, zei Erhard, en verraadt ook te veel vrees voor concurrentie. Maar anderzijds betekent het «cn stap in een richting, die voor Eutopa de enig mogelijke is. Verheugend was ook, dat de Duitse sociaal-democraten het verdrag ble ken tc steunen. Zij zijn tot dusver niet bijzonder Europees gezind geweest, in hoofdzaak omdat zij daarvan ongunstige gevolgen vreesden voor de ver houding met Rusland en een bemoeilijking van de hereniging des lands. Zij zijn nu echter wel gaan inzien, dat de Russen Hun eigen spel spelen. Id zoverre hebben de jongste brieven van Boelganin misschien wel een voor de Sowjct-lfnie averechts effect gesorteerd. I N elk geval staat vast, dat het Duitse parlement de ratificatie niet zal weigeren. Ook voor wat dc Beneluxlandcn en Italië betreft, lijkt dat gevaar niet'groot. De Nederlandse bezwaren zijn geenszins verdwe nen; maar afgezien van het feit, dat tegenover die bezwaren ook voordelen staan, die geleidelijk tastbaarder zullen worden, ligt het wel in de laatste plaats op de weg van on? Jand, deze stap naar de Europese integratie te helpen mislukken. Voor zover er reden is tot twijfel, geldt die de houding van de Franse Nationale Vergadering. Wat dat betreft, is de situatie opnieuw als ten tijde van de Eurdpesë Defehsiegemeerischap, voor de Nationale Vergadering die cm. hals bracht. De auspiciën lijken overigens ditmaal beter. Het is buiten Frankrijk als een bezwaar gevoeld,- dat de tekst van het verdrag, vooral oorspronkelijk,'eigenlijk meer beoogde aan de Franse bezwaren tegen,de Euromarkt tegemoet te.komen dan deze Euromarkt fors en moedig meteen zoveel mogelijktot een voldongen feit te maken. Voor Frankrijk kan dat echter voor het ogenblik een voordeel zijn. Wel hebben Hollet en Pineau een flinke scheut water in de Franse wijn moeten doen; maar het per fectionisme, waarover minister Erhard klaagde, is toch in feite niet andera dan een naar Franse aard uitvoerig en gedetailleerd treffen van regelingen van allerlei aard om te voorkomen, dat Frankrijk op bepaalde punten aan het kortste eind zou trekken. Zo heeft de Franse regering ook nu nog alle gelegenheid om enerzijds een grote. Europese .geestdrift aan de dag te leggen en anderzijds te be togen dat het met de gevolgen van de integratie zo?n vaart niet zal lopen. Het gevaar schuilt ditmaal vooral in het slechte humeur van de heren afgevaardigden, waar Mendès-France. die ook ditmaal tegen is, vorige week dankbaar op hééft-gespeculeerd..De vertrouwenskwestie is intussen gesteld; we zullen het resultaat deze week weten. EEN meesterstuk is het verdrag niet; het ja alleen een begin. Een consequent en voortvarend verder gaan op deze weg kan tot een krachtige versterking van West-Europa Jeiden. Helderder dan misschien hier en daar in West-Europa zelf ziet men dat te Moskou, waar men over de ontwikkeling allesbehalve geestdriftig is en de F.uromarkt voorstelt als een soort vijandelijke daad. Doch de stem van Rusland maakt tegenwoordig weinig indruk. In de Italiaanse hoofdstad, die gisteren vlagde in verband met de onder tekening vau het verdrag, heeft men de dingen wel goed aangevoeld. Be langrijker dan de economische betekenis van het verdrag i« voorlopig de politieke. Klein Europa wordt inplaats van een vaag begrip nteer en meer een. stuk realiteit. Ondanks alle nationale tradities en misverstanden begint er' aan de oostelijke oever» van de Atlantische oceaan iets zichtbaars en tastbaar» zich af te tekenen: een gebied mc^ evenveel inwonpr» als de Verenigde Staten en niet zoveel minder dan de Sowjet-Unie, welks landen zich opmaken hun hehben en houden bij-elkaar te leggen in dc overtuiging, dat ze beter gezamenlijk kunnen huishouden dan io» van elkaar en vaak tegen elkaar. v OF de ijzeren dèur stond: voor vreemden streng verboden! Maar ik ben er toch door gegaan en kwam toen in een grijze ruimte, die aan het binnenste van een kasle-cl deed denken. Een kasteel waarin vreemde dingen gebeuren. Aan het plafond hing aan een lang touw een gouden kaarsenkroon, eert meter of wat daar vandaan.- een rode jeep, daar tegenover eenroze kermiskraampje, waarin je allerlei lekkers kon-ko pen. Een roerloze dame en heer, ge zeten in het hoogste koetsje van de z weef molenk wa men er rakeli n gs langs. Ze zaten zeer rechtop, terwijl enkele meters onder hen het tweede koetsje, eveneens meL dame en heer, volgde. Op de grond stond een draai molen met een kip, een 2\varte zwaan, een koe en een paard. Op de voorgrond, opzij van een brug, lag een boot voor anker. Daar op las ik- „Belle Arabella", Een man hing de was op: een smal 'gepijpte broek, een gestreept shirt. De was van één van „les Frères Jacques", -: Er waren met bloemen begroeide prieeltjes en er liepen brandweer mannen, de helm in de hand.-Mooie kerels met zwarte, smalle snorren; rechte kleine neusjes en een rode gordel om hun middeL Ze zeiden niet: „Wat doet u hier?" Ze bekeken de draaimolen en de boot, ze'liepen over het bruggetje en -stonden be langstellend stil voor een pop met een gazen, rokje en vleugels. Een blond meisje in bikini en net kousen, alles met bloot en ge bruind door de hoogtezon, kwam een trapje af, wachtte tot een jongen met een mand revolvers haar zoende en ging weer terug. Ik liep haar na en vond zo de kleedkamer van „les Frères Jacques". Ze hadden er blijkbaar met z'n vieren één, met hun verzamelnaam op de deur. - 't Was een grote en ze keken van allerlei affiches langs de muren en zelfs van een enorm schilderij op me neer. Behalve een grote spiegel, waarop gelukwensen en telegram men o.a. van „Votre petite soeur Lucy" een tafel, waarop telkens vier stapels verschillende hoedjes, een pak watten, een doos met-snorren; een lege fles wijn.- Achter een gor-- dijn: vier washandjes en vier hand doeken. Verder niets. v' 't Was zondagmiddag. Toén ik het „Theatre de la Porte St. Martin" binnenging, stond er buiten een lan ge rij te wachten want de nieuwe operette „La Belle Arabelle" met ..les Frères Jacques" en muziek van Guy Lafarge cn .Pierre Philippe, is een erkend succes. Terwijl ik in die grote halfdonkere kamer naar de decoratieve broers op de muren keek, drong ineens 't ge luid van het publiek in de 2aal naar binnen. „Attention", zei een stem, „dans un quart d'heure." Ik zag een microfoontje boven de deur en wou gauw teruggaan naar 't toneel, maar er kwam een aardige jongen aan. Hij droeg een - witte trui, een smal gepijpte broek, had 2wart haar „cn brosse". Hij stak me de hand toe en zei: „Paul Tourenne", één van de Frères Jacques. Hij is toen zo'n beetje mijn privé „Frère" geworden, want hij zorgde dat ik in, of naast het hokje bij de man, die de lichten en 't geluid be diende, kon staan. Je kon daar door een raampje kijken naar de zaal. een zee van gezichten, gevat in rood fluweel. En door een ander luikje zag je een stuk van 't toneel. Naast 't hokje stond je tussen de.coulissen. „Attention", zei destem,„dans cinq minutes." M'n privé „frère" wierp me een kushand toe. „Tot straks", zei hij. Een stoet heren met jasssen aan en hoeden op, sommigen met mu ziekinstrumenten, trok langs me en verdween via" een trapje in. - de diepte. Er was een oude dame bij met een paars lapje om 't haar. Ze droeg een vioolkist. De laatste was een forse heer, die tegen me riep: Bent u 't, die uit Holland is gekomen om over Vier malle jongem, ko op liet oog. Maar serieuze werkers in waarheid, die maanden over één liedje doen. V.l.n.r. Francois Soubeyran, Georges Beltec, And ré BelJec en Paul tou renne. MDAT- het nieuïhe 20 langzamer hand van televisie al is en de tijd om selectief, te kijken gekomen lijkt te zijn, schakelden we' ons toestel gisteravond om _uü£ voor hal}., tien in. Na de eerste twee filmpjes in de seeks „Muziek uootfu" gezien te.heb" ben, hadden we aan'het derde geen behoefte meer. De ,J?roef opname" zinde ons.om louter persoonlijke re denen-niet, maar de eenakter van Tennessee Williams hodden toe prang willen zien. Het heeft niet zo mo gen zijn. Hetf programma was ge wijzigd, we gen van „Portret-van -'li vrouw" alleen nog de laatste 'scène. Dergelij- ike :7: ingrijpende programma-wijzigingenwaarbij men r er in Bussum van uit. gaat'dat. de kij kers toch wel de ganse avond aan hun toestel zitten, zijn op het ogen blik we he b b en immers t>tiz en et* avonden per week niet verant- cord meer. We trillen. er de AVRO echter niet hardom' vallen, want er stonden een paar prettige verrassin gen tegenover. Mr. Hilterjnan toonde dok nu. met z'n praatje over de Euromarkt, weer een uitnemend te levisie-commentator te zijn. 'Een men, dte rustig en toeh over tuigend spreekt, wie dat spreken ge makkelijk afgaat en die zich ge draagt of zijn bureau bij u in de huiskamer in plaats van in de stu dio stond. De tweed® surprise was de recht streekse reportage uit het Amster damse. „Carré", waar Charles Trenet oude en nieuwe liedjes zong; Voor ons is Trenet beslist niet de groot ste der Franse vedettes, maar toch is Het -nog altyd eeri' genoegen haar. hem te luisteren- Niet al zijn lied jes zijn even geestig, ér waren ech ter- een paar bijzonder aardige, bij. Wat is de televisie o'verigens gena deloos voor artiesten, die zij in close-up op het beeldscherm brengt. Heel kijkend Nederland weet nu, dat de beroemde Charles Trenet tijdens zijn optreden: .zeer nerveus- is; dat ieder spiertje van z'n ronde gezicht, mee huivert als hij zingt., - H. S. i IEDERE dag kunt ge deze weken in. Hilversum namen horen van artiesten, die van de ene naar de andere omroepvereniging overstap pen. Meestal zijn die „overstapjes" betrekkelijk. Het is immers de ge woonte. dat acteurs en cabaretiers die aan bonte programma's meewer ken, contracten sluiten voor een sei zoen. ons te schrijven? Oh, merci, eest trés bien." ~e-j Dat was. de chef d'orchestre en pianist Pierre Phillippe.- Feitelijk de vijfde „Frère Jacques". „Attention, dans tróis minutes!" In,het, kasteel .wordt hard gewerkt.. De jeep. komt omlaag, iemand pro beert de deurtjes. De geluidsman draait aan een knop, ik boor het ge-, borrel en geplons. van water. Een meisje in een glimmend badpak komt naast me staan en bekijkt zich In de smalle spiegel. Voordat 't tot me doordringt staat ze op 't toneel en praat tegen een oude heer in. een enorme rode stoeL Door *t luikje kijk ik recht in de zaal: men zit aandach tig, 't is dus opeens begonnen. De heer blijkt een detective, het meisje is Domino, schutsengel nr. 27 en ze hebben 't over iemand die vermist is. De jonge dochter van de graaf. Maar net als ik besloten heb toch. maar buiten 't hokje te staan, omdat je dan beter ziet, schuiven de heer, de stoel,- de domino, plus 't.stuk to neel, ratelend mijn kant uit,«tot vlak naast me. Opeens komt or -van alle kanten Jicht en muziek. De draaimolen, de zweef, 't rad van avontuur: alles is omlaag en irt ver lichte glorie. Van twee kanten ko men lieve meisjes, plus de broeders Jacques, in jakken en broeken met zwarte petten en witte handschoe nen. Ze zingen: ,.?a toume, ga tour- ne, ga tourne..." En 't lijkt alsof hun stemmen, net ais hun vingers dansen, 't Is een meeslepend, intens vrotijk geheel en de draaimolen, de zweef, 't rad van avontuur: alles draait. „Ca tourne, ga tourne..." Maar 't volgend moment is 't weer allemaal voorbij en ais 't scherm zakt, gaat alles de lucht In. De vier broeders Jacques staan in 't gangetje naast Domino. Ze kus sen haar op dc schouder. Eén voor één. Ze lijken niet op elkaar cn toch zijn ze eender. Een is klein en ten ger, een vrij groot -en breed, twee zijn daar tussen in. Drie hebben snorren. Ik herken alleen m'n privé „frère", die een arm om me heen slaat en zoetjes vraagt: „Ca va bien?" "Waarop de anderen me de hand reiken, namen prevelen en vragen of ik 't bier wel goed kan zien. Maar dan springen ze weg en 't moment daarop ziet het publiek hen in de ..Arabelle", in het roefje. Ze zingen zacht, en vredig. Maar dan komt de plons, 't gebor- rel van water, en zc springen met z'n allen naar het dek. „Vrouw over boord!" Naast me verschijnt een soort kik ker-man. op groene rubber voeten. Hij heeft een bolhoed op en een ge streept tricot aan. Hij neemt een slok uit eèa glas en hipt naar vo ren, *t toneel op. Iemand smijt een matrasje naast me en de kikkerman smakt kert daarna hierop neer, de Hoeden en snorren zijn de voor naamste. steeds wisselende, attributen - van „les Frères Jacqües". Hier ver- - halen ze, met witte handschoenen aan, yart- de kat z'ii staart, die ze maar steeds niet te pakken krijgen.; benen in dé lucht. Maar niét. nadat hij bij z'n aftocht de slok water met groot gebaar "over 't toneel heeft ge spuugd. Hij'heeft namelijk de dren kelinge geréd. Die ligt nu op de „Belle Arabelle" en wordt door de .Frères Jacques" tot leven gewekt. Ze willen haar alle vier tegelijk warm wrijven en ze zingen lief en teder „Petite amie sauvée des eaux". Op die koesterende maar altijd'.man nelijke en onconventionele manier zoals zij dat kunnen. Een en ander helpt; de drenkelinge (en het is een mooie jonge ook) dartelt de volgende morgen over de Ara belle. Blond, mollig, op minimale groene schoentjes en met een groen schortje om de minimale taille. Ze zingt als een leeuwerik. Terwijl alle broers, vlijtig strijkend, wassend, huishoudend, verliefd op haar wor den. Om ellende te voorkomen, pro beert hun speciale schutsengel Do mino deze onheilstichtstcr te ontvoe ren,, nadat Chou, zo noemen ze hun meisje, met alle broers tegelijk .een afspraak heeft gemaakt. Maar deze ontvoering mislukt. Wel wordt Chou verliefd op een andere knaap, die in het laatste bedrijf de zoon van de graaf blijkt te 2ijn. Zodat ze fijn samen kunnen trouwen. Want Chou is natuurlijk de vermiste dochter van de andere graaf- Een kinderlijk verhaaltje, door spekt met dwaze grappen, een briga dier van politie, lieve meisjes, do pittige Domino en de kwinkelerende Chou. En daartussen „les Frères Jacques", diezich er niet met een liedje of wat vanaf maken. Ze doen bijna voortdurend- enthousiast mee. Ze begeleiden hun zingen met ge raffineerde gebaren, zo uitgekiend, aisof een tekenaar elke beweging heeft aangegeven. Ze zijn geen mo ment alleen, maar piasserïg, ze zijn stimulerend als een verovering in de lente. En achter de coulissen doen ze net zo jeuïg, gul met Schouder kussen e« dartele omhelzingen en „Chou... ga va bien?" En met hun laatste liedje in het kasteel van de oude graaf verslaan ze weer alles wat daarvoor geweest is. De hoedjes bedekt met gekleurde veren, zingen ze als poppen, waarin een speeldoos is .verstopt, met tinke lend staccato en het beetje zwevende van oude stemmen. En als het me chaniekje, dat hun gebaren en ge luid lijkt te regelen, stopt, is 't of al het menselijk leven uit hen is weggegleden. Alsof ze inderdaad' poppen zijn, versteend in een oud; kasteel. En terwijl 't publiek klapt, en klapt en men om herhaling roept, mompelt de chef-elektricien naast me: „Dat is groots." (Wordt vervolgd) Existeren was ik by Hidde. Hy is letterkundige en woont in een woud. Aangezien zijn vrouw veel geld heeft, hoeft hij niet te schrijven en ligt al veertien jaar op apegapen van eèn veelbelovend debuut. Hij broeit op de roman, Traaf het allemaal in zal staan en heeft iets van een mus, die een struisvogelei wil leggen. Soms 'lees jé in litteraire kronieken: .Hu Hid- de Ballinga èwijgt..,". Zo komt Jiy toch nog eens in de krant, „En, hoe staat het in Amsterdam?" vroeg hij bitter in zijn serreHij krijgt een beetje het uiterlijk van een Tsjechow zonderling met een tc vroeg gedoolde vlam. die nu. moe. deloos zijn. walmend pitje uitzit, „Och, getoóón..." zei iïc, naar bui ten starend. De bomen stonden om het huis als een legerdat zich verveelt. ,Ze roddelen zeker zwaar over me, hè?" opperde hij. Niemand praat ooit over hem, maar je woont niet straffeloos in een- woud. trant afstand kweekt muizenissen., „Nou nee, roddelen néé...''sprak ik. - je hoorde een deur open gaan en de hond halde binnen, een jonge herder, riiim in het vel èn glanzend van dartele voornemens. Bier in de serre, ander een mooi portret vaii Couperus, door zijn .lieve dingen omringd delicaat, aan een. geparfu meerd. bureau gezeten, Uepen ze spoedig dood. De hond rook euen aan me wilde naar zijn baas, zag er van af en ging liggen. „Maar ze zullen toch wel vragen, waar blijft hij nou met zyn roman?" zeurde Hidde. „Hij heeft iets in zijn bek", zei ik. „Wie?" vroeg hij. „Dc hond." Hij keek éven. verveeld. „O. een hagedisje", sprak hy. „Die vangt hij geregeld in hetbos...,'* Bij ging rechtop staan, rekte zich uit en keek naar buiten. „Hè, een poosje Amsterdam", i sprak hij, met een wellustige genots- 1 trilling in zijn stem, „En dan alle I kroegen af.... Trouwens, een goed ge- isprek... je mist het zo, hien Eu het i toneel... J# gaat zeker wel vaak?" JUou", zei ik maar. De hond? had de hagedis uitge spuwd en "duwde Ttzt met, zijn poot tegen het ïange, dode lijf ja, dat in een pathetische kramphoudihg rug gelings opde mat lag. Omdat het stil werd tn de serre vroeg ik: „Schrijf je nou, véél?" „Ja, maar ifc «erscheur het meest al weer", zei hy. Ach, wat .moet je zeggen in zo'n wereld....?'* Hij loees naar buiten, maar zijn bomen leken me schuldeloow. Ze stonden maar te zwijgen, op post gezet door eèn generaal die her. daarna vergat. Wel kreeg je het idee dat ze er op een. dag genoeg van kondenkrijgen an dan binnen sou den marcheren, Hidde vertrappend met al zijn bibelots en zijn onge boren proza. „De situatie van de mens, zie je.-" hernamhij. „De situatie van de mens..." „Hier is de koffie", riep eyn «rouu?, met ïiet blad binnentredend. Hidde zweeg ontgoocheld. Dé hond was weggelopen en had de hagedis op.de mat achtergelaten..als afge dankt speelgoed.- Voorzichtig hoorde ik de vrouw vragen: Je wou toch koffie?" Ja waarom?" „Nee, je kijkt zo..." Geërgerd sprak Hidde.* „Och, ik was even iets aan het uitleggen." „Sorry hoor. dat wist ik.echt niet. En omdat jullie koffie wou'n.". Op de mat gebeurde opeens een wonder. De hagedis begon langzaam te bewegen. In die hondebek had hij zich doodgehouden, maar nu, de kust weer veilig raas' draaide hij zich op zijn pootjes, keek om zich heen en vluchtte pijlsnel onder de küst. ,'Je hoeft je niet te verontschuldi gen" sprak Hidde. ,Jk legde iets uit over mijn werk. Maar 't is. .nooit belangrijk wat ik uitleg over 'mijn werk. Wil je suiker en melk?*' „Een beetje", zei it Toch geloof ik, na die hagedis- dat er hoop is voor Hidde; Een beetje. KRONKEL. BOORDE rit zuLifcneertb KJjKEfl! MeR50R0tn SCHAT Klaar haar nu DOEh wttten VAfl dêZUKahï" AFoPfcll'! 2962.Ondertussen Is de „Laura" aangekomen hij mag toch aannemen, dat de beivoners irtmïd- op de plaats waar: het 'wrak van de „Hudson", dels kans hebben gezien de bewoonde wereld te zich moet bevinden,. Bob wil zo-weinig mogelijk bereiken. Trouwens, mochten er nog oud-beman- tyd.vëi'Iiezeii eu pVobeien .dat déél van.de goud- dingheden van de „Hudson" op het eiland zijn, voorraad, dat zich nog in bet vernielde voorschip dan heeft hü er nog allerminst behoefte aan hen bevindt, te lichten'. Hij heeft geen plannen om 0p te zoeken. Rob verricht een aantal peilingen een onderzoek op het eiland in te stellen, want i met een kompas en spoedig heeft hij de plaats zo nauwkeurig mogelijk vastgesteld, waar net wrak zich moet bevinden. Ralph heeft zich al in 2ljn duikkostuuni gestoken, want hij wil graag zo kauw mogelijk een kijkje beneden de water- I spiegel némen. „Nee, dat is zó. Ik zal in ieder ge val Hallam zeggen, dat het huls leeg is vannacht." Marion deed de deur achter hén op slot en ze wandelden naar. het hek, waar Robert'sauto stond. Marion keek nog even. om. Het is een lelijk, oud huis,? zei ze, „maar: .he.t. heeft één deugd.- Het ziet er het hele jaar precies hetzelfde uit. De meeste hui zen hebben hun „beste tijd". Als de rododendrons bloeien, of de perzik bomen in bloesem staan' of noem maar op- ?lj de-Franchise wordt hoogstens het gras wat donkerder midden 'in de- zomer, maar- verder is het zichzelf. Het-heeft-gecn franje/ Waar lach je om moeder.'" Mevrouw Sb ar pe keek naar de bloemen die Nevil zelfs óp het bor des had gezet.'- 'J-"/V; „Het Is geen gezicht*. Dat smerige, oude huis met dié mooie bloemen, Het ziet er zo versierd: Uit," virid ik." Ze stonden lachend bij: elkaar, het huis met zijn misplaatste .decoratie op de achtergrond. Toen sloot Marion het hek en kon hun reis beginnen. Toch kon Robert het niet vergeten en die avond, voor hij met Kevin bij de Feathers in Norton ging dineren, belde hij de politiepost in Milfcrd op om hen eraan te herinneren dat het buis van de Sharpe's tot de volgende dag leeg zou staan. „In orde, meneer Blair," zei de serge&nt, „wa zullen ar op de ronde rekening mee houden. Dan maken we het hek wel open. Ja, we hebben een sleutel, t Komt voor elkaar." Robert snapte niet goed,, wat ze ,zo dachten te bereiken, maar liet was ook een beetje moeilijk op wer kelijke bewaking aan te dringen. Hij vond zichzelf een zeur en overdreven ook nog. Niettemin schudde hij het met moeite van zich af tóen hij zich bij Kevinen zijn confrères voegde. Het recht kan goed praten en het was laat toen Robert z'n bed opzocht in een van de donker-betimmerde kamers die de Feathers beroemd hadden gemaakt. Dat „moest" je ge zien hebben,, volgens de Amerikaan se toeristen.. Het was overigens niet alleen beroemd, maar ook modern. Sinds 1480 hadden de Feathers voor alle mogelijke comfort voor zijn gas ten gezorgd en de vormen hielden gelijke, tred met de verdere ontwik keling van de tijd. -Robert sliep zo dra zijn hoofd'het kussen raakte en de telefoon naast zijn bed rinkelde al geruime tijd voor het geluid tot hem doordrong. „Ja?", zei hij, nog half in slaap. Het volgende ogenblik was hU klaar wakker. - Het was Stanley. Of hij naar Mil- ford terug, kon komen. De Franchise stond in brand, „Is 't erg?'' „Het fikt behoorlijk, maar ze hopen het te kunnen redden." „Ik kom zo gauw ik kan." Robert reed de dertig kilometer in een tijd die hij een maand geleden van ieder onverantwoordelijk ge noemd zou hebben en waar hij zich zelf helemaal 'niet toe -in staat zou hebben; geacht.-Toen'bij de Milfordse Hoogstraat door was- en op de land- yveg reed, zag hij de vuurgloed tegen de horizon als een opkomende zon.-' Het- was een. angstwekkend gezicht in het donker van de nacht en het gaf hem een gevoel van ellende. Gelukkig was er niemand in huis. Hij vroeg zich af of er snel genoeg, iemand bij geweest zou zijn om de meest waardevolle stukken te red-: den. Als die-iemand' tenminste in staat was het waardevolle van- het: waardeloze te onderscheiden. De hekken waren wjjd open en het grasveld stond vol brandweerman nen. Hét eerste wat hij zag was een stoeltje uit de zitkamer. Het stond daar zo eenzaam "en raar op het gras, dat er een brok in zijn Jceel kwam. Toen greep een bijna niet te her- nennen Stanley hem bij zijn jasjeén zei: „Gelukkig dat u ér bent. Ik vind. dat u er bij moet zijn." Het zweet stroomde langs zijn zwarte gezicht en liet witte sporen achter; zodat zijn. jong gezicht er ineens gegroefd en oud uitzag. „Er is geen water ge noeg,"-zei hij, „maar we hebben wel- een heleboel uit het huis gehaald. Alles uit dc zitkamer, om maar iets.- op te noemen. Die gebruikten ze iedere dag, dus ik nam aan dat daar de spullen zouden staan die ze het liefste hadden. Uit de bovenverdie ping hebben we ook nog iets gered, maar de zware stukken zijn ver loren." Matrassen en beddegoed lagen op het gras opgestapeld. Het meubilair-: stond éen eind verderop, zoveel mo gelijk uit de weg van de.brandweer mannen. „We moeten't nog maar verder weg zetten," zei Stanley, „het is daar niet. veilig. Straks valt er vuur op of een van die kerels gebruikt een tafeltje; om op te gaan staan." Die kerels waren de dienaren der brandweer, die zwetend en wel hun uiterste besv deden. En zo'.was Robert, voor hij 't wist. aan 'i meubelen sjouwen met een,, akelig gevoel in zyn hart om al die bekende dingen die hij zo goed bp hun eigen plaats had gekend. Dc stoel waar- mevrouw Sharpe inspec teur Grant te zwaar voor vond, het kersenhouten tafeltje, waaraan zé. met Kevin de lunch hadden gebruikt, het nmurtafeïtje, waar mevrouw Sharpe een paar uur geleden haar koffer óp neergeploft had. Het la-, waai van de vlammen, 't geschreeuw.' van de brandweermannen, de vreem de mengeling van maanlicht en vuur gloed. het.gaf hem allemaal het on wezenlijke gevoel, dat ..iemand kan hebben die pas bijkomt-ui Leen nar cose. (Wordt vervolgd).

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1957 | | pagina 1