IN DICTATORIALE STIJL
ISRAEL:
toevluchtsoord
m
rCHECHA QUO~\
JACK LONDON
onder de
goudzoekers
Wat ons bijeen houdt is het besef,
dat alle Joden buiten Israël be
dreigd worden en dat zij alleen
hier werkelijk veilig zijn"
Levantijns
SPROETJE SPARKS door FRANK GODWIN
AVONTUREN
van -.."v
- KAPITEIN
-door-
Vrijdag 10 mei 1957
VOORJAAR is het in Mo»kuu; maar hel is geen pfftitleke lente,
die de Ru se-e« en de anderen tegemueihrur&i uit Chroe-jttjews
grootscheeps reorganisatieplan, waaraan de Opperde Sow jet zich
stellig niet Zal vermeten, haar goedkeuring te onthouden. Er i-
gediscuteerd over dit plan, in de bidden en in vergaderingen; en men
zou daar de conclusie uit kunnen trekken, dat et toch zoiets als demo
cratic bestaat in de Sowjel-Unie. Kennisneming van de aard dezer dis
cussie doet echter blijken, dat ze zich geheel heeft beperkt tot tecliir-che
en organisatorische detail». Haar enige functie is dan ook geweest»
Chroefjt'sjevv dc nodige rugdekking te verschaffen.
Vat hier gaat geschieden, R een dictatoriale daad in vcivaarlijke slijl.
Het eeiste facet er van is de aanlastïng van de belangrijke klasse der
leidende beambten en technici. Deze klontert %oor een zeer groot doel
samen te Moskou en js dc ruggegraat va» de enorme Sow jet-bureaucratie.
Zij heeft zich vergaand vrijgemaakt van partij-invloeden, is buiten staat
tot snel reageren, en fungeert hij vele gelegenheden als een stootkussen,
waarin allerlei besluiten en oekases hun kracht en grimmigheid verhezen.
Deze klasse zal in de toekomst in sterke xnate moeien uitzwermen over
het enorme grondgebied van de Sovvjet-Unie. Aldus verdund en van haar
kracht beroofd is het licht te begrijpen dat de plaatselijke partijleiding
vat op haar krijgt en in staat is tot de controle, die de centrale leiding
tc Moskou niet meer goed in staat was uit te oefenen. Dat dit een groot
„voordeel" is» hebben inzenders in de Russische bladen in alle toonaar
den mogen betogen.
NU is dit motief in het systeem van Chroesjtsjew slechts van bij
komstige aard. Het gaat er volgens het plan in de eerste plaats
om. de produktie te verhogen. liet is niet goed, dat een admi-
nistra lieve en technische apparatuur te Moskou de leiding in
banden heeft van fabrieken en bedrijven, die ze nog nooit heeft gezien.
Er zijn natuurlijk ter plaatse ook wel directeuren en voorlieden, doch
zij zijn gehouden, zich aan de schema's uit de hoofdstad te houden. Dit
is. althans volgens Chroesjtsjew, een van de voornaamste redenen, waar
om de produktie zozeer op de schattingen achterblijft.
Vandaar de opheffing van een ganse reeks van ministeries, niet alle
voor de leiding en het personeel er van verbonden gevolgen. Men moet
weg. Men moet naar de Oeral of, wie weet, naar Siberië; men keert terug
naar de status van provinciaal en men krijgt te maken met toestanden
eu met mensen, waarvan men dacht, dat men ze ver achter zich had
gelaten. Chroesjtsjew noemt dit decentralisatie, met veel nadruk; want
hij kent de goede klank van dit woord. Het is natuurlijk ook wel decen
tralisatie. maar men denke niet, dat Chroesjtsjew zo graag bevoegdheden
overdraagt. Het tegendeel is het geval: ais de Moskou se bureaucratie
zich heeft verspreid over het eindeloze Rusland, kan hij in Moskou de
dingen weer overzien. De touwtjes, waaraan hij kan trekken, komen,
plotseling vrij te hangen; en ze werken weer!
Decentralisatie om liet centralistische stelsel beter te laten functioneren
en zelf meer macht te verkrijgen: het is een. meesterzet en het is een
bevestiging van het spreekwoord dat, hoe meer er verandert, hoe meer
de dit.gen gelijk blijven. De Sowjet-Unie heeft sedert de dood van Stalin
een zogeheten collectieve leiding. Als het Chroesjtsjew echter gelukt, de
enorme operatie, .waarvoor hij nu de goedkeuring krijgt, tot een goed
einde te brengen, dan kan het niet anders of hij is veruit de machtigste
man in Rusland.
DE erfgenaam van Stalin; als zodanig ontwikkelt Chroesjtsjew zich
meer en meer. De vraag moet wel opkomen of er dan van alle
hoop en nieuwe gedachten, die na de dood van de vorige dictator
Rusland hebben overspoeld, niets blijft hangen. Is het mogelijk,
dat door de wil van één man alles weer terugvalt in de geijkte vormen
van de onverbiddelijke dictatuur?
ïn de geschiedenis gaat niets verloren, en het lijdt geen twijfel, dat
er ontwikkelingen zijn, waartegen zelfs de machtigste dictator op de duur
niets vermag. Dit klinkt als orakeltaal, wij weten, het; doch het is ge
lukkig wel mogelijk om de aandacht te vestigen op enkele concrete
factoren, die wijzen op andere omstandigheden dan die, waaronder Stalin
zijn macht verkreeg en uitoefende.
Als Chroesjtsjew slaagt is dat niet alleen, omdat hij de partij naari
zijn hand heeft weten te zetten, maar ook omdat hij de steun heeft van
bet leger. Decentralisatie, prachtig! zegt maarschalk Zjoekow. Hij denkt j
aan mogelijke atoombommen en aan de desorganisatie, die het gevolg zou
zijn van de vernietiging van. het huidige Moskou. Elke militaire autoriteit j
wiL decentralisatie; niet op politieke maar op strategische gronden. De
prijs, die Chroesjtsjew voor Zjoekow's steun moet betalen, is vermoedelijk
het afzien van een nieuwe, alom tegenwoordige, geheime dienst. Zo eman
cipeert het leger, deze enorme machtsfactor, door de partij te steunen,
zich .van de partij. I
Het gemis aan geheime dienst in de oude stijl kan tot gevolg hebben
(wat natuurlijk de bedoeling niet is), dat de plaatselijke controle door
de partij, waar de lagere organen zich nu veel van voorstellen, toch niet
zo goed slaagt. Zo ia de kans op mislukking van de decentralisatie niet
uitgesloten. Geen dictator kan. slagen, die niet tot in de verste hoeken
van zijn rijk de wind er onder houdt. En geen dictator houdt er de wind
onder, die niet beschikt over een eigen apparaat om de onwillige» tot
gehoorzaamheid te dwingen.
I Al is de. godsdienst niet de band die het volk van Israël
bijeenhoudt, niettemin neemt hy een belangrijke pfaafs
in. Niet zeiden- wordt tn het open veld een korte gods-
dienstoe/eninp gehouden alvorens met het werk wordt
- begonnen.
Het besef een toevluchtsoord te *ön, waar ln tijden van vervolging
Joden van overal een veilig heenkomen kunnen zoeken, is ongetwijfeld
een van de sterkste drijfveren bij de opbouw van Israël; Tot deze con
clusie komt dr. F- J. Koets ln onderstaand artikel.
T AND ohne Ju den (Het
land zonder Joden), ja,
de gewone ervaring" zegt de
Israëlische directeur-generaal
(wij zouden zeggen; de secre
taris-generaal) van financiën,
en hij knikt begrijpend en al
lerminst verbaasd.
Ik zit te praten met hem en zijn
vrouw. In het Nederlands, want wel
heet hij nu Arnon, maar lange jaren
voerde hij de naam van Amérongen,
en als econoom werd hij opgeleid
aan de Universiteit van Amsterdam.
Ook zijn vrouw is vên oorsprong
een Nederlandse, en al wonen zij nu
al weer een jaar of tien in Israël,
het Nederlands spreken gaat hun
beiden nog vlot af.
Arnon heeft voor onze hele groep
een uiteenzetting gegeven van de £i-
nancieel-economisehe problemen van
Israël. Nu zitten we in kleine kring
nog wat na te praten. Over in- en
uitvoer -u, over het nationale in
komen *r fiscale vraagstukken.
Het o-. i'werp van gesprek wordt
algemener, de politieke situatie, de
verhouding Nederland-ïsraël, onze
indrukken, van het land. Mevrouw
Arnon vraagt: „Wat heeft u nu in
Israël het meest getroffen?" Het
meest? Wij zijn nu een dag of tien
[in het land en de ene overrompe
lende indruk heelt zich op de an
dere gestapeld. Het meest? Het wei.
kom aan de immigranten bereid?
De rustige zelfverzekerdheid, waar
mee iedereen, lykt het wel, zijn
werk doet?
De vanzelfsprekendheid, waarmee
in dit toch arme land enorme som
men worden besteed aan culturele
doeleinden, bijv. aan de nieuwe ge
bouwen voor de Technische Hoge
school in Haifa?
Maar het meest? Mevrouw Arnon
blijft me vragend aankijken, en ik
waag het er op.
,Jk geloof, dat in elk gevat één
van de dingen, die mij hoe langer
hoe meer zijn gaan opvallen en
treffen Is dat Ik hier eigenlijk geen
Joden meer zie." Het is dan, dat
Arnon instemmend knikt, en het
boek met de paradoxale titel noemt:
„Land ohne Juden". Ik hoor er nu
voor het eerst van. maar mijn in
druk is dus kennelijk meer dan een
zuiver-persoonlijke reactie.
Wij praten er verder over door. 4J
In de afgelopen dagen heb ik al ge- sPot, die een zo integrerend be- economische belangen en dan oo-
merktverbaasd heeft me dat eve- standdeel is van zoveel „Joden- venal de invloed van. een gemeen-
rïgens niet dat het in dit land geurtjes". schappelijke geschiedenis: „avoir
mogelijk is voor Jood en niet-Jood J D,aT soort humor is in Israel met fait de grandes choses ensemble,
een open gesprek te voeren over het denkbaar, lykt me. Vooral de jon- vouloir en faire encore' vgezamen-
Jood-zjjn en de daarmee ssmenhén- ïe sabra', rijn ernstig, dood-ernstig lijk grotei daden hebben verricht en
«ende problemen, zonder dat je be- zelfs, en van een behoefte zich te nieuwe daden samen willen ver—
zorgd hoeft te wezen om te worden verweren is bij hen zeker geen richten). Ze zijn stenig stuk voor
c rr rn L- ti Vrtf-IT- non tc nardnc ïrimlr. Kr». ,nn..vi,rra knienfr
Actrice Loudi Nijhoff
en Cruvs Voorbergh
gaan naar Indonesië
DEK HAAG Op uitnodiging van
de Indonesische Bond van Kunst
kringen vertrekt op 8 juni de actrice
en voordrachtskunstenares Loudt
Nijhoff uit Amsterdam, met de "Wil
lem Ruys naar Indonesië.
Zij zal met Cruys Voorbergh een
tournee maken door Java. Borneo en
Sumatra met „Duo" van Geraldy,
naar een nouvelle van Colette. Na
de tournee keert mevrouw Nijhoff
eind september over India. Israel en
Griekenland terug, waar zij contrac
ten heeft afgesloten voor haar voor
dracht van „De Partner" van Mar ie
Sophie Nathusius.
MADRID. De sjah van Perzïë en
keuzerin Soraja brengen in de loop
van deze maand een officieel bezoek
aan Spanje.
(Advertentie 131.)
rigens^ eveneens door de staat ge
financierd) wordt het vak „Judai
ca" onderwezen. Hebreeuws omvat
het. maar ook de geschiedenis \an
Israël, ook de bijbel. Niet als hei
lige schrift, want de docent met wie
ik erover praat is geen gekwige
Jood.
Zolang dit onderwijs zo wordt ge
geven kunnen in elk geval de ou
deren, zoals Ben Goerion, er zeker
van zijn dat zij worden begrepen als
zij David en Amos, Jesaja en de
schrijvers van de boeken der Ko
ningen citeren, niet als een stich
telijke franje, maar als geestelijke
voorgangers van hun volk.
Maar toch, het is niet de reli
gie, zeker niet m de vorm van ge
trouwe observantie van de wet, die
het nationale bindmiddel vormt.
Evenmin is het Israëlische volk een
taalgemeenschap, althans voorlopig
nog niet, nu zoveïen het Ivriet nog
niet als moedertaal spreken. Wèl,
dunkt me, is „het besef grote da
den samen te hebben verricht" be
langrijk. De bevrijdingsoorlog van
1948-1949 lééft in aller herinnering.
Die herinnering wordt ook stelsel
matig levend gehouden. Allerwegen
staan de monumenten voor de ge
sneuvelden.
Er wordt zelfs, lijkt mij, iets aan
een „mythe van de bevrijdingsoor
log" gekweekt. Aan de rand van de
kibboets Dechanija staat een Syri
sche tank; tot hier drong zy in 1948
door, maar op dit punt werd ze
door een jonge Israëliër (ex-Neder
lander!) met behulp van een geïm
proviseerde Moloto w-cocktaïl tot
staan gebracht en buiten gevecht
gesteld. A3s wij er langs rijden is
net een'lagere school onder leiding
van enige onderwijzers bezig er een
„pelgrimstocht" heen te maken. Een
aanschouwelijke les in weerbaar
patriottisme. Ik zou meer zulke
wi. u ,,Cie Vll, wwiutru --- - - - voorbeelden kunnen noemen.
misverstaan of onvewiïd^e^kwetsen1 sprake. Voor hen is eerder karak- stuk, zij het wat sommige betreft toegeven, dat Uc zelf geen andere Maar naast de. herinnering aan
teristiek een houding van „laat- op een wel heel 'bijzondere manier, aanwijsbare factoren zie die even ff n heroïeke strijd leeft ook, leeft
maar-kom en-wie-wil," die mijns in- ook in Israël mee van invloed, of sterk zUn. fel, geloof ik „de wil om nieuwe
ziens vyel eens gemakkelijk tot van invloed geweest, maar wie met De religie? Dat was de kracht die grote_ daden teverrichten". Niet,
agressiviteit zou kunnen worden, bij Israëli praat krijg* toch vooral een vóór de Ballingschap 't oude Israël laat ik er dat direct bij zeggen, in
gebrek aan zelfkritiek. Zionisme is zevende, een in zekere zin negatieve aaneensmeedde, maar nu is dat niet militaire zin, maar op het gebied
ten slotte nationalisme, en de ge- factor te horen- meer zo. De hele kleine groep van van de. opbouw,
varen, die aan ieder nationalisme „Wat ons bijeenhoudt is het be- naar Oost-Europese trant, volgens "et is zeker ook dit terecht *nt-
len waarin ii» 7e in Wf»<t«Fnrnna ei«cn zÜn. bedreigen op den duur sef, dat alle Joden buiten Israël, streng-wettische maatstaven levende housiasm erende bewustzijn, dat er
zo pauw 7.ub aantreffen Maar dUs ook het Zionisme. actueel of potentieel, bedreigd war- Joden in het oude Jeruzalem is fel 'n dat .opzicht in Israël iets groots
Maar voorlopig is dat nog een den. en dat zij alleen hier, in dit anti-Zionistisch. Zij erkennen Is- JS verricht, en ook verder jcan wor-
min of meer academisch probleem land werkelijk veilig zijn" Wie raël uit principe niet. Een Joodse den vemcht, dat een springbron is
aanriatht 'meer en. dan onepht en in dit stadium doet het je goed durft na 1940—1945 zeggen, dat d^t staat vóór de komst van de Messias van vitale kracht omdat in beginsel
drinel hpt tn+ 'ie door dat ie ie te meritsn hoe vervuld van taan toch- wel overdreven is? Als een is een gruwel in hun ogen, een elke-burger van het land derf. heeft
J 1lanaer ~n niet-Jood voelt tl £e feitcn /«toetst) zelfvertrouwen, jonge, (ex)-Nederlander, by wie ik blasfemie. aan dat grootse werk.
j-*jvan joden maar gewoon doordrongen van (door hun in de gezellige huiselijke kring zit Vormen rij een politiek gevaar?
prestaties volkomen gerechtvaar- te eten ineens met een uitschieten- Nee. zegt de goed-geïn?ormeerde Het is duidelijk, dat dit Ook
digd) zelfrespect de mensen hier de felheid tegen mij zegt: „U zult Israëli, die ik er naar vraag. Daar- fQ„ i
rirt}- het zien, in Amerika komt heus ook voor zijn ze met te weinig. Ze n gunste moet Komen aan ae
Een Israeli in Israël is geen re- nog wel eens de tijd dat de Jo" hebben alleen een „nuisance value", vorming van een natie met
presentant van een minderheid, hij den er vervolgd worden, en dan een negatief-hinderlijke invloed, om- -«»•, pjjTpm na firm a al mof
is met „anders dan de anderen", hij zullen zij. die nu vóór alles Ameri- dat de orthodoxe groeperingen die
is thuis m zijn eigen land en ont- kanen willen wezen en zich scham- wèl de staat aanvaarden zich soms beset van eigenwaarde,
vangt er met wat voor rond- per over de Zionisten uitlaten, blij orthodoxer en wetsgetrouwer moe- dat ook de vreemriAlm{T c^n
weg-beschamende ^vriendschap en zijn om Israël, en inzien, dat wij ten gedragen dan zij zelf zouden
hartelykheid. -- zyn gasten. Is het gelijk hebben." dan mompel ik willen uit angst anders door die Warm ge\ oei van Dinnen geeft,
daarom misschien, dat wat één van zwakjes wat. maar hem overtuigd kleine groep voor ongelovigen en En misschien ÏS het dus toch
cue gasten het meest nu ja, al- tegenspreken? Ik waag het niet. afvalligen te worden uitgemaakt. alloc ■nrolkoe.^V.rv.-.T,^
tóans bijzonder sterk opviel was. Het lijdt geen twijffl, dat dit ge- welbeschouwd, minder
dat hy* na enkele dagen geen „Jo- voel van toevluchtsoord te zijn. r j» vreemd en paradoxaal dan het
uag? J waar ln tijden Tan vervolging Joden KrOClSCllSTlS t leek en dan hii het zelf aanvan
Daarmee komt dan evenwel met- uit aller heren landen, een veilig lees en aan mj nee zeil aanvan-
een een andere vraag aan de or- heenkomen kunnen zoeken, een van T_Jet is dus niet de godsdienst, RblljK vond, dat die bezoeker
w x xljn kraeliërs eigenlijk? de sterkste drijfveren is bjj de op- -*-Jdie de band vormt welke het Is- uit den Vreemde na een naar
Wat is het samenbindend element, bouw van de staat Israël. Maar kan raëlisehe volk bijeenhoudt, dat is i
een West-Europese vreemdeling in y* volk. bijeen houdt, het *t een in de grond toch negatief ge- wel duidelijk. Toch moet aan de hagen ineens ZICh er reken-
Jonge, idealistische en opge
wekte mensen: sabra's (de in
Israël geborenen). Opgewekt,
zeker, maar de zogenaamde
joodse humor" treft men bij
hen niet aan.
Tk vertel hoe het mij is vergaan.
AI>e eerste dagen valt4 het je op,
dat er zoveel Jodea om je heen zijn,
en dat ry allerlei functies vervul-
met zo gauw zult aantreffen. Maar
geleidelijk verbaas je je daarover
niet meer, het trekt niet eens je
blijft - o
tegenwoordiger van. een minderheid, ne11_yraa^l naar het wezen van een
óók in. landen waar hij al eeuwen v<™\ ZoaIs hyv. driekwart eeuw-
woont, en burger is te midden van gyStien werd gesteld door Emest
zyn medeburgers, zoals in Neder- y?n?n in een vermaarde voordracht
land. „Ik heb me toch altijd „an- ce 5-u 1111 (wat is
ders" gevoeld." zegt een van mijn f®" natie), die my in Israël onwil-
Joodse reisgenoten tegen me, als ik ieK®ul1g m de gedachten kwam.
met hem over deze dingen praat. T/>-,^7
Hij moet zich blijkbaar voor zijn V Gill's
gevoel altijd op een of andere ma- O
nier schrap zetten, voelt zich vaak /ES natie-vormende factoren
x wa. op de nïet-orthodoxe
wil er bij mij niet in. Wel moet ik scholen (de orthodoxe worden ovc- „land. zonder Joden.
onbewust in het defensief gedron
gen, verweert zich o.a. door de zelf-
scant Renan op; ras, taal, gods
dienst, geografische omstandigheden,
ntÉ.nAAp tR vaj>t ifcnAno
Bij die HOMPertZt MOGtn
ntrtiÊT zifcn
tOU HM HET
Kijri daar;
itfwtDOP ten
VLOT
W£C> VArj WAT 9
DltHOnOfclidADDttt
orti GEDAAn
nooi wtftnjon
GEMS WE zyn nEt OP
TJjO WEG'
iKACHlCrEft
VWv
2998. De „Rosita" kan niet te dicht onder de gaat met de bijboot van de „Hanger"
..X1 L.> n.Lnt L-.T f Ja 1X I ,~t I O ,r jH Jd 11V AAlJ 1 tu 1*1
leust van de eilanden komen, want het »cilip heeft
te veel diepgang. De twee aioepen van het schip
worden echter bemand met een aantal experts,
specialisten ir» dienst van de Amalgamated Mi
ning Co., die stuk voor stuk goede klimmers zyn
«n die weten, hoe zij snel moeten werken. Eddy
land om de leiding vati de expeditie op Zich te
nemen. De bedoeling js om een zo groot moge
lijke voorraad Lutonium te bergen. Eddy ver
zoekt Rob aan boord te blijven en de motor
gaande te houden. Als er iets mocht gebeuren,
moeten ze zo snel mogelijk zien weg te komen..
Rob voelt 21 ch niet erg gerust. Hij kUkt scherp
uit: Lupardi moet ergens klaar staan om terug te
slaan en hij weet uit ondervinding maar al te
goed, dat deze zonderlinge geleerde voor niets
terug demst.
Dit Is de Noorse kreek. Vrouwen
kreek is de eerste zuidelijke."
Stoom was een ogenblik sprake
loos,
„Heb je dat met opzet gedaan?"
vroeg Shorty.
„Ik heb het gedaan, om d« kolo-
nisten een kansje te geven."
Zij lachte spottend. De mannen
grinnikten tegen elkaar en stemden
eindelijk: met haar-in.
,Jk zou je over mijn knie leggen
en een flink pak slaag geven, als
vrouwen niet zo schaars waren in dit
land," verzekerde Shorty haar.
„Je vader heeft dus géén spier ver
rekt, maar wachtte, tot wij uit het
gezicht waren en ging toen verder?"
vroeg Stoom. Zij knikte.
,Rn jij was de lokvogel?"
25 zich plotseling naar het Westen. Weer knikte zij, en ditmaal klonk
Stoom m. dat zij door onbegane Stoom's lach hdder en vrij. Het was
Louts Gastell. dte voorop ging, sneeuw gingen, maar noch hii noch de spontane lach van een op eerlijke
gleed In de duisternis mt op het ruwe shorty merkte op. dat het smalle wij» verslagen man.
«5. en bleet ritten met «n enkel ui spon,, dat rij tot dusver hadden ge- „Waarom ben le met boos op mul"
belde handen, Hy krabbelde weer op volgd nog steeds zuidwaarts ging vroeg rij beschaamd. „Of waarom
en ging door. maar met een langM- Haddén rij kunnen waarnemen, wat "la je me niet?"
mer pas en merkbaar hinkend. Na Louis Gastel! nu deed. dan zou de «Wij konden even goed teruggaan,"
ernge minuten bleef hij plotseling geschiedenis van Klondike geheel an- opperde Shorty. „Mijn voeten wor-
sui staan. ders zijn geschreven; want dan had- den koud van het staan hier."
,,'t Gaat niet meer" zei hij tot zijn den zij die kolonist kunnen zien. Stoom schudde het hoofd
dochter. „Ik heb een pees verrekt. Ga niet langer hinkend» maar in gebo- oat zou vjer verloren uren bete-
jy maar door en leg beslag voor mij gen houding voorthollend langs het kenen. Wij moeten nu acht mijl deze
en voor je zelf." spoor, dat zy hadden gemaakt, hen kreek gevolgd zijn. en naar het
.Runnen wij niet iets voor u doen?" volgend als een hond. En dan had- schijnt, maakt de Noorse kreek een
vroeg Stoom. den zy ook kunnen zien. hoe hy het jange bocht naar het zuiden, "Wy
Louis Gastell schudde het hoofd. spoor, dat zy naar het westen vorm- zuilen die volgen, dan op de een of
„Zy kan evengoed beslag leggen op d.enj PTPy^jf brederu maken. En andere wijze over de waterscheiding
twee aandelen als op één. Ik zal te- eindelijk hadden zij hem weer het zjen te komen en bij Vrouwenkreek
gen de oever opkruipen, vuur aan- oude, onduidelijKe spoor kunnen zien komen ergens boven het Ontdek-
leggen en mijn enkel verbinden, volgen, dat nog steeds naar het zul- kmgsaandeel." Hij keek Joy aan.
Maakt u niet bezorgd over my. Voor- den leidde. „Wil je met ons meegaan? Ik heb
uit, Joy. Leg beslag voor ons boven Er liep een spoor naar de kreek, je vader gezegd, dat wij op je zouden
het Ontdekkingsaandeel; hoger op is maar het was haast onzichtbaar, zo- passen."
de kreek rijker." dat zij het voortdurend verloren in „Ik zij aarzelde. „Ik denk, dat
„Hier ia wat berkebast," zei Stoom, de duisternis. Na een kwartier stemde ik het zal doen, als het je niet kan
zijn voorraad in twee gelijke helf- Joy Gastell er in toe achteraan te schelen." Zij zag hem recht in de
ten delend. lopen en ze liet de mannen beurte- ogen, en haar blik was niet langer
„Wij zullen voor uw dochter zor- lings een weg door de sneeuw banen, uitdagend en spottend. „Waariyk,
gen." Louis Gastell lachte luid. Hierdoor vertraagde hun vaart zo, Stoom, je maakt haast dat ik berouw
„Dank u wel voor de goede bedoe- dat de hele troep hen kon inhalen, krijg ever wat ik heb gedaan. Maar
ling," zei hy. „Maar zy kan wel voor en toen de dag aanbrak, om negen iemand moest de kolonisten redden."
zich zelf zorgen. Volg haar maar en uur, was er zover zij konden zien „Het komt mij voor» dat zo'n jacht
zie, wat zij doet." een onafgebroken rij mannen achter op zijn hoogst een. kwestie van sport
„Vind je het goed. dat lk voorop hen. Joy'a donker* ogen fonkelden Is."
ga?" vroeg zij Stoom, terwijl zij bij dat gezicht. „En bet komt mij voor, dat jullia
voortliepen, Jk ken dit land beter „Hoe lang is het geleden, sedert wij Je erg flink houdt," ging zij voort en
dan jij." vader verlieten?" vroeg zij. voegde er toen met een lichte zucht
„Zeker," antwoordde Stoom be- „Ruim twee uur" antwoordde aan toe: .Roe jammer, dat jullia
leefd, „ofschoon ik het met je eens Stoom. geen kolonisten zijn!"
ben, dat het schande is, dat wij „En twee uur terug maakt ■vier," Nog twee uur bleven zij de bevro-
chechaquo'a die mensen uit Sea Lion, lachte zij. „De troep uit Sea Lion ia ren bedding van de Noorse kreek
vóór zullen zyn. Is er geen middel veilig. volgen en sloegen daarna af naax een
hen tegen te houden?" Een flauw vermoeden kwam bij gmal, ruw zijriviertje, dat uit het
Zy schudde het hoofd. Stoom op, en hij bleef staan en keer- zuiden kwam. Tegen de middag
„Wij kunnen ans spoor niet ver- de zich naar haar om. klomman zij over de waterscheiding,
bergen en zij volgen het als schapen," naf Kc"rr1'" ,v 4
„Dat begrijp ik niet," zei bij.
Een kwart mijl verder wendde zy „Niet? Dan zal ik hat je zeggen.
(Wort* vervolgd)