Gaillard en Mendès-France OORDEND OERAS Teenagers winnen Sinfs keuze uil 'n gouden oyervioed Geen namaak meer uit Japan 100 PRISMA HORLOGES GRATIS* SPROETJE SPARKS doei rPAMK GODWIN i door Andrew Garve Èfegkii lil AVONTUREN VAN KAPITEIN ROB Woensdag 27 november 1957 FEITELIJK leverde het debat tussen Gaillard cn Mendès-France op ha congres van de Franse radicalen een duidelijke illustratie bij liet verhaal van de parlementaire machteloosheid des lands. Wat Mendès-France zei, klinkt uitstekend. Aan dc ene kant. verklaarde hij, wil Frankrijk doorgaan voor een politiek en sociaal hoogontwikkeld land, aan de andere kant gaat het in zijn Algerijnse politiek van ver ouderde koloniale opvattingen uit. Dit is niet vol te houden; ideologisch «iet, omdat de laak en de plaats van Frankrijk in het gedrang komen, en financieel niet, omdat het onmogelijk is, tegelijk ce.s sociale staat en een oorlogvoerende staat te zijn. Mendès-France nam het Gaillard kwalijk, dat hij in zee is willen gaan met onvoldoend programma en een regering, die de gevangene is van de conservatieven. Het is een zo op het oog sluitend betoog; het zwakke punt er van is echter dat een beleid, zoals Mcjules-Franre dat klaarblijkelijk wenst te voeren, geen enkele kans maakt bij de huidige rationale Vergadering. Wat Gaillard zou willen, is niet ro precies te zeggen: maar wat hij kan. laat zich wel ren naastebij bepalen. Fr zijn twee mogelijkheden, zei Gail lard: of de democratische partijen regeren Frankrijk, óf één of meer par tijen gaan een bondgenootschap aan met de communisten. Dit laatste ver wierp Hjj; en Mendès-France'liet-wel na om te zeggen, dat hij er iets voor voelde. Er komt nog bij dat degenen, die Mendès-France de conservatieven noemde, zich volstrekt niet alleen ophouden hij de zogenaamde rechtse partijen. Er zijn onder hen ook verscheidene radicalen. Zo is de kritiek op Gaillard nogal onvruchtbaar; en de jeugdige Franse premier, die in het congres in de minderheid bleef tegenover de aan hanger» van Mendès-France. voelt zich dan ook volstrekt niet verslage». Mendès-France heeft gemakkelijk praten: die draagt de verantwoordelijk-, heid niet, en verlangt ar. ken nel ijk op dit ogenblik ook niet rta3r. ER is een, oppervlakkige, gelijkenis tussen het Duitsland van kort voop de HUier-tijd en het huidige Frankrijk. In het toenmalige Duitsland Stonden ds democratische partijen zwak, omdat ze het niet eens waren, maar toch op elkaar waren aangewezen tussen de nationaal-sociaiisten rechts en de communisten links. In het Frankrijk van thans hebhen communisten en Poujadisten de speelruimte van de de mocratische partijen zodanig verkleind, dat er geen plaats voor een nor- maai opereren van regerfngsgroep en oppositiegroep is overgebleven. Nu aajn.de grenzen töïsen déze groepen in Frankrijk altijd minder scherp ge-! •Vfcest dan ikV. in Groot-Brittannie; maar uit een verwïssing van deze grenzen, zoals thans in de vierde republiek geschiedt, kan toch moeilijk Iets goeds voortkomen. .- Mendès-France stelt dat vast op de hera eigene scherpe wijze: en Gail*; ■lard ondervindt het, om het zo te zeggen, aan den lijve. Maar Frankrijk! moet geregeerd worden. Het is een ander land dan Duitsland, en men! hoeft niet dadelijk voor ernstige dingen te vrezen, tenzij men het ernstig1 zou achten dat Algerië inderdaad onafhankelijk wordt. Mendes-France 2ei, dat hij geen voorstander ia van deze onafhankelijkheid, maar dat die niet; te stuiten-is, wanneer de Franse regering in haar verkeerde politiek zou volharden. Waarschijnlijk heeft hij gelijk. 1 De politieke vis van Mendès-France is BteJlig.indruk ekkender dan; die van Gaillard, tóaar Mendès-France ontbeert de synthetische kwaliteiten van de grote staatkundige voorganger. Hij zou de leider moeten zijn van een groepering van vooruitstrevende partijen, in staat het communisme te1 ondermijnenhij is echter niet meer dan de spreekbuis van een juist door zijn toedoen sterk verkleinde radicale partij. Hij, die een brede basis nodig J heeft, vecht op een zeer smal front, medewerken ais hij doet aan de in-1 standhouding van allerlei leuzen en tegenstellingen die al lang hun tijd hebben gehad. Wanneer dè progressieve groepen de gevangenen zijn van de rechterzijde, dan beeft hij aan deze toestand terdege een bijdrage ge- leverd. NU de Nederlandse Handelsbalans de laatste tijd weer verbetert en de daling van de deviezenvoorraden'beeft plaatsgemaakt voor een bescheiden toeneming, gaan er al weer stemmen op die zeg gen. «lat het alarm te hevig ia geweest en in verband daarmee de saneringsmaatregelen te ingrijpend. Het is jammer, dat minister Zijlstra door een nogal optimistische verklaring deze mening steun geeft. Er zijn immers zoveel onzekerheden, dat een beetje voorzichtigheid toch werkelijk niet misplaatst is.- De veranderingen in gunstige zin, die zeer wel van tijdelijke aard kun nen zijn en die trouwens dè situatie nog maar betrekkelijk weinig hebben Verbeterd.komen, op, eert tijdstip dat de ibeslist niet overdreven) belas tingverhogingen nog door de Tweede Kamer moeten worden behandeld. De regering trekt deze voorstellen zeker niet in. maar ie versterkt haar positie tegenover de Kamer allerminst, wanneer een van haar leden uit roept. dat het ergste leed alweer geleden is. Wij willen geenszins beweren, dat het ergste nog niet voorhij is: maar wij wensen wel vast te stellen, dat de economische spanningen nog vol strekt niet zijn geweken en dat er alle reden i« ora nog enige tijd in een beleid van billijke en goed overwogen bestedingsbeperking te volharden. De marge is gering en het is verstandig een beetje aan de veilige kant te blyvcn. fj ET is in velt opzichten verheu- oend, dat er de .laatste jaren zoveel populair-wetehschappelijke boeken zfj» verschenen en kenne lijk ook pcfkocht. Sint Nicolaas zou al een slecht opmerker zyn als hem dit niet teas opgevallen. Wy zien die stroom va» pppnlair-tce- tenschöppelylce lectuur als een symp toom van de steeds groeiende be langstelling van- „Het grote publiek" voor het intensieve speurwerk onzer geteerde», voor de Stoutmoedige con clusies ook de resultaten ran wat aanvankelijk schuchter in studeer vertrek en leboratorium groeide. Men kan het ook zó zeggen: voor al de natuuncetenschappen hebben hun cocon vangeheimzinnigheid verbrokenzij zijn midden in het bruisende lenen van deze tijd ko men staan en eisen steeds meer dc aandacht ook van de niet-acade- misch-geschooïde lezer op. Een schijnbaar tegengestelde visie is eveneens mogelijk: doordat steeds méér resultaten van wetenschappe lijk onderzoek het alledagleven ra ken. ja er intensieve bemoeienis mee krijgen eist „het publiek" rekenschap van hen. die vanuit hun bibliotheken en laboratoria het lot van allen mede bepalen Méér dan ooit in de historie der mensheid is geschied. Ende geleerden zelf vragen zich reken schap over hun doen en laten, wil len zich verantwoorden voor hun daden. Doden, die \roor grote men sengroepen dikwijls onbegrijpelijk, ja fataal lyken. maar waarvoe dit menen vele geleerden het lot (zo men wit: het noodlot) hen heeft gedwongen. Qp geen terrein der hedendaagse natuurwetenschappen wordt dit merkwaardige spel van vragen (naar verantwoording) en antwoorden (rekenschap afleggen) zo intensief „gespeeld" als by de atoomfysica f ten tegen het nabootsen van buiten- Iandse produkten door Japanse fir- i ma's. De nieuwe, wet tal ook Ja- j panse fabrieken beschermen tegen j een dergelijk optreden in eigen land. i Het patentbure&u deelde mede, TOKIO. Het Japanse patent- dat de betreffende wet binnenkort bureau heeft plannen aangekondigd ter goedkeuring aan het Japanse tot verscherping \an de voorscbnf-1 parlement zal worden voorgelegd. I ArinpTtm Vraagt m/iemmgen bij Uw Pmmo horloger Zo komen wij vanzelf terecht bij die tak van wetenschap, welke zo heftig ons leven beroert.4 ia die langzaamaan dc gehele wereld voor de Shakespeariaanse vraag stelt: „Te zijn of niet te zijn". Eén zaak is ze ker: de toekomst der mensheid is uitermate somber als het niet de atoomgeleerden gelukt het energie vraagstuk op te lossen. Steenkool en olie zijn momenteel de belangrijkste ur.j.'krachtcn van ons cvmomirehe leven. De voorraden zijn echter zeer beperkt: volgens ;>omm4gvb kunnen wii er nog slechts enkele tientallen jaren op teren, anderen iets optimistischer -spreken van een eeuw. Maar zonder enige twijfel slinken de voorraden sneb de atoom fysici moeten dit vraagstuk oplossen. En die oplossing kondigt zich aller wegen aan. begeleid van de explosies der uranium- en waterstofbommen, die ons met algehele vernietiging bedreigen, terwijl hun in kernreac tors getemde broers de gehele we reld weivaart beloven. Wat zal de aarde worden: één massaal, kil kerk hof, of een herleefd paradijs? DE Amerikaanse Nobelprijswin-, naar Arthur Holly Compton is" een der ontwerpers van de eerste atoombommen; welke dé Japanse steden Hiroshima en Nagasaki teis terden èn een snel einde maakten aan de vernietigende oorlog tussen de geallieerden' en Japan. Hij heeft de gehele wedloop schijnbare wedloop? tussen Amerikanen en Duitsers intensief beleefd, hij heeft zich ook voortdurend rekenschap ge geven van de ontzaglijke problema tiek. die het dit zijn kluisters be vrijde at»om de mensheid voorlegde; te zijn of niet te zijn. Ondanks alle ellende die de eerste atoombommen, en latere proefnemingen met hun veel krachtiger nakomelingen, over mensen hebben gebracht een el lende, die Compton sterk heeft be roerd is hij toch optimist geble ven. Van dit op feiten en diepgrU- pende overtuigingen gebaseerde op timisme heeft Compton willen getui gen. Zo ontstond het boek „Verbijs terende krachten" (ten persoonlijk getuigenis over de wedloop der atoomgeleerden), dat nu in de veelal uitstekende vertaling van drs. J. J. P. Boezeman bij „Het Spectrum" is verschenen. Gelukkig. Compton bleef optimist Waarom? „In ons klinkt een stem. dringend en aanhoudend. Terwij] we luisteren veten we. dat het belang rijkste op de wereld niet de staat is. noch de atoomkracht, noch de machtige machines van de industrie, maar het hart van de mens. Voor al len die willen boren, brengt de in nerlijke stem dezelfde boodschap. Omdat de stem ons zegt, dat de ziel van de mens onze juiste waardemaat is weten we, dat het binnen onze macht ligt de energie van het atoom te beteugelen ten bate van de vrede." Zün boek. dat 12,90 kost, kunnen wy onvoorwaardelijk aanbevelen. Het is een uiterst waardevolle aan vulling op Robert Jungk's boek „Licht van duizend zonnen" (Schel lens en Giltay, prijs 12,50) waarin vanuit een andere gezichtshoek de tragiek cn problematiek van de atoom fysici worden belicht. Ook de Tüblngse hoogleraar prof. dr. Werner Braunbek heeft de ge schiedenis beschreven van de ont dekking van „het atoom", begonnen in 1896, toen Becquerei „zijn" mys terieuze stralen uit een uranium- kristal ontdekte tot de ontwikkeling van de waterstofbom èn de kern energie-centrales. Hij deed dit meer in biografische vorm: vooral de figuur van de Engelse atoomvorser Ernest Rutherford heeft hem sterk geboeid. Prof. Braunbek blijkt in zekere zin verwant aan prof. Comp ton: ook hü is kennelijk een gods dienstig man, die tot de overtuiging is gekomen, dat de mens alleen 'het niet zal klaren met de onvoorstel baar grote krachten, welke hem iO handen zijn gelegd. Hij hoopt dan ook blijken? zijn bozv Geleer den verontrusten de wereld" (uit gave: Nederlands Soekhms. prijs 11.50} dat de atoomfysici hun hoop willen stellen op hern, die ge zegd heeft: „Zie. ik maak alles nieuw". Op atomair gebied verschenen ove rigens in het najaar geen nieuwe boeken. Begrijpelijk, want de ten toonstelling „Het Atoom" gaf de uit gevers gelegenheid alles wat zij daar over hadden gepland, in de boek handel te spuien. Het beste wat toen verscheen, is „Van atoom tot heelal" (Jones, Rotblat, tVhitrow). ook al een Spectrum-uitgave, in de Pris- imareeks (f 1J25). Ook mr. H. -C. M. Edelman» „Leven met atomen" (Meu- lenhoff 9.75) en Leonard de Vries* ..Het atoom** (Elsevters Educatieve Jeugdboeken 7.90) zijn aanbeve- k? nawaar d. 7 eker op dit ogenblik vraagt alles, wat ruimtevaart betreft, onze aandacht op: de „Spoetniks" hebben niet voor niets de kosmische ruimte gekozen,. Veel nieuwe lectuur kun nen wij op dit terrein niet aankon digen. Boeken die de resultaten van de eerste kunstmatige satellieten sa menvatten moeten uiteraard nog verschijnen. De uitgeverij „Pe gasus" gaf een zeer actuele „Ruimte vaart"-brochure uit. geschreven door prof. dr. A. Stemfeld, een der naaste medewerkers aan het Spoetnik-pro ject. Het is een helder geschreven. Uiterst beknopt werkje, waarin de belangrijkste problemen van de ruim tevaart worden uiteengezet. Dat prof. Sternfeid ietwat te veel de Rus sen de eer van de ontwikkeling der ruimtevaart geeft is begrijpelijk, en enigszins vergeeflijk. Ondanks dit kleine bezwaar is het góed-ge ïllustreerde boekje alleszins het lezen waard (prijs ƒ1,75). Voor wie meer wil weten over de theorie der ruimte vaart kunnen wij nog steeds van Harte aanbevelen prof. dr. Hermann O berth', boek „Mensen in het we reldruim" (uitgave: C. de Boer jr. ƒ8,50). Over de geschiedenis van de ruimtevc art Is ons inziens H. Gart- mann's werk „Vlucht In de ruimte" (Elsevier, 12,50) het beste. Zullen, in de naaste toekomstde New Yorkse forensen in oUrpe- lijke, zonderlinge toestellen uit hun woonplaatsen naar hun kan toren en werkplaatsen reizen? Dit opmerkelyke „uliepftnp* is een fantasie van de tekenaar Frank Tinsley en het papulair-useten- schappelijke tijdschrift Mechanic Illustrated Magazine1* publiceerde haarOok door zulke fantasieën trordt de belangstelling voor atoomfysica, ruimtevaart, geologie, sterrenkunde en al hun aanver wante terreinen steeds groter. Het is dus volkomen begrijpelijk, dat een voortdurend vloeiende, stroom van dikudjls voortreffelijke populair-iuetenschappeiyke boeken verschijnt. Op het gebied der populair-medi- sche voorlichting verscheen het al zeer boeiende boek „Het magische mes" van Jiirgen Thorwald. Wij, twin_ tigste-eeuwers, kunnen ons ii geen enkel opzicht meer voorstellen met welke problemen chirurgen nog tot de helft van de vorige eeuw hebben geworsteld, welke toestanden er heersten in wat men toen ziekenhui zen noemde. Toen was de narcose nog niet bekend, toen moest de chi rurg 20 hij tot operatie overging, en dit geschiedde slechts in aller uiterste noodzaak nog snijden in het onverdoofde vlees van zijn pa tiënt. Welke helse pijnen deze moet hebben geleden is onbegrijpelijk, dus onbeschrijflijk. En als een amputatie of welke andere ingreep ook was ge slaagd, dan stoop nog in het over» grote deel der gevallen de infectie nader en maakte de patiënt buit voor haar meester; de dood. Dit alles veranderde, toen in 1846 de Ameri kaanse tandarts William Morton de ethernarcose „uitvond", en latere on derzoekers de a-septische operatie, vervolmaakten. De Amerikaans-Duit se chirurg Henry Steven Hartmaan heeft dit alles persoonlijk beleefd. Omdat hij gefortuneerd was vatte hij het plan 'op. overal ter wereld de nieuwste ontdekkingen op medisch- chirurgisch gebied te gaan zien. en er verslagen van te schrijven. Zijn archief, dat een schat van ongepu bliceerde. ternauwernood anders be kende feiten bevatte, bleef aanvan kelijk rusten. Het kwam enkele ja ren geleden in handen van zijn kleinzoon JÜrgen Thorwald. zelf me dicus met sterke belangstelling voor historie. Deze Thorwald schiftte en herschreef, tot hij bijeen had het manuscript voor „het magische mes" dat bij „De Fontein'* (Utrecht) is uit gekomen. Een voortreffelijk boek, dat iedere medicus en medisch-ge- interesseerde leek lézen móét. Prijs ƒ12.90. Het is een aanwinst naast de kortelings door ons besproken boeken „Geneeskunde In opmars", van Ru- dolf Friedrïch (Foreholte. prijs 13,75) en de uitstekende „Korte ge schiedenis van de geneeskunde", van Paul Hühnerfeld, die ook al weer in de Prismaserie van ..Het Spectrum" het licht zag. Prijs ƒ1.25. Is de mens „schepping-uit-niets" of het (voorlopige) eindproduct van een lange evolutionaire weg? Dit is de vraag, die vanaf het verschijnen van Darwin's theorieën de weten schappelijke wereld èn talloze ge- interesseerde leken afgezien nog van theologen! tientallen jaren heeft bezig gehouden. De evolutionis ten hebben wel het pleit gewonnen: vrijwel de gehele natuurwetenschap aanvaardt het feit, dat het eerste leven op aarde uiterst kleine, uiterst eenvoudige èn toch al gecompliceer de organismen waren, dat daaruit in de loop van honderden miljoenen jaren steeds samengestelder leven opbloeide en dat de mens* aan het (voorlopige) eindpunt van die lange ontwikkelingsgang staat. De bekende Amerikaanse schrijfster Jtnth yioore heeft in het boek ,Jn het spoor van de mens" leven en werken van de belangrijkste onderzoekers bijeenge bracht. Zij deed herleven boeiend en spannend geschreven de felle strijd die er heeft gewoed om onder zoekers als Lamarck en Darwin, die zich, met hun theorieën, de toorn van conservatieve collega's cn recht zinnige theologen op de hals haalden. Hoe steeds meer, steeds overtuigen der fossiele vondsten het gelijk aan hun zijde brachten, hoe hedendaagse beter natuurwetenschappelijk èn wis kundig geschoolde vakgeleerden de noodzakelijke aanvullingen, toelich tingen en correcties aanbrachten, daarvan ook verhaalt Ruth Moore op heldere, indringende wijze. „In het spoor van de mens" is een uitgave van H. J. "W, Becht (Amsterdam) en zijn 15,90 in ieder opricht waard. Wie „Het verhaal van de mens" in wijder-geschetst perspectief wil lezen bevelen wij in het bijzonder aan het boek. dat die naam heeft, van de Amerikaanse antropoloog prof. dr. Carleton S. Coon, dat eveneens bij Becht (ƒ22.50) verscheen in de uit stekende vertaling van dr. C. van Rij singe. Over de geschiedenis en vormgeving van de bol. waarop de mens leeft, verscheen de laatste tyd geen beter boek dan „Gesprek met de aarde" van prof. dr. Hans CIoos, dat wü eveneens reeds uitvoerig be spraken (prijs flB,50). Het is een uitgave van H. P. Leopold. Het mooi ste „kijk-boek" gal Gaade uit; „Vorm en functie In de natuur", 170 sublie me foto's van de Amerikaan Andreas Reiniger. Het kost 22.50, maar schenkt ln geld onschatbaar grote vreugde. OP sterrenkundig terrein bereikten ons de laatste tijd geen nieuwe boeken. Wie nochtans zich wil gaan verdiepen in deze uitermate verras sende tak v„-i natuurwetenschappen kunnen wij a^ijd aanbevelen prof. dr. G. van dei Bergss .Aarde en wereid In ruimte en tijd" (Querido, ƒ6.90); Fred. Hoyle't JPlanetea, Ster ren, Melkwegen" <dav het meest up- to-date is '.uitgave: Hemeniann yrija 12.90) en de drie boeken van d!r. A. J. M. Wanders „De planeten en hun raadsels" (Bijleveïd. ƒ6.40 inge naaid), „Op ontdekking in het main land" (prijs ƒ20.50) en ^et raadsel Mars", 9,75, beide laatste Spectrum- uitgaven, J» VAN STRATEN f}lT de tyd fan. de teenagers. geven de toon aan tn de bio scopen, in de grammofoonplaten- handel en notimrlyfc ook in de ra dio, U moet 'ns nagaanhoeveel ma len op een dag it via de beide zen ders Hilversum naar het zoet ge kleed wart jongeheer Pat Boone (zetf al enkele jaren de twintig ge. passeerdy kunt luisteren. Vanmorgen hoorden toe hem in de uitzending ran de Ontbytclub en Bob Spaak verstrekte ons 'n belangwekkende informatie: de laatste drie maanden zijn er niet minder don driehonderddui zend foto's ran Pat aan Neder- Iandse jongelui rerfcocht. Dat is meer dan in enig ander Europees land. (Al blijft Pat nog ver onder Romy Schneider, van u?ie drie miljoen prentbriefkaarten binnen onze grenzen heten te cir culeren. JVfaar zii heeft dan ook een teat langere aanlooptijd, gehad). Bob Spaak doet dergelijke mededelingen, op een prettige manier, met *n tikje gezellige ironie. Er zy» weinig men sen in de Nederlandse radio die zo luchriff, zo .^aangenaam" bobbelen als hij. Daarom vind ife z'n Ont bytclub 'n aardip programma. Hele maal niet belangryfc, maar toch wel 'n nuttig patentgeneesmiddel tegen de gevreesde ochtendziekte. Sym pathiek is het ook, dat Spaak de technicus actief in z'n praatjes be- trekt. Doorgaans krijgt deze belang, rijke figuur naar buiten te weinig ■waardering. Om nog even op de teenagers te rug te komen: Terry Dene, een snel opgekomen ster in het genre jongen, met-gitaar, heeft zojuist een con tract getekend voor een tournee van drie weken in Zuid-Afrikal Honora rium voor Terry: duizend Engelse ponden ofwel tienduizend gulden per week. Daarbij komen dan nog 24.000 gulden voor de luchtreis (eer ste klas) van Terry en z'n „Dene Aces" alsmede de verblijfkosten in luxe-hotels. De lustig kwelende teenagers schijnen het, John Osbor ne ten spijt, nog altijd te winnen van de „boze jongemannen". XT OORNAAMSTE kenmerk van „Rupelmorxde", de Belgische bij drage in de Eurovisie-filmsérie „Kleine steden in Europa", was de zeer luidruchtige muzikale verpak king. Uit het in verhouding tot de in houd lange filmpje, hebben kijkers, die Rupelmonde niet kennen, kunnen opmaken dat het stadje *n grote scheepswerf heeft Maar daar hield het dan ook zo ongeveer mee op. Het „verhaaltje" dat erin was verwerkt scheen als enige bedoeling de ver traging van de handeling te hebben. Laat ons hopen, dat ..Eurovisie" zich volgend jaar met'n belangwekkender serie revancheert. Als curiosum viel de hoofdfilm „Merijntje Gyzens Jeugd" wel te waarderen. Vergelij king met „Kleren maken de mah" leert, dat de Nederlandse speelfilm de laatste kwarteeuw, niet zo heel veei verder is gekomen H.S. IN een huls tegenover het Londen»* Parlementsgebouw heeft de BBC haar eerste automatisch tv-stndio ge ïnstalleerd. Vijf minuten nadat hü de perstribune heeft verlaten kan de parlementsverslaggever nu de kijkers nader inlichten over de debatten. HU hoeft niets anders te doen dan het hoofdkwartier van de tv-nleuwsdlen»t op te bellen en voor de camera te gaan zitten. Automatisch komt dan de controlekamer ln de studio in het Alexandra Palace In actie. Voor dit doel wordt 'n Industriële camera ge bruikt. die In tegenstelling tot de nor male studio-camera's, die ongeveer een uur voor de uitzending ingescha keld moeten worden, binnen *n mi nuut „warm loopt", Ef^EN soort muzikale autobiografie gaat Sem Nijveen geven het NCRV-sterauowd-programma va» 5 december. Bert Page heeft een ar rangement gemaakt van allerlei rmi- zikale hoogtepunten uit het leora van de virtuoze triolist. Nijveen zal om te beginnen laten horen, hoe hij ah kleuter viool speelde. VANAVOND in het programma van Hilversum II de reconstruc tie door S. de Vries. Jr. vaa een avond liit de twintiger jaren. Eerst hoort, u liedjes van Benedict Silberman, genreen door Sonja Oosterman en Ben Ro'*>be; daarna een serie anekdotisch^ bijzonderhe den en tenslotte de „opvoering in de schouwburg van John Galswor thy's drama in vijf bedrijven. „Ge rechtigheid" (8.1510.30 uur). Lr ■TV t*. t'ê&kiOA-tiSg IK KttKIfl MtTrtRliTALtmK zti Dat in HMtR ia& dat zich BOVfch Etn LICHAAM blCOT n») 15>nu rtEtft MAAR Dt RIVIER n0RTort slim.Hij geloofr rtiET I ft HOHUb-POHUiH IJ ZAL E« HEL ACHTER HOMED DAT JUUJt 5PROtTJCb nLERtn DIJ tttt HATER HtBBEfl ntERGEltGD. UtttÊFTHET HELEMAAL FOUT AAH &EPAK1 I PAbORlURtoï NIÉMAND MAAKTUITOE nONm&mFAnTA. 5IA ItTÓ VERKEERD HCCft GfcDAAtl! WATHEDT UGtZE&D? HAT WOU flORron Hij ZOEKT DE JOHGEH.lK rtEBHEriOPEtrt DWAALSPOOR GEBRACHT $184. Sandeman rukt d» deur jpen. In de gang naar Boston gebracht en Ik meende 'an deze ge- etaat man, gekleed in zeemamuniform. „Rob!" I legcnheid gebruik te moeten maken om u op te raspt Sagdgmas uit, Kapltsls Röbl Kom ftvékéB, Di« gésvhiêdchi» mei dè .^Havik* en die binnen, man. Dc dacht, dat Ja dood was.... Heb f juwelen zit mij namelijk erg dwars. Ik heb u Ja bet dan toch overlaefd?" „Nee, Ik ben niet dood heel wat te vragen.Sandefnan ia erg blij dat 2oal* tt ziet, mr, Sendeman," zegt Rob, „ook al I hij de dood gewaande Rob weer terug riet. „Ik heelt bet maar weinig gescheeld. Ik heb een schip sluit direct mijn kantoor," zegt hij. „en ga dan mee naar mijn hui» Wat zal Doris verheugd zijn u weer te zien. kaprteln. Ik begrijp, dat U heel wat te vragen hebt. Trouwens, ik rit met die hele geschiedenis ook in mijn maag. Laten we er nu eens rustig over gaan praten." 4? Quentin zat rustig over alle sugges ties na te denken. ,Het rijn allemaal bruikbare ideeën, zei hij toen, „maar we komen er op het ogenblik niet zo heel veel verder mee." „Nog één ding," zei Cynthia. „Toen Hugh dat trein-incident aanhaalde, begreep ik plotseling de functie van de woonschepen." „Hoe dan?" „Met smokkelen hebben die tocht jes van haar, volgens mij, niets te maken gehad. Maar als ze van plan was Walter VuUiamy aan te klagen, wist ze van tevoren dat ze getuigenis zou moe ten afleggen en dat haar zeker ge vraagd zou worden, waar ze heen ging. Ze kon niet 2eggen dat ze voor de gezelligheid een weekend in Al- fordbury door ging brengen, want dat had niemand geloofd. En ze ken de er niemand dus ze kon evenmin verklaren dat ze kennissen op ging zoeken. Maar ze kon wel beweren, dat ze woonschepen ging bekijken, vooral met Jasmine Blake achter zich en ook nog het verhaal van Tucker, die kon verklaren dat ze er echt was geweest." „Heel goed," zei Hugh. „Het idee zal wel van VuUiamy zijn. HU kent de omgeving en hij heeft natuurlijk vaak advertenties over woonschepen in de buurtbladen gezien. Maar waarom zou ze dan al die andere po gingen gedaan hebben om een schip te huren. Eén lijkt me genoeg." „Ze ging niet over een nacht ijs, dat is duidelijk. Ze verzamelde bewijzen om iedere eventuele achterdocht te vermijden Bovendien wéten we niet uf ze die andere pogingen werkelijk heeft gedaan. Dat heeft ze Jasmine Blake verteld, wat nog niets zegt." Hugh was niet tevreden. „Dat zou het gevaar vergroot, niet verminderd hebben. Nee, Ik neem aan dat xe die andere tochten wel dcgellik heeft gemaakt. Dat soort voorzichtigheid lag in haar lün. Ze zijn trouwens allebei uitermate voorzichtig geweest. Een echt risico hebben 2e niet geno men. Denk maar na: ze zijö nooit samen gezien bijvoorbeeld. Misschien is dat wel de reden dat hij zoveel zelfvertrouwen heeft; bij weet waar schijnlijk wel, dat het riiet te bewij zen valt dat hij het meisje kende." Het gezicht van Quentin betrok. „Dan hoop ik van harte dat hij zich vergist. Voor ons is dat ongeveer het belangrijkste bewijs in de hele zaak. Enfin, we moeten maar afwachten wat de dag van morgen oplevert." HOOFDSTUK 18 Wat de volgende dag om te begin nen opleverde nog voor ze goed en wel ontbeten hadden, was een tele foontje van "Walter VuUiamy, met de vraag of hij Quentin en Hugh onmid dellijk kon spreken. Hugh juichte van opwinding. „Nu 2al je het hebben. Daar komt ons be wijsmateriaal aan. Als we nu maar wisten waar Guy Vulüamy was!" „Zal ik weer al die werven gaan bellen?" vroeg Cynthia. „Als je dat doen wil. graag. Ik weet dat het een stomvervelend karwei is. maar ik geloof heus dat het de moei te waard Is. Als htj nog in de buurt is, zal hij toch langzamerhand er gens binnen moeten lopen om voor raden bij te vullen." Ze gingen weg en stapten een half uur later de zitkamer van Vullta- my binnen dit keer begeleid door mevrouw vuiliamy, een tengere, be deesde vrouw die bescheiden ver dween toen haar man verscheen. Vuiliamy zag eruit alsof hij de hele nacht met duivels had gevochten. Zijn gericht was grauw en hij had donkere kringen onder zijn ogen. „Gaat u zitten, heren," zei hij. ,Jk moet u mijn verontschuldigingen aanbieden d*»t ik y hier laat kómen. Ik had naar u toe moeten gaan. maar ik voel me niet goed Quentin betuigde zijn deelneming en VuUiamy vervolgde: „We krijgen allemaal ons deel in deze wereld van verdriet en spanningen. U en uw broer hebben zeker uw deel ge had..." Hij ging moe in een stoel zitten. „Meneer Latimer," zei hij toen tegen Quentin, ^ik heb de hele nacht nagedacht over wat u zei van uw vader en mijn verantwoording. Ik heb mijn geweten onderzocht en ge beden om hulp. Nu voel ikr dat er dingen zijn die Ik u behoor te ver tellen," Quentin knikte en wachtte zwij gend af. „Ik zou me prettiger voelen." ging Vulüamy verder, „als ik eerst met mijn neef had kunnen praten. Het stuit me tegen de borst ever hem te moeten spreken als hij er niet bij is en als ik niet eerst zijn kant van de zaak heb gehoord. Ik heb dan ook verschillende pogingen gedaan hem te bereiken, maar ik heb even weinig succes gehad als u. Ik heb de mogelijkheid dus overwogen dat wj niet gevonden wenst te worden, en ik begrijp hoeveel haast u «ebt .Dank u." zei Quentin- „Voor Ik verder ga, wil eerst mijn positie duidelijk maken. Ik on derschrijf uw ernstige aanklacht ru« en ik heb geen mening over de ma nier waarop Helen Falrlle de dooa heeft gevonden. Ik zal u alleen een paar feiten omtrent mijn neef mee* delen, omdat ik het mijn plicht acht maar ik doe het roet een heel zwaar hart" Hugh werd onrustig. Hij begreep de gevoelens van de man wel, maar hij was te opgewonden voor al verklaringen. „U hebt ml] gisteren gevraagd, me neer Latuner zet Vulüamy, „of »ujn neef een wrok tegen mij koeï*erc|?; Het antwoord is helaas zal u de oorzaken vertellen. Guy de enige 200n, het enige kind mijn oudste broer Arthur, die jaar geleden gestorven is. Arthur. en mijn jongste broer John waren zeer aan elkaar gehecht. Ik geioa niet dat het vaak voorKoffit a» broers zoveel gemeen hebbed au pu ons het geval was. Y?« hadden zelfde principes, dezelfde idealen, ne zelfde geloof. Arthur was een biron der mens, zeer integer en een waar christen. Ongelukkigerwijs groene zjjn zoon on tot het tegendeel in der opriri zijn zoon op tot het te8enfj5«tl?nttn der opricht" Vplimmy keek Quero™ onderzoekend aan. ,Jk maakte i uw woorden van gisteren op, O"1., het een en ander van hem afwee (Wordt vervol#*'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Parool / De Schiedammer | 1957 | | pagina 1