Gaillard en Mendès-France
OORDEND
OERAS
Teenagers
winnen
Sinfs keuze uil 'n
gouden oyervioed
Geen namaak meer
uit Japan
100 PRISMA
HORLOGES GRATIS*
SPROETJE SPARKS
doei rPAMK GODWIN i
door Andrew Garve
Èfegkii
lil
AVONTUREN
VAN
KAPITEIN
ROB
Woensdag 27 november 1957
FEITELIJK leverde het debat tussen Gaillard cn Mendès-France op
ha congres van de Franse radicalen een duidelijke illustratie bij
liet verhaal van de parlementaire machteloosheid des lands. Wat
Mendès-France zei, klinkt uitstekend. Aan dc ene kant. verklaarde
hij, wil Frankrijk doorgaan voor een politiek en sociaal hoogontwikkeld
land, aan de andere kant gaat het in zijn Algerijnse politiek van ver
ouderde koloniale opvattingen uit. Dit is niet vol te houden; ideologisch
«iet, omdat de laak en de plaats van Frankrijk in het gedrang komen, en
financieel niet, omdat het onmogelijk is, tegelijk ce.s sociale staat en een
oorlogvoerende staat te zijn. Mendès-France nam het Gaillard kwalijk, dat
hij in zee is willen gaan met onvoldoend programma en een regering, die
de gevangene is van de conservatieven.
Het is een zo op het oog sluitend betoog; het zwakke punt er van is
echter dat een beleid, zoals Mcjules-Franre dat klaarblijkelijk wenst te
voeren, geen enkele kans maakt bij de huidige rationale Vergadering.
Wat Gaillard zou willen, is niet ro precies te zeggen: maar wat hij kan.
laat zich wel ren naastebij bepalen. Fr zijn twee mogelijkheden, zei Gail
lard: of de democratische partijen regeren Frankrijk, óf één of meer par
tijen gaan een bondgenootschap aan met de communisten. Dit laatste ver
wierp Hjj; en Mendès-France'liet-wel na om te zeggen, dat hij er iets voor
voelde. Er komt nog bij dat degenen, die Mendès-France de conservatieven
noemde, zich volstrekt niet alleen ophouden hij de zogenaamde rechtse
partijen. Er zijn onder hen ook verscheidene radicalen.
Zo is de kritiek op Gaillard nogal onvruchtbaar; en de jeugdige Franse
premier, die in het congres in de minderheid bleef tegenover de aan
hanger» van Mendès-France. voelt zich dan ook volstrekt niet verslage».
Mendès-France heeft gemakkelijk praten: die draagt de verantwoordelijk-,
heid niet, en verlangt ar. ken nel ijk op dit ogenblik ook niet rta3r.
ER is een, oppervlakkige, gelijkenis tussen het Duitsland van kort
voop de HUier-tijd en het huidige Frankrijk. In het toenmalige
Duitsland Stonden ds democratische partijen zwak, omdat ze het
niet eens waren, maar toch op elkaar waren aangewezen tussen
de nationaal-sociaiisten rechts en de communisten links. In het Frankrijk
van thans hebhen communisten en Poujadisten de speelruimte van de de
mocratische partijen zodanig verkleind, dat er geen plaats voor een nor-
maai opereren van regerfngsgroep en oppositiegroep is overgebleven. Nu
aajn.de grenzen töïsen déze groepen in Frankrijk altijd minder scherp ge-!
•Vfcest dan ikV. in Groot-Brittannie; maar uit een verwïssing van deze
grenzen, zoals thans in de vierde republiek geschiedt, kan toch moeilijk
Iets goeds voortkomen.
.- Mendès-France stelt dat vast op de hera eigene scherpe wijze: en Gail*;
■lard ondervindt het, om het zo te zeggen, aan den lijve. Maar Frankrijk!
moet geregeerd worden. Het is een ander land dan Duitsland, en men!
hoeft niet dadelijk voor ernstige dingen te vrezen, tenzij men het ernstig1
zou achten dat Algerië inderdaad onafhankelijk wordt. Mendes-France 2ei,
dat hij geen voorstander ia van deze onafhankelijkheid, maar dat die niet;
te stuiten-is, wanneer de Franse regering in haar verkeerde politiek zou
volharden. Waarschijnlijk heeft hij gelijk. 1
De politieke vis van Mendès-France is BteJlig.indruk ekkender dan;
die van Gaillard, tóaar Mendès-France ontbeert de synthetische kwaliteiten
van de grote staatkundige voorganger. Hij zou de leider moeten zijn van
een groepering van vooruitstrevende partijen, in staat het communisme te1
ondermijnenhij is echter niet meer dan de spreekbuis van een juist door
zijn toedoen sterk verkleinde radicale partij. Hij, die een brede basis nodig J
heeft, vecht op een zeer smal front, medewerken ais hij doet aan de in-1
standhouding van allerlei leuzen en tegenstellingen die al lang hun tijd
hebben gehad. Wanneer dè progressieve groepen de gevangenen zijn van
de rechterzijde, dan beeft hij aan deze toestand terdege een bijdrage ge-
leverd.
NU de Nederlandse Handelsbalans de laatste tijd weer verbetert en
de daling van de deviezenvoorraden'beeft plaatsgemaakt voor
een bescheiden toeneming, gaan er al weer stemmen op die zeg
gen. «lat het alarm te hevig ia geweest en in verband daarmee
de saneringsmaatregelen te ingrijpend. Het is jammer, dat minister Zijlstra
door een nogal optimistische verklaring deze mening steun geeft. Er zijn
immers zoveel onzekerheden, dat een beetje voorzichtigheid toch werkelijk
niet misplaatst is.-
De veranderingen in gunstige zin, die zeer wel van tijdelijke aard kun
nen zijn en die trouwens dè situatie nog maar betrekkelijk weinig hebben
Verbeterd.komen, op, eert tijdstip dat de ibeslist niet overdreven) belas
tingverhogingen nog door de Tweede Kamer moeten worden behandeld.
De regering trekt deze voorstellen zeker niet in. maar ie versterkt haar
positie tegenover de Kamer allerminst, wanneer een van haar leden uit
roept. dat het ergste leed alweer geleden is.
Wij willen geenszins beweren, dat het ergste nog niet voorhij is: maar
wij wensen wel vast te stellen, dat de economische spanningen nog vol
strekt niet zijn geweken en dat er alle reden i« ora nog enige tijd in een
beleid van billijke en goed overwogen bestedingsbeperking te volharden.
De marge is gering en het is verstandig een beetje aan de veilige kant
te blyvcn.
fj ET is in velt opzichten verheu-
oend, dat er de .laatste jaren
zoveel populair-wetehschappelijke
boeken zfj» verschenen en kenne
lijk ook pcfkocht. Sint Nicolaas
zou al een slecht opmerker zyn als
hem dit niet teas opgevallen. Wy
zien die stroom va» pppnlair-tce-
tenschöppelylce lectuur als een symp
toom van de steeds groeiende be
langstelling van- „Het grote publiek"
voor het intensieve speurwerk onzer
geteerde», voor de Stoutmoedige con
clusies ook de resultaten ran wat
aanvankelijk schuchter in studeer
vertrek en leboratorium groeide.
Men kan het ook zó zeggen: voor
al de natuuncetenschappen hebben
hun cocon vangeheimzinnigheid
verbrokenzij zijn midden in het
bruisende lenen van deze tijd ko
men staan en eisen steeds meer dc
aandacht ook van de niet-acade-
misch-geschooïde lezer op.
Een schijnbaar tegengestelde visie
is eveneens mogelijk: doordat steeds
méér resultaten van wetenschappe
lijk onderzoek het alledagleven ra
ken. ja er intensieve bemoeienis mee
krijgen eist „het publiek" rekenschap
van hen. die vanuit hun bibliotheken
en laboratoria het lot van allen mede
bepalen Méér dan ooit in de historie
der mensheid is geschied. Ende
geleerden zelf vragen zich reken
schap over hun doen en laten, wil
len zich verantwoorden voor hun
daden. Doden, die \roor grote men
sengroepen dikwijls onbegrijpelijk,
ja fataal lyken. maar waarvoe dit
menen vele geleerden het lot (zo
men wit: het noodlot) hen heeft
gedwongen. Qp geen terrein der
hedendaagse natuurwetenschappen
wordt dit merkwaardige spel van
vragen (naar verantwoording) en
antwoorden (rekenschap afleggen)
zo intensief „gespeeld" als by de
atoomfysica
f ten tegen het nabootsen van buiten-
Iandse produkten door Japanse fir-
i ma's. De nieuwe, wet tal ook Ja-
j panse fabrieken beschermen tegen
j een dergelijk optreden in eigen land.
i Het patentbure&u deelde mede,
TOKIO. Het Japanse patent- dat de betreffende wet binnenkort
bureau heeft plannen aangekondigd ter goedkeuring aan het Japanse
tot verscherping \an de voorscbnf-1 parlement zal worden voorgelegd.
I ArinpTtm
Vraagt m/iemmgen bij Uw Pmmo horloger
Zo komen wij vanzelf terecht bij
die tak van wetenschap, welke zo
heftig ons leven beroert.4 ia die
langzaamaan dc gehele wereld voor
de Shakespeariaanse vraag stelt: „Te
zijn of niet te zijn". Eén zaak is ze
ker: de toekomst der mensheid is
uitermate somber als het niet de
atoomgeleerden gelukt het energie
vraagstuk op te lossen. Steenkool en
olie zijn momenteel de belangrijkste
ur.j.'krachtcn van ons cvmomirehe
leven. De voorraden zijn echter
zeer beperkt: volgens ;>omm4gvb
kunnen wii er nog slechts enkele
tientallen jaren op teren, anderen
iets optimistischer -spreken van
een eeuw. Maar zonder enige twijfel
slinken de voorraden sneb de atoom
fysici moeten dit vraagstuk oplossen.
En die oplossing kondigt zich aller
wegen aan. begeleid van de explosies
der uranium- en waterstofbommen,
die ons met algehele vernietiging
bedreigen, terwijl hun in kernreac
tors getemde broers de gehele we
reld weivaart beloven. Wat zal de
aarde worden: één massaal, kil kerk
hof, of een herleefd paradijs?
DE Amerikaanse Nobelprijswin-,
naar Arthur Holly Compton is"
een der ontwerpers van de eerste
atoombommen; welke dé Japanse
steden Hiroshima en Nagasaki teis
terden èn een snel einde maakten
aan de vernietigende oorlog tussen
de geallieerden' en Japan. Hij heeft
de gehele wedloop schijnbare
wedloop? tussen Amerikanen en
Duitsers intensief beleefd, hij heeft
zich ook voortdurend rekenschap ge
geven van de ontzaglijke problema
tiek. die het dit zijn kluisters be
vrijde at»om de mensheid voorlegde;
te zijn of niet te zijn. Ondanks alle
ellende die de eerste atoombommen,
en latere proefnemingen met hun
veel krachtiger nakomelingen, over
mensen hebben gebracht een el
lende, die Compton sterk heeft be
roerd is hij toch optimist geble
ven. Van dit op feiten en diepgrU-
pende overtuigingen gebaseerde op
timisme heeft Compton willen getui
gen. Zo ontstond het boek „Verbijs
terende krachten" (ten persoonlijk
getuigenis over de wedloop der
atoomgeleerden), dat nu in de veelal
uitstekende vertaling van drs. J. J.
P. Boezeman bij „Het Spectrum" is
verschenen.
Gelukkig. Compton bleef optimist
Waarom? „In ons klinkt een stem.
dringend en aanhoudend. Terwij] we
luisteren veten we. dat het belang
rijkste op de wereld niet de staat
is. noch de atoomkracht, noch de
machtige machines van de industrie,
maar het hart van de mens. Voor al
len die willen boren, brengt de in
nerlijke stem dezelfde boodschap.
Omdat de stem ons zegt, dat de ziel
van de mens onze juiste waardemaat
is weten we, dat het binnen onze
macht ligt de energie van het atoom
te beteugelen ten bate van de vrede."
Zün boek. dat 12,90 kost, kunnen
wy onvoorwaardelijk aanbevelen.
Het is een uiterst waardevolle aan
vulling op Robert Jungk's boek
„Licht van duizend zonnen" (Schel
lens en Giltay, prijs 12,50) waarin
vanuit een andere gezichtshoek
de tragiek cn problematiek van de
atoom fysici worden belicht.
Ook de Tüblngse hoogleraar prof.
dr. Werner Braunbek heeft de ge
schiedenis beschreven van de ont
dekking van „het atoom", begonnen
in 1896, toen Becquerei „zijn" mys
terieuze stralen uit een uranium-
kristal ontdekte tot de ontwikkeling
van de waterstofbom èn de kern
energie-centrales. Hij deed dit meer
in biografische vorm: vooral de
figuur van de Engelse atoomvorser
Ernest Rutherford heeft hem sterk
geboeid. Prof. Braunbek blijkt in
zekere zin verwant aan prof. Comp
ton: ook hü is kennelijk een gods
dienstig man, die tot de overtuiging
is gekomen, dat de mens alleen 'het
niet zal klaren met de onvoorstel
baar grote krachten, welke hem iO
handen zijn gelegd. Hij hoopt dan
ook blijken? zijn bozv Geleer
den verontrusten de wereld" (uit
gave: Nederlands Soekhms. prijs
11.50} dat de atoomfysici hun
hoop willen stellen op hern, die ge
zegd heeft: „Zie. ik maak alles
nieuw".
Op atomair gebied verschenen ove
rigens in het najaar geen nieuwe
boeken. Begrijpelijk, want de ten
toonstelling „Het Atoom" gaf de uit
gevers gelegenheid alles wat zij daar
over hadden gepland, in de boek
handel te spuien. Het beste wat toen
verscheen, is „Van atoom tot heelal"
(Jones, Rotblat, tVhitrow). ook al
een Spectrum-uitgave, in de Pris-
imareeks (f 1J25). Ook mr. H. -C. M.
Edelman» „Leven met atomen" (Meu-
lenhoff 9.75) en Leonard de Vries*
..Het atoom** (Elsevters Educatieve
Jeugdboeken 7.90) zijn aanbeve-
k? nawaar d.
7 eker op dit ogenblik vraagt alles,
wat ruimtevaart betreft, onze
aandacht op: de „Spoetniks" hebben
niet voor niets de kosmische ruimte
gekozen,. Veel nieuwe lectuur kun
nen wij op dit terrein niet aankon
digen. Boeken die de resultaten van
de eerste kunstmatige satellieten sa
menvatten moeten uiteraard
nog verschijnen. De uitgeverij „Pe
gasus" gaf een zeer actuele „Ruimte
vaart"-brochure uit. geschreven door
prof. dr. A. Stemfeld, een der naaste
medewerkers aan het Spoetnik-pro
ject. Het is een helder geschreven.
Uiterst beknopt werkje, waarin de
belangrijkste problemen van de ruim
tevaart worden uiteengezet. Dat
prof. Sternfeid ietwat te veel de Rus
sen de eer van de ontwikkeling der
ruimtevaart geeft is begrijpelijk, en
enigszins vergeeflijk. Ondanks
dit kleine bezwaar is het góed-ge
ïllustreerde boekje alleszins het lezen
waard (prijs ƒ1,75). Voor wie meer
wil weten over de theorie der ruimte
vaart kunnen wij nog steeds van
Harte aanbevelen prof. dr. Hermann
O berth', boek „Mensen in het we
reldruim" (uitgave: C. de Boer jr.
ƒ8,50). Over de geschiedenis van de
ruimtevc art Is ons inziens H. Gart-
mann's werk „Vlucht In de ruimte"
(Elsevier, 12,50) het beste.
Zullen, in de naaste toekomstde
New Yorkse forensen in oUrpe-
lijke, zonderlinge toestellen uit
hun woonplaatsen naar hun kan
toren en werkplaatsen reizen? Dit
opmerkelyke „uliepftnp* is een
fantasie van de tekenaar Frank
Tinsley en het papulair-useten-
schappelijke tijdschrift Mechanic
Illustrated Magazine1* publiceerde
haarOok door zulke fantasieën
trordt de belangstelling voor
atoomfysica, ruimtevaart, geologie,
sterrenkunde en al hun aanver
wante terreinen steeds groter. Het
is dus volkomen begrijpelijk, dat
een voortdurend vloeiende, stroom
van dikudjls voortreffelijke
populair-iuetenschappeiyke boeken
verschijnt.
Op het gebied der populair-medi-
sche voorlichting verscheen het al
zeer boeiende boek „Het magische
mes" van Jiirgen Thorwald. Wij, twin_
tigste-eeuwers, kunnen ons ii geen
enkel opzicht meer voorstellen met
welke problemen chirurgen nog tot
de helft van de vorige eeuw hebben
geworsteld, welke toestanden er
heersten in wat men toen ziekenhui
zen noemde. Toen was de narcose
nog niet bekend, toen moest de chi
rurg 20 hij tot operatie overging,
en dit geschiedde slechts in aller
uiterste noodzaak nog snijden in
het onverdoofde vlees van zijn pa
tiënt. Welke helse pijnen deze moet
hebben geleden is onbegrijpelijk, dus
onbeschrijflijk. En als een amputatie
of welke andere ingreep ook was ge
slaagd, dan stoop nog in het over»
grote deel der gevallen de infectie
nader en maakte de patiënt buit
voor haar meester; de dood. Dit alles
veranderde, toen in 1846 de Ameri
kaanse tandarts William Morton de
ethernarcose „uitvond", en latere on
derzoekers de a-septische operatie,
vervolmaakten. De Amerikaans-Duit
se chirurg Henry Steven Hartmaan
heeft dit alles persoonlijk beleefd.
Omdat hij gefortuneerd was vatte hij
het plan 'op. overal ter wereld de
nieuwste ontdekkingen op medisch-
chirurgisch gebied te gaan zien. en
er verslagen van te schrijven. Zijn
archief, dat een schat van ongepu
bliceerde. ternauwernood anders be
kende feiten bevatte, bleef aanvan
kelijk rusten. Het kwam enkele ja
ren geleden in handen van zijn
kleinzoon JÜrgen Thorwald. zelf me
dicus met sterke belangstelling voor
historie. Deze Thorwald schiftte en
herschreef, tot hij bijeen had het
manuscript voor „het magische mes"
dat bij „De Fontein'* (Utrecht) is uit
gekomen. Een voortreffelijk boek,
dat iedere medicus en medisch-ge-
interesseerde leek lézen móét. Prijs
ƒ12.90. Het is een aanwinst naast de
kortelings door ons besproken boeken
„Geneeskunde In opmars", van Ru-
dolf Friedrïch (Foreholte. prijs
13,75) en de uitstekende „Korte ge
schiedenis van de geneeskunde", van
Paul Hühnerfeld, die ook al weer in
de Prismaserie van ..Het Spectrum"
het licht zag. Prijs ƒ1.25.
Is de mens „schepping-uit-niets" of
het (voorlopige) eindproduct van
een lange evolutionaire weg? Dit is
de vraag, die vanaf het verschijnen
van Darwin's theorieën de weten
schappelijke wereld èn talloze ge-
interesseerde leken afgezien nog
van theologen! tientallen jaren
heeft bezig gehouden. De evolutionis
ten hebben wel het pleit gewonnen:
vrijwel de gehele natuurwetenschap
aanvaardt het feit, dat het eerste
leven op aarde uiterst kleine, uiterst
eenvoudige èn toch al gecompliceer
de organismen waren, dat daaruit
in de loop van honderden miljoenen
jaren steeds samengestelder leven
opbloeide en dat de mens* aan het
(voorlopige) eindpunt van die lange
ontwikkelingsgang staat. De bekende
Amerikaanse schrijfster Jtnth yioore
heeft in het boek ,Jn het spoor van
de mens" leven en werken van de
belangrijkste onderzoekers bijeenge
bracht. Zij deed herleven boeiend
en spannend geschreven de felle
strijd die er heeft gewoed om onder
zoekers als Lamarck en Darwin, die
zich, met hun theorieën, de toorn
van conservatieve collega's cn recht
zinnige theologen op de hals haalden.
Hoe steeds meer, steeds overtuigen
der fossiele vondsten het gelijk aan
hun zijde brachten, hoe hedendaagse
beter natuurwetenschappelijk èn wis
kundig geschoolde vakgeleerden de
noodzakelijke aanvullingen, toelich
tingen en correcties aanbrachten,
daarvan ook verhaalt Ruth Moore
op heldere, indringende wijze. „In het
spoor van de mens" is een uitgave
van H. J. "W, Becht (Amsterdam) en
zijn 15,90 in ieder opricht waard.
Wie „Het verhaal van de mens" in
wijder-geschetst perspectief wil lezen
bevelen wij in het bijzonder aan het
boek. dat die naam heeft, van de
Amerikaanse antropoloog prof. dr.
Carleton S. Coon, dat eveneens bij
Becht (ƒ22.50) verscheen in de uit
stekende vertaling van dr. C. van
Rij singe. Over de geschiedenis en
vormgeving van de bol. waarop de
mens leeft, verscheen de laatste tyd
geen beter boek dan „Gesprek met
de aarde" van prof. dr. Hans CIoos,
dat wü eveneens reeds uitvoerig be
spraken (prijs flB,50). Het is een
uitgave van H. P. Leopold. Het mooi
ste „kijk-boek" gal Gaade uit; „Vorm
en functie In de natuur", 170 sublie
me foto's van de Amerikaan Andreas
Reiniger. Het kost 22.50, maar
schenkt ln geld onschatbaar grote
vreugde.
OP sterrenkundig terrein bereikten
ons de laatste tijd geen nieuwe
boeken. Wie nochtans zich wil gaan
verdiepen in deze uitermate verras
sende tak v„-i natuurwetenschappen
kunnen wij a^ijd aanbevelen prof.
dr. G. van dei Bergss .Aarde en
wereid In ruimte en tijd" (Querido,
ƒ6.90); Fred. Hoyle't JPlanetea, Ster
ren, Melkwegen" <dav het meest up-
to-date is '.uitgave: Hemeniann yrija
12.90) en de drie boeken van d!r.
A. J. M. Wanders „De planeten en
hun raadsels" (Bijleveïd. ƒ6.40 inge
naaid), „Op ontdekking in het main
land" (prijs ƒ20.50) en ^et raadsel
Mars", 9,75, beide laatste Spectrum-
uitgaven, J» VAN STRATEN
f}lT de tyd fan. de teenagers.
geven de toon aan tn de bio
scopen, in de grammofoonplaten-
handel en notimrlyfc ook in de ra
dio, U moet 'ns nagaanhoeveel ma
len op een dag it via de beide zen
ders Hilversum naar het zoet ge
kleed wart jongeheer Pat Boone
(zetf al enkele jaren de twintig ge.
passeerdy kunt luisteren. Vanmorgen
hoorden toe hem in de uitzending
ran de Ontbytclub en Bob Spaak
verstrekte ons 'n belangwekkende
informatie: de
laatste drie
maanden zijn er
niet minder don
driehonderddui
zend foto's ran
Pat aan Neder-
Iandse jongelui
rerfcocht. Dat is meer dan in enig
ander Europees land. (Al blijft Pat
nog ver onder Romy Schneider, van
u?ie drie miljoen prentbriefkaarten
binnen onze grenzen heten te cir
culeren. JVfaar zii heeft dan ook een
teat langere aanlooptijd, gehad). Bob
Spaak doet dergelijke mededelingen,
op een prettige manier, met *n tikje
gezellige ironie. Er zy» weinig men
sen in de Nederlandse radio die zo
luchriff, zo .^aangenaam" bobbelen
als hij. Daarom vind ife z'n Ont
bytclub 'n aardip programma. Hele
maal niet belangryfc, maar toch wel
'n nuttig patentgeneesmiddel tegen
de gevreesde ochtendziekte. Sym
pathiek is het ook, dat Spaak de
technicus actief in z'n praatjes be-
trekt. Doorgaans krijgt deze belang,
rijke figuur naar buiten te weinig
■waardering.
Om nog even op de teenagers te
rug te komen: Terry Dene, een snel
opgekomen ster in het genre jongen,
met-gitaar, heeft zojuist een con
tract getekend voor een tournee van
drie weken in Zuid-Afrikal Honora
rium voor Terry: duizend Engelse
ponden ofwel tienduizend gulden
per week. Daarbij komen dan nog
24.000 gulden voor de luchtreis (eer
ste klas) van Terry en z'n „Dene
Aces" alsmede de verblijfkosten in
luxe-hotels. De lustig kwelende
teenagers schijnen het, John Osbor
ne ten spijt, nog altijd te winnen
van de „boze jongemannen".
XT OORNAAMSTE kenmerk van
„Rupelmorxde", de Belgische bij
drage in de Eurovisie-filmsérie
„Kleine steden in Europa", was de
zeer luidruchtige muzikale verpak
king. Uit het in verhouding tot de in
houd lange filmpje, hebben kijkers,
die Rupelmonde niet kennen, kunnen
opmaken dat het stadje *n grote
scheepswerf heeft Maar daar hield
het dan ook zo ongeveer mee op. Het
„verhaaltje" dat erin was verwerkt
scheen als enige bedoeling de ver
traging van de handeling te hebben.
Laat ons hopen, dat ..Eurovisie" zich
volgend jaar met'n belangwekkender
serie revancheert. Als curiosum viel
de hoofdfilm „Merijntje Gyzens
Jeugd" wel te waarderen. Vergelij
king met „Kleren maken de mah"
leert, dat de Nederlandse speelfilm de
laatste kwarteeuw, niet zo heel veei
verder is gekomen
H.S.
IN een huls tegenover het Londen»*
Parlementsgebouw heeft de BBC
haar eerste automatisch tv-stndio ge
ïnstalleerd. Vijf minuten nadat hü de
perstribune heeft verlaten kan de
parlementsverslaggever nu de kijkers
nader inlichten over de debatten. HU
hoeft niets anders te doen dan het
hoofdkwartier van de tv-nleuwsdlen»t
op te bellen en voor de camera te
gaan zitten. Automatisch komt dan de
controlekamer ln de studio in het
Alexandra Palace In actie. Voor dit
doel wordt 'n Industriële camera ge
bruikt. die In tegenstelling tot de nor
male studio-camera's, die ongeveer
een uur voor de uitzending ingescha
keld moeten worden, binnen *n mi
nuut „warm loopt",
Ef^EN soort muzikale autobiografie
gaat Sem Nijveen geven het
NCRV-sterauowd-programma va» 5
december. Bert Page heeft een ar
rangement gemaakt van allerlei rmi-
zikale hoogtepunten uit het leora
van de virtuoze triolist. Nijveen zal
om te beginnen laten horen, hoe hij
ah kleuter viool speelde.
VANAVOND in het programma
van Hilversum II de reconstruc
tie door S. de Vries. Jr. vaa een
avond liit de twintiger jaren. Eerst
hoort, u liedjes van Benedict
Silberman, genreen door Sonja
Oosterman en Ben Ro'*>be; daarna
een serie anekdotisch^ bijzonderhe
den en tenslotte de „opvoering in
de schouwburg van John Galswor
thy's drama in vijf bedrijven. „Ge
rechtigheid" (8.1510.30 uur).
Lr
■TV t*. t'ê&kiOA-tiSg
IK KttKIfl MtTrtRliTALtmK
zti Dat in HMtR ia& dat zich
BOVfch Etn LICHAAM blCOT
n») 15>nu rtEtft MAAR Dt RIVIER
n0RTort slim.Hij geloofr rtiET
I ft HOHUb-POHUiH IJ ZAL E« HEL
ACHTER HOMED DAT JUUJt
5PROtTJCb nLERtn DIJ tttt HATER
HtBBEfl ntERGEltGD.
UtttÊFTHET HELEMAAL
FOUT AAH &EPAK1 I
PAbORlURtoï
NIÉMAND
MAAKTUITOE
nONm&mFAnTA.
5IA ItTÓ VERKEERD
HCCft GfcDAAtl!
WATHEDT
UGtZE&D?
HAT WOU
flORron
Hij ZOEKT
DE JOHGEH.lK
rtEBHEriOPEtrt
DWAALSPOOR
GEBRACHT
$184. Sandeman rukt d» deur jpen. In de gang naar Boston gebracht en Ik meende 'an deze ge-
etaat man, gekleed in zeemamuniform. „Rob!" I legcnheid gebruik te moeten maken om u op te
raspt Sagdgmas uit, Kapltsls Röbl Kom ftvékéB, Di« gésvhiêdchi» mei dè .^Havik* en die
binnen, man. Dc dacht, dat Ja dood was.... Heb f juwelen zit mij namelijk erg dwars. Ik heb u
Ja bet dan toch overlaefd?" „Nee, Ik ben niet dood heel wat te vragen.Sandefnan ia erg blij dat
2oal* tt ziet, mr, Sendeman," zegt Rob, „ook al I hij de dood gewaande Rob weer terug riet. „Ik
heelt bet maar weinig gescheeld. Ik heb een schip
sluit direct mijn kantoor," zegt hij. „en ga dan
mee naar mijn hui» Wat zal Doris verheugd zijn
u weer te zien. kaprteln. Ik begrijp, dat U heel
wat te vragen hebt. Trouwens, ik rit met die hele
geschiedenis ook in mijn maag. Laten we er nu
eens rustig over gaan praten."
4?
Quentin zat rustig over alle sugges
ties na te denken. ,Het rijn allemaal
bruikbare ideeën, zei hij toen,
„maar we komen er op het ogenblik
niet zo heel veel verder mee."
„Nog één ding," zei Cynthia. „Toen
Hugh dat trein-incident aanhaalde,
begreep ik plotseling de functie van
de woonschepen."
„Hoe dan?"
„Met smokkelen hebben die tocht
jes van haar, volgens mij, niets te
maken gehad.
Maar als ze van plan was Walter
VuUiamy aan te klagen, wist ze van
tevoren dat ze getuigenis zou moe
ten afleggen en dat haar zeker ge
vraagd zou worden, waar ze heen
ging. Ze kon niet 2eggen dat ze voor
de gezelligheid een weekend in Al-
fordbury door ging brengen, want
dat had niemand geloofd. En ze ken
de er niemand dus ze kon evenmin
verklaren dat ze kennissen op ging
zoeken. Maar ze kon wel beweren,
dat ze woonschepen ging bekijken,
vooral met Jasmine Blake achter zich
en ook nog het verhaal van Tucker,
die kon verklaren dat ze er echt
was geweest."
„Heel goed," zei Hugh. „Het idee
zal wel van VuUiamy zijn. HU kent
de omgeving en hij heeft natuurlijk
vaak advertenties over woonschepen
in de buurtbladen gezien. Maar
waarom zou ze dan al die andere po
gingen gedaan hebben om een schip
te huren. Eén lijkt me genoeg." „Ze
ging niet over een nacht ijs, dat is
duidelijk. Ze verzamelde bewijzen
om iedere eventuele achterdocht te
vermijden Bovendien wéten we niet
uf ze die andere pogingen werkelijk
heeft gedaan. Dat heeft ze Jasmine
Blake verteld, wat nog niets zegt."
Hugh was niet tevreden. „Dat zou
het gevaar vergroot, niet verminderd
hebben. Nee, Ik neem aan dat xe
die andere tochten wel dcgellik heeft
gemaakt. Dat soort voorzichtigheid
lag in haar lün. Ze zijn trouwens
allebei uitermate voorzichtig geweest.
Een echt risico hebben 2e niet geno
men. Denk maar na: ze zijö nooit
samen gezien bijvoorbeeld. Misschien
is dat wel de reden dat hij zoveel
zelfvertrouwen heeft; bij weet waar
schijnlijk wel, dat het riiet te bewij
zen valt dat hij het meisje kende."
Het gezicht van Quentin betrok.
„Dan hoop ik van harte dat hij zich
vergist. Voor ons is dat ongeveer het
belangrijkste bewijs in de hele zaak.
Enfin, we moeten maar afwachten
wat de dag van morgen oplevert."
HOOFDSTUK 18
Wat de volgende dag om te begin
nen opleverde nog voor ze goed en
wel ontbeten hadden, was een tele
foontje van "Walter VuUiamy, met de
vraag of hij Quentin en Hugh onmid
dellijk kon spreken.
Hugh juichte van opwinding. „Nu
2al je het hebben. Daar komt ons be
wijsmateriaal aan. Als we nu maar
wisten waar Guy Vulüamy was!"
„Zal ik weer al die werven gaan
bellen?" vroeg Cynthia.
„Als je dat doen wil. graag. Ik weet
dat het een stomvervelend karwei is.
maar ik geloof heus dat het de moei
te waard Is. Als htj nog in de buurt
is, zal hij toch langzamerhand er
gens binnen moeten lopen om voor
raden bij te vullen."
Ze gingen weg en stapten een half
uur later de zitkamer van Vullta-
my binnen dit keer begeleid door
mevrouw vuiliamy, een tengere, be
deesde vrouw die bescheiden ver
dween toen haar man verscheen.
Vuiliamy zag eruit alsof hij de hele
nacht met duivels had gevochten.
Zijn gericht was grauw en hij had
donkere kringen onder zijn ogen.
„Gaat u zitten, heren," zei hij. ,Jk
moet u mijn verontschuldigingen
aanbieden d*»t ik y hier laat kómen.
Ik had naar u toe moeten gaan. maar
ik voel me niet goed
Quentin betuigde zijn deelneming
en VuUiamy vervolgde: „We krijgen
allemaal ons deel in deze wereld van
verdriet en spanningen. U en uw
broer hebben zeker uw deel ge
had..." Hij ging moe in een stoel
zitten. „Meneer Latimer," zei hij toen
tegen Quentin, ^ik heb de hele nacht
nagedacht over wat u zei van uw
vader en mijn verantwoording. Ik
heb mijn geweten onderzocht en ge
beden om hulp. Nu voel ikr dat er
dingen zijn die Ik u behoor te ver
tellen,"
Quentin knikte en wachtte zwij
gend af.
„Ik zou me prettiger voelen." ging
Vulüamy verder, „als ik eerst met
mijn neef had kunnen praten. Het
stuit me tegen de borst ever hem
te moeten spreken als hij er niet
bij is en als ik niet eerst zijn kant
van de zaak heb gehoord. Ik heb dan
ook verschillende pogingen gedaan
hem te bereiken, maar ik heb even
weinig succes gehad als u. Ik heb de
mogelijkheid dus overwogen dat wj
niet gevonden wenst te worden, en
ik begrijp hoeveel haast u «ebt
.Dank u." zei Quentin-
„Voor Ik verder ga, wil eerst
mijn positie duidelijk maken. Ik on
derschrijf uw ernstige aanklacht ru«
en ik heb geen mening over de ma
nier waarop Helen Falrlle de dooa
heeft gevonden. Ik zal u alleen een
paar feiten omtrent mijn neef mee*
delen, omdat ik het mijn plicht acht
maar ik doe het roet een heel zwaar
hart"
Hugh werd onrustig. Hij begreep
de gevoelens van de man wel, maar
hij was te opgewonden voor al
verklaringen.
„U hebt ml] gisteren gevraagd, me
neer Latuner zet Vulüamy, „of »ujn
neef een wrok tegen mij koeï*erc|?;
Het antwoord is helaas
zal u de oorzaken vertellen. Guy
de enige 200n, het enige kind
mijn oudste broer Arthur, die
jaar geleden gestorven is. Arthur.
en mijn jongste broer John waren
zeer aan elkaar gehecht. Ik geioa
niet dat het vaak voorKoffit a»
broers zoveel gemeen hebbed au pu
ons het geval was. Y?« hadden
zelfde principes, dezelfde idealen, ne
zelfde geloof. Arthur was een biron
der mens, zeer integer en een waar
christen. Ongelukkigerwijs groene
zjjn zoon on tot het tegendeel in
der opriri
zijn zoon op tot het te8enfj5«tl?nttn
der opricht" Vplimmy keek Quero™
onderzoekend aan. ,Jk maakte i
uw woorden van gisteren op, O"1.,
het een en ander van hem afwee
(Wordt vervol#*'