OP DE VERKEERDE WEG
op 6,4 Velde
Kil
6!
utèthuuê
De schaker een MENS, geen MACHINE
RADIO
DAY
Maanlicht
SIEMENS
&H. tzê&l/iSLS.
Bal te hard voor 'n
sportieve Duitser
Da\
door, 1
nd'Wright
Callas: „fantastische
aanbiedingen"
Staatslening '58
Toewijzing 20
procent
Echt smullen f
ECHTE GELDERSE
SUCROSE
«ÖË1ÖPMK$- door FRANK GODWIN
tm r Mtr Etn snamz
Steinbeck laakt
„rechters van
Pasternak"
Journalist Zuidema
oveileden
f Schrale huid J
Kloosterbalsem
Dinsdag 11 november '195
'SP
iRztr in het geval van die Amsterdamse student, die door leden
van oen Delftse' Tooms-katholiëko studentenvereniging werd ont-
i voerdy mishandeld en gedeeltelijk kaalgeknipt, iets wat tot onbe
hagen stemt. Aan do Lelrokkene werd te kennen gegeven, dat hier
sprake was van een wraakoefening „namens katholiek Nederland". Nn is
bet duidelijk, dar alleen maar de ent voerders aansprakelijk waren voor
deze daad; maar het heeft torh de aandacht getrokken. d3i ..katholiek
Nederland zirli al heel weinig duidelijk van deze jongelieden heeft ge-
distancieerd. Uc Volkskrant vindt het gebeurde niet in orde, doch bij ral
van andere bladen schemert hij de erkenning, dat zoiets natuurlijk niet
mag, maar al te merkbaar voldoening door over bet feit dat het toch is
gebeurd.
Dè reden van de wraakoefening was een artikel in het studentenblad
Propria Cures over de overleden Paus. Het artikel was kritisch en wat
eigengereid, maar stellig niet opzettelijk beledigend. De schrijver er van
meeude te mogen vaststellen, dal in politiek opricht d«: daden van Pins XII
geen bewondering verdienen omdat ze getuigden van een al te grote ver
draagzaamheid jegens het fascisme. Nu hoeft tnCn [iet met deze mening
volstrekt niet eens te zijn; en cr is ook geen enkele reden om aan te
jtcmen, dat Propria Cures plaatsruimte had geweigerd aar* een stuk,
waarin het tegendeel werd betoogd. Het bedenkelijke is, dat mplaats van
deze gemotiveerde tegenspraak de ontvoering volgde. Terreur is een groot
voord, waarschijnlijk iets te groot in dit geval; maar er blijft toch van over,
dat men iemand het schrijven van een onwelgevallig stuk flink heeft
ingepeperd.
Fen pak slaag inpl.iat? van polemiek; het lijkt geen goede Nederlandse
«tijl. In ^dit vrije land met nogal aanzienlijke tegenstellingen moet men
natuurlijk elkaar niet beledigen, tuaar men moet wel moeite doen eikaars
opvattingen te verdragen. Dat deze opvattingen in studentenkringen iets
onverbloetnder tot uiting komen dan elders, lijkt ons zeer normaal. Kr zijn
Vel dingen in de studentenmaatschappij, die al= verouderd kunnen gelden
(h.v. de groentijd! maar de. hemel beware ons voor studenten, die hun
meningen verkondigen op de toon van bezadigde zeventig jarigen
ET geval van de .ontvoerde student wint als symptoom aan be-
tekenis door} de, wij kunnen wel zeggen, woedende klacht, die de
journalist-schrijver-Godfried Bomans bij de Raad van Tucht voor
de Journalistiek heeft ingediend tegen de correspondent van het
Handelsblad te Rome. Deze correspondent heeft in enige artikelen, die
©ok in een aantal provinciale bladen zijn verschenen, uitvoerig de kritiek
behandeld, die dc hoge prelaat mgr. Bacct in een toespraak op het
beleid van Pius XII zou hebben uitgeoefend. Merkwaardigerwijs liep deze
kritiek ongeveer parallel aan wat in Propria Cures stond. Achteraf is
Intussen geblekéh, dat de Nederlandse correspondent wat al te vrijmoedig
de woorden, die hij mgr. Bacci ia de mond. legde, en eigen commentaar
heeft vermengd, waardoor zijn stukken een iet of wat tendentieus karakter
kregen; maar nog veel tendentieuzer is de klacht van de. heer Bomans,
die de correspondent laster en belediging van een volksdeel verwijt,
r Nu stelt de Nederlandse wet. inderdaad laster en belediging .van een
volksgroep strafbaar, maar klachten op grond van deze misdrijven moeten
niet worden ingediend bij" de Raad van Tucht voor de Journalistiek. Ze
koren thuis bij de gewone rechter. Het doet een beet je. vreemd aan, dat'de
heer Godfried Bomans, die<;nu juist niet de eerste de beste is, dit niet
heeft geweten'. Er is enige reden voor de veronderstelling, dat liij liet wel
heeft geweten, maar dat hij zich over de formele kant van de zaak niet 10
druk heeft willen maken. Het ging vooral om het gebaar en om liet bericht
in de bladen. Wie dat wil kan er een waarschuwing in lezen van „katholiek
Nederland" adn het andere deel, rich van een berichtgeving te onthouden,
die iets zou kunnen afdoen aan de. heiligheid van de Paus. Handen thuis!
Op straffe waarvan? Wij weten het niet; maar gelet op het feit. dat de
Paad van Tucht voor de Journaliriek niets met deze klacht kan aanvan
gen en (We niet i» ingediend, waar dat behoorde, moeten wij toch wel
weer even denken aan die student, die het op een wijze, welke in enkele
landen meer gebruikelijk i$ geweest dan hier, ingepeperd beeft gekregen.
MEN begrijpe mis goed; wij lu-bben geen <po«r van waardering
voor een berichtgevtne. die naar toon en inhoud als onbehoorlijk
raoct geJden. Evenmin «ensen wij het op te nemen voor -fukken
in de krant, die krenkend zijn voor delen van bet volk. Maar
de stelling, dat de politieke kanten van het pauselijk beleid niet vatbaar
rijn voor -discussie, lijkt ons onhoudbaar. Wij willen bij ons onderwerp
blijven en ons niet verdiepen in de vraag of het beleid van Fius Xll
tegenover Spanje juist is geweest, en of de benoeming van mgr. Stcpinac
tot kardinaal in staatkundig opzicht als verstandig kan gelden. Wij willen
echter wel zéggen, dat punten al? de2e in een land als het onze onmogelijk
tot verboden onderwerpen kunnen worden verklaard.
Verbeelden wij het dat de rooms-kathotieke wereld in Nederland
wel eens de neiging heeft, zicii plu« papiste que lo pape te gedragen?
Gevoelens, zoals die zich thans uiten in Nederland, treft men b.v. in Belgie
en Frankrijk nauwelijks aan. om van Italië maar helemaal re zwijgen. Als
er ergens is gepolemiseerd, dan is het daar. Wie in dat land wraak had
willen nemen, had hele scharen moeten ontvoeren. De stijl die (naar het
lijkt) in ons land thans wordt beproefd, is onaanvaardbaar. De journali
stiek kenne eerbiet!, maar geen taboe?; en het blijve zo dat de straffen
berusten op wet of tuchtrecht en mier op particuliere wraakneming.
'#£35
Misschien is het schaakspel
een afspiegeling van het gewo
ne, dagelijkse leven om ons
heen. Daar vinden we de nuch
tere realiteit maar ook de fan
tasie, het geld en de schoon
heid, de jachtige in
dustrieel en de kun
stenaar. Er zijn
mensen wier hele
leven gericht is op
één doel: een eigen zaak, een
overstelpende rijkdom of ken
nis. Er zijn ook mensen, die
zich slechts bekommeren om
problemen die onbelangrijk lij
ken voor het produktiesehema
van een modern land.
Een zelfde tegenstelling vin
den we in het schaakspel: de jarige leeftijd leerde hij schaken in
Schaken was zijn beroep maar hij
besteedde veel van het. geld, dat hij
ermee. vérdiende voor studie. Hij
promoveerde! op één wiskundige
stelling die van belang'is geweest
voor het nageslacht. Hij leverde kri
tiek op Einsleins relativiteitstheorie,
schreef - toneelstukken en gedichten,
bridgte en ontwierp een eigen filo
sofisch systeem.
Ten slotte geloofde hij het wel
met het schaakspel. Zonder'zich bij
zonder in te spannen speelde hij in
1921 een match' om zijn tlteL tegen
de schaakautomaat Capablanea, een
jonge Cubaan, en verloor. Het
schaakspel als wetenschap zou weer
hoogtij gaan vieren.
kunstenaar die wonderlijke pa
tronen breit op de velden en
de strateeg die kijkt of hij
over een piuspionnet je be
schikt, dat-hij door solide be
legging winst kan laten afwer
pen.
Vooral iii de eerste toernooitijd
van het schaakspel - zo na het mid
den van de vorige eeuw - is deze
tegenstelling scherp tot uitdrukking
gekomen. Vier wereldkampioenen
'stammen uit deze jaren; Steinitï,
Lasker, Capablanea en Aljechin:
schaakrobots en, kunstenaars.
Vóór al die tientallen boekjes ver
schenen waren ovt theorie, goede
en slechte zetten, middenspel en
eindspel, was het zo'n mooie tijd.
Elkeen dreef op zijn eigen kennis
en positiegevoel. Er ontstonden zo
genaamde onsterfelijke partijen,
waarin de een of andere ster een veel
zwakkere tegenstander het mes op
de keel zette, royaal stukken en
pionnen offerde om hem ten slotte
ergens mat te frutselen; prachtige
effecten voorwaar, sensatie en er
gernis voor wie er niet tegen kon.
Er zijn mensen aan ten gronde ge
gaan, er zijn mensen krankzinnig
door geworden. Maar ook hebben
duizenden van het spel genoten.
Steinitz was de eerste wereldkam
pioen, 28 jaar lang. Hij begon met
het opschrijven van alles wat hij
maar vinden kon. werd de eerste
wiskundig berekenende automaat en
won alles. Hij lag immers bij de
start-een kopiengte voor op zijn te
genstanders en was bekwaam ge
noeg om voor te blijven.
De eerste wereldkampioen had de
strategie van het spel ontdekt, hij
won vaak. zonder dat zijn tegenstan
der echte fouten gemaakt hadden.
Zij waren het slachtoffer van een
nieuwe zienswijze geworden. Het.
schaakspel dreigde in plaats van
een plezierige ontspanning een stuk
je wiskunde te worden, echter zon
der de wetenschappelijke voordelen
die de wiskunde biedt. Een beuze
larij zonder zin.
In Duitsland, ergens in Branden-
burg was op 24 december 1368 als
zoon van straatarme mensen. Ema-
nuel Lasker geboren. Op twaalf-!
Berlijn. Spoedig versloeg hij al zijn
tegenstanders. Van honger üep hij
de cafe's in de Duitse hoofdstad af,
waar om. kleine geldsbedragen ge
speeld werd. Hij bleef erdoor in le
ven.
Lasker was 26 jaar oud toen hij de
wereldkampioen Steinitz onttroon
de. Hij had het spel van zijn tegen
stander uitvoerig onderzocht. Hij
paste dezelfde principes toe maar
week op een punt af; Lasker wist
dat hij niet tegen een aantal boutjes
speelde maar tegen een mens, met
menselijke zwakheden. Lasker was
een goed psycholoog, hij zou het
oude spel nieuw maken5
Volgens de theorie van Lasker
waren er net zoveel goede zetten als
tegenstanders. Graag speelde hij
openingen die zijn tegenstander goed
De grote Vijf wit een voorbij tijd
perk: Links wereldkampioen Ema
nuel Lasker, de romanticus; naast
ftem dr. Aljechin, toen nog militair,
die nummer drie, Capablanea, de
tite] af zou nemen, zes Jaar nadat
deze hem van Lasker cadeau had ge
kregen, Da vierde en vijfde van het
rijtje waren geen wereldkampioenen,
wel schakers, naar wie varianten in
de oppningstheorie genoemd worden;
Marshall en Xarrasch. De foto werd
gemaakt tijdens het beroemde toer
nooi van St. petersburg in 1914, dat
door Lasker met een half puntje
voorsprong gewonnen werd.
kende om dan ineens af te wijken
en met allerlei sluwigheidjes en zij
paadjes diens leven zuur.te maken.
Wereldkampioen Lasker had stalen
zenuwen en was een meester in het
uitbuiten van zwakheden. Hij heeft
opvailend weinig toernooipartijen
verloren.
f Adverier'ie L.M.
f.Van onze correspondent)
VBNLO. Een sportieve Duitse
bromfietser liep op de Heibeek te
Venlo een zwaar gekwetste voet op
toen hij dacht een dikke bal op
straat onder het rijden door te kun
nen wegschoppen. Dat viel zwaar
tegen, aangezien het een afgedankte
kegelbal breek, waarmee enige jon
gens aanhet rollen, waren. Een
pijnlijke vergissing derhalve...
NEW YORK. „Ik heb fantasti
sche aanbiedingen gekregen van de
„Dallas Opera Company", zo ver
klaarde gisteren -de even beroemde
ais opvliegende sopraan Maria Cal
las. Zij voegde er aan toe, dat zij
dolgraag eens met deze „perfecte
en frisse troep" in Parijs of Rome
zou willen optreden.
De vraag is'echter, of de zange
res zelf wet precies weet wat zij
wij. Italiaanse bladen schrijven van
haar te hebben vernomen, dat zij
een eigen operagezelschap gaat vor
men. In ieder geval moet de prima
donna nog tot het einde van de
maand optreden voor de New York
Metropolitan Opera, die, zoals be
kend, het contract met haar per 30
november heeft beëindigd.
DEN HAAG. Slechts 20 procent
van het bedrag, op 10 november j-I.
ingeschreven op de 44* procent*
•J staatslening, wordt toegewezen.
f Dit deelt het ministerie van Fi-
nanciën mede. Het bev' dat de
lening groot 250 rr. ijfmaal
is overtekend.
tAdvertentie LM.)
Voor diabetici en slanke lijn!
(Advertentie tM.)
fWELGPAPPKBj
DIT IS'VAN JENNlFEff/T )b
M BEETJE GR0E2EU &-"2E
WH i£ BEPANkÉN VOOS
Gisteren olnk ix.hoe
Je HAAS'?
HEB JE ME SE
ROePEN,PAUL?
NtfcTb
BbZONOEPZe,
M ZAL DAAR TERUG-
SOAW'JVEN.KiNOERÊN
VINPEN RET PRACHTIG
OH BRIEVEN TE KR'JGEN
M AmtfiM intdtilt - Hthul,
in d« Wi •nlhoaiisil tsl
pRfcOEE>
ALS HET HAAR
UïTKOrTT, CAROL
THU1& ze
ONGENIETBAAR.
DIE ARME TANTE VAN
HAAR HEEFT GEEN LEVEN SÜ OR-
HALSPROÊrit! WttT}t NOG DAT
D lit KV HOnKBAlltfÜ "JfOWIt
5Pl£RBUf1D£.l5'rf<OtMDt? S
NOU. KIJK Hltft 15
PlAKBOtK...
Doe het nog maar mtr.
Mp£R5W£KK£M WEMtf-
.XHitrt VA15LH00P.IKWIL
PKArtN
zijn
VOL WET
KAMPIOENEN
IK GA 5TRAK5 NAAR
HET WEE5HUI5... ZAL IK
DUCKV VERTELLEN VAN
DltOPERATIE?
MiiNCHEN. De beroemde Ame
rikaanse schrijver John Steinbeck
heeft maandag verklaard dat ..Pas
ternak's rechters op dezelfde wijze
zullen worden gestraft als de rech
ter van Socrates hun namen
worden vergeten, maar hun dom
heden bljjven voortleven".
In een verklaring die Steinbeck
schreef voor radio Vrij Europa, zegt
hij voorts dat de critici van Nobel
prijswinnaar Boris Pasternak „de
ware verraders van de litteratuur
zijn". Radio Vrij Europa verzorgt
programma's die tot de volken ach
ter bet ijzeren gordijn zijn gericht.
De Russische protesten tegen de
toekenning van de Nobelprijs aan
Pasternak „stemmen me droevig,
maar niet voor Pasternak" zegt
Steinbeck, „Mijn droefheid gaat uit
naar de arme officiële schrijvers die
een oordeel moeten vellen over een
boek dat ze niet mogen lezen"-
DEN HAAG. In de ouderdom
van 79 jaar is in de nacht van zon
dag op maandag te Goes overleden,
de heer R. Zuidema. oud-hoofd
redacteur van het „Zeeuwsch Dag
blad", die zes en veertig jaar in de
protestants-christelijke journalistiek
werkzaam is geweest De heer
Zuidema begon zijn loopbaan bij „de
Veluwse Bladen".
OM drie uur in de nacht werd dé
man met een schok tcakker Hii
stapte uit bed, maakte licht en 'gijm
voor de spiegel staan. Lange lijd keek
hij. aandachtig naar zijn week, viezig
gezicht, dat éérst alleen.maar de spo
ren. nan-de slaap i>ertoonde, maar
spoedig een geërgerde uitdrukking
aannam.
„Ik lijk wel een wijf" dacht fin én
wendde zich af. Nu deed fty snel zijn
kleren actn en ging, met zijn schee-
nen in de hand, uiterst voorzichtig"
de trappen af, want hij ibïide de hou
pita met wakker makenIn vredes-
naam geen herrie. Daar had hu ge
noeg van, Ze zochten hem toch al al
lemaal. In de;, winkels, als hij -jrfftj
boodschappen deed, merkte .fry- heus
we I/dat erweer tegen hem gehetzt
was. Maar hij hield zich-in. Er viel
toch niets tegen te doen;
Buiten,op de :$fóep trek, h(jkin
schoenen; aan. De maan scheen on
werkelijk helderMet de pas van een
marcherende soldaaCging hij op pad.
Hij wiet. precies de kortste weg. De
Straat uit. De brug over. Even langs
het water. £n dan doorsteken Toen
hij op het plein kwam, bij het grote
oude schoolgebouw, glimlachtehl!
gelukkig, want de jongen stond of,
voor de poort, in het maanlicht op
hem te wachten.
Dag Ger."
„Dag pa."
Hand in hand liepen ze samen door
de nacht.
„Hoe gaat het met moeder?" vroeg
de man.
„Goed pa," antwoordde het kind.
,.En die meneer. Is h\j aardig voor
je?"
„Dat gaat wel pa."
„Je hoeft natuurlek geen vader tè-
gen hem te zeggen," sprak de man
en hij onderdrukte een gevoel fan
drift. „Want hij ts je vader niet.
Maar je moet niet brutaal zijn ofon-
gezeggelijk. Dan doe je moeder ver
driet."
Ze passeerden een kruispunt waar
een nachtploeg arbeiders bezig was
met grondwerk.
„Ze.maken de riolering, denk ik,"
sp.ak de man. ,JZie je, Gcr. Dat
moet *s nachts gebeuren."
„Kijk., daar heb je hem weer", zei
i een der arbeiders.
„Wie?"
„Nou, die pent, die 'cliyd in z'n ei-
i gen loopt te praten. Moet je kijken,
Die mond gaat maarEn 't is net of
hij iemand vast houdt, tnet z'n,
j hand."
„En hoe gaat het nu op school, Ger?
1 Nog altijd last met rekenen?" vroeg
de man. De jongen verteld? dat 't
itooruit ging. Maardie grote deel-
sommen waren zo moeilijk. De man
■knikte vol begrip. Toen vroeg Ger
i hoe' het hu 'met hern ging en of hij
nog altijd zo zenuwachtig was. Nou,
dat schikte wel. De dokter was te
vreden.
„Als ze maar niet- zo veel kwaad
over ine spraken," zei de man,
„Maar ze kunnen het niet laten. In
die nieuwe kamer woon ik pas twee
maanden. Maar ik merk ket al over
al in de buurt. Ze zijn weer geweest.
Ze hebben hun giftig werk weer ge
daan. Ger. Als ze me toch maar ein
delijk eens met rust wilden, laten.
Maar nee hoor, ze moeten me kapot
maken. Ze rusten niet
Ze hadden lang gewandeld en.tca-
j ren nu teruggekomen bu het opge-
broken kruiapu-nt. Ergens sloeg een
klok. De man voelde zich plotseling
doodmoe.
,JVou Ger, 't wordt weer eem
tijd," zei hij. *-
I ,Ja pa,"
f „Tot morgen dan maar."
,ja pa. Tot morgen."
.JVon staat hij te wuiven," zei een
arbeider. „Kijk 'm is. Hij kan niet
ophouden."
„Hij is zat," constateerde een
ander.
I „Hij zwaait toch niet? Hij 'loopt
gewoon. Nee. hij is getikt,''
i Snel liep de man vaar huis. Op zijn
kamertje kleedde hij zich uit en ging
in bed liggen.-■
,JVu heb ik nog vergeten te vragen
wat hii voor zijn verjaardag toil,"
dacht hij,
Met een glimlach viel hij in slaap.
KRONKEL
(Advertentie I.M.)
l kloven, gesjrrongen handtn. f
j tmntervoetemKloosterbalscTn I
maakt uw huid weer gaaf. 1
ontsmet en geneest
keren!" Bas probeert de politiecommissaris tot
rede te brengen. Wanneer ze nu terugkeren be-
tekent dit, dat de hele expeditie is mislukt en
iu»a maar «y Idat alle moeite en kosten vergeefs zijn geweest,
Guyana »n als <io «-vangen» daar ontsnapt hob -Geef mij nog drie dagen, weneer Barbosa,«gx
Ssmklifcm Ik sommeer u onmiddellijk terug te l Hij. „dan gaan we terug en dan kimt u met John
3459. Bas draait zich snel om. „Wat zijn dat
voor grapjes, rignor Barbosa?" snauwt hij, „wij
geen gangsters!" „Dat kan mii niet schelen."
antwoordt" Barbosa. „maar wij naderen Brits
doen wat u wilt." Barbosa houdt evenwel voet bij
1 stuk. Roberio. de piloot, zal de navigatie controle-
ren. En duidelijk laat hij doorschemeren, dat hij
geweld zat gebruiken ais Bos 2ich blijft verzet-
ten tegen zijn orders. Nu ja, tegen pistoolkogels
kan Bas niet redenereu
„Nee merci," zei Maria, „ik blijf
hier."
Torrant keek haar vermoeid aan.
J Ze maakte hem doodop. Hij wist, dat
ïhij niet eerlijk was. Ze was er zich
f helemaal niet van bewust, dat ze
i' iets om zich heen had, waardoor hij
voor haar moest zorgen. Hij begreep
zelf niet eens waar net in 2at, Haar
manier van lopen misschien of de
blik in baar ogen. Hoe dan ook, het
I was er en hij mocht haar niets laten-
overkomen.
Hij gebruikte het enige wapen dat
shij bad. Koeltjes zei hij: „Het eni-
Ige waar je zeker van kan zijn, is dat
»je nicht onterfd werd. Ben je er wel
l van overtuigd dat je wil weten waar-
zei Maria, „daar ben ik van
overtuigd." Ze pakte een sigaret en
stak hem nogal ómslachtlg op. Toen
vroeg ze laconiek: „Je had Martin
Fennister in twee jaar niet gezien,
hè?'"
„Inderdaad."
„Mensen veranderen," zei Maria
tegen haar sigaret.
Die was goed. Martin had, zonder
dat iemand er erg in had zijn ver
stand verloren en ging plotseling ge
bukt onder de waanvoorstelling, dat
zijn vader een langdurig ziekbed had
gehadHij keek naar Maria's uit
dagende ogen, boog ironisch en pakte
zijn hoed. Er rolde iets van het boe
kenkastje. Haar portefeuille, Torrant
raapte hem op en dacht aan een an
dere vrouw, die ook een portefeuille
gehad en gebruikt moest hebben:
Louise Mallow.
Hij legde zijn hoed weer neer en
bereidde zich erop voor, dat hij veel
overtuigingskracht nodig zou heb
ben.
De Libliotheek was een klein ge
bouwtje onder„donkere ahornbomen.
Het was twee blokken van de Hazel-
straat verwijderd, waar mevrouw
Partridge doorgelopen was.
door URSULA CURTISS
Om één uur stond Torraut voor de
hoofdingang, maar die bleek geslo
ten te 2ijn. Hij ging een smal, stenen
paadje af en kwam bij de zijdeur,
die kennelijk de gewone ingang was.
Binnen rook bet zoals alle biblio
theken ruiken. Het was er droog,
warm, stil en licht.
Aan een bureautje was een vrouw-
met een kaartenbak bezig. Torrant
kreeg weer hoop. Ze zag er intelli
gent en levendig uit en maakte de
indruk, dat ze zich doodverveelde in
't lege, stille vertrek. Een kennis van
hem, vertelde hij haar, een zekere
■juffrouw Blair, had beloofd een boek
voor hem mee te brengent maar bij
kon haar niet bereiken. Wist zij ook
of juffrouw Blair nog in de biblio
theek was geweest gisteravond?
Terwijl hij praatte, dacht hij:
„Twee blokken. Dat is niet ver. Heel
gemakkelijk om even door te lopen
toen de taxi haar bij de bibliotheek
afgezet had
„Ja, juffrouw Blair is wel geweest
gisteravond," zei de bibliothecaresse,
die zich voorstelde als mevrouw Bis-
coe. ,.Ze is nogal iang gebleven ook.
Als u me de titel van het boek op
geeft, kan ik even nakijken of ze
het meegenomen heeft."
Torrant zat in de klem. Het duur
de even voor hij kans zag ook maar
één titel te bedenken. „Nee," zei
mevrouw Biscoe onmiddellijk, „als
't thuis L; moet 't daar staan, tus
sen de romans. Maar ik weet
heel 7.'-ïat juffrouw Blair daar
niet is geweest. Het boek, dat ze mee
heeft genomen, heeft ze uit de rek
ken gehaald."
Torrant bedankte haar en ging
plichtmatig bij de nieuwe romans
kijken. In z'n fantasie had 't zo mooi
in elkaar gezeten. Nu was er niets
meer om op voort te bouwen
behalve zijn haat. Hij stond wezen
loos naar de hoeken te kijken. Anne-
belle Blair was dus opmerkelijk lang
gebleven en ze had al die tijd tus
sen de rekken gescharr rid.
Bij het bureau van de bibliothe
caresse stond nu. een klein, oud man
netje te. mopperen over een boete,
want (zei hij redelijk) hij bad 't niet
eens een mooi boek gevonden, Tor
rant liep langs hem heen de gang
in, die drie donkere zij-gangetjes
had. Bij ieder gangetje was een licht
knop en een getypt kaartje: „Licht
uitdraaien als u weggaat s.v.p."
Aan het eind van de gang was een
deur, vanbinnen en vanbuiten ge
grendeld, Zou het mogelijk zijn door
de zijdeur binnen te komen, boeken
in te leveren, naar de rekken te gaan,
te wachten tot mevrouw Biscoe met
iemand anders bezig was, weg te
glippen en een half uur later weer
onopgemerkt binnen te komen? Uit
gesloten. Onder het waakzaam oog
van de bibliothecaresse was dat niet
mogelijk.
Hier was de afdeling Geschiedenis
en Medicijnen. Torrant knipte het
licht aan en zag, dat het schijnsel
tot ver in de gang viel. 's Avonds zou
dat nog duidelijker zijn, een soort ad
vertentie, dat er iemand was... Een
aantrekkelijk idee, als de achter
deur niét zo grondig afgesloten was.
Nauwgezet, maar zonder er iets van
te verwachten, doorzocht hij'de drie
gangetjes. Aan het eind van het
laatste vond hij het blad. Het was
een klein, bruin blaadje, van een
ahorn waarschijnlijk. Het zou hem
niet eens opgevallen zijn, als 't niet
plotseling tot hem doe -gedrongen
was, dat een blad niet zo lang aan
een schoen blijft kleven: de biblio
theek, de gang en de zijgang door.
Hij liep snel terug om de tweede
zijgang beter te bekijken en zag toen.
nagenoeg verborgen door het rek.
een afstapje en weer een deur. In
een hoekje stond een bezem en een
emmer, met een zeemlap er broeder
lijk naast. De ingang voor de werkster
natuurlijk. Hij draaide aan de knop
en de deur ging open. Aan de bui
tenkant hing een bordje met "verJ
boden toegang". Over uitgaan werd -
niet gesproken.
Een windvlaag deed de bomen
ritselen. Torrant deed de deur voor
zichtig dicht en liet de rekken voor
wat ze waren. Mevrouw Biscoe aan
haar bureau vroeg vriendelijk: ..Hebt
u iets gevonden?" en hij antwoord'
de: „Ja mevrouw Biscoe, maar ik
ben bang dat ik het niet mee
nemen."
(wordt vervolgd)