niet gehoord over
koopavond? Onjuist'
Houd Oude Binnenweg
uit slopershanden
U kunt deze
actie steunen
Bedrijfsleven heeft slechts invloed op
van
ROTTERDAMS CONSERVATORIUM
Schiedammer
mishandeld
Drie plannen
om Lantaren
te verbouwen
ROTTERDAM RIJNMOND
AM. Comervatorlum
Vakopleiding voor Balletdanser en pedagoog
M.A.V.O. voor ballet en muziek
MODEM
TAPIJTEN
Oit£»ljN£*i
Prins Bemhard opent
kunstmestfabrieken
Belangen
Wisselwerking
Vrij in keuze
Wensen
Mee bepalen
Verspilde tijd
Niet overtuigend
Politiek
Waarom dan
pagina 4 - dinsdag 18 maart 1969
(Van een onzer verslaggevers)
ROTTERDAM, dinsdag „In liet zojuist in opdracht van de
gemeente Rotterdam door het Economisch Instituut voor het Midden-
en Kleinbedrijf gepubliceerde rapport over de Rotterdamse koop
avond wordt de stem van de werknemers niet gehoord. Dit is een
hiaat. Kennelijk wilde Rotterdam dit aspect niet in de beschouwingen
betrekken"
Dcie mentor fftf gisteravond de
heer P. G. van der Weele, voorzitter
fan het Koninklijk Verbond van On
dernemers (een organisatie dio twee
oude middenstandsorganisaties bun
delt) In een toespraak tot de Rotter-
danige Middenstands Vereniging
„Hendel en Nijverheid".
Overigens vond de heer Van der
Weele dat het begrip „koopavond"
niet meer weg te praten ie uit Ne
derland. „Vooral In de kleinere plaat
sen is een koopavond bijzonder in
teressant gebleken. ïn de grotere ste
den echter, en met name in Rotter
dam Js gebleken dat de koopavond
alleen, voor de. winkels in het centrum
voordeel kan opleveren."
De heer Van der Weele vroeg zich
af waarom de politiek moet beslis
sen over zaken die in eerste instantie
het bedrijfsleven aangaan. „Het be-
stiefvaderen door de gemeenteraad is
uit de tijd, maar dan moeten de on-
demarners ook in het midden- en
3*1 ein bedrijf gezamenlijk met voor
stellen komen. Werkgevers en werk
nemers. „Wanneer de gehele detail
handel een mening vertolkt kan de
regering er niet meer om heen."
De voorzitter van de KVNO drong
er op aan het probleem „koopavond"
Vooral nationaal te behandelen. „Ik
ben er zo bang voor dat in Rotterdam
bijvoorbeeld wordt geredeneérd „we
hebben met mensen buiten Rotter
dam.niets te maken." Met deze stel-
lingname komt de, middenstand er
niet Ër moet een nationale in
plaats van een plaatselijke oplossing
komen. Aldus de heer Van der Weele.
De heer Van der Weele zag de eco
nomische situatie in Nederland som
ber in. Alleen een nieuw gesprek tus
sen alle partijen werknemers,
werkgevers en regering waarbij alle
partijen bereid moeten zijn een óf
fer te brengen kan de economie
Uit de vicieuze cirkel halen. „We moe
ten nu het evenwicht herstellen, want
we balanceren op de rand van de af
grond."
Over de recente overheidsbemoei
ing met de prijzen zei de heer Van
der Weele nog; „Nu met de vrije loon
politiek de werknemers steeds min
der mét overheid bemoeiing te ma
ken hebben, warf tn de ondernemers
steeds meer met uezelfde overheid óp
prijzengebied geconfronteerd. De in
voering van de BTW betekent in fei
te de grootste financiële operatie sinds
de oorlog. Een forsere ingreep dan de
toenmalige geldsanerlng van minis
ter Lieftinck.
De heer VaQ der Weeïe had in aUö
functie de staatssecretaris van econe.
mischc zaken Van Son gevraagd wat
te doe», Ingevolge de vestlgings- en
winkelsluitingswet aan de van hun
positie misbruik makende cash en car
ry bedreven.
De staatssecretaris had dat vol
gens dé héér Van der Weele niet
WAARNEMEND DIRECTEUR: KEES STOLWIJK
Mathonesserlaan 219 Rotterdam Telefoon 259771
Volledige opleiding tot alle door het Rijk erkende diploma's
Docenten:
solozang Jo Bollekamp, Corrie Danlskas-van Zwle-
ten, David HolIeBtelle
viool Les law Simon, Louis Sons
altviool Thomas Lorand
violoncello Co van der Beek, Michel Roche
contrabasGorrlt vsn Dijk
fluit Hubert Barwahser, Raymond Delnoye,
Betsy Jacob-van der Meer
blokfluit Kees Otten
hobo
klarinet
fagot
hoorn
trompet
trombone
tuba
slagwerk
orgel
klavecimbel
harp
gitaar
accordeon
piano
orkestdirectie
koórdirectie
directie harmonie
en fanfare
compositie
alg. muzikale vorming
ritmiek
solfège-alg. muziekleer
theorie der muziek
schoolmuziek
algemene theorievakken
operaklas
orkestklas
koorklas
eigentijdse muziek
muziek- en
cultuurgeschiedenis
gregoriaans
vocale ensembleklas
alg- muziekpedagogie
alg. ped. en
ontwikkelingspsychologie
Simon Houttuin
Herman Wester
Adam Schlebaum
Piet Gouderjaan, Henk Van Maurik
Cees Valten
Gerard VeRhuiJsen
Gerard Velthuysen
Wim Heesen
Jet Dubbeldam, Arle Keijzer, Andró Ver
woerd
Janny var, "Wering
Margot Fi^se-Broedefe
Koos Tigges
Philip van Loon
Bart Berman, Jaap Callenbach, Willy
Pens, Christiaan Grootveld, Istvan 'Hajdu,
Lilly van Spengen, Gert van der Steen
Edo de "Waart
Jo Ivens
Henk van Lijnschooten
Otto Ketting
F, J. M. Döuwés, A, LangelaHr, J, M.
Noordhof
o.l.v. H. A. van Maanen-Dutilh
Kees Stolwijk
Adri Mus
F, J. M. Douwes, A. Langelaar, J. M.
Noordhof
Jaap van Benthem. Maria 'Kuster, Theo
Loevendie, Adri Mus, Roelof Riphagen,
Adriaan Schuurman, Erica de Wijs
Johannes den Hertog
Edo de Waart
Kees Stolwijk
Ton Hartsuiker
N. van der Eist, H. C. M. Koenen
F. H. J. Bour, H. C. M. Koenen
Hans Lichtenstein
J, M. Noordhof
L. J.Jansen
Schriftelijke aanmelding voor het toelatingsexamen te richten, aan de
waarnemend directeur voor 15 mei a.s. Prospectus op aanvraag verkrijg
baar bij de administratie.
Afd. Dansakademfe
Directrice; Nel Róos
Voorschoterlaan 73. Telefoon 139858
Volledige opleiding voor de door het RUk erkende diploma's.
Het leerplan omvat o.a. Ballet Amerikaans Modern
Cairactèré Dansgeschiedenis Pedagogie, etc.
Voor de opleiding tot pedagoog is-minimaal 4,-jarige MAVO vereist; de
toelatlnigsei&cn wat betreft de schoolopleiding voor balletdanser kunnen in
overleg met dé directrice worden vastgesteld.
Aanmeldingen voor 15 mei as. bij de directrice van de Dansacademie.
Prospectus op aanvraag verkrijgbaar bij de administratie.
Directeur N. J. Bosraa
Voorschoterlaan 73. Telefoon 139858
Volwaardige opleiding 4-jarige MAVO voor leerlingen met gro
te belangstelling voor muziek en ballet.
Aanmeldingen voor 15 méi 1669 telefonisch (OlOr-139858) of op de
school, Voorschotérlsan 73.
Voor de tweede klas MAVO en derde en vierde klas ULO fs zeer beperk
te toelating mogelijk. -■
P, G. van der Weele: „Begrip
koopavond niet meer weg te den
ken in Nederland".
kunnen doen omdat de ambtenaren
het te druk hadden met de prilzen-
controle.
„Ik heb het gevoel dat Van Son of
ficieel het celibaat perdlkt terwijl hij
in gedachten op de walletjes ver
keert," aid us de heer Van der Wee-
Ie daarmee zijn vermoeden uitspre
kend dat het de regering niet onwel
gevallig is dat de cash en carry be
drijven zo.aan de prijzen tornen.
ROTTERDAM. dinadA* In de
nacht van zaterdag op zondag heeft de
politie op de Nieuwe Binnen weg vUf
mannen gearresteerd In de leeftüd
van 20 tot 29 Jaar, die zonder enige
aanleiding voor de bar Place Plgalla
de 22-jarige Schiedammer L Spaar-
enberff ernstig hadden mishandeld,
Nadat ze de man tegen do straat
hadden geslagen, in het gezicht had
den geschopt en door de deur van de
bar. hadden geduwd, werd ook de
moeder v,,n Spaarenberg, de eigena
resse van de bar, in 'het gezicht gesla
gen. De ruzie voor de bar begon toen
de Schiedammer en zijn 20-jarige ver
loofde J. A. C, Coupler naar bulten
kwamen.
I (ADVERTENTIE)
Nteuw» Birmsiwtfl <*ea - Botterdam
(Van een onzer verslaggevers)
ROTTERDAM, dinsdag Er
zijn drie verschillende plannen
om de oude toneelzaal van het
gebouw „De Lantaren" in de
Gouvernestraat te verbouwen en
een vernieuwde bestemming té
geven.
Volgens mr. J. Huyte, directeur van
de «dichting „Orm Hu!b", die de toneel
zaal in beheer heeft, heeft de acteur
Luc Lutz op eigen risico de architect
Pleter van Zaanen opdracht gegeven
eon plan te ontwerpen om het gebouw
voor .^bespeling door een kléin gezel
schap1 geschikt te maken. Luo Lutz
zou van plan zijn het theater met dat
kleine gezelschap geregeld te bespe
len.
Volgens mr. Huyts staat de gemeen
te Rotterdam welwillend tegenover dit
plan en zou ook financiële medewer
king willen verlenen. Voor een groot
gedeelte van de benodigde gelden
(volgens insiders ruim 4 ton) moet
echter financiering van buitenaf wor
den gevonden. De Rotterdamse Kunst
stichting zou van het theater een z.g.
„arts lab" willen maken, waarin dan
experimentele kunstuitingen een kans
kunnen krijgen. Volgens mx. Huyts
zouden deze twee plannen wel te
combineren zijn.
De Rotterdamse studenten ten slotte
denken aan „De Lantaren" om er
voorlopig hun trefcentrum in te vesti
gen. Het zijn echter allemaal nog
maar plannen en wat er precies met
het theater gaat gebeuren is nog vol
strekt onzeker. Dit laatste wordt ook
beaamd door drs. W. Hofman, direc
teur van Je gemeentelijke dienst van
kunstgebouwen te Rotterdam. „Luc
Lutz heeft er wel met mij over ge
sproken maar de verwezenlijking is
nog voor geen 10 procent zeker".
(Van een onzer verslaggevers)
'ROTTERDAM, dinsdag. De
kunstmestfabrieken van de ËBBo-Che-
mie N,V. in het Europoortgebied in
Rotterdam worden op dinsdagmorgen
20 mei om 11 uur 's ochtends officieel
door prins Bemhard geopend.
Enkele maanden geleden
cp schreef ik in deze rubriek*.
„We moeten niet verbaasd
zijn als er nog eens een comité tot
behoud van Oude Binnenweg
komt". U zult begrijpen, dat er
een lichte schok door mij ging,
toen ik vorige week een brief op
mijn bureau vond met erboven
Actiecomité behoud Oude Bin
nenweg".
r>eze brief 1b verstuurd aan de'be
woners en winkeliers van de Oude
Binnenweg en het Eendrachtspleln.
Wat dit comité wil is duidelijk: de
Oude Binnenweg voor sanering be
hoeden: de actie is zaterdag van'start
gegaan. Het comité wil' bij het ge
meentebestuur een verzoekschrift in
dienen en erop aandringen dit oude
stukje centrum te behouden.
Ik vind dat deze actie met kracht
ondersteund moet worden. Waarom?
Om de doodeenvoudige reden, dat. de
Oude Binnenweg een verschrikkelijk
gezellig straatje is en aan gezellige
straatjes is bepaald behoefte in Rot
terdam,
Rotterdam heeft na de oorlog ge
probeerd het uitgaansleven te ver
nieuwen. Het is daar voor een deel in
geslaagd, maar er' zijn. ook veel mis
lukkingen en vergissingen geweest.
Rotterdam (met name de afdeling
stadsontwikkeling) staat op het punt
een nieuwe vergissing te begaan: het
slopen van de Oude Binnenweg.
Ik weet niet hoe het vergaat,
maar het idee, dat de Oude Binnen
weg ook al in slopershanden valt ver
vult mij met een zekere wrevel.
Waarom nu uitgerekend een straat sa
neren, die zo duidelijk in een behoefte
voorziet. Want dat de Oude Binnen
weg dat doet .lijdt geen twijfel .Voor
vele Rotterdammers is de sfeer van de
Oude Binnenweg met z'n winkeltjes
en kroegjes iets dierbaars.
In het centrum van Rotterdam moet
alles wetenschappelijk verantwoord
en architectonisch interessant zijn.
Het is er de oorzaak van, dat nogal
wat nieuwe winkelstraten mislukkin
gen zijn geworden.
Laat Rotterdam nu een keer iets
doen, dat helemaal niet wetenschap
pelijk verantwoord is, laat Rotterdam
nou één keer iets lelijks in stand hou
den. Want de Oude Binnenweg is ei
genlijk lelijk. In ieder geval beslist
niet mooi. Monumentenzorg zal zeker
geen belangstelling hebben voor de
oude pandjes. Neen, meesterwerken
van architectuur zijn het bepaald niet,
maar het aardige ls, dat mensen die
gezelligheid zoeken zich daar hele
maal niet om bekommeren.
Genoemd actiecomité schrijft in zijn
brief:' „Doét zij (de Oude Binnenweg,
red.) u ook herinneren aan het Rot
terdam van vóór het bombardement?"
Inderdaad, heel wat Rotterdammers
hebbeh herinneringen aan de Oude
Binnenweg, maar het is niet zo dat dit
archaïsche straatje alleen maar een
heimweehoekje is voor oud-Rotter
dammers. Ook jongere generaties heb
ben een zwak voor dit wonderlijkee
stukje centrum.
WIE de actie tot het behoud van
de Oude Binnenweg,wil steunen
kan onderstaande strook invullen
en inleveren bij onderstaande
adressen: Van. Os lederwaren,.
Binnenweg 55 en 131; de stad
Parijs, Binnenweg 107; sigaren
magazijn. A.:"Heusehen, Binnen
weg 99; H. Rothmeijer, Binnen
weg 131 a.
Wat u ook kunt doen: het in
gevulde strookje op een brief
kaart plakken of in een envelopje
doen en sturen aan de redactie
van Het Rotterdams Dagboek,
maar dan graag met een korte
formulering erbij waarom u de
actie tot behoud van de Oude'
Binnenweg steunt
- Hierlangs afknippen -
Ondergetekende verklaart zich solidair met het actiecomité
Behoud Oude Binnenweg.
Naam:
Adres:
Handtekening:
- Hierlangs afknippen
Op onze pagina EXTRA In de krant van 18 december van het vorige Jaar pu
bliceerden wij een interview met prof, mr. W. J. SLAGTER, rector-magnificus
van de Nederlandse Economische Hogeschool, Vanuit studentenkringen is
daarop gereageerd In onze rubriek Studentikoos. Prof. Slagter heeft varv ons
de gelegenheid gekregen voor een v/eemoord, Vandaag publiceren wij
daarvan het eerste deel.
In de rubriek Studentikoos van deze krant d.d, 23 januari 1Ö6Ö stond een
reactie op het vraaggesprek met mij, dat gepubliceerd werd ln de editie van 18
december 1968.'Wanneer inderdaad hetgeen lk geloof deze reactie repre
sentatief ia voor het standpunt van de S.V.B. en anderzijds de door mij geuite
gedachten min óf meer representatief zijn voor de zienswijze van een groot
deel van de senaat en het college va» curatoren van de N.E.H., dan kan deze
discussie bijdragen tol .verheldering van de wederzijdse opvattingen. Daarbij
blijven wij het voor een belangrijk deel met elkaar oneens, voor een ander deel
blijken wij dichter bij elkaar te staan dan ik dacht en voor nog weer een ender
deel kunnen misverstanden over uiteenlopende betekenissen van dezelfde
woorden worden opgeheven.
Zo'n misverstand is m.i. reeds aan
stonds aanwezig bij de opmerking, dat
ik mijzelf zou hebben tegengesproken,
omdat ik enerzijds stel, dat het be
drijfsleven geen invloed heeft en ook
niet bekoort te hebben op het weten
schappelijk onderwijs, en anderzijds,
dat er een. wisselwerking is tussen
theorie en praktijk en dat het onzin is
om allerlei wetenschappelijke dingen
te doen waar je in de praktijk niets
aan. hebt.
^det men ln deze beide uitingen een
tegenstelling, dan komt dat, doordat
aan de woorden „invloed van het be
drijfsleven" door de S.V.B een geheel
andere betekenis wordt gehecht dan
door ieder ander.
Ik kan dat gemakkelijk verduidelij
ken aan de hand van een voorbeeld.
Vorige maand werd ik uitgenodigd om
tijdens een congres, georganiseerd
door een sector van het bedrijfsleven,
een voordracht te houden over de
vergelijkende reclame. Over ditzelfde
onderwerp heb ik in 19G3 gepubli
ceerd. Daarth heb ik'een standpunt
ingenomen, -«at, naar ik mij zou kun
nen voorstellen, het bedrijfsleven niet
zeer welgevallig is.
Ik schreef toen, dat een fabrikant,
wiens produkt er in een vergelijkende
reclame van een concurrent, slechter
afkomt, daartegenover niets kan on-
reclame, heb ik gezegd; „Heren, U
kent mijn standpunt, dat sinds 1903
niet ia gewijzigd, ik zou mij kunnen
voorstellen, dat het U niet aangenaam
ia dit betoog tijdens Uw congres Op-
nieuw te horen. Indien dit laatste het
geval is, kunt U beter naar een andere
spreker uitkijken! Het antwoord van
de organisatoren was, dat z(j mijn
standpunt kenden en respecteerden en
dat zy mij geheel vrij lieten in de
wij2e van behandeling van de stof.
Nu zou er In mijn ogen invloed van
het bedrijfsleven zijn geweest, indien
het zij de, curatoren van de N.E.H.
n.a.v. mijn publlkatie in 1963 hetzij de
organisatoren van het congres in 1969
mu hadden gezegd, dat zij het toch
wel op prijs zouden stellen, indien ik
bij mijn wetenschapsbeoefening reke
ning zou willen houden met de belan
gen van het bedrijfsleven, en dat, deze
belangen door mijn hiervoor kort
weergegeven standpunt zouden wor
den geschaad.
Ik behoef nauwelijks te zeggen, dat
van een dergelijke invloed van het
bedrijfsleven nochin 1963 noch in
1969 noch op enig ander tijdstip ooit
sprake is geweest Daaróm ontken ik,
dat het bedrijfsleven invloed heeft op
de inhoud van de wetenschapsbeoefe
ning.
Een ander punt is echter het object
van de wetenschapsbeoefening. Wan
neer ik spreek over wisselwerking
tussen theorie en praktijk, dan bedoel
ik daarmee, dat tot de doelstellingen
van het wetenschappelijk onderwijs
behoort dé opleiding van degenen, die
voorlichting voorrang heeft boven het
belang van de fabrikant om, onweer
sproken, door middel van reclame on
ware informatie aan de-consument te
verschaffen.
Toen mij vorige maand gevraagd
werd te sprekan over de vergelijkende
later voor een maatschappelijke func
tie een academische vorming behoe
ven.
De afgestudeerden van een univer
siteit of hogeschool kunnen later, glo
baal gezegd, afgezien van kleinere
aantallen bij al dan niet kerkelijke of
sociale instellingen, verenigingen én
stichtingen in drie verschillende
sferen een maatschappelijke functie
krijgen: bij het bedrijfsleven, bij de
overheid (en de semi-overheid) en "in
de vrije'beroepen. Het academisch on
derwijs moet rekening houden 'met
hetgeen van afgestudeerden verlangd
mag worden bij hun intrede in de
maatschappij. Zou de universiteit
hiermede geen rekening houden dan
zou de wetenschap verschalen tot een
soort „Tart pour Tart," een ivoren to
ren zonder zinrijke functie in de we
reld, waarin wij leven.
Rekening houden bij de bepalingen
van het object van wetenschapsbeoe
fening met de wensen .van „de maat
schappij" betekent niet alleen reke
ning houden met wensen van het be
drijfsleven, maar ook met wensen van
de overheid en vaii de vrije beroepen.
Men kan niet stellen, dat het onzin is
zich wetenschappelijk bezig te houden
met dingen, waarom de praktijk mie.t
vraagt. Het kan immers van een voor
uitziende blik getuigen, zich wéten-
schappelijk bezig te houden met pro
blemen die wellicht in de toefemst
zullen rijzen.
liwi
Zo heb ik mij met de vergelijkende
reclame in 1063 en thans weer op- -
nieuw bezig gehouden, omdat in de
praktijk deze reclame, (zowel in ad
vertenties als in televisiereclame);
voorkomt en het bedrijfsleven gaarne
wil wéten, hoever men mag gaan en
tot hoever men vergelijkende reclame
van mededingers moet tolereren. De
maatschappij waartoe hét bedrijfs
leven behoort bepaalt mede het
Object van wetenschappelijk onder
zoek maar bepaalt niet en behoort ook
niet te bepalen de inhoud van deze
wetenschapsbeoefening.
Natuurlijk had ik mij ook kunnen
bezig houden met de vraag van de al"
dan niet onrechtmatigheid van de
„ironische réclamé". Dit is een recla
me die in de huidige maatschappij ln
het geheel niet voorkomt, maar hét
Zou denkbaar zijn, dat men later een
reclame te zien krijgt, waarbij mede
dinger A. oyer zichzelf zulke ongun
stige mededelingen doet én over het
produkt van zijn mededinger B zulke
vleiende, dat de lezer wel moet begrij
pen, dat een en ander ironisch is be
doeld, en dat men er juist het tegen-
Prof. mr. W, J. Siagter
deel van hetgeen er staat mee wil te
kennen geven.
Zou ik mij met deze „ironische re-,
dame" hebben beziggehouden, dan
zou ik geen. enkele rekening hebben
gehouden met de wensen van het be
drijfsleven, nu de „ironische reclame"
in de praktijk en in de rechtspraak
(nog) geen enkele rol speelt Het is
denkbaar, dat zich in de toekomst een
zodanige nieuwe vorm van reclame
zal ontwikkelen; zou ik er reeds nu
niljn gedachten over laten gaan, dan
zou ik de eerste zijn geweest, die zich
met deze vraag had bezig gehouden.
Maar, als deze vorm van ironische re-
clame zich nimmer zou ontwikkelèn,
dan zou ik mijn tijd verspild hebben
aan een probleem, dat geen enkele
reële betekenis heeft.
In de Stichting Bedrijfskunde wordt
„poSt-experience" onderricht gegeven
in vakken of onderdelen van vakken,
waarvan de kennis by de cursisten
gewenst wordt door het bedrijfsleven
'(waartoe mede behoren de onderne
mingen, die geheel of grotendeels in
handen van de Staat zijn). Ook deze
wensen van het bedrijfsleven hebben
uitsluitend betrekking op het object
van wetenschapsbeoefening, niet op
de inhoud ervan. Hetgeen van de zijde
van de, S.V.B. omtrent de Stichting
Bedrijfskunde werd geciteerd uit de
brochure over de Stichting Bedrijfs
kunde tijdens de gecombineerde ver
gadering van Rotterdamse Studenten
Raad, College van curatoren, en, colle
ge van rector, én assessoren óp 9. dec.
1968. mist dan ook ta.v de stelling dat
het bedrijfsleven invloed zou hebben
op de wijze van wetenschapsbeoefe-
ning, iedere overtuigende kracht Het
is onbegrijpelijk, dat men de Stichting
eerst in Oik en en thans weer in Stu
dentikoos laat opdraven als vermeend
bewijs voor deze invloed.
Was «t|t. «aag, ot het brtrijts-
leven invloed heeft op de weten
schapsbeoefening en behoort te heb-
ben„ m.i, sprake van een misverstand,
ontstaan door een uiteenlopende bete
kenis, die men toekent aan de woor
den: „invloed van het bedrijfsleven";
bij de tweede vraag, namelijk het ver-:
pand tussen politiek en wetenschap,
bhjkt, dat onze verschillende stand
punten, ten del» dichter bij elkaar lig
gen, Met name lees ik met vreugde,
dat ook volgens de S.V.B, de politieke
overtuiging van een hoogleraar af
gezien. van extreme posities bij
diens benoeming geen enkele rol dient;
te spelen en dat slechts van belang
zijn zijn wetenschappelijk niveau en
zijn doceercapaciteiten. Tot zover zijn
wij het eens.
Mag ik daar toch.nog een argwa
nende, vraag aan toevoegen: waarom
dringen dan SVB-studénten uit de so
ciale faculteit er op aan meer aan-,
dacht en -niet b Ijde geschiedenis
van het economischedenken te
schenken aan Marx? waarom stelt een
deel van; de studenten, de S.V.B.' dan
prijs op insprak bij dé benoeming van
hoogleraren? Meent de S.V.B „dat stu
denten beter of althans even,goed hét
wetenschappelijk niveau van een kati-
dtdaat-hoogleraar kunnen beoordelen?
Een bevestigend antwoord zou 'men
kunnen ontlenen aamde stelling van
Studentikoos: „Volgens ons is het'een
sprookje dat er gebieden zijn waarop
studenten niet capabel genoeg zijn om
mee te kunnen beslissen". Lezend in
de laatste afleveringen van - OIK, be
merkt men echter, dat studenten ook
zelf zeer wel inzien, dat ,het;nivèau
van de discussies in de Rotterdamse
Studenten Raad soms nog zo laag;is,
dat enige twijfel aan de-juistheid, yah
deze stelling gerechtvaardigd/is.