Utrechtse politierechter mr. Klaver over zijn vonnis in proces expositie erotische foto's:
1 ft "H
#-
-Claude Kahn repeteert een prelude van Chopin op de electronische piano in z;inMercedes 600.
Pianist Claude Kahn in diepe concentratie
temidden van het verkeer
door CHR. REKKÉ
UTRECHT, donderdag.„Een menselijk oordeel is altijd
sulijectief, gegrond op een persoonlijke overtuiging, mijn oordeel
dus ook, dat wil ik graag erkennen. Maar liet oordeel van de
NVSH net zo goed. Ik zie deze zaak mede vanuit mijn christelijke
levenshouding. Van mij mag worden verwacht dat ik als christen
mijn mening zeg, dan weet men van welk gezichtspunt uit ik heb
getracht deze zaak te benaderen." -
Deze woorden komen uit de mond van de 62-jarigeUtrechtse
politierechter, mr. P. J. Klaver, die ons toestond een vraaggesprek
met hem te hebben naar aanleiding van zjjn vonnis in de pornogra
fie-zaak, dat leidde tot een veroordeling van twee jonge NVSH-
deden uit Leiden. Zij hadden tijdens de tweede „Flight to lowland's
j paradise" in een NVSH-stand foto's van prenten geëxposeerd, die
".volgens de justitie aanstotelijk voor de eerbaarheid waren. Conform
de eis van de officier van justitie kregen zij ieder 100,boete.
I Mr. Klaver, opgegroeid en
r grootgebracht in een christelijk
-milieu zijn vader was hoofd
van een christelijke school be
zocht het Gereformeerd Gymna
sium te Amsterdam en studeerde
rechten aan de Vrije Universi
teit aldaar. Na voltooiing van
rzijn studie beoefende hij als
advocaat en procureur de rechts-
rpraktijk. In 1941 benoemd tot
toegevoegd inspecteur voor de
r prijsbeheer sing, werd hij in 1945
benoemd tot tuchtrechter voor
de prijzen te Utrecht, waarna in
1951 volgde zijn benoeming tot
^rechter in de rechtbank te
:Utrecht. De laatste drie jaar fun
geert hij als politierechter.
tüs
„En wat moeten wij nu eigen
lijk verstaan onder „vergelding".
Als iemand iets extra's heeft ge
daan, dan heeft hij ook iets ex-
tra's in de vorm van een premie
of andere beloning verdiend.
Dan wordt hem zijn extra in
spanning „vergolden". Maar is
dan het omgekeerde ook niet
waar? Ook dan moet sprake
kunnen zijn van vergelding. Al
is daarbij vergeving ook moge
lijk, denk maar aan de voor
waardelijke straf".
De Franse pianist Claude Kahn, ook wel „handelaar in klassieke muziek"
genoemd, heeft het nuttige aan het nuttige gekoppeld en rijdt nu bU wijze
van oefening èn publiciteitsstunt klavierspelend door Frankrijk. Voor zijn
grote tournee door dit land heeft hij zichzelf een super-Mercedes 600 met
chauffeur geoffreerd, waarin hij op een elektronische piano zijn Chopin-
programma repeteert.
Claude Kahn is net terug van een concertreis door Zweden, Denemarken
en VVestduitsland. Ais zijn programma in Frankrijk is afgewerkt geeft hU
enkele concerten in Bagdad en Beiroet en vertrekt dan voor een tournee van
verschillende maanden door de Verenigde Staten. Voor dit gevaarlijke werk
heeft hij zjjn handen -"erzekcrd voor vijf miljoen franc, zowat 3,6 miljoen
gulden.
Om onafhankelijker te kunnen werken heeft de pianist een: eigen platen
maatschappij (Epidaure) opgericht, waar binnenkort drie platen met Cho-
pin-opnamen van directeur Kahn verschijnen. Cineast Yves Ciampi heeft
plannen voor een film, waarin Claude Kahn dc rol van een musicus zou gaan
spelen.
beginselen
leiden mij'
Het is een duidelijke zaak Mr.
Klaver windt er geen doekjes om
dat hij zich 'in zijn leven en dus ook
in zijn werk, wil laten leiden door
christelijke beginselen. „Ik draag
niet alleen .verantwoordelijkheid
voor mezelf," zegt hij, „maar ook
voor mijn medemens. Wij vormen
als Nederlanders een christelijke na
tie, laat ik liever zeggen een over
wegend christelijke natie, waarmede
ik bedoel dat een overwegend deel
van ons volk uitgaat van het begin
sel: God lief te hebben boven alles
en de naaste als zichzelf. Ik weet dat
velen liefde tot God menen te kun
nen uitschakelen, doch de liefde tot
de naaste beslist niet. Wat dit laatste
betreft moeten we ons steeds de
vraag stellen: waarop heeft mijn
mede-mens recht en waarmede kan
ik hem helpen."
„Ieder heeft slechts zijn eigen ver
antwoordelijkheid, zo heb Ik begre
pen, was het standpunt van de
NVSH-leden," zo vervolgt Mr. Kla
ver, „ik acht dat standpunt niet
juist. Ik heb ook gevraagd welke be
doeling zij hadden met het expose
ren van de bewuste foto's en ik
vroeg ook welke zedelijke normen
zij bij de waardering daarvan had
den aangelegd. Zij zeiden geen enke-
ie bedoeling te hebben gehad. „We
hebben zo maar geëxposeerd, met
geen andere bedoeling dan de foto's
te laten zien; als iemand er naar
kijkt moet hij zelf maar uitmaken
wat hij er van vindt", was hun ant
woord. Dit standpunt kan ik niet de
len. Waar gaan we naai* toe ais we
geen zedelijke normen meer hante
ren en handhaven? Met name ook in
ons gedrag jegens onze medemens?"
Ten aanzien van onze vraag waar
om de bedoelde foto's gezien moeten
worden ais pornografie, merkte de
politierechter op: „Ik heb daarbij
natuurlijk niet slechts rekening te
houden met eigen opvatting, maar ik
moet allereerst nagaan of het tenlas-
tegelegde volgens de wet strafbaar
is. Daarbij moet worden gehanteerd
de norm van artikel 240 Wetboek
van Strafrecht, waarin wordt ge
sproken van geschriften, afbeeldin
gen of voorwerpen, „aanstotelijk
voor de eerbaarheid." Over wat hier
onder moet worden verstaan, is wel
het een en andèr gepubliceerd en,
hoe kan het anders, ook de Hoge
Raad heeft in meer dan één arrest
hierover zijn oordeel gegeven. Bij
mijn beslissing nu, heb ik hetgeen de
verdachten door de officier van jus
titie was tenlastegelegd, getoetst aan
die jurisprudentie. En nu weet ik
zeer wel dat we in de laatste tijd ten
aanzien van wat zedelijk geoorloofd
is, andere, ruimere opvattingen zijn
gaan huldigen dan in het verleden,
maar naar mijn mening gaat men te
genwoordig daarin beslist te ver en
in een verkeerde richting."
U hebt .zich nogal kras uitgedrukt
bij de behandeling van deze zaak.
Acht u dat niet in strijd met de
rechterlijke onpartijdigheid, was
onze volgende vraag.
„Ik heb welbewust inderdaad nog
al sterke woorden gebruikt om wat
ik wilde zeggen, te accentueren. Ik
meen dat ik ook heb gezégd dat ik
mij wel wat sterk uitdrukte; welbe
wust heb ik enige overdrijving in
mijn woorden gelegd. Ik wilde zeer
nadrukkelijk kenbaar maken, dat we
mijns inziens de verkeerde kant op
gaan door het opzij zetten van alle
„taboes" en het verwerpen van alle
normen, die met betrekking tot het
seksuele leven tot voor kort hebben
gegolden. Het is niet goed alle
schroom én schaamtegevoel maar
overboord te zetten. De Bijbel leert
het ons heei anders."
Mr. Klaver haalt uit zijn tas een
zakbijbeltje, dat hij had meegeno
men „omdat het in ons gesprek nog
wel eens van pas zou kunnen ko
men." Hij leest er enkele passages
uit voor, met name gedeelten, waar
in de onderwerpen van sex en ero
tiek aan de orde komen, waarin
wordt gesproken van de man-vrouw
verhouding en van de verwerpelijk
geachte omgang, tussen leden van
hetzelfde geslacht. Richtsnoer voor
zijn levensopvattingen ontleent Mr.
Klaver, dat is ons wel heel duidelijk,
aan de in de Bijbel verkondigde op
vattingen. „Het is bepaald niet zo,"
zegt hij, „dat ik dan alles kan ver
klaren. Er zijn zeer veel „waaroms"
waarop ik het antwoord moet schul
dig blijven, omdat de Bijbel ons
daarop geen antwoord geeft of ik
dat niet zie; maar ik tracht toch
door die Bijbel Gods wil te verstaan
en Zijn geboden te aanvaarden."
Zijn uitlatingen in de NVSH-zaak,
zo begrepen wij, betekenden zeker
geen incidentele opmerkingen. Des
gevraagd verklaarde Mr. Klaver,
zich in het algemeen zorgen te ma
ken over de verwording van zedelij
ke normen.
„Het gaat de verkeerde richting
uit," zo zegt hij, „dat is mijn per
soonlijke overtuiging, welke wordt
gestaafd niet slechts in gesprekken
met geestverwanten maar ook met
anderen. Er zijn diverse symptonen
die er op wijzen, dat we een gevaar
lijke richting opgaan. Als voorbeeld
wil ik noemen het optreden van stu
denten, niet alleen in Nederland,
maar ook in andere landen. Men
houdt protest-marsen en gaat gebou
wen bezetten, doch men wijf geen
verantwoordelijkheid dragen voor de
daaruit voortvloeiende gevolgen.
Men heeft de mond vol van alles
wat niet deugt en anders moet, maar
als in samenspreking mede-verant
woordelijkheid voor wijzigingen in
een bepaald systeem wordt geboden,
geeft men niet thuis! Kijk eens naar
Frankrijk, waartoe daar de studen
tenrellen hebben geleid! Men staakt
maar, ontwricht daardoor het open
bare leven en bekommert zich niet
om de schade welke daardoor aan
het aanzien van Frankrijk en aan
zijn economie wordt toegebracht."
„Ook in Nederland bestaat bij ze
kere groepen van de jeugd het ver
schijnsel van een sterke protesthou
ding tegen wat men zou kunnen
noemen „de bestaande orde" en „het
gezag". Men gaat graag de straat op
om te „demonstreren", er van over
tuigd dat de ouderen het tot nu toe
in vrijwel alle opzichten verkeerd
gedaan hebben. Men wil evenwel
niet luisteren naar wat de ouderen
dan wel te zeggen hebben over de
desbetreffende problemen cn wei
gert, ik zei het leeds, verantwoorde
lijkheid te aanvaarden. Wanneer
men dat niet wil of niet kan, maar
toch voor zichzelf het recht van
daadwerkelijk verzet opeist, leidt dit
op de duur tot anarchie."
Is u niet hang dat de tendens van
„het gaan in de verkeerde richting"
zich zal doorzetter.?
„Dat is moeilijk te zeggen," is het
antwoord, „er doen zich soms merk
waardige ontwikkelingen voor, die
een bepaalde kant op lijken te gaan,
maar later ombuigen naar een ande
re richting.^ Wij mensen bouwen
onze voorspellingen op bestaande,
ons bekende factoren, van oordeel
dat wij die goed verstaan. Maar
vaak blijkt later dat wij ons hebben
vergist, omdat zich dingen hebben
ontwikkeld, die wij niet hebben
voorzien of niet konden voorzien.
Daarom kan ik niet voorspellen of
de door mij geschetste gang in de
verkeerde richting zich verder ten
kwade zal ontwikkelen, dan wel zich
zal ombuigen in de goede richting.
Laten wij het laatste hopen!"
Ingaande op onze vraag hoe hij
zijn taak als politierechter ziet, ant
woordt Mr. Klaver:
„Mijn streven is er steeds op ge
richt in de eerste plaats de verdach
te vollleidig „aan zijn trekken" te laten
komen. Als ik merk dat hij is bevan
gen door de nogal gespannen sfeer,
waarin de meesten verkeren als ze
voor een rechter moeten verschijnen,
probeer ik hem op z'n gemak te stel
len. Het kan wel eens voorkomen
dat iemand met z'n hand in de zak
voor het hekje staat. Dan attendeert
de parketwachter de verdachte
daarop. Maar als ik bemerk dat een
verdachte, die houding nodig heeft
om zich beter te kunnen uitdrukken
en zijn verlegenheid te verbergen,
geef ik de parketwachter een seintje
niet in te grijpen. In zulke omstan
digheden betekent „harud in de zak"
allerminst gebrek aan eerbied voor
de rechterlijke macht."
Het komt nog al eens voor, vrij
vaak zelfs, dat lang voordat het von
nis is uitgesproken, duidelijk blijkt
dat de rechter de verdachte schuldig
oordeelt. Is dat wel juist? zo vragen
wij verder.
„Dat wil ik zeker niet weerspre
ken. Laat ik voorop stellen dat een
rechter geen automaat is, maar een
gewoon mens. Het hangt van. de
aard van de zaak af en van de hou
ding van verdachte, hoe de rechter
reageert. En dan komt daarbij de
persoonlijke geaardheid van de
rechter, welke mede bepaalt hoe hij
de verdachte benadert. Vóór alles zal
de rechter evenwichtig moeten zijn
en er naar moeten streven in zijn
beslissing er het beste van te maken
en daarbij zoveel mogelijk met ie
ders en alle belangen rekening te
houden. Een bijzondere factor is
voorts dat het karakter van de zit
ting van de politierechter nu een
maal anders is dan dat van de meer
voudige strafkamer. Het contact tus
sen de politierechter en de verdachte
is directer dan tussen de president
van de strafkamer en de delinquent.
Zo zie ik het tenminste."
Tenslotte hebben wij nog een
vraag over de straftoemeting. Op
een in de Haagse Rolzaal gehouden
congres, dat was georganiseerd door
de strafrechterlijke disputen van de
Nederlandse juridische faculteiten, is
zeer recent uitvoerig over de proble
men van de straftoemeting gediscus
sieerd. Prof. mr. L. C. II. Hulsman
en de procureur-generaal van de
Hoge Raad, mr. G. E. Langemeyer
spraken als hun mening uit dat de
straf haar vergeldingskarakter dient
te verliezen. Hoe denkt mr. Klaver
daarover?
„Daar moeten we toch voorzichtig
mee zijn," meent hij, „kijk, er moet
onrecht hersteld worden. Laat ik
even als voorbeeld nemen het proces'
tegen Van Z. We zouden toch wel
bijzonder uit ons evenwicht geraken,
hevig verontwaardigd zijn. wanneer
moord niet zwaar zou worden ge
straft. Wanneer het algemeen
rechtsgevoel door een misdraging
ernstig is gekrenkt, dient ook die
krenking te worden weggenomen, te
worden geneutraliseerd. Als de ba
lans met een schok uit z'n evenwicht
is geraakt, moet dat evenwicht weer
worden hersteld. Daarbij kan ver
gelding niet worden gemist."