Bomen der welvaart
willekeurig
besnoeien
Antwerpen
tegen het
Schelde-Rijn-akkoord
Drie doden in
Bizerta
Mr. Lichtenauer
gouden medaille
van
Kamer v. Koophandel
H
Niet afwijken van plan-
Willems-s
Belangrijke vondsten
kasteel Valckesteyn
op uiv
Eerste nederzetting bij Rotterdam?
Scherven uit
r
de eerste en
tweede eeuw
Waarschuwing WH. de Monchy
Kamers waren
liet eens maar
Altijd bezig - Altijd waakzaam
Molenaar gedood
door stroom
Beneluxtunnel mag
geen drempel zijn
C. Kolff in Kamer van Koophandel:
RADIO en T.V. reparatiedienst COUZY tel. 118811
Besprekingen
Oplossing
Oud zeer
Vroeger plan
LEO van IERLAND
Emigratie j
Problemen j
VOOR v- BRILLANT
Onaangetast
ïmm
VIERDUIZEND GULDEN
WOONTOREN
Volwaardig
Metro
Opzet
Trots
Terugblik
Sb?
r*
I
De nrnledelin* van liet Antwerpse ge
meentebestuur, dat het het akkoord tusse»
de Kamers van Koophandel van Rotter
dam en Antwerpen over de Schelde-Rijn-
verbinding van de hand wijst, moet torh
op zijn minst als vreemd worden gek wal i-
iieeerd. Immers, men mag aannemen, dat
de Kanter en het gemeentebestuur van
Antwerpen van te voren nauw overleg hel»,
hen gepleegd over de te volge.it gedrags
lijn. Interessant aoit het zijn te weten, of
de Antwerpse Kamer op de hoogte was van
de voorkeur van haar stadsbestuur voor
het vroegere plan. In dat geval heeft de
Kamer van Koophandel' van Antwerpen
haar Rotterdamse
hoop laten leven.
zuster in een ijdele
Overigens betekent bet afwijzen door
Antwerpen niet, dat het bereikte akkoord
ook officieel van de liaan is. Uiteindelijk
hebben de heide regeringen het laatste
woord. Wij zijn op dit moment vooral be
nieuwd, hoe de houding van de regering
te Brussel zal zijn. Steunt zij de eis van
het Antwerpse gemeentebestuur of wil zij
niet verder gaan dan zich aan te sluiten
hij het akkoord der Kamers van Koop
handel, waarachter, althans naar buiten,
ook die van Antwerpen staat?
Advertentie
Op de rijksweg Arnhem-Nijmegen
onder Eist is vannacht omstreeks één uur
de 23-jarige Chr. Wolters uit Oosterhout
om het leven gekomen. Hij viel van zijn
bromfiets en werd door een achterop
komende auto overreden.
De wagen is doorgereden. De identiteit
van de chauffeur is nog niet bekend.
Op het gevaar af voor een over- Nederland let
dreven zwartkijker te worden
aangezien, meen ik toch, dat het
mijn plicht is op deze plaats een
waarschuwend geluid te laten ho
ren, omdat ik vrees, dat wij ons
door de uiterlijke kentekenen van
een hoogconjunctuur te behaaglijk
(Van een onzer redacteuren)
zullen gaan wanen.
De heer W. H, de Monchy, voor
zitter, zei dit, toen hij gistermid
dag het nieuwe seizoen van de
Kamer van Koophandel en Fa
brieken voor Rotterdam opende.
Hij betoogde dat de handelsbalans
van ons land ongunstiger is dan het
vorige jaar om deze tijd en uitte de
vrees, dat naar alie waarschijnlijk
heid ook het eindcijfer van de beta
lingsbalans over 1961 er ongunstiger
zal uitzien dan de laatste jaren het'
geval is geweest.
Daarvoor zijn allerlei oorzaken. Ik
herinner slechts aan de revaluatie,
aan het door politieke spanningen ge
remde transatlantische toerisme en
aan diverse kostenverhogende facto-
Het AntwerjSe
heeft hetakkoord" tussen de kamers
van koophandel van Antwerpen en
Rotterdam over de Schelde-Rijnver-
bindlng van de hand gewezen.
De Antwerpse wethouder voor handel
en .scheepvaart, de heer L. Delwaide,
heeft op een vergadering van de Ant
werpse gemeenteraad in antwoord op
vragen medegedeeld, dat de toenadering
die uit het niet-officiële overleg tussen
de kamers is gebleken, weliswaar tot
vreugde stemt, doch dat de voorgestelde
oplossing onaanvaardbaar is omdat de
vaarroute tussen Schelde en Rijn te lang
blijft.
De Antwerpse voorkeur blijft uitgaan
naar het vroegere plan voor een kanaal
van Antwerpen naar de Oosterschelde
en de heropening van de Eendracht,
waardoor de route met een 28 kilome
ter wordt bekort.
Het Antwerpse gemeentebestuur zal de
Belgische regering verzoeken de onder
handelingen met Nederland in deze zin
voort te zetten, aldus de heer Delwaide.
Rukele uren voordat hei standpunt van
hes Antwerpse gemeentebestuur inzake
het akkoord tussen de Kamera van Koop
handel "van Antwerpen en Botterdam
over de Scheide-BijrrverHndiug bekend
was gewerden, had ar. J. X Oyevaar in
de vergadering van de Rotterdamse
Kamer een zeer uitvoerige uiteenzetting
gegeven over de besprekingen, die tot het
akkoord tussen beide kamers hadden
geleid.
„Onze Kamer", zo zei hij. „heeft nim
mer het standpunt ingenomen, dat de
Belgische verlangens ten aanzien van een
verbetering van de verbinding tussen de
Schelde en de Rijn zonder meer van de
hand zouden moeten worden gewezen.
Zelfs na het echec van 1927. toen het
Nederlands-Belgische verdrag van de
hand werd gewezen omdat de Neder
landse zeehavens zich met hand en tand
verzetten tegen het daarin opgenomen
Moerdijkkanaal, zelfs toen heeft onze
Kamer ook in de openbaarheid te ver
staan gegeven, dat zij bereid was haar
.steun te verlenen aan een verbetering
van de verbinding tussen de Schelde en
de Rijn voorzover deze redelijk en niet
in strijd met gerechtvaardigde Neder
landse belangen kon worden geacht."
gemeentebestuur tengang, slechts mogelijk zfja als oud
zeer in de verhouding tussen Nederland
en België zou verdwijnen. Tot dit oude
zeer moest zeker ook het vraagstuk van
de Schelde-Rijnverbtndlng worden gere
kend. En zo is het dan mogelijk gewor
den, dat op betrekkelijke korte tijd
woordvoerders van de Kamers van Koop
handel in Antwerpen en in Rotterdam tot
een beginsel-akkoord konden komen. Ui
teraard kon de technische kant van deze
beginsei-nitspraak niet worden uitge
werkt en vraagt het akkoord zelf om na
dere uitwerking van details. Het begin-
sei-akkoord is enige tijd geleden van
Belgische en van Nederlandse zijde af
zonderlijk aas hun nationale delegaties
in de Nederlands-Belgische onderhan-
delingseommissie meegedeeld. Het is te
vens ter kennis gebracht van de rege
ringen van beide landen".
„Toen dan ook een suggestie van
Antwerpse zijde ons bereikte om op
ons niveau te pogen tot een oplossing
van het probleem te komen, zijn wij
daarop gaarne ingegaan. De tijd voor
zulk een overleg leek ons rijp. Aan de
ene zijde stond bij ons de bereidheid om
redelijke verbeteringen in de verbin
ding tussen Antwerpen en de Rijn te
aanvaarden. Anderzijds was in Antwerpen
het besef gegroeid, dat de ondersteu
ningsmaatregelen van Belgische zijde
voor het Rijnverkeer op Antwerpen niet
passen in de moderne vormen van sa
menwerking, die in Europa bezig zijn
te groeien. Daarnaast waren zowel de
Kamer van Antwerpen als die in Rot
terdam ervan overtuigd, dat het voor
de toekomst van onze havensteden van
het allergrootste belang is, dat zij ei
kander vinden met betrekking tot de
grote lijnen van de vervoerspolitiek, die
naar htm oordeel in Europa zou moeten
worden gevoerd.
Ih de Beneluxhavens zijn immers allen
aangewezen op een zoveel mogelijk in
vrijheid functionerend vervoerswezen.
Of een vervoerspolitiek van die strekking
in Europa tot stand zal kannen komen,
zal mede afhangen van de vraag of de
Beneluxpartners in deze een gemeen
schappelijke gedragslijn volgen".
„Welnu, het volgen van zulk een ge
dragslijn zal, naar ons heider gedach-
Nadat het gemeentebestuur van Ant
werpen zijn standpunt inzake het akkoord
bekend had gemaakt, hebben we ons om
commentaar gewend tot mr. X X Oye
vaar.
„Het is voor ons van groot belang te
weten", zo zei hij, „dat onze gespreks
partner, voorzitter van de Antwerpse Ka
mer van Koophandel de heer F. Qster-
rith, ter zake van het standpunt, dat hij
heeft ingenomen, voortdurend rugge
spraak heeft gehad met de Belgische on
derhandelingsdelegatie en de Belgische
regering."
In kringen van het Rotterdamse be
drijfsleven meent men in het nadrukke-
liik verzoek van het Antwerpse gemeen
tebestuur aan de Belgische regering om
de onderhandelingen met Nederland
slechts voort te zetten op basis van het
vroegere plan Ceen kanaal van Antwerpen
naar de Oosterschelde en de heropening
van De Eendracht) een bevestiging te
zien van overleg en overeenstemming tus
sen de gesprekspartners van de Antwerp
se kamer en de Belgische overheid.
Mr. Oyevaar wenste zich evenwel over
deze visie niet uit te laten. Van de zijde
van het Rotterdamse gemeentebestuur
kon nog geen nader commentaar worden
verkregen.
In Parijs is gisterenavond van rege
ricigszijde meegedeeld dat botsingen tus
sen vijfhonderd leden van een Tunesische
jeugdorganisatie en Franse militairen
aan drie Tunesiërs het leven hebben ge
kost, terwijl er zestien werden gewond.
Aan Franse zijde werden tien man licht
gewond.
De wanordelijkheden begonnen met
een aanval in de rug, die de vijfhon
derd Tunesiërs op Franse patrouilles
uitvoerden, die stellingen hadden betrok
ken rondom de Medina, de inheemse
wijk van Bizerta.
De Tunesische aanvallers schoten op
de Franse militairen. Enkele van hen
beantwoordden het vuur. betgeen tot
de Tunesische verliezen leidde.
De burgemeester van het Tunesische
stadje Menzel Djemil heeft meegedeeld
dat Franse militairen geschoten hebben
op Tunesiërs, die prikkeldraadversper
ringen wilden opruimen.
ren. waardoor de inkomsten uit onze
scheep- en luchtvaart zullen achter
blijven bij die uit vorige jaren".
In het afkondigen van de bouwstop
voorzag de heer De Monchy vele
moeilijkheden voor Rotterdam, daar
het vestigen van bedrijven hierdoor
lastiger wordt.
Na de wenselijkheid te hebben ge-'
uit door bepaalde reorganisaties en
versobering, ook in de overheidssec-j
tor, personeel en arbeid vrij te maken j
ten behoeve van de productie-sector, j
bepaalde hij zich tot het emigratiebe-
leid.
„Ik wil hier de gedachte lanceren
of het mogelijk is Nederlandse emi
granten uit die gebieden waar thans
grote werkloosheid heerst, tijdelijk
naar Nederland terug te brengen met
behoud van het recht om, zodra de
conjunctuur in deze gebieden omslaat,
naar het nieuwe vaderland hunner
keuze terug te keren. Hier is wellicht
een taak voor de overheid weggelegd.
Het bedrijfsleven zou door het bren-|
gen van een niet overdreven groot of-[
fer (reiskosten heen en weer) tijdelijk!
een aantal extra werknemers kunnen j
aantrekken". j
Aan het begin van zijn toespraak!
had de heer De Monchy gezegd, datj
de Kamer weer met frisse moed aan
de gang gaat om althans te trachten!
de vele problemen, die er zijn, op te
lossen. Van die problemen noemde hij
vooral het verkeer.
„Beklemmend is het te zien, hoe het
verkeer in onze stad en tussen de lin
ker- en rechter maasoever steeds
meer stagneert. Dat dezer dagen de
vergunning voor het bouwen var. de
tunnel bij Vlaardingen afkwam, stemt
tot voldoening, evenals de weten
schap, dat met de bouw van de Van
Brienenoordbrug zoveel mogelijk
spoed wordt betracht.
Het is een feit, dat het oeververbin-
dingsvraagstuk zelfs na het gereedko
men van de metro in genen dele zal
zijn opgelost, doch dat daarnaast het
bouwen van een brede moderne Wil-
lemstunnel een onverbiddelijke nood
zaak zal blijven. Hiervan is ook ons
stadsbestuur overtuigd, evenals van
de noodzaak het spoorwegvraagstuk,
vooral op de zuidelijke oever van Rot
terdam, op te lossen".
Ierland als vanouds in belangrijke ma
te over onze havens zal worden geleid.
Ik blijf er van overtuigd, dat cor
recties in de waarde van de munt on
gewenst zijn en geen moeilijkheden
oplossen, doch vele nieuwe problemen
scheppen. Ik hoop dan ook, dat wij
in de toekomst voor verrassingen als
die van enkele maanden geleden
plaats gevonden hebbende revaluatie,
zuilen worden gespaard. De bomen
der welvaart kan men niet op wille
keurige plaatsen en momenten be
snoeien, tenminste niet als men op
hun behoud prijs stelt".
O.V.", x
-- O V1. v .V
móói
LIJNBAAN SO
i
In Driel (gemeente Heteren) is gister
avond de 30-jarige gehuwde molenaar
J. G. Beijer door'elektrische stroom om
het leven gekomen. De heer Beijer was
een vastgelopen transportband aan het
herstellen, toen het werktuig plotseling
onder stroom kwam te staan.
Het slachtoffer was gehuwd en vader
van twee kinderen.
Mevrouw Lichtenauer bewondert
<le gouden medaille, die haar man
bij zijn vertrek uit de Kamer van
Koophandel werd uitgereikt.
(Van een onzer redacteuren)
ET goud is het bewijs van
de hoogste lof, zo staat er
gegrift op de achterzijde
van de gouden medaille,
die de Kamer van Koophandel en
Fabrieken voor Rotterdam gis
termiddag aanbood aan dr. V/. F.
Lichtenauer, die in verband met
zijn benoeming tot lid van de
Raad van State het lidmaatschap
Sprekende over het verzoek van En
geland èn Denemarken om te worden
toegelaten tot de E.E.G. zei de heer
De Monchy: „Dezer dagen zullen de
onderhandelingen daarover beginnen,
doch: Nederland let op uw saeck!
Het gehele Nederlandse volk, sa
mengeperst in ons kleine land, heeft
om het tegenwoordige welvaartspeil
te kunnen handhaven, om van'verho
gen maar niet te spreken, van node,
dat Nederlands positie in de interna
tionale handel niet wordt aangetast en
dat de doorvoer naar en van het ach-
ïn de vergadering van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor Rotter
dam heeft de voorzitter, de heer W. H.
de Monchy, gistermiddag zijn grote vol
doening uitgesproken over het feit, dat
de aanleg van de Benelux-tunnel wordt
vervroegd, doch daarbij op een bepaald
technisch aspect de aandacht gevestigd.
„Ik acht het van het grootste be
lang", zo zei hij, „dat de Benelux-tun-
nel op een zodanige diepte komt te lig
gen, dat deze -nimmer in de toekomst
een soort drempel zal kunnen gaan vor
men in de Nieuwe Waterweg. Met ande
re woorden: de Benelux-tunnel mag er
niet toe leiden, dat in de "toekomst het
groot-Rotterdamse havengebied als het
ware in twee delen zal worden geschei
den. Ik denk daarbij natuurlijk in het
bijzonder aan de Waalhaven, die ook
bereikbaar moet blijven voor bijv. zeer
grote ertsschepen, omdat niet alleen de
tankvaart, maar ook bij het vervoer van
droge massaladingen de tendens naar
grotere eenheden onmiskenbaar is. Op
het punt van de diepteligging van de
Benelux-tunnel zullen we dus nog zeer
attent moeten zijn".
(Van een onzer redacteuren)
Eind juni heeft een aantal particu
lieren nit Rotterdam en Delft zich
in'een open brief tot de Kamer van
Koophandel gewend over het vraag
stuk van het openbaar vervoer, en
in de Vergadering van de Kamer
van gisteren heeft de heer C. Kolff
tegen deze brief stelling genomen.
„Er wordt in de eerste plaats geen
enkel gezichtspunt 'naar voren ge
bracht, dat in onze Kamer al niet
eerder in een of andere vorm ter
sprake is geweest", zo merkte hij
op, „en voorts is de mening van de
ondertekenaars dat de algemene op
zet ten aanzien van de oeververbin
dingen, vastgelegd in de z.g. com-
missiedtioppert, niet deugt, onjuist".
t Advertentie)
T)1T is hel slot Valkesteyn waar-
tan nu in Poortugaal de funda
menten zijn blootgelegd. Hel is een
tekening van ff. Roghman ran om
streeks 16S0.
(Van een onzer verslaggevers)
AAN de Slotsedijk in Poortu
gaal, nog op gebied van de ge
meente Rotterdam, hebben en
thousiaste beroeps- en amateur
archeologen gedeeltelijk de fun
damenten blootgelegd van het
vroegere kasteel Valckesteyn en
daarbij archeologische vondsten
gedaan die belangwekkend ge
noemd kunnen worden. Voor niet
ingewijden in de oudheidkunde is
er niet veel meer te zien dan wat
kuilen en met water gevulde
greppels en enkele muren opge
trokken uit ruwe brokken steen.
Daaromheen ligt niets dan bag
ger.
Maar voor oudheidkundigen, zoals de
heer C. Hoek uit Botterdam, betekenen
deze opgravingen veel meer. Voor hen is
het opvullen van een witte plek in de
historische kaart. Deze fondamenten
worden zorgvuldig ontdaan van aarde
en modder, zij worden bestudeerd en
onderzocht. Reeds vanaf Fasen van dit
laar zijn enkele mensen bezig, onder de
constante leiding van de heer Hoek, die
we! de eigenlijke ontdekker van deze
resten van het uit rond 1300 daterende
kasteel is.
Dat de heer Hoek. officieel technisch
ambtenaar bU de afdeling oudheidkundig
bodemonderzoek van gemeentewerken
van Rotterdam, bijna dag aan dag de
verrichtingen in Poortugaalse grond volgt
geldt misschien niet eens de stenen
fundamenten. Nee, het zijn veel meer
de vondsten rond het voormalige kas
teel, in de oude slotgrachten, op de
plaats waar eens de keuken was.
Was er tot voor kort slechts een aarden
pot. daterend uit de Romeinse tijd (ge
vonden bij de Watertoren in Hotterdam-
Kralingen) nu zijn er reeds een be
hoorlijk aantal. En niet alleen uit de
Romeinse tijd. Zelfs uit de eerste en
tweede eeuw, zo omstreeks 100 tot 255
jaar na Christus, zijn aardewerken scher
ven gevonden. Dus zelfs ouder dan het
kasteel.
Iedere schep grond, die overigens meer
klei en minder veen bevat dan de an
dere grond in Poortugaal, wordt aan
dachtig bekeken.
Natuurlijk was het bekend dat rond
1300 een zekere Nicolaas van Putten, die
gronden bezat tussen Geervliet en Char-
lois, in Poortugaal een kasteel had laten
bouwen. Zoals het ook bekend was
waarom men juist daar het kasteel had
gebouwd. Deze plaats aan de dijklag
namelijk iets hoger dan het land er
omheen. Daardoor viel het ook na de
winter het eerst droog. Een zeer ge
schikte plaats dus voor een kasteel.
Een ander bewijs voor deze stelling
zijn de eerder genoemde vondsten van
aardewerk uit de eerste en tweede
eenw. Dus reeds voor de bouw van het
kasteel moeten daar mensen hebben
gewoond. Verondersteld wordt zelfs
dat daar de eersle woongemeenschap
in de omgeving van Rotterdam moet
zün geweest.
Later ging het kasteel over in handen
van de familie Van Gaesbeek die de heren
van Putten waren. Het kasteel dat oor
spronkelijk slechts een rechthoekige
woontoren was met daarvoor een om
muurde binnenplaats met twee ronde
torens werd uitgebreid met een keuken
eneen poortgebouw, Nog later werd het
gebouw verkocht aan andere personen
en families en het kwam in de zestiende
eeuw in bezit van de heren van Rhoon.
net geslacht Grijp, ook wel genoemd
Grijp van Valckesteyn.
In 1825 of 1826 werd het tenslotte voor
vierduizend gulden verkocht aan een
aannemer van sloopwerken in Haarlem
die het met de grond gelijk maakte. Het
bleef braakliggende grond. Langzamer
hand werden zelfs de laatste resten over
woekerd en was er van het eertijds trotse
kasteel niets meer te zien.
Totdat de beer W. de Lange eigenaar
van dat stuk grond er in dit voorjaar
in ging graven om andere stukken grond
die zijn eigendom waren op te hogen.
Hij stuitte toevalligerwijs op enkele
scherven. De heer De Lange was ver
standig genoeg om te begrijpen dat het
niet zo maar stukken steen waren die hij
had gevonden.
En toen de gewaarschuwde heer Hoek
naar Poortugaal kwam en de blauw
grijze brokken aardewerk zag begreep
hij dat die niet uit de Middeleeuwen
stamden maar veel ouder waren. De
rijksdienst voor oudheidkundig bodem
onderzoek werd geraadpleegd.
In afwachting van het antwoord ging
de heer Hoek geholpen door leden van
de Archeologische Werkgroep Nieuwe
Maas waarvan de heer Hoek voorzitter
is zelf op onderzoek uit. Men kwam
toen tot dezelfde conclusie als Ir. J.
Trimpe Burger de deskundige in de Ro
meinse periode van de genoemde Rijks
dienst. Deze determineerde de vondsten
ais afkomstig uil de Romeinse tijd.
De conservator van de Rijksdienst voor
oudheidkundig bodemonderzoek, de heer
J. G. N. Renaud kreeg het in samenwer
king met de archeologische coördinatie
commissie Rotterdam voor elkaar dat
er een onderzoek werd ingesteld. Hierop
ging men eerst met twee en later zelfs
met vier arbeiders aan het graven.
Eerst legde men het Middeleeuwse
metselwerk van een steunbeer bloot en
nu is men bijna zover gevorderd dat
de gehele fundamenten aan de donkere
aarde zijn onttrokken. Is dat gereed dan
gaat men over tot het uitgraven van de
vroegere slotgrachten. Daarin hoopt men
dan nog vele oude gebruiksvoorwerpen
en aarde potten en dergelijke te vinden,
Het is nu echter reeds duidelijk dat
het een der grootste woontorens in deze
omgeving is. Voor de heer Hoek zelf is
het kasteel van zeer veel belang. Hij is
namelijk bezig met een studie over de
oudste geschiedenis van Rotterdam en
omgeving. Niet ver van deze plaats schijnt
nog een nederzetting te zijn geweest. Het
is niet waarschijnlijk dat men nog dit
jaar gaat graven. Eens zal ook dat aan
de beurt komen.
Een groot voordeel bij dit -yjgravings-
werk is ongetwijfeld het ft.i dat het
terrein particulier eigendom is en de
eigenaar alle medewerking verleent had
aan de gravers.
De conclusies van de commissie-
moppert komen in het kort neer op: 1.
een snelle uitvoering van de Brienen
oordbrug; 2. de aanleg van een spoor
tunnel- en. een. korte verkeerstunnel ter
vervanging van dë bestaande; 3. een
tunnel voor het openbaar personenver
voer-in -Rotterdam en 4. de z.g. Be
nelux-tunnel.
„Deze opzet heeft sieeds de volledige
instemming van onze Kamer gehad,
omdat ook naar haar overtuiging
slechts op deze wijze een afdoende op
lossing wordt geboden voor alle drie
vervoerstechnieken: scheepvaart, spoor
verkeer en landverkeer. Ik acht het
dan ook niet verantwoord, dat de on
dertekenaars van de open brief in hun
pleidooi voor de tram dit schema omver
willen werpen en vervangen door een
opzet, die ons tot in lengte van dagen
met een gebrekkige verkeerssituatie
zou belasten".
Na er aan te hebben herinnerd, dat
een ministeriële goedkeuring is gekre
gen ten aanzien van een vervroegde
aanleg van de Benelux-tunnel vervolg
de hij: „Hierdoor zullen op betrekkelijk
korte termijn voor het wegverkeer drie
volwaardige oeververbindingen beschik
baar zijn, nL de Brienenoordbrug, de
Maastunnel en de Benelux-tunnel, als
mede nog tijdelijk de Willemsbrug.
Voor het wegverkeer zal dan een zeke
re adempauze zijn geschapen, die kan
worden benut om de combinatie Wil-
lerastunnel-spoortunnel tot stand te
brengen.
Het is voldoende, bekend, dat de com
binatie Wiliemstunnel-spoortunnel eea
kostbaar project is. Er is echter niet
de minste aanleiding om thans reeds
dit plan op te geven en te vervangen
door een enkele lange verkeerstunneL
De argumenten in de ópen brief tegen
de combinatie Wiliemstunnel-spoortunnel
zijn onvoldoende gefundeerd".
Voorts bepaalde de heer Kolff zich
nog met een enkei woord tot de kwestie
tram of metro. Hij noemde een eventu
ele stopzetting van de metro-,verken in
Het huidige stadium onmogelijk en on
zinnig. Niemand denkt aan de enkele
lijn Rotterdam C.S.-Zuidplein, De me
tro zal in zuidelijke richting verder
moeten worden uitgebreid en op de noor
delijke oever zullen nieuwe metrolijnen
in westelijke en oostelijke richting tot
stand -moeten komen.
„Het metroproject gaat uit van de
gedachte een openbaar railvervoer op
een onafhankelijke baan, een systeem,
waartoe wij eenvoudig zijn gedrongen,
enerzijds door de sterke uitbreiding van
het groót-Rotterdamse stadsgebied, an
derzijds door de toeneming van het
verkeer in het algemeen. Hierdoor on
dervindt de tram voortdurend stagnatie
van het overige verkeer en omgekeerd
het overige verkeer van de tram.
Dit zou nog in het bijzonder optreden
bij tramverkeer via de tunnei, dat
zich, sterk geconcentreerd in het stads
centrum, zou vermengen met het ove
rige verkeer. De hoofdverbindingen van
het openbaajf vervoersnet zullen dan ook
moeten worden afgewikkeld op een on
afhankelijke baan".
s op deze wijze", aldus de
I, „kan vooral op de spitsuren
„Slechts
heer Kolff,
een snel en doeltreffend openbaar ver
voer worden verzekerd. Zou men dit
willen bereiken met handhaving van de
tram, dan zou ook deze op een onaf
hankelijke baan moeten lopen en dit
zou niet anders betekenen aan een me
tronet in andere vorm".
Tenslotte gaf de heer Kolff nog als
zijn overtuiging, dat „de gehele metro-
opzet staat of valt, met verdere uitbrei
dingen na de verbinding C.S.-Zuidplein
en met een systeem van frequente door
verbindingen van en naar de wijken,
die niet rechtstreeks dooT de metro wor
den bediend. Maar zo zei hij, „daar
van is men echter ook bij de gemeente
ten volle overtuigd".
van de Kamer heeft neergelegd.
Bij monde van de voorzitter, de
heer W. H. de Monchy, werd
hem, met een hartelijke, waarde
rende toespraak, de medaille
overhandigd. „U krijgt de hoog
ste onderscheiding, die wij heb
ben te vergeven en waarvan er
slechts heel enkele werden uit
gereikt."
Bijna veertig jaar is dr. Lichten
auer aan de Rotterdamse Kamer van
Koophandel verbonden geweest. Twee
jaar na zijn indiensttreden werd hij
adjunct-secretaris, op 1 januari 39jg
werd hij benoemd tot secretaris en
in 1942 tot algemeen-secretaris van de
Kamer van Zuid-Holland. Hij legde
deze functie neer op 1 januari 1951,
toen hij zijn intrede deed in het par
ticuliere bedrijfsleven. Als lid keerde
hij daarna ih de Kamer terug.
„Van 1922 tot nu toe hebt u, zoals
vrijwel geen ander, al het wel en wee
van de stad meegemaakt," aldus de
heer De Monchy. „Een opsomming
te geven van alle commissies, waarin-
u zitting had of nog hebt, zou vele
pagina's druk vullen. Ilc wil er de
nadruk op leggen dat u in elke com
missie steeds zonder uitzondering een
vooraanstaande plaats hebt ingeno
men. Het schrijven van uw levensge
schiedenis zou gelijk opgaan met het
te boek stellen van de economische
geschiedenis van Rotterdam."
„Uw werkkracht werd spreekwoor
delijk. Het behoort eenvoudig tot de
onmogelijkheden na te gaan hoeveel
nota's u van1922 af tot, au toe in
het verband van de Kamer produceer
de, of over hoeveel onderwerpen u
uw steeds gefundeerde en weloverwo
gen mening hebt gegeven.
En nu gaat u binnenkort een nieu
we functie bekleden, een der hoog-
sten, die een burger van Nederland
kan bereiken.
Wij zullen u missen, doch wij aller
zijn er trots op, dat een stadgenoot,
dat een Rotterdammer, tot deze po
sitie werd geroepen. y
Ik wil u niet vragen", zo vervolgde
de heer De Monchy, „Rotterdam in
gedachten te blijven houden. Dit kunt
u niet laten, ook al zou u het willen.
Evenmin wil ik vragen onze Rotter
damse belangen te blijven verdedigen.
U was een goed Rotterdammer, doch
u is ook een goed Nederlander, en
niemand weet beter dan u, dat een
bloeiend Rotterdam slechts denkbaar
is in een welvarend Nederland.en dat
Nederland slechts welvarend kan zijn,
•indien de tweede stad des lands, de
grootste havenstad van Europa- zal
groeien en bloeien." 'O..-
„Wij streven naar een verbonden
Europa; zoals -u dit-in Straatsburg
deed.
De tijden der onderlinge veten'der
Zeven Provinciën of van de Hollandse
steden zijn voorbij.
In 1485 was het nog mogelijk, dat
keizer Maximiliaah, bij een decreet
uitgevaardigd te Schiedam, aan onze
zusterstad Amsterdam het recht gaf
eeuwigdurend een keizerskroon in
haar wapen te voeren, omdat Am
sterdam de gelden had verstrekt de
zich verzettende steden Woerden en
Rotterdam let op de volgorde
tot gehoorzaamheid te dwingen. Zo
als de burgemeester van Amsterdam
mij kortgeleden zei: Dat was. niet
aardig van ons, Amsterdammers, en
ik begrijp best,- dat de Rotterdam
mers daarover ontstemd waren.
Doch zoiets herhaalt zich niet meer,
daar zal u, als lid van de Raad van
State wel voor zorgen."
Na te hebben betoogd, dat de Rot
terdammers mr. Lichtenauer welis
waar node, maar toch met een ge
voel van trots afstaan, bood de heer
De Monchy de gouden medaille aan
Naast de woorden „Het goud is"het
bewijs van de. hoogste lof" staan op
de achterzijde nog gegrift de jaartal
len 19221961 en .Altijd bezig
altijd waakzaam"..
In zijn dankwoord, zo sprankelend
en vol van humor, dat de heer De
Monchy aan het einde zei: Deze re
devoering is zeker niet de minste ge
weest van al de toespraken, die u in
de Kamer hebt gehouden in zijn
dankwoord richtte dr. Lichtenauer de
blik op de Kamer van Koophandel
uit de jaren 1922. Hij herinnerde er
aan, dat toen hij in de Kamer, voor
de eerste maal -zijn intrede deed
eveneens een De Monchy de voorzit
tershamer hanteerde. „Mijn leven in de
Kanier zit dus ingeklemd tussen De
Monchy's, van wie de eerste over
een prachtige witte baard beschikte."
In vogelvlucht doorliep hij vervol
gens de voorbije jaren, noemde de
namen van de voorzitters onder wie
hij de functie van secretaris had ven
vuld C„J. C. Veder, de nobele en har
telijke man, aan wie ik met grote
genegenheid terugdenk, de heer En-
gelbreeht, die mij veel toevertrouw
de, mr, Van der Mandele, die in en
na de oorlog zo veel heeft gedaan
voor de herbouw van Rotterdam."),
en schetste hij het verschil in karak
ter van de Kamer voorheen en thans
(„Er is een tijd geweest, dat de se
cretaris aan het eind van de dag even
veel guldens kreeg uitgekeerd als hij
die dag certificaten had gete
kend").
Aan het slot bepaalde dr. Lichten
auer zich tot integratie van Europa.
„We leven in een tijd, waarin we
weer helemaal op onszelf zijn terug
gevallen. We staan helemaal alleen in
het eigen land en om Ons heen zijn
dreigingen. Daarom moeten we het in
Europa zoeken in een vrijwillige een-
beid en daarbij niet vergeten, dat
'europa in totaal 330 miljoen inwoners
sterk is."
Het afscheid van dr. Lichtenauer
was het slot van de eerste openbare
vergadering van de Kamer in het
nieuwe seizoen. Het werd bijgewoond
door mevrouw Lichtenauer en voorts
door een groot aantal gasten, onto
wie Rotterdams burgemeester, otm-
coliega's van de Eerste Kamer to
Staten-Generaal onder leiding van ae
voorzitter mr. J. A, Jonkman en <W
heer W. A. Engelbrecht.
1st
b
tc
V
■Si
■V
t
:d<
>'gi
•P
in
iwi
st
Ut
ba
gr
ni
ÖW
for
jkl
fen;
iw
mi
.00
tw
'en
ai'