Bomen der welvaart willekeurig besnoeien Antwerpen tegen het Schelde-Rijn-akkoord Drie doden in Bizerta Mr. Lichtenauer gouden medaille van Kamer v. Koophandel H Niet afwijken van plan- Willems-s Belangrijke vondsten kasteel Valckesteyn op uiv Eerste nederzetting bij Rotterdam? Scherven uit r de eerste en tweede eeuw Waarschuwing WH. de Monchy Kamers waren liet eens maar Altijd bezig - Altijd waakzaam Molenaar gedood door stroom Beneluxtunnel mag geen drempel zijn C. Kolff in Kamer van Koophandel: RADIO en T.V. reparatiedienst COUZY tel. 118811 Besprekingen Oplossing Oud zeer Vroeger plan LEO van IERLAND Emigratie j Problemen j VOOR v- BRILLANT Onaangetast ïmm VIERDUIZEND GULDEN WOONTOREN Volwaardig Metro Opzet Trots Terugblik Sb? r* I De nrnledelin* van liet Antwerpse ge meentebestuur, dat het het akkoord tusse» de Kamers van Koophandel van Rotter dam en Antwerpen over de Schelde-Rijn- verbinding van de hand wijst, moet torh op zijn minst als vreemd worden gek wal i- iieeerd. Immers, men mag aannemen, dat de Kanter en het gemeentebestuur van Antwerpen van te voren nauw overleg hel», hen gepleegd over de te volge.it gedrags lijn. Interessant aoit het zijn te weten, of de Antwerpse Kamer op de hoogte was van de voorkeur van haar stadsbestuur voor het vroegere plan. In dat geval heeft de Kamer van Koophandel' van Antwerpen haar Rotterdamse hoop laten leven. zuster in een ijdele Overigens betekent bet afwijzen door Antwerpen niet, dat het bereikte akkoord ook officieel van de liaan is. Uiteindelijk hebben de heide regeringen het laatste woord. Wij zijn op dit moment vooral be nieuwd, hoe de houding van de regering te Brussel zal zijn. Steunt zij de eis van het Antwerpse gemeentebestuur of wil zij niet verder gaan dan zich aan te sluiten hij het akkoord der Kamers van Koop handel, waarachter, althans naar buiten, ook die van Antwerpen staat? Advertentie Op de rijksweg Arnhem-Nijmegen onder Eist is vannacht omstreeks één uur de 23-jarige Chr. Wolters uit Oosterhout om het leven gekomen. Hij viel van zijn bromfiets en werd door een achterop komende auto overreden. De wagen is doorgereden. De identiteit van de chauffeur is nog niet bekend. Op het gevaar af voor een over- Nederland let dreven zwartkijker te worden aangezien, meen ik toch, dat het mijn plicht is op deze plaats een waarschuwend geluid te laten ho ren, omdat ik vrees, dat wij ons door de uiterlijke kentekenen van een hoogconjunctuur te behaaglijk (Van een onzer redacteuren) zullen gaan wanen. De heer W. H, de Monchy, voor zitter, zei dit, toen hij gistermid dag het nieuwe seizoen van de Kamer van Koophandel en Fa brieken voor Rotterdam opende. Hij betoogde dat de handelsbalans van ons land ongunstiger is dan het vorige jaar om deze tijd en uitte de vrees, dat naar alie waarschijnlijk heid ook het eindcijfer van de beta lingsbalans over 1961 er ongunstiger zal uitzien dan de laatste jaren het' geval is geweest. Daarvoor zijn allerlei oorzaken. Ik herinner slechts aan de revaluatie, aan het door politieke spanningen ge remde transatlantische toerisme en aan diverse kostenverhogende facto- Het AntwerjSe heeft hetakkoord" tussen de kamers van koophandel van Antwerpen en Rotterdam over de Schelde-Rijnver- bindlng van de hand gewezen. De Antwerpse wethouder voor handel en .scheepvaart, de heer L. Delwaide, heeft op een vergadering van de Ant werpse gemeenteraad in antwoord op vragen medegedeeld, dat de toenadering die uit het niet-officiële overleg tussen de kamers is gebleken, weliswaar tot vreugde stemt, doch dat de voorgestelde oplossing onaanvaardbaar is omdat de vaarroute tussen Schelde en Rijn te lang blijft. De Antwerpse voorkeur blijft uitgaan naar het vroegere plan voor een kanaal van Antwerpen naar de Oosterschelde en de heropening van de Eendracht, waardoor de route met een 28 kilome ter wordt bekort. Het Antwerpse gemeentebestuur zal de Belgische regering verzoeken de onder handelingen met Nederland in deze zin voort te zetten, aldus de heer Delwaide. Rukele uren voordat hei standpunt van hes Antwerpse gemeentebestuur inzake het akkoord tussen de Kamera van Koop handel "van Antwerpen en Botterdam over de Scheide-BijrrverHndiug bekend was gewerden, had ar. J. X Oyevaar in de vergadering van de Rotterdamse Kamer een zeer uitvoerige uiteenzetting gegeven over de besprekingen, die tot het akkoord tussen beide kamers hadden geleid. „Onze Kamer", zo zei hij. „heeft nim mer het standpunt ingenomen, dat de Belgische verlangens ten aanzien van een verbetering van de verbinding tussen de Schelde en de Rijn zonder meer van de hand zouden moeten worden gewezen. Zelfs na het echec van 1927. toen het Nederlands-Belgische verdrag van de hand werd gewezen omdat de Neder landse zeehavens zich met hand en tand verzetten tegen het daarin opgenomen Moerdijkkanaal, zelfs toen heeft onze Kamer ook in de openbaarheid te ver staan gegeven, dat zij bereid was haar .steun te verlenen aan een verbetering van de verbinding tussen de Schelde en de Rijn voorzover deze redelijk en niet in strijd met gerechtvaardigde Neder landse belangen kon worden geacht." gemeentebestuur tengang, slechts mogelijk zfja als oud zeer in de verhouding tussen Nederland en België zou verdwijnen. Tot dit oude zeer moest zeker ook het vraagstuk van de Schelde-Rijnverbtndlng worden gere kend. En zo is het dan mogelijk gewor den, dat op betrekkelijke korte tijd woordvoerders van de Kamers van Koop handel in Antwerpen en in Rotterdam tot een beginsel-akkoord konden komen. Ui teraard kon de technische kant van deze beginsei-nitspraak niet worden uitge werkt en vraagt het akkoord zelf om na dere uitwerking van details. Het begin- sei-akkoord is enige tijd geleden van Belgische en van Nederlandse zijde af zonderlijk aas hun nationale delegaties in de Nederlands-Belgische onderhan- delingseommissie meegedeeld. Het is te vens ter kennis gebracht van de rege ringen van beide landen". „Toen dan ook een suggestie van Antwerpse zijde ons bereikte om op ons niveau te pogen tot een oplossing van het probleem te komen, zijn wij daarop gaarne ingegaan. De tijd voor zulk een overleg leek ons rijp. Aan de ene zijde stond bij ons de bereidheid om redelijke verbeteringen in de verbin ding tussen Antwerpen en de Rijn te aanvaarden. Anderzijds was in Antwerpen het besef gegroeid, dat de ondersteu ningsmaatregelen van Belgische zijde voor het Rijnverkeer op Antwerpen niet passen in de moderne vormen van sa menwerking, die in Europa bezig zijn te groeien. Daarnaast waren zowel de Kamer van Antwerpen als die in Rot terdam ervan overtuigd, dat het voor de toekomst van onze havensteden van het allergrootste belang is, dat zij ei kander vinden met betrekking tot de grote lijnen van de vervoerspolitiek, die naar htm oordeel in Europa zou moeten worden gevoerd. Ih de Beneluxhavens zijn immers allen aangewezen op een zoveel mogelijk in vrijheid functionerend vervoerswezen. Of een vervoerspolitiek van die strekking in Europa tot stand zal kannen komen, zal mede afhangen van de vraag of de Beneluxpartners in deze een gemeen schappelijke gedragslijn volgen". „Welnu, het volgen van zulk een ge dragslijn zal, naar ons heider gedach- Nadat het gemeentebestuur van Ant werpen zijn standpunt inzake het akkoord bekend had gemaakt, hebben we ons om commentaar gewend tot mr. X X Oye vaar. „Het is voor ons van groot belang te weten", zo zei hij, „dat onze gespreks partner, voorzitter van de Antwerpse Ka mer van Koophandel de heer F. Qster- rith, ter zake van het standpunt, dat hij heeft ingenomen, voortdurend rugge spraak heeft gehad met de Belgische on derhandelingsdelegatie en de Belgische regering." In kringen van het Rotterdamse be drijfsleven meent men in het nadrukke- liik verzoek van het Antwerpse gemeen tebestuur aan de Belgische regering om de onderhandelingen met Nederland slechts voort te zetten op basis van het vroegere plan Ceen kanaal van Antwerpen naar de Oosterschelde en de heropening van De Eendracht) een bevestiging te zien van overleg en overeenstemming tus sen de gesprekspartners van de Antwerp se kamer en de Belgische overheid. Mr. Oyevaar wenste zich evenwel over deze visie niet uit te laten. Van de zijde van het Rotterdamse gemeentebestuur kon nog geen nader commentaar worden verkregen. In Parijs is gisterenavond van rege ricigszijde meegedeeld dat botsingen tus sen vijfhonderd leden van een Tunesische jeugdorganisatie en Franse militairen aan drie Tunesiërs het leven hebben ge kost, terwijl er zestien werden gewond. Aan Franse zijde werden tien man licht gewond. De wanordelijkheden begonnen met een aanval in de rug, die de vijfhon derd Tunesiërs op Franse patrouilles uitvoerden, die stellingen hadden betrok ken rondom de Medina, de inheemse wijk van Bizerta. De Tunesische aanvallers schoten op de Franse militairen. Enkele van hen beantwoordden het vuur. betgeen tot de Tunesische verliezen leidde. De burgemeester van het Tunesische stadje Menzel Djemil heeft meegedeeld dat Franse militairen geschoten hebben op Tunesiërs, die prikkeldraadversper ringen wilden opruimen. ren. waardoor de inkomsten uit onze scheep- en luchtvaart zullen achter blijven bij die uit vorige jaren". In het afkondigen van de bouwstop voorzag de heer De Monchy vele moeilijkheden voor Rotterdam, daar het vestigen van bedrijven hierdoor lastiger wordt. Na de wenselijkheid te hebben ge-' uit door bepaalde reorganisaties en versobering, ook in de overheidssec-j tor, personeel en arbeid vrij te maken j ten behoeve van de productie-sector, j bepaalde hij zich tot het emigratiebe- leid. „Ik wil hier de gedachte lanceren of het mogelijk is Nederlandse emi granten uit die gebieden waar thans grote werkloosheid heerst, tijdelijk naar Nederland terug te brengen met behoud van het recht om, zodra de conjunctuur in deze gebieden omslaat, naar het nieuwe vaderland hunner keuze terug te keren. Hier is wellicht een taak voor de overheid weggelegd. Het bedrijfsleven zou door het bren-| gen van een niet overdreven groot of-[ fer (reiskosten heen en weer) tijdelijk! een aantal extra werknemers kunnen j aantrekken". j Aan het begin van zijn toespraak! had de heer De Monchy gezegd, datj de Kamer weer met frisse moed aan de gang gaat om althans te trachten! de vele problemen, die er zijn, op te lossen. Van die problemen noemde hij vooral het verkeer. „Beklemmend is het te zien, hoe het verkeer in onze stad en tussen de lin ker- en rechter maasoever steeds meer stagneert. Dat dezer dagen de vergunning voor het bouwen var. de tunnel bij Vlaardingen afkwam, stemt tot voldoening, evenals de weten schap, dat met de bouw van de Van Brienenoordbrug zoveel mogelijk spoed wordt betracht. Het is een feit, dat het oeververbin- dingsvraagstuk zelfs na het gereedko men van de metro in genen dele zal zijn opgelost, doch dat daarnaast het bouwen van een brede moderne Wil- lemstunnel een onverbiddelijke nood zaak zal blijven. Hiervan is ook ons stadsbestuur overtuigd, evenals van de noodzaak het spoorwegvraagstuk, vooral op de zuidelijke oever van Rot terdam, op te lossen". Ierland als vanouds in belangrijke ma te over onze havens zal worden geleid. Ik blijf er van overtuigd, dat cor recties in de waarde van de munt on gewenst zijn en geen moeilijkheden oplossen, doch vele nieuwe problemen scheppen. Ik hoop dan ook, dat wij in de toekomst voor verrassingen als die van enkele maanden geleden plaats gevonden hebbende revaluatie, zuilen worden gespaard. De bomen der welvaart kan men niet op wille keurige plaatsen en momenten be snoeien, tenminste niet als men op hun behoud prijs stelt". O.V.", x -- O V1. v .V móói LIJNBAAN SO i In Driel (gemeente Heteren) is gister avond de 30-jarige gehuwde molenaar J. G. Beijer door'elektrische stroom om het leven gekomen. De heer Beijer was een vastgelopen transportband aan het herstellen, toen het werktuig plotseling onder stroom kwam te staan. Het slachtoffer was gehuwd en vader van twee kinderen. Mevrouw Lichtenauer bewondert <le gouden medaille, die haar man bij zijn vertrek uit de Kamer van Koophandel werd uitgereikt. (Van een onzer redacteuren) ET goud is het bewijs van de hoogste lof, zo staat er gegrift op de achterzijde van de gouden medaille, die de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam gis termiddag aanbood aan dr. V/. F. Lichtenauer, die in verband met zijn benoeming tot lid van de Raad van State het lidmaatschap Sprekende over het verzoek van En geland èn Denemarken om te worden toegelaten tot de E.E.G. zei de heer De Monchy: „Dezer dagen zullen de onderhandelingen daarover beginnen, doch: Nederland let op uw saeck! Het gehele Nederlandse volk, sa mengeperst in ons kleine land, heeft om het tegenwoordige welvaartspeil te kunnen handhaven, om van'verho gen maar niet te spreken, van node, dat Nederlands positie in de interna tionale handel niet wordt aangetast en dat de doorvoer naar en van het ach- ïn de vergadering van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotter dam heeft de voorzitter, de heer W. H. de Monchy, gistermiddag zijn grote vol doening uitgesproken over het feit, dat de aanleg van de Benelux-tunnel wordt vervroegd, doch daarbij op een bepaald technisch aspect de aandacht gevestigd. „Ik acht het van het grootste be lang", zo zei hij, „dat de Benelux-tun- nel op een zodanige diepte komt te lig gen, dat deze -nimmer in de toekomst een soort drempel zal kunnen gaan vor men in de Nieuwe Waterweg. Met ande re woorden: de Benelux-tunnel mag er niet toe leiden, dat in de "toekomst het groot-Rotterdamse havengebied als het ware in twee delen zal worden geschei den. Ik denk daarbij natuurlijk in het bijzonder aan de Waalhaven, die ook bereikbaar moet blijven voor bijv. zeer grote ertsschepen, omdat niet alleen de tankvaart, maar ook bij het vervoer van droge massaladingen de tendens naar grotere eenheden onmiskenbaar is. Op het punt van de diepteligging van de Benelux-tunnel zullen we dus nog zeer attent moeten zijn". (Van een onzer redacteuren) Eind juni heeft een aantal particu lieren nit Rotterdam en Delft zich in'een open brief tot de Kamer van Koophandel gewend over het vraag stuk van het openbaar vervoer, en in de Vergadering van de Kamer van gisteren heeft de heer C. Kolff tegen deze brief stelling genomen. „Er wordt in de eerste plaats geen enkel gezichtspunt 'naar voren ge bracht, dat in onze Kamer al niet eerder in een of andere vorm ter sprake is geweest", zo merkte hij op, „en voorts is de mening van de ondertekenaars dat de algemene op zet ten aanzien van de oeververbin dingen, vastgelegd in de z.g. com- missiedtioppert, niet deugt, onjuist". t Advertentie) T)1T is hel slot Valkesteyn waar- tan nu in Poortugaal de funda menten zijn blootgelegd. Hel is een tekening van ff. Roghman ran om streeks 16S0. (Van een onzer verslaggevers) AAN de Slotsedijk in Poortu gaal, nog op gebied van de ge meente Rotterdam, hebben en thousiaste beroeps- en amateur archeologen gedeeltelijk de fun damenten blootgelegd van het vroegere kasteel Valckesteyn en daarbij archeologische vondsten gedaan die belangwekkend ge noemd kunnen worden. Voor niet ingewijden in de oudheidkunde is er niet veel meer te zien dan wat kuilen en met water gevulde greppels en enkele muren opge trokken uit ruwe brokken steen. Daaromheen ligt niets dan bag ger. Maar voor oudheidkundigen, zoals de heer C. Hoek uit Botterdam, betekenen deze opgravingen veel meer. Voor hen is het opvullen van een witte plek in de historische kaart. Deze fondamenten worden zorgvuldig ontdaan van aarde en modder, zij worden bestudeerd en onderzocht. Reeds vanaf Fasen van dit laar zijn enkele mensen bezig, onder de constante leiding van de heer Hoek, die we! de eigenlijke ontdekker van deze resten van het uit rond 1300 daterende kasteel is. Dat de heer Hoek. officieel technisch ambtenaar bU de afdeling oudheidkundig bodemonderzoek van gemeentewerken van Rotterdam, bijna dag aan dag de verrichtingen in Poortugaalse grond volgt geldt misschien niet eens de stenen fundamenten. Nee, het zijn veel meer de vondsten rond het voormalige kas teel, in de oude slotgrachten, op de plaats waar eens de keuken was. Was er tot voor kort slechts een aarden pot. daterend uit de Romeinse tijd (ge vonden bij de Watertoren in Hotterdam- Kralingen) nu zijn er reeds een be hoorlijk aantal. En niet alleen uit de Romeinse tijd. Zelfs uit de eerste en tweede eeuw, zo omstreeks 100 tot 255 jaar na Christus, zijn aardewerken scher ven gevonden. Dus zelfs ouder dan het kasteel. Iedere schep grond, die overigens meer klei en minder veen bevat dan de an dere grond in Poortugaal, wordt aan dachtig bekeken. Natuurlijk was het bekend dat rond 1300 een zekere Nicolaas van Putten, die gronden bezat tussen Geervliet en Char- lois, in Poortugaal een kasteel had laten bouwen. Zoals het ook bekend was waarom men juist daar het kasteel had gebouwd. Deze plaats aan de dijklag namelijk iets hoger dan het land er omheen. Daardoor viel het ook na de winter het eerst droog. Een zeer ge schikte plaats dus voor een kasteel. Een ander bewijs voor deze stelling zijn de eerder genoemde vondsten van aardewerk uit de eerste en tweede eenw. Dus reeds voor de bouw van het kasteel moeten daar mensen hebben gewoond. Verondersteld wordt zelfs dat daar de eersle woongemeenschap in de omgeving van Rotterdam moet zün geweest. Later ging het kasteel over in handen van de familie Van Gaesbeek die de heren van Putten waren. Het kasteel dat oor spronkelijk slechts een rechthoekige woontoren was met daarvoor een om muurde binnenplaats met twee ronde torens werd uitgebreid met een keuken eneen poortgebouw, Nog later werd het gebouw verkocht aan andere personen en families en het kwam in de zestiende eeuw in bezit van de heren van Rhoon. net geslacht Grijp, ook wel genoemd Grijp van Valckesteyn. In 1825 of 1826 werd het tenslotte voor vierduizend gulden verkocht aan een aannemer van sloopwerken in Haarlem die het met de grond gelijk maakte. Het bleef braakliggende grond. Langzamer hand werden zelfs de laatste resten over woekerd en was er van het eertijds trotse kasteel niets meer te zien. Totdat de beer W. de Lange eigenaar van dat stuk grond er in dit voorjaar in ging graven om andere stukken grond die zijn eigendom waren op te hogen. Hij stuitte toevalligerwijs op enkele scherven. De heer De Lange was ver standig genoeg om te begrijpen dat het niet zo maar stukken steen waren die hij had gevonden. En toen de gewaarschuwde heer Hoek naar Poortugaal kwam en de blauw grijze brokken aardewerk zag begreep hij dat die niet uit de Middeleeuwen stamden maar veel ouder waren. De rijksdienst voor oudheidkundig bodem onderzoek werd geraadpleegd. In afwachting van het antwoord ging de heer Hoek geholpen door leden van de Archeologische Werkgroep Nieuwe Maas waarvan de heer Hoek voorzitter is zelf op onderzoek uit. Men kwam toen tot dezelfde conclusie als Ir. J. Trimpe Burger de deskundige in de Ro meinse periode van de genoemde Rijks dienst. Deze determineerde de vondsten ais afkomstig uil de Romeinse tijd. De conservator van de Rijksdienst voor oudheidkundig bodemonderzoek, de heer J. G. N. Renaud kreeg het in samenwer king met de archeologische coördinatie commissie Rotterdam voor elkaar dat er een onderzoek werd ingesteld. Hierop ging men eerst met twee en later zelfs met vier arbeiders aan het graven. Eerst legde men het Middeleeuwse metselwerk van een steunbeer bloot en nu is men bijna zover gevorderd dat de gehele fundamenten aan de donkere aarde zijn onttrokken. Is dat gereed dan gaat men over tot het uitgraven van de vroegere slotgrachten. Daarin hoopt men dan nog vele oude gebruiksvoorwerpen en aarde potten en dergelijke te vinden, Het is nu echter reeds duidelijk dat het een der grootste woontorens in deze omgeving is. Voor de heer Hoek zelf is het kasteel van zeer veel belang. Hij is namelijk bezig met een studie over de oudste geschiedenis van Rotterdam en omgeving. Niet ver van deze plaats schijnt nog een nederzetting te zijn geweest. Het is niet waarschijnlijk dat men nog dit jaar gaat graven. Eens zal ook dat aan de beurt komen. Een groot voordeel bij dit -yjgravings- werk is ongetwijfeld het ft.i dat het terrein particulier eigendom is en de eigenaar alle medewerking verleent had aan de gravers. De conclusies van de commissie- moppert komen in het kort neer op: 1. een snelle uitvoering van de Brienen oordbrug; 2. de aanleg van een spoor tunnel- en. een. korte verkeerstunnel ter vervanging van dë bestaande; 3. een tunnel voor het openbaar personenver voer-in -Rotterdam en 4. de z.g. Be nelux-tunnel. „Deze opzet heeft sieeds de volledige instemming van onze Kamer gehad, omdat ook naar haar overtuiging slechts op deze wijze een afdoende op lossing wordt geboden voor alle drie vervoerstechnieken: scheepvaart, spoor verkeer en landverkeer. Ik acht het dan ook niet verantwoord, dat de on dertekenaars van de open brief in hun pleidooi voor de tram dit schema omver willen werpen en vervangen door een opzet, die ons tot in lengte van dagen met een gebrekkige verkeerssituatie zou belasten". Na er aan te hebben herinnerd, dat een ministeriële goedkeuring is gekre gen ten aanzien van een vervroegde aanleg van de Benelux-tunnel vervolg de hij: „Hierdoor zullen op betrekkelijk korte termijn voor het wegverkeer drie volwaardige oeververbindingen beschik baar zijn, nL de Brienenoordbrug, de Maastunnel en de Benelux-tunnel, als mede nog tijdelijk de Willemsbrug. Voor het wegverkeer zal dan een zeke re adempauze zijn geschapen, die kan worden benut om de combinatie Wil- lerastunnel-spoortunnel tot stand te brengen. Het is voldoende, bekend, dat de com binatie Wiliemstunnel-spoortunnel eea kostbaar project is. Er is echter niet de minste aanleiding om thans reeds dit plan op te geven en te vervangen door een enkele lange verkeerstunneL De argumenten in de ópen brief tegen de combinatie Wiliemstunnel-spoortunnel zijn onvoldoende gefundeerd". Voorts bepaalde de heer Kolff zich nog met een enkei woord tot de kwestie tram of metro. Hij noemde een eventu ele stopzetting van de metro-,verken in Het huidige stadium onmogelijk en on zinnig. Niemand denkt aan de enkele lijn Rotterdam C.S.-Zuidplein, De me tro zal in zuidelijke richting verder moeten worden uitgebreid en op de noor delijke oever zullen nieuwe metrolijnen in westelijke en oostelijke richting tot stand -moeten komen. „Het metroproject gaat uit van de gedachte een openbaar railvervoer op een onafhankelijke baan, een systeem, waartoe wij eenvoudig zijn gedrongen, enerzijds door de sterke uitbreiding van het groót-Rotterdamse stadsgebied, an derzijds door de toeneming van het verkeer in het algemeen. Hierdoor on dervindt de tram voortdurend stagnatie van het overige verkeer en omgekeerd het overige verkeer van de tram. Dit zou nog in het bijzonder optreden bij tramverkeer via de tunnei, dat zich, sterk geconcentreerd in het stads centrum, zou vermengen met het ove rige verkeer. De hoofdverbindingen van het openbaajf vervoersnet zullen dan ook moeten worden afgewikkeld op een on afhankelijke baan". s op deze wijze", aldus de I, „kan vooral op de spitsuren „Slechts heer Kolff, een snel en doeltreffend openbaar ver voer worden verzekerd. Zou men dit willen bereiken met handhaving van de tram, dan zou ook deze op een onaf hankelijke baan moeten lopen en dit zou niet anders betekenen aan een me tronet in andere vorm". Tenslotte gaf de heer Kolff nog als zijn overtuiging, dat „de gehele metro- opzet staat of valt, met verdere uitbrei dingen na de verbinding C.S.-Zuidplein en met een systeem van frequente door verbindingen van en naar de wijken, die niet rechtstreeks dooT de metro wor den bediend. Maar zo zei hij, „daar van is men echter ook bij de gemeente ten volle overtuigd". van de Kamer heeft neergelegd. Bij monde van de voorzitter, de heer W. H. de Monchy, werd hem, met een hartelijke, waarde rende toespraak, de medaille overhandigd. „U krijgt de hoog ste onderscheiding, die wij heb ben te vergeven en waarvan er slechts heel enkele werden uit gereikt." Bijna veertig jaar is dr. Lichten auer aan de Rotterdamse Kamer van Koophandel verbonden geweest. Twee jaar na zijn indiensttreden werd hij adjunct-secretaris, op 1 januari 39jg werd hij benoemd tot secretaris en in 1942 tot algemeen-secretaris van de Kamer van Zuid-Holland. Hij legde deze functie neer op 1 januari 1951, toen hij zijn intrede deed in het par ticuliere bedrijfsleven. Als lid keerde hij daarna ih de Kamer terug. „Van 1922 tot nu toe hebt u, zoals vrijwel geen ander, al het wel en wee van de stad meegemaakt," aldus de heer De Monchy. „Een opsomming te geven van alle commissies, waarin- u zitting had of nog hebt, zou vele pagina's druk vullen. Ilc wil er de nadruk op leggen dat u in elke com missie steeds zonder uitzondering een vooraanstaande plaats hebt ingeno men. Het schrijven van uw levensge schiedenis zou gelijk opgaan met het te boek stellen van de economische geschiedenis van Rotterdam." „Uw werkkracht werd spreekwoor delijk. Het behoort eenvoudig tot de onmogelijkheden na te gaan hoeveel nota's u van1922 af tot, au toe in het verband van de Kamer produceer de, of over hoeveel onderwerpen u uw steeds gefundeerde en weloverwo gen mening hebt gegeven. En nu gaat u binnenkort een nieu we functie bekleden, een der hoog- sten, die een burger van Nederland kan bereiken. Wij zullen u missen, doch wij aller zijn er trots op, dat een stadgenoot, dat een Rotterdammer, tot deze po sitie werd geroepen. y Ik wil u niet vragen", zo vervolgde de heer De Monchy, „Rotterdam in gedachten te blijven houden. Dit kunt u niet laten, ook al zou u het willen. Evenmin wil ik vragen onze Rotter damse belangen te blijven verdedigen. U was een goed Rotterdammer, doch u is ook een goed Nederlander, en niemand weet beter dan u, dat een bloeiend Rotterdam slechts denkbaar is in een welvarend Nederland.en dat Nederland slechts welvarend kan zijn, •indien de tweede stad des lands, de grootste havenstad van Europa- zal groeien en bloeien." 'O..- „Wij streven naar een verbonden Europa; zoals -u dit-in Straatsburg deed. De tijden der onderlinge veten'der Zeven Provinciën of van de Hollandse steden zijn voorbij. In 1485 was het nog mogelijk, dat keizer Maximiliaah, bij een decreet uitgevaardigd te Schiedam, aan onze zusterstad Amsterdam het recht gaf eeuwigdurend een keizerskroon in haar wapen te voeren, omdat Am sterdam de gelden had verstrekt de zich verzettende steden Woerden en Rotterdam let op de volgorde tot gehoorzaamheid te dwingen. Zo als de burgemeester van Amsterdam mij kortgeleden zei: Dat was. niet aardig van ons, Amsterdammers, en ik begrijp best,- dat de Rotterdam mers daarover ontstemd waren. Doch zoiets herhaalt zich niet meer, daar zal u, als lid van de Raad van State wel voor zorgen." Na te hebben betoogd, dat de Rot terdammers mr. Lichtenauer welis waar node, maar toch met een ge voel van trots afstaan, bood de heer De Monchy de gouden medaille aan Naast de woorden „Het goud is"het bewijs van de. hoogste lof" staan op de achterzijde nog gegrift de jaartal len 19221961 en .Altijd bezig altijd waakzaam".. In zijn dankwoord, zo sprankelend en vol van humor, dat de heer De Monchy aan het einde zei: Deze re devoering is zeker niet de minste ge weest van al de toespraken, die u in de Kamer hebt gehouden in zijn dankwoord richtte dr. Lichtenauer de blik op de Kamer van Koophandel uit de jaren 1922. Hij herinnerde er aan, dat toen hij in de Kamer, voor de eerste maal -zijn intrede deed eveneens een De Monchy de voorzit tershamer hanteerde. „Mijn leven in de Kanier zit dus ingeklemd tussen De Monchy's, van wie de eerste over een prachtige witte baard beschikte." In vogelvlucht doorliep hij vervol gens de voorbije jaren, noemde de namen van de voorzitters onder wie hij de functie van secretaris had ven vuld C„J. C. Veder, de nobele en har telijke man, aan wie ik met grote genegenheid terugdenk, de heer En- gelbreeht, die mij veel toevertrouw de, mr, Van der Mandele, die in en na de oorlog zo veel heeft gedaan voor de herbouw van Rotterdam."), en schetste hij het verschil in karak ter van de Kamer voorheen en thans („Er is een tijd geweest, dat de se cretaris aan het eind van de dag even veel guldens kreeg uitgekeerd als hij die dag certificaten had gete kend"). Aan het slot bepaalde dr. Lichten auer zich tot integratie van Europa. „We leven in een tijd, waarin we weer helemaal op onszelf zijn terug gevallen. We staan helemaal alleen in het eigen land en om Ons heen zijn dreigingen. Daarom moeten we het in Europa zoeken in een vrijwillige een- beid en daarbij niet vergeten, dat 'europa in totaal 330 miljoen inwoners sterk is." Het afscheid van dr. Lichtenauer was het slot van de eerste openbare vergadering van de Kamer in het nieuwe seizoen. Het werd bijgewoond door mevrouw Lichtenauer en voorts door een groot aantal gasten, onto wie Rotterdams burgemeester, otm- coliega's van de Eerste Kamer to Staten-Generaal onder leiding van ae voorzitter mr. J. A, Jonkman en <W heer W. A. Engelbrecht. 1st b tc V ■Si ■V t :d< >'gi •P in iwi st Ut ba gr ni ÖW for jkl fen; iw mi .00 tw 'en ai'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1961 | | pagina 2