eó met mannetje mmmmm 0( Moedeloze strijd tegen ambtelijk onbegrip mm perijes. Met nodig I - DE BEWONERS van de vermaarde acht molens aan de Over waard zijn 's nachts geïsoleerd van de goed verlichte buiten wereld. Als de duisternis valt over de uitgestrekte velden, plassen cn rietkragen begint voor hen een primitief bestaan. Een bestaan, zoals alleen de ouderen dat nog kennen uit de Tweede Wereld oorlog. In Kinderdijk dat als eerste gemeente van elektriciteit profiteerde moeten de bewoners van de molens het zonder doen. Hnlsvronwen tobben met olielampjes Molenaarsgeslacht Modderwater drinken Behelpen Rotterdammers verdienen een steviger99 hoek Ratten .CTAVE DE CONINCR heeft op ons verzoek «en toe' komstbeeld geschetst, Zo.kan het metroviaduct in Rptterdam-Zuid ongeveer, worden. De kolommen begroeid met o.a. wingerd, ver der wat struiken. En de bomen van de Mijnsheerenlaan, die er- al zijn, spelen natuurlijk ook een" rol. Niet onaardig en misschien een, lichte troost voor de Maas stedelingen die d'e stadstrein op niveau voor hun deur krijgen. Ook een aansporing voor chef plantsoenen ir. A. Raad en zijn. mensen om maar gauw te gaan planten EILANDJES... ;t t Wie de jeugd heeft -ten: Al tientallen jaren vechten zij een moedeloos makende strijd tegen ambte lijk onbegrip voor hun situatie. Langza merhand is er enige verbetering in geko- men: het modderige pad langs de mo lens is geasfalteerd en sinds eind 1964'is men zowaar aangesloten op het waterlei dingnet. Maar van electriciteit .is nog geen sprake. Te duur, vindt de provinci ale waterstaat, die de door duizenden toeristen bezochte molens beheert. a En dus blijven de huisvrouwen tob ben met de was, die met de hand gewas sen moet worden, met kleden waarvoor stoffer en blik de stofzuiger vervangen, met: gaskousjes die bijna niet meer te krijgen zijn en olielampjes, die brandge vaar bepaald niet denkbeeldig maken. B Over het leven van de huisvrouw in de negentiende eeuw hoeven boeken geen opheldering te bieden, een bezoek bij de familie C. den Boer aan de Over waard 6 is voldoende. „Je hebt hier veel vrijheid," zegt mevrouw Den Boer, „maar dat Is het enige." tjET gaskousje bijna niet meer in de handel voor de molen bewoners nog steeds een bittere werkelijkheid MUN VIJF broers wonen ook in inoiens, wijst de heer G. Hoek, die zich nog steeds molenaar voelt. O In haar woning, die een uitzicht biedt op wuivende rietpluimen waarbo- HH ven steeds -wisselende wolkenluchten, hadden wij een gesprek met haar man en de heren G. Hoek en P, de Jong. B De laatste twee zijn de enige eigen lijke molenaars, die hier nog wonen. De heer Hoek -stamt uit een mole- naarsgeslacht, dat tweehonderd jaar oud is. Hij was het die voortdurend ijver de voor betere omstandigheden. „Ik zou er een boek over kunnen schrijven, en niet zo'n kleintje ook," zegt hij enigszins bitter. B Hij vertelt, datdertig jaar geleden een bedrijf aanbood om voor de luttele som van 1200 alle acht molens van electriciteit te voorzien. Die kosten zijn ons te hoog, vond de toenmalige eige naar, het waterschap Overwaard. Toen in 1964 de waterleiding werd aangelegd verzamelde de heer Hoek handtekenin gen van de molenbewoners voor een request aan Gedeputeerde Staten. li Het was, zo- vonden dé onderteke- naars,' een prachtige gelegenheid om'j een electriciteitskabel te leggen jn vde" sleuf, die vbor de aanleg van dé water-"'' leiding was gegraven. De kosten becij ferde GS op 30.000,- een onoverkome lijk bezwaar. „Wat betekent zo'n bedrag nou voor het rijk," zegt de heer Hoek. B Hij weet ook alles te vertellen ovor de gang van zaken bij de aanleg van de waterleiding. Het moest tot 1964 duren voordat .de bewoners hierover, konden beschikken. -Al het water, ook om. te drinken, werd uit de vaart naast -de molens gehaald. B Is het water in Nederland nergens meer helder, de toestand verergerde hier toen er regelmatig een rondvaart- boot voorbij, tufte. „Die boot heeft veel diepgang en haalt alle losse slib naar boven. Het was gewoon modderwater, .dat je moest drinken." Deze situatie ver anderde pas, toen een landelijke gezond heids-commissie van deze ongelooflijke toestand lucht kreeg. De heer Hoek werkt nu al een jaar of vijftien op een scheepswerf, maar in zijn hart is hij nog steeds molenaar. Op het moment, dat de machinale bemaling het werk van de molens in de Alblasser- waard overnam, is zijn leven drastisch veranderd. Hij vertelt bewogen, hoe -zijn dochtertje hem op.de bewuste dag toeriep: „Pappie, je mag niet meer ma- "CXKE AVOND weer worden in de molens van Kinderdijk de olielampjes aangestoken ANLANGS is bij de uitgever La r Rivièra en Voorhoeve te Zwolle een wek verschenen over de politie te wa ter. De schrijver is K. Norel. Het boek behandelt de geschiedenis van de Rotter- aamse rivierpolitie en kreeg daarc-m als ktel „Politie te water, wakers over Eu ropoort". Hu moet het meteen maar van ons Wrt.'We geloven niet dat de rivierpoli tie-met dit boek is gediend. Norel heeft «et. geheel naar 'onze smaak te geroman tiseerd en de mensen -van de rivierpoli tie, namen zijn uiteraard gefantaseerd, ajn nu onwerkelijk te voorschijn geko men. Het 'zijn allemaal aardige mannen we gauw tot tranen toe zijn bewogen 01 die bij het minste geringste even naar beneden moeten om een. traantje weg te pinken. Over het werk van de rivierpolitie van nu is weinig te lezen, „Er komt slechts weinig van in de publiciteit", schrijft Norel, -maar -hij zelf heeft er dan- niet veel tot verbetering bijgedra- gen. O Veel ruimte krijgen de gebeurtenis sen tijdens de oorlogsjaren. Deze zijn breed uitgemeten, geen wonder want Norel heeft daarover al heel wat geschreven. Diverse hoofdstukken zijn precies -gelijk (hoofdstuk 7 en 17) qua opzet en volgorde van, gebeurtenissen. De hele stijl is die van een jon gensboek.. Steeds opnieuw beschrijft No rel het leven in de Rotterdamsehaven bij avond en nacht, bijna ieder hoofdstuk heeft-een dergelijke beschrij ving en steeds op dezelfde wijze en met dezelfde woordkeus. 0 !En de zin „Schoorvoetend trekt hij 'zijn sokken uit" (pagina 531 is volgens ons beslist fout. Over het geheel: de Rotterdamse politie en zeker de -hard werkende leden van de rivierpolitie zijn een wat „steviger" en „manne lijker" boek waard 5.90, 222 bladzij den). "STOOR wie het niet wist; Ruigenhoek is een Rotterdamse straat. Nader bepaald: in Zuidwijk. Goed, daarover zijn we het dn» allemaal eens. Als het er echter om gaat te bepalen in welke van de genummerde wijken, waarin Rotterdam is verdeeld, Ruigenhoek ligt ja, dan rijzen er twijfels. Kijkt u maar. Er zijn twee mogelijkheden: 23 en 24. Deze bordjes hangen niet ver van elkaar. Heeft de gemeentelijke „straatnatiienscliilder" als er zo iemand bestaat een vergissing ge maakt? Of wilde hjj de zaak open houden? WE gaan verder met onze greep in het verslag van de Keuringsdienst van Waren over 1965. Een bloemlezing van .verkeerde handelingen, die de mensen plegen met grondstoffen, voe dingsmiddelen of sanitaire voorzienin gen, Het verslag liegt er bepaald niet om. B' Proces-verbaal werd opgemaakt om dat bij een .bakkerij bezorgwagens en voorraadblikken werden aangetroffen, die inwendig waren verontreinigd door aangekoekt vuil, roest e.d. Strafvervol ging werd uitgelokt tegen een bakker, die bezig was onverpakt .brood zonder enige voorzorg tegen verontreiniging op de openbare weg in een personenauto te laden om het zo naar de klanten te brengen. B De keuringsdienst verheugt er zich over dat in het algemeen .trap- en mo torcarriers met zeilafdeikking voor het vervoer ,van .brood meer en meer wor den vervangen door elektrisch voortbe wogen, ruime en goed afsluitbare be zorgwagens. Het blijkt echter, dat de broodbezorgers bij het vervoer .van brood op de openbare weg de wagen niet altijd goed gesloten houden. Daar door wordt niet steeds voldoende moge lijke verontreiniging voorkomen. B Tijdens een inspectie van een bakke rij bleek dat de ruimten, waarin de bereiding van het brood geschiedde met vrij grote hoeveelheden xattenuit- werpseis waven -bevuild. Ter bestrijding van het ongedierte was de vloer kwistig met een verdelgingsmiddel bestrooid. Het gevaar was niet denkbeeldig dat het rattenbestrijdingsmiddel in het deeg van- waren tjes chocoladeartikelen aangetroffen, die waren bezet met insecten en schimmel. Vooral de zg. cacaomot bleek actief te zijn, welk verschijnsel leidde tot het afkeuren van diverse kleine' én grote hóeveelheden. In een tweetal gevallen was de verontreiniging met larven en spinsel zodanig dat tegen de verkoper werd opgetreden.. Van detotale hoeveelheid onder zochte monsters consumptieijs bleek het aantal dat afweek minder.dan het'.voor gaande jaar. Mogelijk is de koele: zomer daaraan debet. Toch voldeed nog ruim 17 pet. der monsters in bacteriologisch opzicht niet aan de gestelde eisen. Xn 27 gevallen moest een strafvervolging te gen ijsbereiders worden uitgelokt; ook werden waarschuwingen verstrekt. B Bij een verkoper van verpakt ijs, die ook een patat-fritesbakkerij heelt, bleek een aantal pakjes consumptieijs afwijkend van smaak en geur te zijn geworden doordat de baklucht in de verpakking en in het ijs was getrokken. De afwijkende pakjes werden (vernie tigd. B Sommige verkopers van verpakt ijs hadden grote eenheden ifl tweeën gesne den ijs bij zich. Dat had- de fabrikant op zijn geweten. Hij deed het om te voldoen aan de vraag naar kleinere een heden, Het mag echter niet; strafvervol ging werd uitgelokt. De wederverkopers kregen ditmaal nog een waarschuwing. B Een waarschuwing, ook op ijsge- bied. Er wordt ijspoeder. verkocht dat ter bereiding alleen nog maar met "wai ter moet worden gemengd om dan in een diepvrieskast te worden gezet. Als dat gebeurt in een kast, die uitsluitend bestemd is ivoor ijsbcrejding is er geen bezwaar. De ervaring leert echter dat men geneigd is de te bevriezen .mix" in een vriesruimte- te zetten,waar al andere eetwaren staan. Het gevolg is d an id at bacteriële verontreiniging van het ijs ontstond. De ijsbereiders moeten ervoor zorgen dat .hun produkten onder alle omstandigheden ook in - bacteriolo gisch opzicht aan de eisen voldoen. )NVERPAKT brood moet zorgvul dig worden behandeld! en de andere grondstoffen zou komen. Proces-ver-baal werd opgemaakt. De ei genaar werd erop gewezen dat hij beter de oorzaak der aanwezigheid van ratten kon opsporen in plaats van royaal be strijdingsmiddelen gebruiken. i B Waarschijnlijk als gevolg van het vrij lange warme najaar werden in ver houding tot andere-jaren vaker partij- len en je bent je viswater en je tuin kwijt." „Het was alsof ik door de grond zakte. Dag en nacht heb ik voor het waterschap gewerkt en dan wordt je zo aan de dijk gezet." IS Intussen heeft de kille manier waar op de overheid een eind maakte aan' zijn activiteiten als molenaar niets ver anderd aan zijn liefde voor de molen. Er wordt nog vaak een beroep op hem gedaan als de molens zaterdags moeten draaien voor de toeristen. B i Als dé toerist in geestdrift raakt voor de schoonheid van- de molens in dit landschapa*;beseft>-thijl^niet hoej de. hüisvro uw zfön .hier moet behelpen.' Hij weet niet, dat zij 'de huisvrouw in de stad benijdt. Als, hij gedachteloos -het. licht aanknipt stommelt zij tastend: een steile trap op om haar kind naar bed te brengen. Struikelt, ze en' laat ze bet olie lampje vallen. dan mag ze van geluk spreken als er geen brand ontstaat, S3 Electriciteit, voor ons een werkelijk heid. voor de molenbewoners een tover woord, dat de weg opent naar een ge makkelijker bestaan, dat -strubbelingen in huisgezinnen en zorgen over brandge- vaar wegneemt. Om over radio en .tele visie nog maar niet te spreken, „dat is luxe," zeggen ze in de molens. «UhA TYEZE WEEK 'circuleerden berich- D ten over plotseling opgedoemde ei-' landjes in de Bergse Voorpias te Rotter dam. Er zijn inderdaad „stukjes nieuw land verschenen: sommige groot, ande re zeer klein. Volgens insiders is dit echter, niets bijzonders. Het is wel va ker gebeurd zeggen mensen die de plas sen goed kennen. Gewoon veenbotiken, die makkelijk omhoog komen, 't Is er immers zeer ondiep? En ze gaan wel weer weg ook. Daarop lijkt het wel, want sommige eilandjes zitten niet aan de bodem vast. Aan de andere kant zouden een paar onderbrekingen in het water van- deze plas wel aardig staan. We zijn benieuwd wat er gaat gebeu ren. O ®„- J-' -S -'^e.-Yvv, .Vv\ïx •t'SSpSfc v .'V Hol VREEMDE EEND in de bijt oftewel een wandelwagentje tussen twee deftige koetswerken. Dat valt op, omdat het verschijnsel zich voordeed op het trottoir van het Rotterdamse stadhuis. Altijd gedacht dat daar alleen gemeentebestuurders mochten parkeren Of geldt hier het gezegde: „Wie de jeugd heeft TIET mannetje dat naast ons stond op liet middenbalcon van lün 5 zei terwijl hij peinzend voor zich uit staarde: „'tKen vreemd gaan in 'tleve, hè? Ze ker wel geleze van die Engelse werrefenemer in do kunstmest industrie die door 'n ongelukkig velletje pepier goed in te vuile ineens zo'n slordige drie miili- joen rijker wier. 'tEne ogeblik battïe niks, 't andere wastie schat rijk. 'tKen gek gaan, hè? Ze vrouw wist meschien de ene dag nie eens hoeweze an ete moste komme, de andere dag koiineze in 'tejiekste resteran net zoveel kip ete asse wouwe. 't Blijf gek, hè? Gewoon 'n-velletje pepier. Cijfers invulleden raak wezel Hij had 't nooit eerder gedaan, heptie gezeg, dat wil zeggen, maar één keer eerder. Toen niks gewonne. Meschien woudie nie eens 't nog is 'n keer prebcre. Meschien liep ze vrouw 'm dertoe motte dwin- ge. ken dat weL Jij zeg nee, maar ja vrouw zeg: Eén keertje dan nog maar. En dan tuimel je dcrin. Zo is liet netuurljjk ook gegaan met die Engelsman. Om van 't gezeur van ze vrouw af te weze, heptie gezeg: Nou goed, mins, jü je .zin. Geef me dat pepier dan maar. En in 'n kwaaie bui heptie 't ingevuld. ,,En laan die nou helemaal raak weze? Gek, hè? Merrek- "waardig, hè? Ook de rejakties van 'tpeWiek, hè? Of hebbu die nie gehoord!". "Wc zeiden eerlijk: Neen. TJIJ zei: „Op 't werrek was "t gewoon 't onderwerrep van gesprek. Over twee dinge prate de minse 't liefst:' over voetballen en over geld, over cente. Maar nou moddu is oplette. Hoe stane ze d'r nou tegenover die werreknemer, die Brit, zogezeg, die die prijs hep gewonnc? Daar hebbik nou is 'n studie van gemaak. Kijk, de een zeeMijn bverkomp dat nou nooit is, elleke week vul 'k me formeliertje in, maar wat winne? Noppes. De ander zee: Hij wel! De derde: *k Wou dat mijn al dat geid in de schoot geworrepe wier. D'r wazzer nou nie eentje, die zee: Leuk voor die vent,, fijn daddeze in dat grain d'r eige nou is wat rejalcr kenne bewege. Daddeze nou is kenne kope, waddeze wille. Nee,'twas enkel jelaersheid. Daddie nou de mins. Hebberig, schra perig, de amlcr ze geluk misgunne. Ik zee op 'n gegeve memment: Jortges, azze jullie nou is al die cente hadde gekrege, wat zouwe jullie d'r dan mee doen? En toen haddu die antwoortjes is motie hore. Piet zou de cente gebruike om andere gelukkig mee te make. Jan zou eerst 'n oto kope en dan ze zwager hellepe, die in de dalles zit. En ik maar lache- Begrjjppu waarrik been wil?" We zeiden eerlijk: Neen. TJU zei: „Van die liefdadigheid geloof 'k niks. Daar is de mins te hebberig voor. Die wil alles voor ze eige houwe. En nou oplette! Nou krijgie die drie milli- joen. En wat nou? Zal ik is wat zegge? Je weet d'r geen raad mee, meester. Drie miïlijoen krijgie nooit van ze leve op. Je ken kope wat je wil, die drie miïli joen blijf drie miïlijoen vanweges de rente. Begrijppu me? En d'r komp ook nog wat bij. Jc wil ze nie opmake. Je wil alles bij elkaar houwe. Je word zo gierig as 'k wee nie wat. Nou leggie 'n guide neer voor 'n biertje, maar dan zeggie'n Guide? 'k Ken me geld wel beter gebruike. 't Groei me nie op me rug? Je leef verdurend in angst, daddeze je cente afpikke. Je krijg elleke dag tientalle brieve van allerlei minse en insteilinge. Je ken nie buite lope of d'r is *t er wel de een of d'ander, die 'n praatje met je kotup make en je 'n tientje probeer ai te zette. Leer mijn dc utinse kenne. U zal. is zien wat 'n narigheid die Engelse werreker nog te vettere krijg. Eerlijk, 'k vind 't fijn, dat die man die drie miïlijoen hep gewonne, maar blij dat ik bin, dat 't mijn deur is voorbijgegaan.Hé, condukteur, stoppis effe, je weel ommers, doddik 'rhier af mot!" NJIEUWE aflevering in de „serie".' Rails op de Mijnsheerenlaan.:.,in Rotterdam, 'die zo maar eindigen; in. hel gras. Intnssen lopen de stalen sta ven dwars over een fietspad. Je band zal er 'in- terecht' komen...... Waafom ruimen we die rommel niet op?

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Trouw / De Rotterdammer | 1966 | | pagina 1