en is „een
slepende
WeÊen bit een tunnel
METRO MONTREAL: SUCCES
Dieren in
o w
ltst oude ^Rotterdam!
t
Waar... en wat?
DE
Parapluutje
11
KXl.
pK rOTTF.RDAAIMF.B
2 A
ZATERDAG 13 APRIL 1967
VLIEGEN is eigenlijk een com
binatie van autorijden en
fietsen. Je hebt een stuur, je gaat
hard maar je kan ook naar links
en rechts omvallen zoals bij een
fiets." Dit zegt, luid, de vijftig
jarige Henk van Overvest, in
structeur-vlieger als we ergens
boven Schiedam en Vlaardingen
in een gloednieuwe Cessna f-150
van General Aviation zitten en
proberen het vliegtuigje keurig
recht en op de juiste hoogte naar
Hoek van Holland te loodsen.
TAKEN ERBIJ
General Avitition's
opleiding trekt
al veel liefhebbers
SNELHEDEN
■frj. L-C
DE HOOGSTRAAT
te,- :%mw
L I'iVA"
Pagina 3
Stuurknuppel iets naar voren du
wen, de Rolls Royce-motor begint har
der te snorren en het toestelletje
duikt met de neus in de richting van
de Nieuwe Waterweg, knuppel iets
naar achteren trekken en de Cessna
vliegt weer keurig recht, 't Is eigen
lijk allemaal heel eenvoudig.
I Boven de ongelukkige Vikingbank
en de Alcyone bij Hoek van Holland
maken we een paar rondjes om dan
via de Nieuwe Waterweg weer in een
wip terug naar' Zestienhoven te vlie
gen! knuppeltje beetje links, beetje
rechts, beetje aantrekken omdat we
beneden de minimum hoogte zakken
enz. enz. En als blijkt dat zowel de
Spaanse brug als de Beukelsbrug om
hoog zijn en er aan weerszijden lange
files auto's ongeduldig staan te wach
ten, merkt de heer Van Overvest wat
smalend op: „Kijk daar heb je nu
vliegend geen last van."
fl Bij het naderen van de startbaan
van de Rotterdamse luchthaven
neemt de heer Van Overvest echter
de besturing over, kijkt even naar
het knipperlicht van de man van de
rijksluchtvaartdienst die in zijn ge
blokte busje midden op het veld de
sportvliegers binnenloodst en brengt
het toestelletje feilloos aan de grond.
33e Cessna hobbelt over de grasmat
en komt voor de hangar tot stilstand.
De heer Van Overvest blijft in het
machientje zitten (op de plaats van
de tweede piloot) om te wachten op
de volgende leerling.
Want daarvoor heelt General Avi
ation deze Cessna gekocht, om
lesvluchten te houden. Het luchtvaart-
DEZE man is een „verlengstuk"
van de verkeerstoren. Hij is er
speciaal voor de sportvliegerij. In
zijn geblokte VW-bus en' voorzien
van allerlei apparaten (waaronder
de radio waardoor hij precies weet
wat er rond de luchthaven gebeurt)
loodst hij de vliegtuigjes binnen. Hij
gebruikt daarvoor een lamp die hij
naar de piloot richt.
■Dijkstra heeft er al direct groot suc
ces mee.
Hij zegt: „In oktober ben ik ermee
■begonnen. Nu hebben we al veertig
leerlingen en dat in een slecht sei-
zoen. Aan het einde van het jaar ho
pen we er rond de tachtig te hebben."
Of er een tweede toestel „inzit" weet
de heer Dijkstra nog niet. Wie er alle
maal vlieglessen nemen? De heer
een ervaring van dertig jaar. Het - is
een rustige wat gezette man die bij
zonder enthousiast over de luchtvaart
kan vertellen. Het gaat hem aan het
hart dat de belangstelling voor het
sportvliegen in Nederland niet meer
stijgt. In Frankrijk en in België is
dat heel anders. Dat komt vooral
door de steun die de overheid daar de
sportvliegers verleent in de vorm van
belastingfaciliteiten op vliegtuigen en
benzinesubsidies. Bij ons is dat heel
anders, veel duurder.
„Ik begon in 1933 met zweefvlie
gen en werd in 1936 reserve-officier
vlieger op Soesterberg. Daar heb ik
veel aan opleiding gedaan." Hij heeft
zelf een Messerschmitt 108 en een
„deel" van een ander klein Frans
sportkistje. „Ik heb mijn vrouw in de
vliegerij leren kennen."
Waar begint zon eerste les mee?
„Ik vertel de leerling iets, vooral niet
te veel, van de bediening en ga daar
na direct vliegen, na vijf minuten al.
De volgende stap is het nemen van
talrijke mogelijke bochtln en stijgen
en dalen. Daarna komt pas het star
ten en landen. Daar gaat de meeste
tijd inzitten. Verleden jaar heb ik
tienduizend landingen gemaakt. Na
een keuring van de leerlingen
mogen zij vervolgens reeds na de tien
de les alleen de lucht in. De rest is
ervaring."
Het examen kost dertig gulden.
De heer Van Overvest noemt het vlie
gen: „Een slepende ziekte. Je komt er
niet meer van af. Je raakt er aan
verslaafd. Je bent er op verliefd."
„De ervaringen met de meeste
mensen die een luchtdoop ondergaan,
is dat ze aan enorme snelheden den
ken, maar dat je in de lucht schijnt
stil te staan." zegt hij. Hij rekent
voor dat het goed mogelijk is als men
eenmaal het sportbreve1 heeft, met
een gehuurd toestelletje v vakantie
te gaan.
„De verhuurder vraagt voor bij
voorbeeld een Jodell 36 per uur.
Men betaalt slechts de gevlogen uren
en niet de tijd dat het" toestel aan de
grond staat. Als men drie uur per
dag vliegt (ongeveer yijfhonderd kilo
meter) is dat voor twee weken onge
veer veertig maal 36. Ik heb zelf
wel eens gekampeerd per vliegtuig in
Frankrijk."
„Woest spannende avonturen be
leef je gelukkig niet met de leerlin
gen. Fijn is wel de snelle vooruitgang
die de leerlingen boeken. Ik heb ie
mand die in augustus begon en die
ai
CTAFELS en bergen briefkaarten
vertelden ons dat liet Eiouten
bruggetje over de Heemraadssingel tus
sen de VierambachtxstraaC cn de Beu-
kelsdijk met op de achtergrond de
RVS-flat voor alleenstaanden fSuze
Groeneweglaan) was afgebeeld. Dat is
juist en bewezen werd dal de opgave
van 1 april wel erg makkelijk werd.
hoewel sommigen andere Rotterdamse
singels hadden gezien. Winnaar: T. L.
de Jager. Idenburgstraat 60, Schiedam.
fcr 'S'
A/TISSCHIEN is deze moeilijker.
Waaren wat? Onder dit
motto per briefkaart aan Rijnmond-
revue. De Rotterdammer, postbus 948.
Rotterdam, vóór 2", uitslag 29 april.
TAP beide oevers, die straks met
de Beneluxtunnel hecht worden
verbonden, groeien de wegenstelsels.
Dat is maar goed ook, want 3 juni is
het zover. Dan worden Vlaardingen
en Schiedam met Rotterdam-Pemis
verbonden. Een klein voorproefje van
die wegen hieronder.
Twee beelden van de zuidelijke
oever. Tussen de woongemeenschap
Pernis en de werkgemeenschap van
de olie heeft zich het strakgelijnde
wegtracé gevlijd. Wat de bestuurders
der duizenden auto's straks zullen
zien wordt hier duidelijk.
Naar de tunnel toe doemen de ve
le werfkranen van de overkant op
alsof men er zo tegenaan zal rijden.
Maar de weg daalt en geleidelijk is
de overgang tot menbeseft voor de
tunnelmonding te zijn. Halt: hier
komt het tol plein.
In andere richting (onderste- foto)
gaat het dus omhoog, steeds verder
omhoog zelfs. Viadukten leiden de Be
nelux tunnelstromen over de Vondelin-,
genweg heen. Maar even later komt
men toch weer op die weg terecht,
omdat er nog niets anders is...
f
Metro van Montreal waarover
vijftig jaar is gesproken-^ en die
met 26 km lengte, zijn 26 stations en
zijn drie lijnen in vijf jaar is ge
bouwd, is een succes. De inwoners
zijn* er-blij mee. En, wat veel belang-
rijkef -is, in de eerste maanden van.
de opening is gebleken dat automobi
listen hun wagens aan de rand van
de stad laten staan om' per 'metro:
naar het centrum van Montreal te rei
zen. Men vindt deze wijze van "reizen
comfortabel en snel, kortom een ide
aal vervoermiddel.
In mei 1962 werd met de werk
zaamheden gestart en ik oktober 1966
reed de eerste trein. Er komt In de
toekomst nog een lijn bij. Een andere
lijn gaat naar het lie Sainte Hélène
waar de wereldtentoonstelling wordt
gehouden.
Er zijn grote verschillen met onze
Rotterdamse metro. Het gehele traject
is ondergronds en bestaat uit één buis
en niet uit gescheiden buizen. De trei
nen rijden, evenals in Parijs (waar
mee diverse overeenkomsten zijn) op
rubber banden. De toegang tot de per
rons bestaat uit hekken die automa
tisch sluiten zodra eeh trein een sta
tion binnenrijdt. Er is zodoende nooit
een laatste passagier die; nog snel
naar binnen wil springen, ook dit is
van Parijs'af gekeken., <x-
Bijzonder .veel zorg is besteed
aan de 26 stations. Het gemeente-
bestuur had het goede idee ieder sta
tion door een andere architect te la
ten ontwerpen. Tien architecten wa
ren van de gemeente, de zestien ande
re zelfstandige architecten.
Montreal is er trots op dat de
eigen dienst van gemeentewerken het
project heeft ontworpen en uitge
voerd evenals het rijdend materieel
dat in Montreal zelf is ontworpen en
gebouwd en (gelijk Rotterdam) zon
der financiële hulp van de hogere
overheid.
De metro van Montreal kost ze
venhonderd miljoen gulden. Deskundi
gen vinden dat heel goedkoop. De me-
bedrijf (luchtfotografie, luchtreclame,
helicopterservice, reparatie e.d.) krijgt
er weer een taak bij. Eigenlijk twee
want General Aviation is nu behalve
vliegschool ook hoofdvertegenwoordi-
ger van Cessna.
Tot voor kort was de verkoop
van deze toestellen in. handen van So-
tramat-Nederland, dochter van Sotra-
mat in België. De Nederlandse verte
genwoordiger, de heer J. G.. Dijkstra
is in dienst getreden van General Avi
ation. Reden was dat Sotramat-Neder-
land geen ruimte had voor service en
zonder service kun je geen vliegtui
gen verkopen. General Aviation kon
dat wel. En om de Cessna-vliegtuigen
wat populairder te maken, is General
Aviation met de vliegschool begon
nen.
De beer Dijkstra (hij vliegt al 32
jaar, is in dienst geweest van de RAF
en heeft als gezagvoerder bij de KLM
gevlogen) leidt de school en de heer
■Van Overvest is de instructeur. Het is
de enige Nederlandse particuliere
commerciële vliegschool. De heer
Dijkstra: „Wij hebben er een hotel-ei
genaar bij, enkele directeuren van
grote bedrijven, tandartsen. KLM-em-
ployé's, radio- en tv-handelaar en-
twee verpleegsters."
„Er zijn er bij die twee tot drie
'keer per week lessen en sommige
gaan driemaal per maand de lucht in.
Het beste resultaat krijgt men door
twee keer per week te vliegen. Wette
lijk moet men voor het sportbrevet
dertig uren vliegen, in de praktijk
ligt dat iets hoger. Per vlieguur zijn
de kosten van het lessen (dus met
instructeur) 68,50.
Daama, om de jaarlijkse tien
uren vol te maken, kan men het vlieg
tuigje huren voor ƒ51 per vlieguur."
Landingsgelden moeten de leerlin
gen ook betalen, maar die zijn niet
hoog.
H De Cessna F-150 is in Amerika
bijzonder populair. Er worden er dit
jaar vijfdu'zend gehouwd en die zijn
reeds verKocht. Vorig jaar waren het
er 3100. Ze worden voor Europa in
Reims in licentie gebouwd.
Vlieger Henk van Overvest heeft
nu 's zondags wel eens per vliegtuig
een kopje koffie gaat drinken met
zijn vrouw in Seppe! Maar ja, de
overheid doet niets aan de sportvliege
rij," verzucht Henk van Overvest, die
'ook over de luchtvaart schrijft.
Overigens blijft Van Overvest ide
alist. Hij ziet mogelijkheden om in
ons waterrijke land met een school
voor watervliegtuigen te beginnen.
Hij heeft dat zelf in Denemarken ge
daan. Het aantal verschillende toestei
len dat hij zelf heeft gevlogen is 175,
waaronder de Bristol Brittania en de
DC-9.
En als de heer Van Overvest
weer in de Cessna „it, de gasschuif
opentrekt en na een korte aanloop
het toestel in de lucht brengt gaat
daar wel een bijzonder grote ervaring
achter schuil. AAD BEGEMANN
TAE SCHOOL, die maandagmiddag op
de Zalmplaat is geopend en waar
in nu een openbare lagere school, een
christclijk-nationale school en een r.k -
school broederlijk tezamen wonen, is
door allerlei mensen geroemd om een
nnntal aantrekkelijke nieuwigheden.
Met de zesde en zevende serie MUWl-
systeeinseholen, waarvan de school op
de Zalmplaat de eerste is, zijn heel wal
verbeteringen ingevoerd.
Ook kleinigheden. Op de foto is ge
bed nieuwe soort fietseu-talling te
zien. De fiets wordt met de zadelpiti
aait een baak opgehangen en boven die
haak bevindt zich een klein „paraplu-
tje". Ook bij een regenbui blijft bet
zadel dus droog.
Verder zijn deze metalen paraplu-
tjes heerlijke dingen om op te klaute
ren als de meester niet kijkt.
tro is voor zeventig procent in de
rotsen gebouwd en voor dertig pro
cent in open bouwputten. De stations
geven directe aansluiting naar kanto
ren, zalen, bedrijven,, spoorstations en
"enkele hotels."
De .metro heeft'369- wagens .die
gekoppeld kunnen worden tot 41 ne-
gendelige treinen maar dat is het
maximum. Iedere „blauw, en 'wit
geschilderde wagen is negentien me
ter lang en kan 170 passagiers vervoe-
ren. Bij de negendelige trein is dat'
dus 1500. Iedere wagen heeft veertig
zit- en 120 staanplaatsen. Bij een fre
quentie van negentig seconden in elke
richting wordt de capaciteit 120-000
passagiers per uur.
Die capaciteit was hard nodig
voor Montreal. De 1.600.000 inwoners
tellende stad (Groot-Montreal telde in
1960 al twee miljoen inwoners) heeft
een half miljoen motorvoertuigen.
Men vindt in Montreal dat de me
tro de image van het openbaar ver
voer heeft verhoogd. Een belangrijk
punt is de psychologische aanpak. De
tunnelbuizen zijn hei verlicht en men
ziet ook de treinen die in de andere
richting rijden. Hierdoor krijgt men
het idee te reizen op een ondergrond
se straat in plaats van in een buis.
De populaiteit van de metro' is
verhoogd doordat het een onderdeel
vormt van een weldoordacht systeem
van openbaar vervoer. Montreal
voedt de metro door middel van
tweeduizend autobussen.
Ongetijfeld zal burgemeester W,
Thomassen binnenkort met bijzonder
veel interesse de metro van Montreal
bekijken en bestuderen. Als de Rotter
damse metro ook zo'n succes wordt
als die van Montreal dan gaat het
Rotterdamse verkeer en openbaar ver
voer een gouden tijd tegemoet.
f'i.
V
ATADAT HET hoge deel van de
Maasdijk aanvankelijk Oosteinde,
Middeldam en Westeinde geheten
had, dook tegen het einde van de
veertiende eeuw de naam Hoge-
dijkstraat" op. Op de duur verdween
de derde lettergreep en de Hogestraat
werd Hoogstraat.
Enkele eeuwen lang stond hier tus
sen de lage huizen der burgerij het
Pest- en Dolhuis, een gemeentelijke
instelling. De naam van een steeg, de
Dolhuisgang herinnerde er nog aan
nhdat het gebouw al lang als
Weeshuis in gebruik genomen was.
Van andere stegen, die op de
Hoogstraat uitkwamen hadden de na
men betrekking op de beroepen, die
de brave burgers in de straat uitoe
fenden. Zo waren er de Gruttersgang,
de Brandersgang. de Stelmakersgang
en de Schuurmakersgang.
In de negentiende eeuw nam de
middenstand bezit van de straat. De
Hoogstraat werd de voornaamste win
kelstraat van Rotterdamna verloop
van tijd ging het grootwinkelbedrijf
ook een graantje meepikken.
Er waren vooral veel kleding- en
textielzaken; in één dier winkels
vond Willem Schumann inspiratie
voor zijn toneelstuk „De Violiers".
Een andere winkelier, de kunstzinnig
aangelegde heer Polak liet in een aan
zijn firma toebehorend pand op enke-
rEN JAAR of vijftig, zestig gete-
den was de Dtnsdag de drukke
le stappen van de Hoogstraat de verlo
ren gegane voorgevel van het geboor
tehuis van Erasmus vrijelijk herschep
pen.
dag op de Hoogstraat. Dan kwamen
de boeren uit de omgeving met hun
vrouwen naar de stad om inkopen te
doen. In de winkels kwam het perso
neel handen te kort om de klanten te
bedienen. Het was een fleurig
schouwspel, want talloze boerinnen
droegen de thans volkomen vergeten
dracht van de Eilanden.
f /V'viii'
I' V- U-f
„"-'V AsA '1
En niet alleen de winkeliers deden
goede zaken. Ook de straatverkopers,
die speelgoed, fruit en bloemen op de
trottoirs uitstalden, hadden niet te
klagen. Hun drukste dag van het jaar
was echter de Koninginnedag als men
in de Hoogstraat werkelijk „over de
hoofden kon lopen"...
's Avonds was het in de lange win
kelstraat overigens niet druk. In feite
tras het er haast net zo stil als het er
thans na zeven uur is.. Misschien
kwam dat wel omdat er in te
genstelling met de Schiedamsedijk
weinig café's waren...
IVA 1930 begon alles te verande
ren. De omzetten der winkeliers
daalden door de crisis, het leek of het
winkelend publiek zijn heil zocht in
andere wijken. Talloze winkels
moesten zware slagen incasseren,
maar geen slag was zo ernstig als de
volkomen vernietiging van de straat
in de Meidagen van 1940. Van de 400
panden bleef er niet één gespaard.
Er kwam een moderne winkelstraat
voor in de plaats, die met haar blan
ke gevels heel anders werd. De sfeer
van de vooroorlogse Hoogstraat met
zijn oude panden, zijn nogal donkere
winkels, zijn soms wat schreeuwerige
reclameborden en zijn schorre straat
venters leeft alleen nog voort in de
herinnering van alle Rotterdammers,
die hem gekend hebben... JVR
T YNXEN (Blijilorp heeft er twee in-
de verzameling) zjjn met de
wilde katten de enige katachtige roof
dieren die iii West-Europa voorkomen."
De wilde kat leeft nog in ^ep redelijk
aantal over1 heel West-Europa ."ver
spreid, zoals in Schotland, in de
bergen van Oost-Frankrijk, in enkele
streken van Noord- en' Centra'al-Dnits-,
land, het zuiden van Polen, Zuid-,
Rusland, de Kaukasus, op enkele,
eilanden in de Middellandse Zee, in
Italië eu' op de Balkan. De lynx daar
entegen komt nog maar weinig voor:
Noord-Scandinavië, Polen, Tjsecho-
slowaktje, de Balkan en hier en daar
in,.Spanje. In Europees Rusland is de'
lynx algemener.
Zoals gezegd is de lynx dus een van'
de twee Westeuropese katachtige roof
dieren. Het westen van ons werelddeel
is nooit rjjk geweest aan roofdieren.
Het grootsteroofdier dat er bq het
hegin van onze jaartelling voorkwam,
was de bruine beer. Daarop volgde
de wolf, lynx, das, otter, vos, wilde kat,
marter, bunzing, hermelijn en wezel.
Voor Zuid-Europa kwamen daar nog
bij de mangoeste en de genetkat, voor
Noord-Europa de ijsbeer. Met deae
weinig soorten staat Europa er t.o.v.
Noord-Amerika en Oost-Azië, 'waar
zoveel meer soorten voorkomen, maar
s'eellt op.
Lynxen zijn fors gelmuwde grijs
bruine poezen, nogal hoog op de
poten, met goed ontwikkelde bakke
baarden. lange oorplminen en een kort
staartje. Van neus tot staartpunt is het
volwassen dier i,24 meter. Opvallend
zijn de grote voeten, die een bijna rond
spoor achterlaten.
De dieren leven graag in grote, ge
varieerde boscomplexen. liefst afge
wisseld met open terrein. Ze klauteren
graag in bomen en luieren datt wat
op een tak. Hel zijn uitstekende lopers,
die op een drafje enorme afstanden
kunnen aflegaen.
Net als bjj de kutten worden de
jongen blind geboren. Als nest zoeken
ze een geschikt hol. als het kan een
rotsspleet. Het aantal jongen per worp
i- meestal klein; de diertjes blijven
de moeder de gehele eerste winter
volgen.
Het voedsel valt de lynxen bestaat uit
kleine tot vrjj grote zoogdieren en
vogels. *s Zomers vangen ze muizen,
vogels, konijnen, hazen en reekalveren,
lil de winter voeden ze zich ook wel
met reegeiten, jonge herten en stmts
schapen.
B.O.
v- rvU.vr
-La!-,