proef
Figuratief
om Rozenbur,
Jeruzalem" vertolkt
1
(§eóprekken met mannetje
I
Janus van Oudenaarden
maakt herinneringen
van sloopmaterialen
UITKOMST
■.it/ï'fe-ïïV i;r
Groep kinderen leert
zich in maatschappij
te bewegen -
ondanks handicap
VOORBEELD
'$mwM
99
BIJ I)E FOTO'S
RIJMPJE
LANDSBELANGEN
NIET TE KOOP
IN DE grote gymnastiekzaal met
1 de vele aangepaste toestellen
leert de een lopen, de ander trap
penlopen en de derde klimmen.
ARIE legt'vertrouwelijk zijn hand in die van de bezoekster, Elsje
vertelt ademloos van de kermis, van Koninginnedag en van de
versierde wagens die dan door Schiebroek rijden. Gebeurtenissen
die overal elders kunnen voorkomen, waar kinderen bij elkaar zijn.
Gebeurtenilteen die ook in Myosotis voorkomen, het protestants-
christelijke dagverblijf voor geestelijk gehandicapte kinderen aan
de Ateehveg in Rotterdam-Schiebroek.
nu langzamerhand het begrip ruim
te gaat onderkennen, en leert dat je
je m die ruimte kunt voortbewe
gen. dat je kuni lopen.
Niet alleen voor de kinderen is
Myosotis een uitkomst, ook voor de
ouders. Mejuffrouw F. Sonneveldt,
directrice: „Er waren moeders die
gewoon zwaar overspannen waren,
die niet wisten hoe ze thuis
moesten leven met een kind dat de
hele dag aandacht nodig had. Ze
hadden niet één minuut vrij.
TEDERE leidster heeft een vast
groepje van vier tot vijf kin
deren onder haar hoede. Hier zijn
ze bezig met handenarbeid: ver
ven, plakken of tekenen.
kleuren en vormen leren onderschei
den („welke auto is de gele, Jan?")
het bevorderen van de spraak en
het taalgebruik, en het voor
naamste: het trainen van de dage
lijkse handelingen.
„Dit laatste is zo ontzettend be
langrijk", zegt mejuffrouw Sonne
veldt, „en we merken het resultaat
zo goed. Bijvoorbeeld als de ouders
met het kind op vakantie gaan: het
kan alles gewoon meedoen. En dat
is al een hele kunst".
Het werk voor de dertien
leidsters," de directrice en de
huishoudstaf begint iedere dag om
negen uur. Dan komen de kinderen.
Kt. -X*- t I»4£. '-■prin.iï
i Jiru.- v** - Z-_
•X 2
Svp?
*er--sCSse.*
1 t
«tipgggyj
YïEJ. F. SONNEVELDT. direc-
trice van Myosotis.
In een ruim gebouw, waarin
„modern" piet betekent „strak en
zakelijk" komen dagelijks 56 kinde
ren van 4 tot 18 jaar un Rotterdam
en omstreken bijeen om te leren.
Niet om kennis te vergaren, maar
om te leren zich ondanks hun handi
cap in de maatschappij te bewegen.
Volgens de maatstaven van de
buitenstaander worden er geen
grootse dingen verricht in Myosotis.
Maar wat moet het voor de ouders
betekenen als hun kind. dat op late
leeftijd nog niet zelfstandig kan
eten, binnen een jaar ieert wat
voedsel is, dat je het in je mor.d
moet stoppen, dat je moet kauwen
en doorslikken.
3 Wat een evenement is het niet,
wanneer een kind, dat thuis op een
flat iedere dag tussen meubels zat,
Bovendien kunnen wij hier,
met een staf van deskundigen, wat
de moeder alleen thuis niet kan om
dat ze daarvoor gewoon geen gele
genheid en geen tijd heeft: wij kun
nen het kind leren zich aan te pas
sen aan het leven om hem heen.
Myosotis bestaat nu een jaar.
Vorig jaar begon het als een experi-
T ment, ontstaan uit initiatief van par
ticulieren. Leden van de oudervere
niging van Philadelphia (de protes
tants-christelijke vereniging van ou
ders en vrienden van het afwijken
de kind) kwamen in aanraking met
kinderen die niet in aanmerking
kwamen voor enige vorm van bui
tengewoon lager onderwijs en ze
leerden de nood van deze vergeten
groep" kennen.
Er werd een stichting opge
richt, „Het vergeten kind", en deze
stichting vergaarde na verscheidene
acties het benodigde kapitaal voor
een dagverblijf, dat wegens de
nieuwbouw uniek was in Neder
land.
H Dat unieke is er nu zowat weer
af, „want we hebben voor velen als
voorbeeld gediend", zegt mejuf
frouw Sonneveldt, „vooral wat de
ruimte werking betreft. Die is hier
ideaal, vrijwel alles ligt op het zui
den".
Het was een experiment, het -
eerste jaar van Myosotis. Maar het
is geslaagd, en wel zo goed, dat er
subsidies en garanties voor een
tweede verblijf zijn toegezegd. Het
komt in Rotterdam-Zuid en het is
dringend nodig!
„We hebben zelf ook veel ge
leerd in het afgelopen jaar", aldus
de directrice, „we hebben nu een
idee wat we kunnen doen en wat
tot de onmogelijkheden be
hoort."
met busjes gehaald, het gebouw bin
nen, Om vier uur verlaten ze het
weer. Tussen de middag kunnen de
kleintjes slapen,
De leidsters zijn niet de enigen
die bezig zijn met de verzorging
van de kinderen. Behalve een heil-
gymnaste en logopediste, die part-ti
me aan het verblijf zijn verbonden,
is er namelijk ook nog een begelei
dend team bestaande uit een psychi
ater, een psycholoog, een kinderarts
en een maatschappelijk werkster.
De verklaring van de naam
tenslotte: Myosotis betekent ver-
geet-me-niet. Wie het werk in het
verblijf heeft gezien zal de vraag,
die deze naam inhoudt, veranderd
willen zien in een bevestiging:
men-vergeet-me-niet.
CVDE-E
'TWEEËNDERTIG jaar heeft de
heer A. J. (Janus) van. Ou
denaarden (55) op het eiland Ro
zenburg in de landbouw gewerkt.
Nu is het voorbij. Twee jaar ge
leden riep zijn rheuma hem een
halt toe en vandaag precies zes
weken geleden zag hij het huisje
dat hij aan de Graskade in erf
pacht had door slopers met de
grond gelijk maken. Het is voor-
bij. Alles is weg. Op Rozenburg
is voor de landbouw geen plaats
meer!
Janus van Oudenaarden mag ech
ter niet mopperen. En dat doet hij
ook niet. Hij komt niets tekort. Maar
in zijn gloednieuwe woning, die er zo
stedelijk uitziet, voelt hij zich net zo
op z'n ongemak als zijn dikke zwarte
poes, die onverstoorbaar boven op de
tafel in de huiskamer ligt te slapen.
„Je moet haar maar wat toegeven,
want hier kan zij niet naar buiten".
Maar Janus van Oudenaarden is
niet zo lui als zijn poes. Dat blijkt uit
zijn verzameling stalen kunstwerkjes,
waarmee hij de herinnering aan het
voorbije agrarische Rozenburg leven
dig houdt. Skeletachtige voorstellingen
van mensen die in de landbouw en
veeteelt werkten, vervaardigd uit
CfNDS enige tijd staat de molen
J aan de Kromme Zandweg in
Rotterdam-Zuid 's avonds in het
felle licht van vele schijnwerpers.
Het is voor automobilisten die
over de Groene Kruisweg rijden
een aantrekkelijk gezicht over de
grasvelden en langs de begroeiing
deze witte molen te zien stralen.
Vooral buitenlanders (van en
naar de ferry-diensten in Euro
poort) zullen een dergelijke „be
groeting" van Rotterdam wel op
prijs stellen. Het is beslist de
moeite waard om (voorzichtig,
denk aan het overige verkeer
even het hoofd naar links, of "als
men in de andere richting rijdt,
naar rechts te draaien.
ÏZLIMEEK: een grote attractie in
de tuin van Myosotis.
Wat gedaan wordt: motoriek
(een soort gymnastiek, klimmen, lo
pen over een trapje, of gewoon: le
ren lopen), handenarbeid (verven,
kleuren, tekenen, met zand spelen).
Bijgaande
plaat geeft
een indruk van
de Damascus-
poort in het
Jordaanse deel
van Jeruzalem.
Dit tafereel
siert de hoes
van een 30 cm
EP, die Evan
gelisch Appèl,
Emmeloord en
Canto di Van-
gelo, Rotter
dam, samen uit
brachten onder
de titel „Jeru
zalem, dat ik
bemin". On
danks het „Pa
lestijnse" uiter
lijk gaat het
hier om een
Rotterdamse af
faire. Want de
geestelijke lie
deren, die de
plaat bevat,
worden ver
klankt door
Rotterdamse
koren, organis
K 'NS: «A
i <r -
•m-
?\K't 5
ten en solisten. De opnamen werden gemaakt in de Oude Kerk, Delfshaven.
Tegelijk met deze plaat verscheen bij dezelfde uitgevers een soortgelijke. Titel
„Looft Zijn Naam alom". Koren, organisten en zangers uit allerlei andere plaatsen
van ons land werkten hieraan mee. Beide platen met merendeels bekende psalmen
en gezangen, die kloek en zuiver worden uitgevoerd. De prijs is ƒ4.95 en wie be
stelt steunt het radio-evangelisatiewerk van Evangelisch Appèl.
TIET mannetje dat naast ons
stond op het middenbal-
con van lijn 5 zet zuchtend:
„Ik en me vrouw kenne d'r
nie meer uitkomme. Me ben-
ne nou al 'n hele week an 't
studere en me begrijpe d'r nog
helemaal niks van. Maar dan
ook helemaal niks. Ik bedoel
met die nieuwe tremlijne. Me
vincle 't 'n ingewikkeld zaakie.
De hele boel is door mekaar
gegooid. Net heb be me de lij
ven zogezeg goed in ons hoof ie
of d'r komv 'n hele nieuwe
regeling. Me konde zogezeg
mei de oge dicht elleke trem
in stappe en me wiste dan pre
cies waarreme naar toe re je
en nou is dat allemaal waar
deloos. Nou kenne me op onze
hoge leeftijd opnieuw begimie
met lere. En me motte wel
lere, want de trem kenne me
nie misse. Me heb be de trem
nodig, en me motte dus wete
waarro we'm kenne vinde. Me
zus op 't Noordereiland Jcomp nou wel heel on
gunstig te legge. Kijk, azzeme d'r op 't ogeblik
gane bezoeke doeneme dat met 'n bus. Maar die
btis gaan 'n heel andere roete rijje en dat wil
zoveel zegge asdaddeme an die bus niks meer
hebbe. Maar wat nou? Ken nu d'r 'n beetje in
komme?"
We zeiden; Ja.
TJIJ aei: „Me buurman is bij de trem. Zoiets as
contreleur. En van de week op 'n avend heb-
beme 'm met se vrouw op de koffie gevraagd om
'm uit te hore. Hij weet d'r netuiirlijk wel wat
van. Die hoge omes benne van alles op de hoogte,
dat ken nie anders. Ik zee: Manvertel me nou is
effe werom dat allemaal most gebeure! Hij hep
't me haarfijn uitgelege. Hij zee: 't Zit 'm atEe-
maal in de metro. Die metro verander 't tretn-
petroon van a tot z. Hij zee: Toeneme dat door
krege hebbeme tege mekaar gezeg: Laneme de
hoofde is bij mekaar steke en kijke waddeme d'r
an kenne doen. Me hebbe gezeg: De trem ister voor
de minse, en me motte dus prebere dat trem-
petroon zo vast te legge daddeme de minse d'r
'n dienst mee bewijze. Hij zee: Nou issut netuurlijk
moeilijk iedereen te hellepe. D'r zalle altijd minse
weze, die d'r nie mee gebaat benne. En da's dan
jammer, maar niks an te doen. Me motte in de
eerste plaas 't algemeen belang diene en nie 't be-
T")E heer Van Oudenaarden met
•*-* „De verdrevenen" (boven),
„De staartploeg" (midden) en „De
zaaier" (onder).
waardeloos materiaal dat hij bij tal
van boerderijen onder de slopershan
den vandaan wist te halen.
„Kijk", zegt hij, „dit is een mel
ker. Zijn lichaam is een vinger van
een maaimachine. Zijn armen zijn ge
maakt uit een oude aardappelriek.
Zijn benen heb ik gemaakt uit een
bietenriek, die zijn dikker. Een dicht
gelaste moer werd z'n hoofd en het
voetstuk van het beeldje is een oude
kogellager."
Maar de kunstwerkjes zijn niet
alléén een herinnering. Elk werkje
predikt met een verklarend rijmpje
het verdriet en het waarom van het
verdwijnen van de werkelijkheid die
het voorstelt
Janus plaatst zijn creatie „de ver
drevenen" voor zich. Hij filosofeert:
„Die man sjokt voort, tegen zijn zin
in, de vrouw niet, dat kun je zien.
Die loopt veel parmantiger. Eén moet
er zijri" die de moed erin houdt Moed
verloren, al verloren. Kijk, de rok
van het kind is gemaakt van een zeef
van een dorsmachine. Voor liet be
lang van stad en staten, moesten ook
zij hun stee verlaten."
Dat „belang van stad en staten"
zit Van Oudenaarden hoog. Bij een
mannetje dat met langgerekte armen
een voorwerp in de top van een boom
staat na te staren luidt de verklaren
de tekst: „Voor de zogenaamde
landsbelangen, moest hij de zeis in de
wilgen hangen".
„Landsbelangen?" smaalt Van Ou
denaarden. „Twintig jaar lang heb ik
geprobeerd nieuwe aardappelrassen te
kweken. Dat noem ik landsbelangen.
Maar daar hoor je ze niet over. Ik
heb er nooit een cent voor gehad."
Alle kunststukjes hebben betrek
king op het weggaan van de landbou
wers en veehouders. „Je moet er. zelf
maar mee te doen hebben. Neem nou
die zaaier: „Een zaaier kan hier nie^
meer gaan, wie jong is zoekt een
hiieuw bestaan".
Een van de. grootsteden mooiste
creaties is „de staartploeg". Van Ou
denaarden reciteert: „De grond eens
óp de zee' verworven,Keerd* dèez*
ploeg in strakke lijn, Wordt nu door
d'industrie bedorven, En geeft in me
nig harte pijn".
Ongeveer twintig werkjes heeft
Van Oudenaarden al gemaakt Zijn
naar Maasland uitgeweken baas, boer
Van der Lelie, vond het prachtig
werk en gaf hem een lasapparaat ca
deau om er mee door te kunnen gaan.
Dat was een aardige geste, maar
verder stelt de Rozenburgse kunste
naar interesse van derden maar ma
tig op prijs. Soms vraagt men hem of
zijn stukjes te koop zijn, maar daar
begint hij niet aan. Ze. vertegen-
woordigen voor hem een waarde die
met in geld valt uit te drukken. Laat
staan daarmee te betalen. Over een
tentoonstelling' prakkizeert hij hele
maal niet. „Ik ben niet voor al die
openbaarheid."
Toch mag een vrolijke afwisse
ling al het verdriet best eens doorbre
ken. Vandaar dat één voorwerp uit
de toon valt en dat is de voorstelling
van Keessie Verkerk.
Van Oudenaarden heeft de presta
ties van de Nederlandse schaatsploeg
op de televisie gevolgd. „Dat vond ik
zo enorm dat ik ook dit stukje heb
gemaakt." Het is een schaatser zoals
die in de moderne kunst wel meer
wordt aangetroffen. „Eigenlijk lijkt'ïe
ir.et z'n lange lende meer op Ard
Schenk, maar ik heb 'm toch maar
Keessie genoemd, want die heeft ten
slotte gewonnen."
J.C.D.
|p'
lang van de enkeling. Datzee-d-ie vlooi, hè?"
We zeiden: Inderdaad.
J-flJ zei.' Afijn, toeneme zo over de trem an 't
prate wazze, hebbeme ook maar effe de te-
rieve angesneje. Die gane omhoog, hè? Dat hebbu
wel geleze. 't Sting in de krant. Nou doch ik, as-
dat de trem duurder wier. Maar da's nie waar.
Me buurman hep me dat ook uitgelege. Azzeme
'n beetje handig benne, in 't nette dan netuurlijk,
issut zellefs 'n beetje goedkoper, 't Komp 'r maar
op an off em. e de juiste kaarte hope, en offeme ze
tijdig kope in een van de winkels, die daarvoor
angeweze benne. Da's 't hele eiere ete. En werom
make me de trem goekoper? Mebuurman zee:
Om de toevloed' van oto's te stoppen. Kijk, 't ver
keer loop vast door al die oto's. Nou zeg de trem:
Me motte de otomobilisie d'rvan doordringe as-'
daddeze beter d'r oto an de rand van de stad
kenne late staan en met de trem verder rijje. 't
Verkeer krijg dan 'n beetje luch. Dan neme de
gevare in de stad ook wat af. Dan kenneme wat
rustiger over de straat lope. En azzu 't mijn
vraag, zit daar 'n hele mocrije gedachte in, of nie
soms? Kijk, ik zeg maar zo: Me motte elleke ge-
Ik hé, conducteur, sto-ppis effe, je weet
legeheid <ingrijpe om 't verkeer veiliger te make,
ommers asdat 'k er hier af mot? Enne, rijje jullie
venavend nog de zelfde roete?"
- ti 4
-fep.'